Inleiding
Je zit nu in het 1e jaar van het mbo. Vanaf nu werk je dus naar het behalen van je beroepsdiploma toe.
ICT- en studievaardigheden zijn manieren die je kunt toepassen bij het leren. Als je de goede ICT- en studievaardigheden hebt, is leren gemakkelijker. Voorbeelden van ICT- en studievaardigheden zijn: informatie zoeken, werken in word en powerpoint, samenvatten, plannen, organiseren en structureren van je schoolwerk op je computer.
Als je doel het halen van je beroepsdiploma is, moet je in beweging komen! Niets doen en goede resultaten halen, passen vaak niet bij elkaar. Je moet er dus voor gaan. Waar ga jij voor in het mbo? Wat heb jij nodig om in beweging te komen?
Plannen
Agenda en studieplanners
In de studieplanners staat alle lesstof, huiswerk en de toetsen voor een nperiode van 10 weken. Voor ieder vak krijg je een aparte studieplanner. Om overzicht te houden is het goed bijhoudenn van je agenda belangrijk.
Een agenda is eigenlijk een to-do-lijstje op chronologische volgorde. Zo hadden de Romeinen het woord al bedoeld: het woord agenda komt uit het Latijn, en betekent 'dat wat moet worden gedaan'.
Neem het huiswerk, de toetsen die je moet maken en de opdrachten die je moet inleveren van je studieplanner over in je agenda. Op die manier heb je een overzicht van alle dingen die je moet doen; een to-do lijst.
Je krijgt bij de verschillende vakken veel papieren en opdrachten; zorg voor een map waarin je alles direct geordend op kan bergen. Als je alles los in je tas stopt weet je aan het eind van da dag niet meer welke opdracht bij welk vak hoort. Een losbladige administratie zogt voor chaos in je tas, kamer en in je hoofd. Het kost ook veel tijd als je steeds weer moet zoeken naar alle opdrachten en papieren.
Plannen
Als je een planning maakt moet je je eigen werktempo niet overschatten. Heel veel mensen plannen alles veel te krap. Ze denken dat ze heel veel dingen in een hele korte tijd kunnen doen. En als het dan niet lukt om het af te krijgen; dan onstaat er stress.
Probeer realistisch te zijn; hoeveel tijd heb ik echt nodig om alles af te kunnen krijgen. Plan extra tijd in; een buffer zodat je die kan gebruiken als iets toch meer tijd kost dan je had gedacht.
Film over digitale agenda en plannen via To Do lijst
ICTvaardigheden
Werken op je laptop
Je krijgt voor het werken met digitale programma's allemaal verschillende inloggegevens en wachtwoorden. Schrijf deze gegevens in je agenda en zet het in je telefoon.
- Maak voor alle vakken een aparte map.
- Bewaar je bestanden niet alleen op je laptop, maar ook in de cloud; bijv. in een dropbox, google drive.
- Maak regelmatig een kopie van je bestanden op een externe harde schijf / usb stick.
Helpdesk
Vragen mag je mailen aan helpdeskict@campusws.nl
De ICT-er Geert Droogsma is beschikbaar:
· maandag, dinsdag , donderdag de gehele dag.
· woensdag en vrijdag vanaf 14:00 uur.
Hij is te vinden in ruimte 0.85.
Wachtwoord vergeten
Als je een wachtwoord niet meer weet, dan meld je dit aan je SLB-er. Je SLB-er mailt je gegevens aan helpdeskict@campusws.nl
Ad. 1 Noorderportal voor studenten
De student heeft in de portal in één overzicht alles wat hij nodig heeft voor zijn opleiding, bijvoorbeeld:
· Zijn lesrooster in zijn Outlook agenda (geldt voor locaties die met Xedule werken; voor overige locaties is het rooster via ‘Mijn apps’ te benaderen).
· Directe linken naar lesmateriaal en opdrachten (in Magister of Nelo).
· Studenteninformatie onder 'Weten & regelen' (zoals in studie-/locatiegidsen).
· De mogelijkheid om samen te werken en informatie te delen met medestudenten en docenten in (klasse)groepen.
· Nieuws op 'Actueel', gepersonaliseerd naar de locatie en opleiding van de student.
