KB - Internationale handel

Internationale handel

Internationale handel

Internationale arbeidsdeling is het verdelen van werk over verschillende landen.
Er zijn verschillende redenen voor internationale arbeidsdeling.
Bijvoorbeeld de geografische verschillen tussen landen: Nederland ligt aan zee en heeft grote havens, het zonnige Spanje is een populaire vakantiebestemming, in het Midden-Oosten zit olie in de bodem en wordt daar gewonnen. Maar ook verschil in opleidingsniveau, cultuurverschillen of kostenverschillen (bijvoorbeeld loonkosten) kunnen een reden voor internationale arbeidsdeling zijn.

Internationale arbeidsdeling maakt internationale handel tussen landen nodig. Internationale handel kan leiden tot internationale concurrentie: bedrijven in verschillende landen produceren hetzelfde product. Bij internationale concurrentie spelen kostenverschillen een belangrijke rol. Het bedrijf dat het product tegen de laagste prijs op de markt kan brengen, heeft vaak de beste concurrentiepositie.

Internationale handel en internationale concurrentie hebben tot gevolg dat landen zich gaan toeleggen op de productie van die producten die het best bij het land passen. Dit leidt op tot verdergaande specialisatie en internationale arbeidsdeling.

Voor de toename van de internationale handel en de daarbij horende verdergaande specialisatie en internationale arbeidsdeling wordt vaak de term globalisering gebruikt.

Import en export

Het kopen van producten in het buitenland noem je invoeren of importeren.
Als Nederland producten importeert, komen er goederen of diensten van het buitenland naar Nederland en gaat er geld van Nederland naar het buitenland.

Het verkopen van producten aan het buitenland noem je uitvoeren of exporteren.
Als Nederland producten exporteert, gaan er goederen of diensten vanuit Nederland naar het buitenland en komt er geld vanuit het buitenland naar Nederland.

Open en gesloten economie

Nederland is een klein land met een open economie. Dit wil zeggen dat Nederland veel handelt met het buitenland. Het tegenovergestelde van een open economie is een gesloten economie. Van veel grote landen is de economie meer gesloten, omdat een groot land relatief meer goederen en diensten zelf maakt en daardoor dus minder hoeft te handelen met het buitenland.

Je ziet twee diagrammen.

Het linkerdiagram hoort bij Nederland waarvan de inwoners gemiddeld \(\small{52\text{%}}\) van hun inkomen uitgeven aan producten die gemaakt zijn in het buitenland. Het rechterdiagram hoort bij Amerika met een meer gesloten economie.

 

De wet van Ricardo

De wet van Ricardo zegt dat de gezamenlijke welvaart van landen toeneemt als elk land zich toelegt op het voortbrengen van producten waarin het comparatieve (relatieve) kostenvoordelen heeft.

Import- en exportquote

Nederland is een echt handelsland. Van elke euro die wordt uitgegeven gaat er ruim 70% naar het buitenland, en van elke euro die er wordt verdiend komt er ruim 70% uit het buitenland. We zijn dus erg afhankelijk van het buitenland.

Deze percentages geven aan dat Nederland een open economie heeft; er wordt veel handel gedreven met het buitenland. Hoe hoger het perecentage hoe meer open de economie is.

Berekening van de import- en exportquote

De formule voor het berekenen van de import- en exportquote is er één die we vaker gebruiken met economie:

deel /geheel x100%

Het deel is de waarde van de import of de export, en het geheel is het nationaal inkomen. Het nationaal inkomen is het inkomen van alle inwoners samen. Op deze manier bereken je dus welk deel van het nationaal inkomen wordt verdiend met de export (de exportquote), of welk deel van het nationaal inkomen wordt gebruikt voor de import (importquote).
De formules worden dan:

waarde import / nationaal inkomen x100% = importquote
waarde export / nationaal inkomen x100% = exportquote

 

Een importquote van 70% betekent dat we van elke euro die we uitgeven 70 cent uitgeven aan een product of dienst die uit het buitenland komt. Anders gezegd: 70% van onze behoefte vervullen we met goederen en diensten uit het buitenland.

Een exportquote van 80% betekent dat we van elke euro die we verdienen, we 80 cent hebben verdiend met het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland. Anders gezegd: 80% van ond inkomen wordt gevormd door de vraag die er vanuit het buitenland is naar onze goederen en diensten. (zonder deze vraag zouden we dus een heel stuk minder inkomen hebben)

Internationale concurrentiepositie

De export is dus heel belangrijk voor Nederland. Er wordt een hoop geld mee verdiend. Hoeveel we verdienen hangt af van een aantal factoren. Dit noem je de concurrentiepositie.

Wat is de kwaliteit van onze producten?
Wat is de leveringssnelheid?
Hoe duur zijn de producten?
Etc.

 

Op deze vragen heb je als ondernemer niet altijd invloed. De prijs van je product is onder anderen afhankelijk van het loon dat je het personeel moet betalen en door het minimumloon in Nederland is dat vrij veel. De leveringssnelheid is onder anderen afhankelijk van de infrastructuur in Nederland. 

Omdat de export zo belangrijk is probeert de overheid de export zo goed mogelijk te bevorderen. Dit doen ze o.a. door investeringen in de infrastructuur. Ook verstrekt de overheid subsidies voor het bedenken van nieuwe (en kwalitatief goede) producten. Als een Nederlands bedrijf een nieuw prodcut ontwikkeld dan kan hier door de hele wereld vraag naar komen. 
Bij het bedenken en aanpassen van wetten en regels moet de overheid dus ook aan de internationale concurrentie positie van Nederland denken.

  • Het arrangement KB - Internationale handel is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Larry Kerkhofs
    Laatst gewijzigd
    2021-11-06 12:30:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    van Mierlo, Henk-Jan . (2018).

    Import en export

    https://maken.wikiwijs.nl/120542/Import_en_export

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Internationale handel

    https://maken.wikiwijs.nl/130862/Internationale_handel

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.