In deze opdracht onderzoeken jullie in hoeverre netwerken van mensen, bedrijven en instellingen de wereld omspannen.
Daarbij kijken jullie naar de speciale rol van wereldsteden.
Wat ga je leren?
Hoofdvraag
Wat zijn mondiale netwerken en hoe zitten ze in elkaar?
Daarvoor nemen we eerst het verschil tussen een dorp en een stad door. Met aandacht voor de distributie van goederen van over de hele wereld naar elk dorp en elke stad.
Vervolgens kijken we naar de immer groeiende steden, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de groei van wereld- en megasteden. Zij hebben vaak een spilfunctie op politiek, economisch en sociaal-cultureel terrein.
Daarna gaan we in op de mondiale netwerken van multinationals.
Tot slot kijken we naar de mondiale netwerken van migranten, die veel belangrijker zijn dan menigeen denkt.
Begrippen
Amerikanisering
Globalisering
Mondiaal netwerk
Mondiale netwerken van migranten
Mondiale netwerken van multinationals
Wereldstad
Megastad
Metropool
Verplaatsingsnetwerk
MNO
Wat ga je doen?
Activiteiten
Vooraf
Aan de slag
Stap 1
Je leest over stedelijke verbindingen en wat een verplaatsingsnetwerk is, hoe het werkt en waarvoor het wordt gebruikt. Je maakt zelf een knooppuntenmodel.
Stap 2
Je krijgt uitleg over wereldsteden en megasteden, hoeveel er wereldwijd zijn en welke belangrijke voorzieningen er zijn in die steden. Beantwoord de vraag.
Stap 3
Lees over netwerken van MNO's, hoe zij zich verspreiden over de wereld dankzij de vrijhandel. Microsoft heeft wereldwijd het grootste netwerk en met Coca-Cola is niet iedereen blij. Beantwoord de vraag.
Stap 4
Migranten hebben vaak hun eigen netwerk. Je leest over hoe belangrijk dat kan zijn, ook voor de geldstromen.
Afronding
Samenvattend
Maak een begrippenlijst. Vergelijk deze met je klasgenoot.
Eindopdracht A
Maak de eindtoets.
Eindopdracht B
Breng je eigen netwerk in beeld. Bekijk het netwerk van je klasgenoten.
Examenvragen
Oefen met de bijbehorende eindexamenvragen.
Terugkijken
Kijk terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat een belasting van 2 à 3 SLU.
Aan de slag
Stap 1 - Stedelijke verbindingen
Tot 2007 woonden er meer mensen op het platteland en in dorpen dan in de stad. Er is geen vaste definitie om te bepalen wanneer we van een ‘stad’ of een ‘dorp’ kunnen spreken. De Verenigde Naties maken een onderscheid tussen ‘urban’ en ‘rural’.
Of een plaats een stad genoemd wordt, hangt af van de algehele bevolkingsdichtheid van een gebied. In bijvoorbeeld West-Afrika noem je een plaats met 2.000 inwoners een stad, in IJsland is een populatie van 200 al genoeg en in Italië heb je minstens 10.000 inwoners nodig.
De grootte van steden is in de loop van de eeuwen flink toegenomen. De oudste en grootste stad van 8000 v.Chr. was Mureybet in Syrië met 500 inwoners. Rond 500 v.Chr. was Babylon de grootste stad met zo’n 150.000 inwoners. Rome was de grootste stad rond het jaar 1 met een miljoen inwoners en nu is de grootste stad de agglomeratie Guangzhou (of Kanton) met ruim 48 miljoen inwoners.
Kun jij je voorstellen dat je nooit buiten je eigen dorp of stad komt? Waarschijnlijk niet.
In Nederland is een basisschool bijna altijd in de buurt te vinden, maar voor een middelbare school moet je doorgaans naar de dichtstbijzijnde stad. In de (grotere) dorpen kun je de dagelijkse boodschappen nog wel vinden, maar voor veel andere zaken moet je echt het dorp of de buurt uit.
