Ik ben Merve Aksungur en ik ben een economie docent die dit arrangement voor jullie heeft ontwikkeld.
Dit arrangement gaat jou leren over het onderwerp financiële educatie. Tijdens het doorlopen van dit arrangement ga je leren over verschillende onderwerpen. We gaan het hebben over soorten geld, sparen, lenen, rente, schuld en over de bank.
Voordat we beginnen gaan we het hebben over de defintie van financiële educatie. Want wat houd financiële educatie eigenlijk in?
Financiële educatie leert jou hoe je moet omgaan met geld. Het is belangrijk dat je weet hoe je moet omgaan met geld, omdat jij later als je volwassen bent een grote financiële verantwoordelijkheid hebt. Als je dat niet hebt geleerd kan het grote gevolgen hebben.
Bekijk het filmpje hieronder voor de doelen van dit arrangement .
Lesstof
Inleiding
Hieronder zien jullie een afbeelding waar geld op te zien is met een aantal cirkels. Klik met je muis op de cirkels en zie waar deze digitale les over gaat! Je komt dan terecht op de pagina waar je de afbeelding vergroot kan zien. Bestudeer deze afbeeldingen goed, zodat je weet waar dit arrangement over gaat!
In dit arrangement gaan we de volgende onderwerpen behandelen:
Filmpje over alle hoofdstukken
Geldomloop
Hoofdstuk 1 Soorten geld
Voordat we kunnen ingaan op het onderwerp financiële educatie is het belangrijk om te weten welke soorten geld er zijn. Iedereen maakt in het dagelijks leven gebruik van geld. Maar wat is de definitie van geld eigenlijk?
Geld wordt gezien als een ruilmiddel. Als jij namelijk iets wilt kopen geef jij geld ervoor en krijg jij in ruil daarvoor een product of dienst. Geld kan ook worden gezien als rekenmiddel. Als jij bijvoorbeeld in de supermarkt de prijzen van de producten vergelijkt, gebruik jij geld als rekenmiddel. Een andere mogelijkheid is dat geld wordt gezien als spaarmiddel. Als jij gaat sparen, dus je bewaart dat geld ergens voor, dan is geld een spaarmiddel.
Er bestaan verschillende soorten geld: chartaal en giraal.
Chartaal geld is al het tastbare geld, oftewel het geld dat je kan vasthouden. Hierbij kan je denken aan biljetten en munten. Dit noemen we ook wel contant geld.
Voorbeeld: Als jij naar de supermarkt gaat en je betaalt jouw boodschappen met een biljet, dan maak je gebruik van chartaal geld.
Giraal geld is digitaal geld. Het is dus het geld wat je op je bankrekening ziet. Als je gebruik wilt maken van giraal geld dan pin je als je iets koopt. Of je maakt gebruik van online bankieren, als je iets wilt bestellen via het internet. Pinnen met je pinpas, telefoon of online transacties doen wordt ook wel elektronisch betalen genoemd.
Voorbeeld: Als jij naar de supermarkt gaat en je betaalt jouw boodschappen door te pinnen met je pinpas, dan maak je gebruik van giraal geld.
Wist je dat...
.. 93% van het geld in omloop giraal is en maar 7% chartaal is?
.. de meeste mensen betalen met hun pinpas?
Hieronder staan een aantal plaatjes die te maken hebben met dit hoofdstuk. Als jullie interesse hebben in de afbeelding staat er ook een link toegevoegd. Deze kunnen jullie bekijken.
In het eerste hoofdstuk hebben we het gehad over de functies van geld en over soorten geld. In dit hoofdstuk gaan we het hebben over onderwerpen waar geld bij komt kijken zoals sparen, lenen, rente en schuld. Want om producten te kopen heb je natuurlijk geld nodig, zonder geld kan je niet leven. Maar wat doe je als je niet genoeg geld hebt? Of juist teveel geld hebt?
Stel je wilt heel graag een huis kopen maar je hebt er niet genoeg geld voor. Wat doe je dan? Je hebt twee mogelijkheden waaruit je kan kiezen. Je kan namelijk kiezen uit sparen of lenen.
Sparen: een manier om om te gaan met geld waarbij er iets apart gehouden wordt in plaats van het uit of weg te geven.
Je kan ervoor kiezen om te sparen. In hoofdstuk 1 hadden we geleerd om geld te gebruiken als spaarmiddel. Je gaat dus geld apart houden en pas als je het bedrag bij elkaar hebt gespaard het huis kopen. Je kan dit doen door bijvoorbeeld een deel van je loon apart te houden of een spaarrekening te openen bij de bank. Meestal krijg je rente over het spaarbedrag. Over een spaarrekening gaan wij het hebben in hoofdstuk 3.