Ad. 2 Inloggen met studenten
Iedere student heeft op zijn Noorderpoort e-mailadres informatie ontvangen over Noorderportal en het inloggen.
|
|
Stappen
|
|
0.
|
Eerstejaars: Inloggen laptop op wifi met gebruikersnaam en wachtwoord (brief en pasje)
|
|
1.
|
Inloggen op www.noorderportal.nl
|
|
2.
|
Student laten aanmelden voor de wachtwoordregistratie-portal, te vinden onder ‘Mijn apps’
|
|
3.
|
Student beantwoordt drie standaardvragen en kan daarna altijd het wachtwoord zelf wijzigen
|
|
4.
|
Student direct wachtwoord laten wijzigen in eigen wachtwoord. Ouderejaars kunnen zo ook weer 13 maanden vooruit
|
|
5.
|
Student de werking uitleggen van de portal, e-mail, Onedrive (bestanden daar laten opslaan) en eventueel groepen. Onder ‘?’ rechtsboven op de homepage staan instructies:
|
|
6.
|
Student Webprint ‘nieuw’ uitleggen
|
|
0.
|
Eerstejaars: direct of later in mentor-les student laten inloggen in ELO Magister/ NELO en uitleggen; Ook webprint uitleggen
|
Ad 3. Samenwerken studenten en docenten
Naast informatie over de opleiding, helpt Noorderportal.nl de student ook op eenvoudige wijze in het contact en de communicatie met docenten en medestudenten (naast e-mail). Dit kan door:
· (klasse)Groepen; docenten/studieloopbaanbegeleiders kunnen een (klasse)groep aanmaken, informatie delen en communiceren in de groep. Lesmateriaal blijft in Magister of Nelo staan. Er kan wel een link geplaatst worden in de groep naar het lesmateriaal in Magister of Nelo. Dit doe je door te klikken op 'Koppeling' als je de bestanden van de groep op je scherm staan (zie afbeelding).
· Eigen groepen; studenten kunnen in een eigen aangemaakte groep gemakkelijk samen met andere studenten werken aan een project.
· Skype; op korte termijn kunnen studenten en docenten ook via de portal met elkaar skypen.
LBS
In LBS worden de lesprogramma's, gespreksverslagen en je resultaten genoteerd.
Groepen Noorderportal
Informatie zoeken
Informatie zoeken
Voordat je informatie verwerkt in een verslag/presentatie, moet je deze eerst vinden.
Hoe zoek je de benodigde informatie? en hoe weet je dat de info die je hebt gevonden klopt?
In deze map vind je handige tips om snel, specifieke informatie die jij zoekt te vinden.
Ook is er in deze map een checklist te vinden, deze kun je gebruiken om je gevonden informatie te beoordelen op betrouwbaarheid.
Informatie verwerven.
Waar kun je de informatie het beste zoeken? We gaan meestal direct naar google en vullen daar een zoekterm in, maar is dit wel altijd de beste methode? Soms kun je beter je studieboek gebruiken of een tijdschriftartikel of een boek uit de bibliotheek. Het is dus goed om hier eerst over na te denken.
Het zoeken op het internet.
Je kunt bijvoorbeeld zoeken naar “oorzaken van diabetes” ipv “diabetes” Door de zoekwoorden tussen aanhalingstekens te zetten zoekt hij naar de hele zin ipv de woorden apart.
Er zijn nog meer handigheidjes om beter te zoeken met google:
Zoeken binnen een bep. website [oorzaken van diabetes site:dvn.nl],
Zoeken naar woorden in de titel van de site [intitle:diabetes]
Zoeken op bestandstype bv op powerpoints [filetype:PPT diabetes] of op PDF’s .
Zoek maar eens naar voetverzorging diabetes filetype:pdf. Je krijgt nu betere resultaten dan wanneer je alleen op voetverzorging diabetes zoekt. Je krijgt nu folders die over dit onderwerp gaan.
Je kunt ook zoeken met scholar. http://scholar.google.nl. Deze zoekmachine doorzoekt wetenschappelijke artikelen. Wanneer je deze site gebruikt, hoef je niet te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie.
Google heeft nog veel meer handigheidjes: https://www.google.nl/insidesearch/tipstricks/all.html
Opdracht Zoektips gebruiken:
Bekijk de zoektips van google https://www.google.nl/insidesearch/tipstricks/all.html
Checklist betrouwbaarheid.
In de eerste tabel wordt uitleg gegeven, in de tweede tabel kun je een bron beoordelen.
|
|
Vraag
|
|
|
1
|
Wat is het Adres (url) van de bron?
Wat kun je hieruit afleiden?
