2 HV Dichtheid

H2 Stoffen

1 - Inleiding

Elke stof en elk materiaal bestaan uit hele kleine deeltjes ook wel moleculen (zie afbeelding) genoemd.
Die deeltjes zitten niet overal even dicht bij elkaar en zijn ook niet allemaal hetzelfde.
In de ene stof zitten ze dichter bij elkaar (of zijn anders van formaat) dan in een andere stof.
Dit verschijnsel noemen we de: dichtheid. Dichtheid is een grootheid. Hij wordt uitgedrukt in de griekse letter þ (Rho)

Dichtheid kan je berekenen.
Hiervoor heb je vooraf twee dingen nodig:

  • massa
  • volume

Dit gaan we bekijken per item zoals je kunt zien in de inhoudsopgave hier links in beeld.

Het doel van deze les is om zelf te ontdekken wat deze begrippen inhouden en je uiteindelijk goed voorbereid bent op de toets.

Succes

 

Gerelateerde afbeelding

Afbeelding: H2O molecuul

2 - Massa

Massa is de hoeveelheid materiaal waaruit een voorwerp bestaat.
Massa meet je met een balans.
Hieronder zijn 2 soorten afgebeeld, een ´gewone´ balans en een elektronische bovenweger.

             

Het symbool voor de grootheid massa is de kleine letter m.
Achter het getal komt de eenheid.
De eenheid van massa is g.
Voor kleine massa's wordt gebruikt: mg (milligram  1/1000 g)

Voor grote massa's wordt gebruikt: kg (killo gram  1000 g)

Voorbeeld: m = 30 g
Hierin is:    m de grootheid massa
                  g de eenheid.

3a - Volume

Volume geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt.

Inhoud wordt gebruik als je wilt aangeven hoeveel gas/vloeistof er ergens in kan.
Inhoud en volume zijn in dit hoofdstuk hetzelfde.

De grootheid van Volume is de hoofdletter V. De eenheden die we gebruiken bij het volume zijn de volgende. De standaard eenheid is m3 . Echter gebruiken we ook wel eens de eenheid L. Hoofdletter L staat voor Liter.

Hieronder leer je hoe je het volume kan bepalen van

  • een regelmatig voorwerp (bijvoorbeeld een balk)

     en

  • een onregelmatig voorwerp (bijvoorbeeld een steen).

3b - Metriek

In de natuurkunde staat voor de eenheid vaak een letter om grote / kleine getallen leesbaarder op te schrijven. denk aan:

mm   cm  dm  m  dam hm km maar ook bij

mg                  g                 kg

mL    cL   dL   L   daL  hL  kL

omschrijving afkorting wetenschappelijk factor
kilo k x103 x 1000
hecto h x102 x 100
deca da x101 x 10
  _ x100 x 1
deci d x10-1 x 1/10
centi c x10-2 x 1/100
milli m x10-3 x 1/1000

 

omrekenen standaard maten

denk aan

lengte                                         m1    een stap per trede  (de m1 schrijf je nooit zo)

oppervlakte      (erop) 2 maten    m2    twee stappen per trede

Volume/inhoud (erin) 3 maten    m3    drie stappen per trede

 

Oefeningen metriek
Oefeningen om lengte,oppervlakte,volume enz om te rekenen. Denk er aan om de macro in te schakelen om nieuwe opgave/antwoorden te kunnen maken bij de opgave.

4 - Volume - regelmatig voorwerp

Van een regelmatig voorwerp meet je met een liniaal de lengte, breedte en de hoogte.


Daarna gebruik je de formule  V = l x b x h om het volume te berekenen.

De V is een hoofdletter;  de l, b en h zijn kleine letters.

Je kan ook een schuifmaat gebruiken. Met een schuifmaat bepaal je nauwkeuriger de afmetingen.

Afbeeldingsresultaat voor schuifmaat

5 - Volume - onregelmatig voorwerp

Bij een onregelmatig woorwerp gebruik je de: dompelmethode.

1.   Vul een maatcilinder tot een bepaalde hoogte (bijv. 50 cm3)

2.   Dompel de steen in de maatcilinder.

3.   Lees opnieuw de stand van de vloeistof (bijv. 70 cm3)

4.   Het volume van de steen is:

     Vsteen = 70 cm3 - 50 cm3 = 20 cm3

Afbeeldingsresultaat voor meniscus aflezen

Zo moet je de vloeistof aflezen. Aan de onderkant van het "kuiltje". Dit noemen we ook wel de meniscus

 

Hieronder vindt je het instructiefilmpje van de onderdompelmethode:

 

6 - Dichtheid

Elke stof bestaat uit hele kleine deeltjes die met elkaar de massa van de stof vormen.
Deze kleine deeltjes worden moleculen (zie afbeelding in de Inleiding van het H2O molecuul)genoemd.
Over het algemeen kan je zeggen:

  • Hoe dichter de moleculen op elkaar zitten des te groter is de dichtheid van de stof.
  • Hoe verder de moleculen van elkaar af zitten des te kleiner is de dichtheid van de stof.