Lenen: als er geld wordt geleend dan geeft de ene partij geld aan de andere partij op voorwaarde dat het binnen een bepaalde tijd wordt terugbetaald. Meestal met rente die jij zelf moet betalen.
Je kan er dus ook voor kiezen om te lenen. Dan heb je dat geld niet zelf, maar krijg je het op voorwaarde van iemand anders. Lenen gaat sneller dan sparen, omdat je bij sparen eerst zelf het geld moet verdienen en bij lenen dit niet hoeft. Lenen kan je bij meerdere personen/ instellingen doen. Zo kan je bijvoorbeeld lenen van je familie, vrienden of van de bank. Wat een gevaar bij lenen is, is dat er een kans is dat je het niet terug kunt betalen. Dan heb je een schuld.
Schuld: je hebt een schuld als jij het geleende geld nog niet hebt terug betaald of niet kan terug betalen.
In de schulden zitten is een groot probleem. Er kunnen meerdere oorzaken zijn waardoor jij in de schulden kunt zitten. Je kan bijvoorbeeld geen inkomen meer hebben of je komt er later achter dat het geleende bedrag onmogelijk terug te betalen is voor jou. Schulden kunnen je hele leven achterna komen. Dit kan ervoor zorgen dat jij in financiële problemen komt waardoor jij met de tijd ook andere dingen niet kunt betalen. Meestal wordt jouw verschuldigde bedrag ook steeds groter door de rente, dit maakt het steeds moeilijker om het terug te betalen.
Rente: een vergoeding die wordt ontvangen voor het uitlenen van geld en die betaald wordt door degene die het geld heeft geleend.
Als jij wilt sparen voor het kopen van bijvoorbeeld een huis en jij zet jouw spaargeld op een spaarrekening dan krijg jij daar rente voor. In dit geval is rente dan een beloning voor jou, omdat jij extra geld krijgt, omdat jouw geld bij de bank is. Als jij leent dan moet jij juist in tegendeel rente betalen. Je betaalt dan als je bij de bank hebt geleend aan de bank rente. Dat rentepercentage wordt berekend over het bedrag wat jij verschuldigt bent. Als jij dus al moeite hebt met het terug betalen en je in de schulden zit dan komt er nog rente over dat bedrag waardoor je uiteindelijk steeds meer moet betalen en het steeds moeilijker wordt om van je schulden af te komen.
Hoofdstuk 3 De functie en werking van de bank
In het tweede hoofdstuk hebben we het gehad over de mogelijkheden wat je kunt doen als je geen geld hebt en alles wat daarbij komt kijken. Daar hebben we het kort gehad over een spaarrekening en lenen bij de bank. In dit hoofdstuk gaan wij daar verder op in en gaan wij kijken welke functies de bank heeft.
Allereerst gaan we het hebben over de bank zelf. Want wat is een bank nou precies? De letterlijke definitie van een bank is: een gebouw,instelling of onderneming waar men geldzaken kan regelen. Bij de bank kunnen mensen geld storten of geld lenen. De bank heeft jouw geld dan tot zijn beschikking en kan daar ook gebruik van maken. In Nederland zijn er meerdere bekende banken, zoals ING, ABN AMBRO en de RABOBANK. Ook Europa heeft een centrale bank namelijk de ECB. Deze staat voor de Europese Centrale bank.
Als jij bijvoorbeeld geld hebt gespaard en dat stort op de bank, dan beschikt de bank over jouw geld en kan die daar gebruik van maken. Hij kan jouw geld bijvoorbeeld uitlenen aan andere personen die geld van de bank willen lenen dus een lening willen afsluiten.
Als jij zelf geld wilt lenen van de bank dan geeft de bank jouw het geld dat weer van andere kan zijn. Zo is het geld in omloop. Als jij geld van de bank wilt lenen dan vraagt de bank rente van jou. In hoofdstuk twee hadden wij het al kort over rente gehad. Wanneer jij dus geld leent van de bank dan betaal jij rente erover. Dat is dan een percentage die de bank van jou krijgt over het geleende bedrag.
Voorbeeld:
Bart wilt 1000 euro van de bank lenen. Hij wilt dit bedrag in 10 maanden, maandelijks terug betalen. De bank hanteert een maandelijkse rente van 2% van het spaarbedrag. Bereken het bedraag aan rente wat Bart maandelijks moet terug betalen.