(is het een weblog of forum-adres of een adres van een commercieel bedrijf of anders?)
|
Aan de url kun je vaak al zien of het om een betrouwbare instantie gaat, of om site of een weblog van een individueel persoon. Een commercieel bedrijf wil vaak producten verkopen, de informatie zal dus niet altijd objectief zijn.
De informatie over medicijnen op de site Apotheek.nl zal meer betrouwbaar zijn dan op de site van een commercieel bedrijf dat medicijnen verkoopt.
Informatie over een ziektebeeld kun je beter zoeken op de site van een patiëntenvereniging dan op een commerciële site of op een forum of weblog.
|
|
2
|
Van wie of welke organisatie is de website, denk je dat deze organisatie wel of niet voor jouw doel betrouwbare informatie verschaft?
|
Een commerciële site, zal niet altijd objectieve informatie verschaffen.
Betrouwbare sites:
Beroepsverenigingen bv http://www.venvn.nl/
Patiëntenverenigingen: Een aantal vind je hier:
https://www.npcf.nl/over-ons/onze-leden
Sites van ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen
Overheidsinstellingen en kenniscentra bv. Vilans: http://www.vilans.nl
Richtlijnen en protocollen vind je op de site: http://www.diliguide.nl/
Kijk altijd bij een site naar over ons- of de disclaimer, dit zegt vaak veel over van wie de site is en of de informatie betrouwbaar en actueel is.
|
|
3
|
Wanneer is de site(pagina) voor het laatst bijgewerkt?
Hoe actueel is de informatie?
|
Is de informatie nog wel up to date? Hoe vaak wordt de site bijgewerkt. Staat überhaupt vermeld wanneer de informatie is bijgewerkt?
|
|
4
|
Hoe komt de site aan zijn informatie? (bronnen)
|
Lang niet altijd staat op een site vermeld hoe zij aan hun informatie komen. Je weet dan ook niet of het betrouwbaar is. Tenzij het een site is van een betrouwbare organisatie.
|
|
5
|
Wat is het doel van de site?
|
Willen ze producten verkopen, een mening verkondigen, een ervaring vertellen of informatie verschaffen?
|
|
6
|
Voor wie is de site bedoeld? (doelgroep van de site)
|
Patiënten, klanten, professionals, studenten, particulieren etc.
|
|
7
|
Bevat de site de door jou gezochte informatie?
Is de informatie volledig en juist?
|
Je kunt de informatie checken door het ook nog op een andere (betrouwbare) site op te zoeken.
|
|
8
|
Zou jij deze bron gebruiken? waarom wel/niet?
|
Dus is hij betrouwbaar, objectieve, recente informatie? Heb je de informatie gecheckt ?
|
WORD
Word is een de meest gebruikte tekstverwerker.
Dit wil zeggen dat het een programma is om grote hoeveelheden tekst op een ordelijke manier te typen, op te maken,
Met andere woorden, tekst verwerken.
Algemeen uitleg.
In de balk “lettertype” zie je een aantal verschillende knoppen staan:
Alinea
Het onderdeel “Alinea” zorgt ervoor dat de positie van je document mooi en ordelijk oogt. Je kan kiezen tussen een aantal zaken. Opsommingstekens en nummering zorgen ervoor dat je lijstjes automatisch kan maken. Opties zoals links & rechts uitlijnen, centreren, uitvullen zorgen ervoor dat je stuk tekst op een ordelijke manier getoond wordt.
Inhoudsopgave
In Word kan eenvoudig een automatische inhoudsopgave worden gegenereerd van een langer document. Voorwaarde hierbij is wel dat je duidelijk hebt aangegeven welke koppen en subkoppen je tekst bevat. Om de structuur van je document op te zetten kun je het beste werken met de overzichtsweergave. Als je daarin je koppen en subkoppen goed hebt gedefinieerd krijgen deze een bepaalde opmaak mee, die weer wordt herkend als je een inhoudsopgave maakt.
Als je niet met de overzichtsweergave hebt gewerkt, maar je wilt toch een inhoudsopgave invoegen, dan zul je eerst in je tekst de koppen en subkoppen moeten onderscheiden. Hiervoor gebruik je in de werkbalk Start het onderdeel Stijlen.
Oefening: stijlen toepassen
1. Open een willekeurig Word document waarin een aantal hoofdstukken en sub-koppen staan of maak een testdocument aan waarin je enkele koppen en subkoppen onder elkaar typt.