Hoe dan ook, of je voor je aankopen de deur uit moet of niet, de aankopen komen tegenwoordig meestal wel bij je aan de deur, maar daarvoor moeten dorpen en steden via netwerken met elkaar zijn verbonden.
Het verplaatsingsnetwerk
Dankzij de globalisering gaan producten tegenwoordig de hele wereld over. Deze producten worden wereldwijd verspreid via verplaatsingsnetwerken, bestaande uit knooppunten met daartussen transport- en communicatielijnen (de spaken).
Bekijk voor een korte uitleg de video.
Let op! In het filmpje wordt Schiphol, ook een belangrijke mainport, niet genoemd.
Het was in 2017, na Heathrow en Charles de Gaulle, de drukste luchthaven.
Schiphol is van groot belang voor de regio en het vormt een belangrijke verbinding met het Europese achterland.
Deze netwerken zijn regionaal, landelijk en mondiaal met elkaar verbonden. Als twee of meer landen met elkaar verbonden zijn, spreken we van een mondiaal netwerk.
Kenmerken van mondiale netwerken zijn de langdurige, georganiseerde contacten tussen mensen en bedrijven op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein.
Stap 2 - Wereldsteden
Het aantal steden op de wereld is bijna niet te tellen. Nederland heeft er ruim driehonderd, maar de Verenigde Staten alleen al bijna 25.000! Maar nogmaals, het is lastig om te bepalen wanneer je van een stad spreekt.
Makkelijker te tellen is het aantal wereldsteden, al is ook dat begrip nog steeds wat vaag. Vaak wordt aangehouden dat een wereldstad of metropool een stad is met meer dan één miljoen inwoners. Belangrijker dan het aantal inwoners voor een wereldstad is dat er zo’n beetje alle stedelijke voorzieningen en veel industrie aanwezig zijn en dat het een knooppunt vormt met grote politieke, economische en culturele invloed. Een wereldstad speelt een grote rol in het wereldsysteem.
De afdeling ‘Bevolking’ van het departement ‘Economische en Sociale Zaken’ van de VN houdt bij hoeveel wereldsteden er zijn. De verwachting is dat rond 2030 er meer dan 650 zullen zijn. Ook hier geldt weer dat het moeilijk is een algemeen geldende definitie van het begrip wereldstad te vinden en aantallen zijn daarom betrekkelijk.
Een stad van meer 10 miljoen inwoners noemen we een megastad en bij dit begrip is het aantal inwoners wel het belangrijkste criterium. Momenteel zijn er ruim dertig megasteden en rond 2030 zullen dat er rond de 43 zijn.
Nederland
Volgens de definitie van de VN heeft Nederland géén wereldsteden. De grootste stad van Nederland is Amsterdam. Omdat Amsterdam de belangrijkste stad van het land is en een grote bekendheid geniet, wordt Amsterdam vaak toch tot de wereldsteden gerekend.
Bekijk hier de top 10 van de grootste steden in Nederland, op basis van het aantal inwoners.
Ruwweg kun je zeggen dat hoe groter de stad is, hoe meer voorzieningen de stad biedt. In Amsterdam vind je niet alleen meer bioscopen en theaters dan in welke plaats in ons land ook, je vindt er ook de meeste hoofdkantoren van internationale bedrijven.
Door de goede transport- en communicatieverbindingen zijn de activiteiten van grote ondernemingen al verdeeld over diverse locaties en zitten directie en staf vaak op afstand. Philips bijvoorbeeld is groot geworden in Eindhoven, de productie vindt inmiddels op allerlei plekken ter wereld plaats en in 1997 gaf de centrale leiding van het concern aan dat het zich wilde vestigen bij een grote luchthaven. Het nieuwe hoofdkantoor moest bovendien gesitueerd zijn in het financieel centrum van Nederland en enkele maanden later verhuisde het hoofdkantoor van Eindhoven naar de Zuidas in Amsterdam.