  Bij een vaste stof zitten de moleculen dicht bij elkaar >> grote dichtheid.

  Bij een vloeistof zitten de moleculen verder van elkaar >> kleinere dichtheid.

  Bij een gas zitten de moleculen 'ver' van elkaar >> kleinste dichtheid.

Let op: er zijn uitzonderingen op deze regel omdat moleculen van verschillende stoffen ook een verschillende opbouw hebben.


Berekeningen met dichtheid, massa en volume doe je met de formule:

ρ = m / V         (ρ is een griekse letter en spreek je uit als 'rho')

Hierin is:

ρ   het symbool voor  dichtheid   de eenheid is:   g/cm3   of   kg/dm3
m  het symbool voor  massa de eenheid is:    g   of     kg
V   het symbool voor  volume de eenheid is:   cm3   of    dm3

Voorbeeld 1:
Bereken de dichtheid als m = 40 g en V = 10 cm3.

G = gegevens
F = Formule    

i  = ingevulde formule
A = Antwoord met eenheid (inclusief eventuele berekening)
 

G: 


F
:
m = 40g
V = 10 cm3 
ρ = ?
ρ = m / V
i: ρ = 40 / 10
A: ρ = 4 g/cm3

 

Voorbeeld 2:
Bereken de massa als ρ = 4 g/cm3 en V = 10 cm3.

G:


F:

m = ?
V = 10 cm3
ρ = 4 g/cm3
ρ = m / V
i:            4 = m / 10
A:          m = 4 × 10           
( / 10 wordt × 10  onderkant van de breuk weghalen. 'Delen' wordt 'keer')
              m = 40 g      

 

Voorbeeld 3:
Bereken het volume als ρ = 4 g/cm3 en de massa = 40 g

G:


F:

m = 40 g
V = ?
ρ = 4 g/cm3
ρ = m / V
i:           4 = 40 / V
A:          4 × V = 40             
( / V wordt × V  onderkant van de breuk weghalen. 'Delen' wordt 'keer')
              V = 40 / 4        (Grootheid laten staan. 'keer 4' wordt 'delen door 4')
              V = 10 cm3  

7 - Tabel

8 - Oefen opgaven

Oefenkwis
Dit is een klein oefen kwisje. Het kamernummer is : Sundermeijer

Waar nodig: gebruik de dichtheid tabel.

1.  a.  Bereken de dichtheid van een stof met een massa van 130 g en met een volume van 50 cm3.
    b.  Welke stof is dit?

2.  a.  Een vloeistof heeft een massa van 168 g en een volume van 200 cm3.
         Bereken de dichtheid van deze vloeistof.
    b.  Welke vloeistof is dit?

3.  a.  In een 400 cm3 grote ballon zit 71,2 g gas. Bereken de dichtheid van het gas.
    b.  Met welk gas is de ballon gevuld?

____ http://resolver.kb.nl/resolve?urn=urn:gvn:NISA01:M40-Z1951II-182&role=image&size=large

4.  Bereken de massa van een ijzeren voorwerp van 25 cm3 groot.

5.  Een baksteen is 150 cm3 groot. Bereken de massa van de steen.

6.  Bereken de massa van 70 cm3 alcohol.

____

7.  De massa van een koperen voorwerp is 403,2 g. Bereken het volume.

8.  Angela heeft een armbandje van 43 g zilver. Bereken het volume van het armbandje.

9.  Bereken het volume van 1224 g benzine.

­­­___

10.  Een plank van eikenhout is 1,2 m lang, 3 dm breed en 6 cm hoog.
      a.  Bereken het volume van de balk.
http://osbexact.nl/images/dichtheid/balk_nieuw_foto_web.jpg       b.  Bereken de massa van de balk.

 

 

 

11.  De balk hiernaast is gemaakt van vurenhout.
Bereken de massa van deze balk in g en kg.

 

 

 

12.  Een stuk nikkel is 28 cm lang, 3 cm breed en 8 mm hoog.
      a.  Bereken het volume van het stuk nikkel.
      b.  Bereken de massa van het stuk nikkel.

___

13.  Een schip loost op zee illegaal 200 liter stookolie.
      a.  Bereken de massa van de geloosde stookolie.
      b.  Waarom drijft stookolie op zeewater?
      c.  Waarop drijft stookolie het best: water of zeewater? Waarom?

 

14.  Waarmee meet je de massa?

15.  Waarmee kan je het volume van een vloeistof meten?

16.  Waarmee kan je het volume bepalen van een regelmatig voorwerp?

http://home.tiscali.nl/bartrijkenberg/natuurkunde/natuurkunde%20klas%202/par%201_18.gif

 


17.  Een maatglas is gevuld tot 50 mL.
Men doet een baksteen in het maatglas
waardoor de vloeistof stijgt tot 78 mL.
a.  Bereken het volume van de baksteen in cm3.
b.  Bereken de massa van de baksteen.

