Leerling H5 2018- 2019: Massacultuur in de 2e helft van de 20e eeuw

Leerling H5 2018- 2019: Massacultuur in de 2e helft van de 20e eeuw

Massacultuur: Muziek en Dans

2.1 Massacultuur - 1950 tot nu

Radio en televisie

Nog meer dan film zijn radio en televisie in staat grote massa's mensen tegelijk te bereiken. In de jaren 50 weet de radio miljoenen aan zich te binden met nieuwsuitzendingen, muziekprogramma's en hoorspelen. De televisie wordt steeds meer het belangrijkste meubelstuk in de huiskamer, een verzamelplaats voor het gezin. Televisie heeft een eigen taal (je kunt er doorheen praten, koffie halen: anders dan een theaterbezoek) die kenmerkend is voor de massacultuur. Maar wat is dat? Wat is cultuur?

De taal van de televisie is pakkend, het moet de kijker verleiden om verder te willen kijken. De tv krijgt een ongekende macht. Het kan op grote schaal het koopgedrag van mensen beinvloeden en maakt sterren beroemd door hun verschijning op de buis. Voorheen kende het publiek hun sterren alleen van plaatjes en foto's, nu zie je meteen hoe je favoriete zanger eruitziet, welke kleding je behoort te dragen en op welke manier je moet dansen. De massacultuur is geboren.

American Dream

Na de tweede wereldoorlog is Amerika het machtigste land ter wereld. In West-Europa is Amerika zeer populair, dit komt mede doordat de Amerikanen een heldenrol hebben vervuld bij de bevrijding. Amerika staat voor alles wat nieuw is. Het heeft een sterke economie en staat bekend om de onbegrensde mogelijkheden. Beeldbepalende Amerikaanse producten zijn: koelkasten - bier uit blik - filtersigaretten - jeans - kauwgum - wasmachinge - televisie - vlees uit blik - Donald Duck en popcorn. De "American Dream" staat voor de levenswijze waarbij gemak en vermaak voorop staan. Dit spreekt vooral de jongeren erg aan. Ze hebben het een beetje gehad met het "gezeur" van hun ouders over de oorlog en willen vermaakt worden.

War of the Worlds

De impact en reikwijdte van het nieuwe massamedium radio is zeer groot. Zo moet de uitzending van het hoorspel War of the Worlds (1939) door de politie worden stopgezet. Het verhaal over marsmannetjes die met laserstralen de aarde aanvallen is zo realistisch verteld dat duizenden Amerikanen in paniek raken. Het hoorspel is vormgegegeven als een nieuwsuitzending, compleet met reporter die het uitschreeuwt als hij "live" wordt geraakt door een laserstraal. Vanuit een kleine radiostudio veroorzaakt dit hoorspel landelijke massahysterie. Iedereen luistert immers naar de radio: jong, oud, arm en rijk.

 

Weten jullie de volgende antwoorden?

2.2 Pop- en jeugdcultuur jaren50 - Rock and Roll

A white boy who sounded black

Elvis maakte Rock and Roll, de oervorm van de popmuziek. Hij is wereldwijd bekend geworden als The King of Rock and Roll. Deze muziek was nieuw en revolutionair. Popmuziek schudt de maatschappij door elkaar, het heeft invloed op de leefwijze van mensen, vooral van jongeren. De blanke Amerikanen zijn in de jaren 50 nogal burgelijk, braaf en suf te noemen. En daar is opeens Elvis, met zijn prachtige stem, vetkuif en schuddende heupen. Zijn lichaamstaal en act zijn  "zwart". Het tienerpubliek is uitzinnig, meiden worden helemaal gek en hysterisch. De eerste "Rock and Roll" artiesten zijn zwarte muzikanten, zij maken Rhythm-and-blues: ritmische muziek om lekker op te dansen. Het is wrang dat zij bij het blanke publiek niet doorbreken, er wordt niet naar hen geluisterd. Pas als de blanke zangers er mee aan de haal gaan, wordt het een succes.