2. Selecteer een hoofdtitel en klik in het onderdeel Stijlen van de werkbalk Start op >Kop 1. De titel krijgt nu een andere opmaak.
3. Selecteer een subtitel en klik in het onderdeel Stijlen van de werkbalk Start op >Kop 2. De subtitel krijgt nu een andere opmaak.
4. Herhaal deze stappen net zolang tot je alle koppen en subkoppen een stijl hebt gegeven. Bedenk bij elke kop op welk niveau deze in de rangorde hoort. Hoofdtitel = Kop1, Subtitel = Kop 2, Subsubtitel = Kop 3 enz.
Als de titels in je document overal de juiste opmaak hebben gekregen kun je aan het begin van je document een inhoudsopgave invoegen. Dit werkt als volgt:
Oefening: Inhoudsopgave invoegen
1. Klik met je cursor in je document op de plek waar je een inhoudsopgave wilt invoegen.
2. Klik bovenaan op het tabblad >Verwijzingen en klik dan linksboven op de knop >Inhoudsopgave. Er verschijnt een uitklapmenu met opties:
3. Kies voor >Automatische inhoudsopgave 1 of 2. Op de plek die je had gekozen wordt nu een inhoudsopgave ingevoegd die alle koppen en subkoppen tot 3 niveau's toont, inclusief een paginanummer erachter. Zie een voorbeeld hieronder.
Misschien vind je de indeling van de automatisch gegenereerde inhoudsopgave niet zo mooi of wil je meer of minder niveaus tonen. Dan moet je bij het uitklapmenu een andere optie kiezen, namelijk Inhoudsopgave invoegen (1 van de opties onderaan).
Oefening: inhoudsopgave aanpassen
1. Gebruik een Word document als basis waarin je de (sub)koppen van een bepaalde stijl hebt voorzien.
2. Klik eerst op het tabblad >Verwijzingen en daarna op de knop >Inhoudsopgave (linksboven). Klik dan in het uitklapmenu op >Inhoudsopgave invoegen. Er verschijnt een nieuw venster:
3. Wijzig in dit venster het aantal niveaus naar 2. (links onderaan)
4. Verander het opvulteken in een streepjeslijn.
5. Verander de opmaak naar keuze (bijvoorbeeld Decoratief).
Het uiteindelijke resultaat kan er dan zo uitzien:
Letteropmaak
De tweede groep op het tabblad 'Start' heet 'Lettertype'. Hier vindt je de opties 'Lettertype' en 'Lettergrootte'.
- Lettertype: klik op het pijltje en selecteer het lettertype van je smaak. je ziet voorbeelden van de beschikbare lettertypes.
- Lettergrootte: klik op het pijltje en selecteer de lettergrootte.
In dezelfde groep 'Lettertype' vindt je knoppen voor vet, cursief en onderstreept.
Vet maken
Klik op de knop met het pictogram B (of op de sneltoets Ctrl+B) om de tekst vet (dikgedrukt) te maken. Als je tekst geselecteerd had, wordt deze nu vetgedrukt. Wanneer je geen tekst geselecteerd had, maar na een klik op de knop begint te typen, dan wordt de tekst die u intypt automatisch vetgedrukt. Door nog een keer op de knop B te klikken zet je de functie weer uit.
Cursief maken
Klik op de knop met het pictogram I om de tekst cursief (schuin gedrukt) te maken. Voor cursief geldt verder hetzelfde als voor vetgedrukt. De combinatie voor de sneltoets is dan Ctrl+I. Je kunt ook functies combineren door bijvoorbeeld zowel op de knoppen voor Vet als Cursief te klikken. De tekst wordt dan vet én schuin gedrukt.
Onderstrepen
Klik op de knop met het pictogram U in de werkbalk om de tekst te onderstrepen. De werking is verder hetzelfde als bij vet en bij cursief. Ook deze functie kun je combineren met de eerdere twee.
Tekst markeren
Om tekst echt in het oog te laten springen, kunt u het markeren. Dat kun je vergelijken met het aanstrepen van tekst met een felgekleurde stift. Klik in de groep 'Lettertype' op het pijltje naast de knop met de gele markeerstift ('Tekstmarkeringskleur') om een kleur te kiezen. Selecteer vervolgens de tekst die je wilt markeren in de gekozen kleur. Om de markering op te heffen, selecteert u het gemarkeerde stuk tekst en klik je bij 'Tekstmarkeringskleur' op Geen kleur.