Wereldsteden
Je ziet in alle wereldsteden dat hoofdkantoren, de grootste banken en beurzen elkaar opzoeken, met in hun kielzog een groot aantal advocaten, accountants, reclamebureaus, marketingbedrijven en financiële adviseurs. Hoewel wereldwijd actief zitten dergelijke ondernemingen toch bij elkaar.
Alle wereldsteden spelen een belangrijke rol in de mondiale economie, maar daarbinnen is er ook een rangorde te vinden.
Binnen de drie continenten Amerika, Europa en Azië zijn New York, Londen en Tokyo de dominante steden. Dit geldt zowel op cultureel gebied (musea, musicals, opera’s, film en theater) als op economisch gebied. Je vindt er de drie belangrijkste aandelenbeurzen: New York Stock Exchange, London Stock Exchange en Tokyo Stock Exchange). Alleen op politiek gebied zijn deze wereldsteden minder dominant.
Andere wereldsteden hebben hun plek in de geglobaliseerde wereld gevonden omdat ze zich gespecialiseerd hebben.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bestaande uit negentien gemeenten (waaronder Brussel-stad) met 1,2 miljoen inwoners, is bekend omdat het fungeert als administratief centrum van de Europese Unie en omdat het veel lobby- en niet-gouvernementele organisaties trekt. Frankfurt (720.000 inwoners) wordt als wereldstad gezien omdat daar de Europese Centrale Bank is gehuisvest. Het is de plek waar de belangrijkste monetaire beslissingen binnen de Europese Unie genomen worden. Milaan (1,3 miljoen inwoners) is dé modestad. Uit de hele wereld komen er fashionista's (modeliefhebsters) naar deze stad en de mode in tal van (westerse) landen is gebaseerd op wat in Milaan voor het eerst op de catwalks geshowd is.
Stap 3 - Netwerken van MNO's
Dankzij de vrijhandel en dankzij de enorme verbeteringen van de transport- en communicatietechnologie omspannen MNO’s (multinationale ondernemingen) met hun vestigingen de hele aardbol. Zij vormen mondiale netwerken van multinationals.
De van oorsprong Nederlandse multinational Philips is maar een kleintje met zijn vestigingen in 25 verschillende landen. De Zweedse woonwinkel Ikea is een middenmoter met vestigingen in 53 landen. Bij de grootste bedrijven vind je verschillende Amerikaanse multinationals: de fastfoodketen McDonald’s heeft vestigingen in 119 landen en de frisdrankgigant Coca-Cola komt tot vestigingen in 125 landen.
Microsoft spant de kroon. Microsoft heeft geen eigen winkels, maar haar producten worden in veel landen van de wereld verkocht, met uitzondering van landen als Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan, Syrië en het schiereiland de Krim.
Boycot Coca Cola
Multinationals als McDonald's en Coca-Cola worden gezien als hét internationale symbool van de Amerikaanse cultuur. De aanwezigheid van deze bedrijven roept bij sommige overheden en burgers verzet op. Zij zien dit als een ongewenste amerikanisering* van hun maatschappij.
* Amerikanisering is het overnemen van Amerikaanse gewoonten en gebruiken in andere gebieden en culturen.
Onder moslims is een langdurig discussie gaande over de vraag of de Big Mac en Coca-Cola halal (rein, toegestaan) of haram (onrein, verboden) zijn.
De meeste moslims vertrouwen op het oordeel dat de Big Mac en Coca-Cola halal zijn, maar een kleine minderheid vertrouwt het niet. Die neemt het zekere voor het onzekere en drinkt liever Mekka-Cola, Arab Cola of Zam Zam Cola en eet liever een Muslim Burger.
Het wantrouwen van die minderheid wordt gevoed door het feit dat de recepten van Coca-Cola geheim zijn. Mogelijk dat een van de ingrediënten alcohol zou zijn (voor moslims verboden). Coca-Cola zelf ontkent alcohol te gebruiken.