 

Rock and roll was in het begin heel schokkend, het was totaal anders. De swingende heupen van Elvis Presley waren een grote shock, vooral voor de oudere generatie.  Rock and roll werd vooral geluisterd door de tieners, dit kwam mede omdat de teksten over seksualiteit gingen, en het ritme van de muziek je wild liet dansen. Dus niet "saai" stijldansen maar lekker swingen. Wilde sprongen, snelle draaien, het ging er wild aan toe en er was veel lichaamscontact. Ouders vonden het vreselijk en vunzig... Jongeren gingen zich ook anders kleden. Vetkuiven, petticoats, leren jasjes, spijkerbroeken, brommers: de jeugdcultuur is geboren. De jeugd heeft altijd al de neiging gehad zich af te zetten tegen zaken die volwassenen belangrijk vinden. Dit is een belangrijk kenmerk van de jeugdcultuur. Jongeren proberen een eigen identiteit te vinden, zij herkennen zich niet in de manier van doen van volwassenen. Dankzij de nieuwe media (single, radio en tv) verspreidde die cultuur zich in de jaren '50 massaler en sneller dan tot dat moment voor mogelijk was gehouden.

De Nederlandse jeugd begint te verwilderen

Open bestand Vragen bij De Nederlandse jeugd begint te verwilderen

Open bestand PPT Rock en Beat muziek

2.3 Pop- en jeugdcultuur jaren60 - Beatles en hippies

De Beatles en de hippies - Jaren '60

Rock and Roll verovert de wereld en dus ook Europa. De popmuziek maakt een doorstart in Engeland. De Beatles en The Rolling Stones veroveren in snel tempo eerst Europa, en daarna de VS. Anders dan de rockers treden deze bandjes op als collectief met een vaste bezetting. Uiterlijk wordt steeds belangrijker: de muzikanten hebben vaak lang haar, iets dat de oudere generatie afschuwelijk vindt. Er is geen band die meer platen verkoopt en meer publiek op de been brengt dan De Beatles. Overal waar de Beatles komen zie je het waanzinnige tafereel: huilende en flauwvallenende meisjes en aanhoudend gegil. Dit noemen we Beatlemania.

De popmuziek levert de jeugd eigen helden en idealen. The Rolling Stones en The Who vertegenwoordigen de rebelse kant van de popmuziek. The Who maakt van slopen een act. Aan het einde van hun optreden slaan ze hun instrumenten aan puin en staat de zaal helemaal op z'n kop.

Het provoceren en tegendraadse zie je ook terug in de kleding: is het colbertje wat ze op deze foto dragen een vlag of een jasje? Voor de oudere generatie is een vlag heilig. De meiden provoceren door het dragen van minirokken.

De Beatles zijn de hysterie rond hun verschijning en optredens zat, ze vinden zichzelf "opnieuw" uit. Ze gaan muziek maken die ze echt interessant vinden, met veel nieuwe instrumenten zoals de synthesizer. Met het album Sgt. Pepper's Lonely Heart Club Band heffen ze bij wijze van spreken de oude band op.

 

Love and Peace

Eind jaren '60 is de tijd van de hippies, van flower power en van LSD, antiburgelijk en antioorlog, voor de vrije liefde en vooral voor de vrede. De psychedelische rock hoort bij deze levensttijl van de hippies. Bij psychedelische rock gaat het meer om een levenshouding dan een muzikaal uitgangspunt. Verruim je geest (met drugs) laat je meevoeren op de trip en je muziek wordt vanzelf kunstzinnig.

 

Drie dagen van vrede en muziek

Het Woodstockfestival (1969) gaat de geschiedenis is als een van de belangrijkste hippiefestivals. Popfestivals zijn een uitvinding van de jaren '60: lekker met z'n allen een paar dagen kamperen op een terrein waar de burgerwetten niet gelden. Veel grote artiesten zijn op dit festival doorgebroken, het wordt een een nooit meer te evenaren evenement. Er kwam bijna een half miljoen mensen op af. Een van de hoogtepunten was het optreden van de gitarist Jimi Hendrix. Hij speelde het Amerikaanse volkslied op zo'n manier dat het net lijkt of er kinderen gillen en bommenwerpers overvliegen: een aanklacht tegen de oorlog in Vietnam. Woodstock huilt om Vietnam.