 

 

18.  Een leeg maatglas heeft een massa van 125 g. Men schenkt in het maatglas 60 mL vloeistof.
Men weegt het maatglas met de vloeistof erin. Het weegt nu samen 172,4 g.
a.  Maak een tekening van het lege maatglas en schrijf de massa erbij.
b.  Maak ernaast een tekening van het gevulde maatglas en schrijf de massa erbij.
c.  Bereken de massa van de vloeistof die in het maatglas is gegoten.
d.  Bereken de dichtheid van de vloeistof.
e.  Welke vloeistof is in het maatglas gegoten?

http://www.zijn-wij-dat.nl/uploaded_images/weegschaal-703956.jpg

 

19.  In de Afdeling Zorg en Welzijn maakt men een medicijn door op een balans de massa van een stof af te wegen.
a.  Hoeveel gram weegt deze stof?
Het volume van de stof is 73,25 cm3.
b. Bereken de dichtheid van het medicijn.

 

20.  Tijdens intensief sporten moet je goed drinken, maar je wilt niet teveel aan massa bij je dragen. Je hebt voor je drinken een flesje van 200 mL.
Als je zo min mogelijk massa wilt tillen, moet je dan het flesje vullen met water, of juist met een energiedrank met een dichtheid 1,15 g/cm3 ? Waarom?

http://eindtoets.nl/rekenen_oefentoets_eindtoets_basisonderwijs_citotoets_inc/q_images/maatbeker_1.jpg

 

21.  In een maatbeker zit melk. Zie de afbeelding hiernaast.
De dichtheid van melk kan enigszins variëren.
a.  Bereken de maximale massa van de melk.
b.  Bereken de minimale massa van de melk.

 

 

 

 

22.  Zie de afbeelding hiernaast.
      Op een weegschaal (balans) ligt een stuk rubber (massa in g).
      Bereken het volume van het rubber.

9 - Applet

In deze les ga je aan de hand van opdrachten een digitaal practicum doen over DICHTHEID.

Werkt de applet (flash-animatie) niet?
Open dan deze opdracht in de Puffin-browser
 
(zie app-store).

 

 

   Klik op de afbeelding hiernaast om de applet te openen.

 


1.    Het volume van het blok hout = 5,00 L.
      Hoe groot is het volume van het blok hout in dm3?
2.    Bereken de dichtheid van het blok hout.


Selecteer rechts boven het materiaal: IJs.
3.    Hoe groot is het volume van het ijs in dm3?
4.    Laat met een berekening zien dat de massa van dit ijsblok 4,6 kg is.


Selecteer linksboven achter Materiaal: Piepschuim.
5.    Laat met een berekening zien dat het volume van piepschuim 5 dm3 is. Gebruik in je berekening de dichtheid die is aangegeven in de applet.


Klik rechtsboven op: Zelfde massa.
De vier getekende blokken hebben alle vier dezelfde massa (even zwaar).
6.    Waarom zijn de vier blokken wel even zwaar, maar niet even groot?
7.    Welk blok heeft volgens jou de grootste dichtheid: het gele of het rode blok? Verklaar je antwoord.


Klik rechtsboven op: Zelfde volume.
De vier getekende blokken zijn even groot, maar niet even zwaar.
8.    Wat moet je doen om de dichtheid van het gele blok te bepalen?
9.    Bereken het volume van het gele blok.
10.  Bereken de dichtheid van het gele blok.

11.  Bereken het volume van het rode blok.
12.  Bereken de dichtheid van het rode blok.


Klik rechtsboven op: Zelfde dichtheid.
13.  Bereken de dichtheid van het groene blok.


Klik rechtsboven op: Mysterie.
14.  Bereken de dichtheid van het gele blok (A).
15.  Bereken de dichtheid van het rode blok (D).

10 - Eindtoets

  • Het arrangement 2 HV Dichtheid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Wim Tomassen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-04-05 17:33:42
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Afbeelding H2O molecuul:

    Gratis afbeelding op Pixabay - Water, Wetenschap, Chemie, Molecuul

    Afbeelding meniscus:

    http://cbcscheikunde.webklik.nl/page/aanwijzingen

     

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Uitleg over dichtheid met oefen opgaven en digitale verwerking via een applet.
    Leerniveau
    VWO 2; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Materie; Stoffen en eigenschappen van stoffen; Kennisverwerving; Natuurkunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    dichtheid, massa, onderdompel methode, volume, volume massa

    Bronnen

    Bron Type
    Oefeningen metriek
    http://http://www.betavakken.nl/natuurkunde/Oefeningen/Inleiding/Metriek%20stelsel/Metriek%20Oefeningen%202A.xlsm
    Link
    Oefenkwis
    https://b.socrative.com/student/#quiz
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Koitek, Sonja. (2017).

    Dichtheid

    https://maken.wikiwijs.nl/109161/Dichtheid

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets Dichtheid

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.