De multinational Coca-Cola ligt ook onder vuur in de Zuid-Indiase deelstaat Tamil Nadu. Daar boycotten in 2017 een miljoen winkels, boeren, burgers en handelsorganisaties Coca-Cola. Zij vinden dat het buitenlandse frisdrankconcern hun cultuur aantast en veel te veel water gebruikt voor de teelt van suikerriet in de door droogte getroffen deelstaat. Maar daarnaast zijn er ook lokale varianten die een deel van Coca Cola’s marktaandeel willen.
Stap 4 - Netwerken van migranten
Bijna een kwart van de inwoners van Nederland heeft een migratie-achtergrond. Amsterdam is de stad in Nederland met de meeste mensen met een buitenlands paspoort.
Er zijn ongeveer 193 officieel erkende landen in de wereld en Amsterdam telt rond 180 nationaliteiten. Dat aantal wisselt wel jaarlijks maar de diversiteit is onveranderlijk groot. Door dat grote aantal verschillende achtergronden is er in ons land een uitgebreide culturele uitwisseling ontstaan, met films, restaurants, festivals en muzikanten vanuit de hele wereld.
Binnen de grote steden zoeken migranten elkaar vaak op. Zij gaan naar dezelfde gebedshuizen (kerken, moskeeën, tempels) en zoeken vaak vanuit hun eigen culturele achtergrond naar dezelfde soort ontspanning.
Migranten organiseren zich ook vaak in eigen organisaties. In Amsterdam alleen al zijn zo tientallen migranten- of zelforganisaties ontstaan. Het gevolg is wel sociale of ruimtelijke segregatie en het ontstaan van wijken waar vooral mensen met een migratieachtergrond bij elkaar wonen.
Hoe belangrijk migrantenorganisaties zijn, bleek bijvoorbeeld ook toen orkaan Irma in 2017 met vernietigende kracht over Sint-Maarten raasde. De eerste inzamelingen voor Sint-Maarten werden opgezet door mensen in Nederland die afkomstig waren van dat eiland.
Migranten kloppen voor hulp vaak eerst aan bij mensen uit hun eigen netwerk. Zo bieden sommige moskeeën hulp bij huwelijks- of opvoedingsproblemen en helpen zij bij het invullen van formulieren van de gemeente of de rijksoverheid.
De netwerken van migranten beperken zich niet tot de eigen woonplaats of het land waar ze nu wonen. Via mondiale netwerken van migranten houden veel migranten contact met hun familie in het land van herkomst.
Zo heeft de Amsterdammer Ismael zijn familie in Marokko net laten weten dat hij 400 euro heeft overgemaakt via het geldtransactiekantoor Western Union. Dat doet hij een keer of vier per jaar, deze keer “zodat mijn broer een nieuwe marktkraam in Marrakech kan kopen”, aldus Ismael.
Geldstromen
Elke dag verwerkt Western Union (een Amerikaanse onderneming gespecialiseerd in financiële dienstverlening en communicatie) anderhalf miljoen transacties en driekwart daarvan gaat naar ontwikkelingslanden. De bescheiden bedragen van Ismael zijn onderdeel van een reusachtige geldstroom. In 2016 ging er op deze manier 442 miljard dollar naar ontwikkelingslanden. Dat is drie keer zoveel als die landen in dat jaar aan ontwikkelingshulp kregen. Hele economieën drijven op het geld dat migranten naar hun land van herkomst overboeken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een deel van de definitie van het begrip mondiaal netwerk is: ‘de lange, georganiseerde contacten tussen mensen (…) op sociaal-cultureel terrein’.
Geef in jouw eigen netwerk aan:
met welke persoon jij contact hebt die het verst van jouw woonplaats af woont. Een familielid aan de andere kant van de aardbol misschien? Een penvriend(in)? Of iemand die je tijdens een reis bent tegenkomen en met wie je daarna steeds contact hebt gehouden?
Hoe groot is de afstand? Hoe is het contact tot stand is gekomen? Waaruit bestaat jullie contact? Hoe onderhoud jij het contact?
Als je niemand uit een mondiaal netwerk kent, met wie onderhoud je dan contact uit een landelijke of regionale netwerk?
Werk al deze vragen uit in een schema waarin jij - als middelpunt van het netwerk - fungeert.