Berekening:
(1000/10) x 0,02= 2 euro. Bart moet 2 euro aan maandelijkse rente betalen.
Uitleg:
We kijken eerst naar het bedrag dat Bart elke maand sowieso moet terug betalen. Dat berekenen we door het geleende bedrag te delen door het aantal maanden waarin Bart dat bedrag wilt terug betalen. 1000 euro is het geleende bedrag en dit bedrag moest in 10 maanden worden terug betaalt. Daarom delen wij het bedrag door het aantal maanden. Nadat wij dit hebben gedaan kijken we naar het percentage van de rente. Er is aangegeven dat de rente 2% is. We vermenigvuldigen daarom het bedrag wat eruit komt met het percentage gedeeld door 100. Zo komen wij uit op 2 euro aan maandelijkse rente.
Je kan meerdere rekeningen afsluiten bij een bank. Wij gaan het dit hoofdstuk hebben over een spaarrekening. Een spaarrekening is een rekening waarmee klanten kunnen sparen bij een bank, die daar een vergoeding in de vorm van rente voor geeft. Als klanten van de bank het spaarbedrag voor een langere periode erop laten en het bedrag niet wijzigen heet dit een spaardeposito. Dan staat het bedrag voor een langere periode vast en ontvangen de klanten rente van de bank als vergoeding.
Opdrachten
Quizlet oefening begrippen
QUIZLET OEFENING BEGRIPPEN
Hoofdstuk 1
Je vindt op deze pagina de opdrachten van hoofdstuk 1. Het is de bedoeling dat je het binnen 10/15 minuten af krijgt. Jullie kunnen de antwoorden direct zien. Maak de opdrachten zo eerlijk mogelijk, zodat je op de toets een voldoende scoort!
Hier staan de rekenopdrachten die bij de theorie horen van alle hoofdstukken bij elkaar! Zorg dat je eerst de hoofdstukken goed beheerst voordat je aan deze opdrachten begint. Vergeet je berekeningen niet te noteren. Jullie kunnen ook de antwoorden van de opdrachten zien. Maak hier geen misbruik van maar maak de opdrachten zo eerlijk mogelijk, zo kan je een voldoende scoren op de toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je bent zojuist klaar met het maken van de opdrachten. Je kan nu kiezen uit twee mogelijkheden: verdiepen in de stof of de stof herhalen. Als jij in totaal 0-10 fouten hebt gemaakt, kan je door met het hoofdstuk verdiepend. Als je tussen de 10-15 fouten hebt dan is het verstandig om even de stof nog een keer door te nemen en door te gaan met het hoofdstuk verdiepend. Heb jij meer dan 15 fouten dan is het hoofdstuk herhalend geschikt voor jou.
Remedierend
In dit hoofdstuk gaan we de belangrijkste stof nog even kort herhalen door middel van een extra opdracht. Het is de bedoeling dat je alle begrippen van de hoofdstukken in de tekst invult. Voordat je aan deze opdracht begint neem je even per hoofdstuk de stof goed door. Ook bekijk je jouw gemaakte fouten opnieuw en kijk je naar het goede antwoord, zodat je ziet wat je fout had.
Hoofdstuk 1: Soorten geld
Hoofdstuk 2: Sparen, lenen rente en schuld
Hoofdstuk 3: De functie en werking van de bank
Verrijkend
Proficiat!
Je hebt de stof goed onder de knie en hebt de opdrachten goed gemaakt. In dit hoofdstuk gaan wij ons verdiepen in de stof die jij tot nu hebt gehad. Je gaat dus jouw kennis uitbreiden.
Eindtoets
Om deze eindtoets te maken moet je eerst jouw e-mailadres invoeren, daarna zie je de toetsvragen verschijnen. Succes!
Het arrangement Financiële educatie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Merve Aksungur
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-06-11 14:40:16
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit arrangement gaat over financiële educatie. Er worden verschillende economische onderwerpen besproken en toegelicht. Deze worden ondersteund door een aantal opdrachten. Ook wordt er verdiepings- en herhalingsmateriaal aangeboden en uiteindelijk ook een toets.
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur en 0 minuten
Trefwoorden
economie, educatie, financieel
Financiële educatie
nl
Merve Aksungur
2020-06-11 14:40:16
Dit arrangement gaat over financiële educatie. Er worden verschillende economische onderwerpen besproken en toegelicht. Deze worden ondersteund door een aantal opdrachten. Ook wordt er verdiepings- en herhalingsmateriaal aangeboden en uiteindelijk ook een toets.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Rekenopdrachten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
