Negatieve getallen
Inleiding
Dit thema gaat over negatieve getallen. Negatieve getallen kun je overal tegenkomen.
Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:
- Vannacht was de temperatuur \(\small\text{-3°C}\).
- Het waterpeil daalde tot \(\small\text{3 m}\) onder NAP (Normaal Amsterdams Peil).
- Doordat ik te veel geld heb uitgegeven, heb ik een negatief banksaldo.
Ook in spelletjes kunnen negatieve getallen een rol spelen.
Ter afsluiting van dit thema ga je twee van dat soort spellen spelen.
Dit ga je samen met klasgenoten doen.
Die spellen wil je natuurlijk winnen: het is dan belangrijk dat je goed kan rekenen met negatieve getallen.
Daarom ga je daar eerst mee aan de slag in dit thema.
Als je na het maken van de paragrafen nog moeite hebt met één of meer paragrafen
kan je extra oefenen onder het kopje Extra opgaven.
Wat kan ik al?
Voordat je aan de slag gaat met dit thema, moet je een aantal dingen goed kunnen:
- uit je hoofd aftreksommen maken
- werken met coördinaten in een assenstelsel
- twee getallen met elkaar kunnen vergelijken
- getallen aangeven op een getallenlijn.
Die vaardigheden oefen je hier nog een keer.
Oefening: Negatieve getallen
Wat kan ik straks?
Aan het eind van dit thema kun je:
- negatieve getallen aangeven op een getallenlijn;
- werken met negatieve getallen in een assenstelsel;
- optellen met negatieve getallen;
- aftrekken met negatieve getallen.
Wat ga ik doen?
Het thema Negatieve getallen bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Tijd in lesuren |
Inleiding |
0,5 |
paragraaf: Wat is negatief? |
1,5 |
paragraaf: Negatief in het assenstelsel |
1,5 |
paragraaf: Optellen met negatieve getallen |
1,5 |
paragraaf: Aftrekken met negatieve getallen |
1,5 |
Afsluiting |
3 |
Totaal |
9,5 |
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.
Paragrafen
Negatieve getallen kunnen best moeilijk te begrijpen zijn.
Wanneer is een getal negatief, en wat houdt het in als het ene negatieve getal 'groter' is dan de andere?
Dit en nog veel meer eigenschappen van negatieve getallen komen voorbij in de volgende paragrafen.
Ook ga je oefenen met het optellen en aftrekken van negatieve getallen.
Afsluiting
Kennisbanken
De uitleg en voorbeelden bij het thema Negatieve getallen vind je in de volgende Kennisbankitems.
Eindopdracht
Je bent bijna aan het eind van het thema. Tijd voor de eindopdracht.
Je gaat samen met klasgenoten twee spellen spelen.
In deze spellen moet je goed met negatieve getallen rekenen.
Succes!
D-toets
Test je kennis van het thema Negatieve getallen.
Maak de diagnostische toets.
Toets: Negatieve getallen
Extra opgaven
Welke extra opgaven maak je?
Overleg met je docent.
Voor het maken van de volgende opgaven heb je het Werkblad Negatieve getallen nodig.
Extra opgaven: Negatieve getallen
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- De leerdoelen van dit thema vind je onder het kopje 'Wat kan ik straks?'
Lees die leerdoelen nog eens door. Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Voor dit thema was ongeveer 9,5 uur gepland.
Klopt dat met het aantal uur dat je met dit thema bezig bent geweest?
- Inhoud
In dit thema stonden negatieve getallen centraal.
Heb je nieuwe regels geleerd voor het rekenen met negatieve getallen?
Kan je negatieve getallen goed aanwijzen op een getallenlijn?
Wat vind je makkelijker, optellen of aftrekken met negatieve getallen?
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Heb je de spellen gewonnen?
Wat vond je het moeilijkste onderdeel van de spellen?
- D-toets - extra opgaven
Wat was je score van de D-toets? Was je tevreden met die score?
Heb je nog een aantal extra opgaven gemaakt?