 

In de musical Hair (1968) is love and peace ook het motte van een groep hippies. Op de achtergrond van het verhaal sluimert het protest tegen de oorlog in Vietnam. De beelden van de oorlog zijn dagelijks op televisie te zien. Protest tegen oorlog leidt soms tot gewelddadige confrontaties tussen jongeren en burgelijke elite. Hair zet dit om in een wervelende theatershow.

Bestaat rock muziek alleen uit harde gitaren en schreeuwende mannenstemmen, of is er meer? In deze video wordt je het een en ander uitgelegd over de geschiedenis van de rock muziek.

Open bestand Werkblad Hippies

Open bestand PPT Hippies en Woodstock

2.4 Pop- en jeugdcultuur jaren70 - Muziek om op te dansen en met een boodschap

Zoals we weten is de Rock and Roll muziek uit de jaren 50 origineel muziek van zwarte muzikanten. Hun muziek is "gestolen", ze voelen zich bekocht. De blanke muzikanten verdienen er goud geld mee. In de jaren 60 komt de soulmuziek op, dit is het zwarte antwoord op de rock and roll rage. Het woord "soul" zegt al genoeg: het is muziek die uit je hart en ziel komt. De boodschap is optimistisch ( I feel good, zingt James Brown), en wordt met veel muzikaal vuurwerk gebracht. In soulmuziek spelen vaak blazers mee, en de manier van zingen komt uit de gospels ( zwarte swingende kerkmuziek). De zangers zingen vaak call-and-response - ook een gospelmanier- dat zweept de boel goed op.

I Feel Good - James Brown:

 

Vanaf 1965 wordt de soul de toonaangevende dansmuziek, het wordt geproduceerd door Motown. Dit platenlabel ontdoet de artiesten in het begin van al te "nadrukkelijke' kenmerken. Artiesten dragen keurige pakken, het haar wordt ontkroest, de teksten zijn keurig en de danspasjes keurig ingestudeerd. Het blanke publiek moet deze muziek namelijk ook leuk vinden. Motown is een geweldig grote hitmachine. Bekende artiesten als The Jackson five, Stevie Wonder, Diana Ross (The Supremes) zijn hier bekend geworden.

Uit de populaire soul onstaat een nieuwe opzwepende stijl: de funk. Bij funk draait alles om een ritmische en opzwepende groove. Eigenlijk is het een radicale vorm van soul. De funk vormt uiteindelijk de basis voor de hiphop, disco en verschillende dansstijlen.

Disco is dansmuziek die in de discotheek (plaats waar je ging dansen) gedraaid werd. Uiterlijk vertoon speelt een grote rol in de disco: lekker over de top! De muziek gaat uit van de grooves van de funk, maar de beat is veel mechaniser, vaak een drumcomputer. Elektronische middelen werden veel gebruikt en soms vervangen synthesizers echte instrumenten. Voor een discohit heb je het volgende nodig: een pakkende melodietje, een leuk uitziende artiest en een aardig dansje. De discorage wordt aangewakkerd door de film Saterday Night Fever.

 

Muziek met een boodschap: No Future!

Wie punk zegt, zegt Sex Pistols. De Punk is van oorsprong een Engels fenomeen. Punkers schoppen tegen de maatschappij en roepen dat het "systeem" verrot is. Er is in de 70-er jaren massale werkeloosheid, de jongeren zien geen toekomst. De jongeren zijn kwaad, kwaad op de politiek, kwaad op hun ouders, kwaad op in hun ogen "foute" rockmuziek.

Niet alleen de muziek van de punkers, maar ook hun hele voorkomen is spraakmakend. Ze schelden presentatoren op televisie uit, noemen het koningshuis een "fascistisch regime" en zien er met hun piekhaar en hanekammen, gescheurde kleren, en veiligheidsspelden, kettingen, badges op leren jassen heftig uit. Punk is doe-het-zelfmuziek: pak een gitaar en rammen maar. De tekst is grof en provocerend en wordt met veel overtuiging hard over de muziek heengeschreeuwd.

Muziek met een boodschap: Get up, stand up!