Schrijf er namen en een korte uitleg bij. Je kunt dit doen in de vorm van een mindmap.
Beoordeling
In overleg met jullie docent vergelijken jullie elkaars netwerk in de klas.
Zijn er gemeenschappelijke contacten in de klas?
Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.
Examenvragen
Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Wil je met nog meer examenvragen oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen door in te loggen op ExamenKracht (www.examenkracht.nl).
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de hoofdvraag nog eens door.
Kun je uitleggen wat de functie is van een verplaatsingsnetwerk is en hoe het is opgebouwd?
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze opdracht staat 2 à 3 SLU.
Had je voldoende tijd voor het beantwoorden van alle vragen en voor het schematisch weergeven van je eigen netwerk?
Inhoud
De titel van de opdracht is 'De wereld hangt van netwerken aan elkaar'.
Kun je in drie zinnen uitleggen wat met deze titel bedoeld wordt?
Eindopdrachten
Heb je de eindtoets gemaakt? Ben je tevreden met het resultaat?
Heb je ook je eigen netwerk schematisch weergegeven? Vond je dat leuk om te doen?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement De wereld hangt van netwerken aan elkaar - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''De wereld hangt van netwerken aan elkaar'' besproken. Door globalisering verhuizen steeds meer mensen van het platteland naar steden. Hierdoor ontstaat er een groot netwerk van knooppunten en verbindingen. Deze knooppunten zijn vaak grote steden met miljoenen inwoners. Ze zijn belangrijke plekken waar mensen, goederen en ideeën samenkomen. Multinationale ondernemingen (MNO's) spelen een grote rol in deze netwerken. Ze hebben vestigingen over de hele wereld en zorgen voor economische, culturele en sociale verbindingen tussen verschillende delen van de wereld. Ze dragen bij aan vrijhandel en maken gebruik van moderne transport- en communicatietechnologieën. Migranten spelen ook een rol in deze netwerken. Ze vormen vaak hun eigen gemeenschappen en organisaties, wat kan leiden tot segregatie. Migranten houden via deze netwerken contact met hun familie en land van herkomst. Het bestuderen van deze netwerken helpt ons begrijpen hoe de wereld met elkaar verbonden is. Het laat zien dat steden belangrijke knooppunten zijn en dat multinationale ondernemingen en migrantengemeenschappen bijdragen aan deze verbindingen. Het benadrukt de complexiteit van de moderne samenleving en hoe verschillende mensen en plaatsen met elkaar zijn verweven.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Globalisering;
Aardrijkskunde;
Bevolking en ruimte;
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 4 & 5. In het domein "Wereld'' wordt het thema ''De wereld hangt van netwerken aan elkaar'' besproken. Door globalisering verhuizen steeds meer mensen van het platteland naar steden. Hierdoor ontstaat er een groot netwerk van knooppunten en verbindingen. Deze knooppunten zijn vaak grote steden met miljoenen inwoners. Ze zijn belangrijke plekken waar mensen, goederen en ideeën samenkomen. Multinationale ondernemingen (MNO's) spelen een grote rol in deze netwerken. Ze hebben vestigingen over de hele wereld en zorgen voor economische, culturele en sociale verbindingen tussen verschillende delen van de wereld. Ze dragen bij aan vrijhandel en maken gebruik van moderne transport- en communicatietechnologieën. Migranten spelen ook een rol in deze netwerken. Ze vormen vaak hun eigen gemeenschappen en organisaties, wat kan leiden tot segregatie. Migranten houden via deze netwerken contact met hun familie en land van herkomst. Het bestuderen van deze netwerken helpt ons begrijpen hoe de wereld met elkaar verbonden is. Het laat zien dat steden belangrijke knooppunten zijn en dat multinationale ondernemingen en migrantengemeenschappen bijdragen aan deze verbindingen. Het benadrukt de complexiteit van de moderne samenleving en hoe verschillende mensen en plaatsen met elkaar zijn verweven.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
De wereld hangt van netwerken aan elkaar
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.