Letters een kleur geven
Ook de letters zelf kunt je een kleur geven. Daarvoor klik je op het pijltje naast de knop met het pictogram 'Tekstkleur', ook te vinden in de groep 'Lettertype'. Je ziet een venster waarin je kunt kiezen uit één van de standaardkleuren. Met 'Meer kleuren' kun je een kleur kiezen uit een kleurencirkel.
Pagina indeling.
Paginanummer invoegen
Als je je document wilt nummeren kun je in de Kop- of voettekst een paginanummer invoegen. Hiermee worden pagina's automatisch genummerd en kun je ook aangeven dat je bijvoorbeeld op je voorpagina geen nummer wilt hebben.
TIP: Is de kop- of voettekst niet meer geselecteerd en wil je deze bewerken? Dubbel klik dan boven of onderaan de pagina en de kop- of voettekst wordt weer geopend en de werkbalk met hulpmiddelen verschijnt weer bovenaan.
Powerpoint
Een PowerPoint-presentatie is vergelijkbaar met een diavoorstelling. Als je een boodschap of een verhaal wilt overbrengen, verdeel je de informatie over dia's. Je kunt een dia zien als een leeg doek waarop je afbeeldingen, woorden en vormen aanbrengt om je verhaal vorm te geven.
Wanneer je PowerPoint opent, zie je een aantal ingebouwde thema's en sjablonen. Een thema is een diaontwerp met bij elkaar passende kleuren, lettertypen en speciale effecten zoals schaduwen, weerspiegelingen en meer.
- Selecteer een thema.
- Klik op Maken of selecteer een kleurvariatie en klik op Maken.
Een nieuwe dia invoegen
- Ga naar het tabblad Start, klik op Nieuwe dia en selecteer een dia-indeling.
De presentatie opslaan
- Ga naar het tabblad Bestand en kies Opslaan.
- Selecteer of zoek een map.
- Typ in het vak Bestandsnaam een naam voor de presentatie en kies Opslaan.
OPMERKING : Als je bestanden vaak in een bepaalde map opslaat, kunt je het pad ‘vastzetten’ zodat het altijd beschikbaar is (zoals hieronder weergegeven).
TIP : Sla je werk tussendoor op. Druk regelmatig op Ctrl+S.
Tekst toevoegen
Selecteer een tijdelijke aanduiding voor tekst en begin met typen.
Tekst opmaken
- Selecteer de tekst.
- Onder Hulpmiddelen voor tekenen kiest u Indeling.
- Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Als je de kleur van je tekst wilt wijzigen, kies jeTekstopvulling en vervolgens een kleur.
- Als je de kaderkleur wilt wijzigen, kies je Tekstkader en vervolgens een kleur.
- Als je een schaduw, weerspiegeling, gloed, schuine rand, 3D-draaiing of transformatie wilt toepassen, kies je Teksteffectenen vervolgens het gewenste effect.
Afbeeldingen toevoegen
Selecteer het tabblad Invoegen en ga als volgt te werk:
- Als je een afbeelding wilt invoegen die op het lokale station of een interne server is opgeslagen, kies je Afbeeldingen, blader je naar de afbeelding en kies je invoegen.
- Als je een afbeelding van internet wilt invoegen, kies je Onlineafbeeldingen en gebruik je het zoekvak om een afbeelding te vinden.
- Kies een afbeelding en klik op Invoegen.
Een hyperlink naar een webpagina.
- Selecteer in de normale weergave de tekst die of het object dat je als hyperlink wilt gebruiken.
- Klik op het tabblad Invoegen, in de groep Koppelingen, op Hyperlink.
- Klik onder Koppelen aan op Bestaand bestand of webpagina en klik vervolgens op Surfen op het web
.
- Selecteer de pagina of het bestand waarnaar u een koppeling wilt maken en klik op OK.
- In je diavoorstelling opent de webpagina automatisch.
Sprekersnotities toevoegen
Dia's hebben het meeste effect als ze niet overvol staan met informatie. Handige feiten en aantekeningen kun je toevoegen aan de sprekersnotities zodat je deze tijdens de presentatie kunt noemen.
- Klik onder aan het venster op Notities
om het notitievenster te openen.
- Klik in het venster Notities onder de dia en begin met het typen van de notities.
De presentatie houden
Selecteer het tabblad Diavoorstelling en ga als volgt te werk:
Steropdracht Prezi
LLB DC 23 Van uitstel komt afstel.pdf
Hoe maak je een prezi?