Reggae is ontstaan op het Caribische eiland Jamaica. Reggae is niet zomaar een muziekstijl, het is gekoppeld aan een geloof: het rastafarigeloof. De rastafari geloven in de goddelijke status van Rasa Fari, oftewel Haile Selassie, de toenmalige keizer van Ethiopie. Eens zullen alle alle Afrikanen die in ballingschap leven in "Babylon" (VS en Jamaica) terugkeren naar het beloofde land Zion (Ethiopie). Rastafi staat voor geloof in een betere wereld, broederschap en spirituele kracht. Het roken van marihuana hoort erbij, net als het dragen van dreadlocks en de kleren in de kleuren van de vlag van Ethiopie: rood, geel en groen. Reggae is herkenbare muziek. Een van de beroemdste reggaeartiesten is Bob Marley.

 

Je kent vast wel wat reggae liedjes, en van Bob Marley heb je ook vast wel eens gehoord. Maar dat is niet alles wat de reggae te bieden heeft. In deze video wordt je meer uitgelegd over het genre reggae. Waar komt de muziek bijvoorbeeld vandaan en wat maakt de muziek zo anders dan andere stijlen?

Open bestand Werkblad Reggae en Punk

Open bestand PPT Reggae en punk, Rock en Westwood

Open bestand PPT : de seventies: dance

Open bestand Samenvatting Danscultuur jaren 70

Open bestand Werkblad dance muziek jaren 70

2.5 Pop- en jeugdcultuur jaren80 tot nu - Hergebruiken

Ontstaan MTV

Sinds 1981 zendt muziekzender MTV 24 uur per videoclips, commercials en promotie van MTV zelf uit. Om een zo breed mogelijk publiek te bereiken richt de zender zich vooral tot de mainstream muziek. Artiesten worden in een klap beroemd over de hele wereld. Een opvallende videoclip en het imago van de artiest is de manier om aandacht te krijgen. Madonna en Michael Jackson maken zeer spraakmakende videoclips waaronder Thriller en Like a Prayer. Alles is tot koopwaar geworden, het gaat niet langer om de ideeën of waarden maar om de 'look', die het beste zal verkopen. Zodra een clip wordt uitgezonden, wordt hij als koopwaar aan de man gebracht.

In de jaren 80 wordt duidelijk dat eigenlijk alles al is gedaan, vernieuwen is bijna niet mogelijk. Kan je nog origineel zijn in je muziek? Misschien niet, dus...wordt er hergebruikt. Oude stijlen en stromingen worden herhaald, er wordt geplakt, geciteerd en gecombineerd.

Hiphop

Een voorbeeld hiervan is Hiphop. Hiphop ontstaat in de gettowijken van New York. Op straat probeert de zwarte jeugd een identiteit op te bouwen, een groepsgevoel te kweken. Muziek, dans (breakdance), kleding en gedrag horen daarbij. Op straat je plaats bevechten betekent dat je anderen moet overtreffen. Breakdancers en rappers "bevechten" (battle) elkaar met woorden en moves.  Rap is een essentieel kenmerk van Hiphop, de begeleiding bestaat uit beats (vaak afkomstig van oude funkplaten). Vaak worden er ook samples gebruikt: muziekstukje van oude plaat die hergebruikt wordt. Ook het scratchen is populair: de plaat op de draaitafel ritmisch heen en weer bewegen.

In deze video word je meegenomen in de geschiedenis van de Hip Hop muziek. Van de eerste Bloc Party's in the Bronx tot de grote successen van Eminem en 50 cent.

Dance

Dance is muziek die geproduceerd is voor de dansvloer. Dance is een verzamelnaam voor: house, techno, jungle en ambient. De muziek brengt je in een bepaalde sfeer, je moet er helemaal in op gaan. De stampende bassen, lichteffecten, rook, kolkende mensenmassa en pillen zorgen daarvoor. Het is een sociale gebeurtenis: met honderden tegelijk ga je op in de muziek. De centrale persoon is de DJ, hij is de schakel tussen de muziek en het publiek.

Plakken, knippen, citeren, en lenen zijn post-moderne begrippen. Het gereedschap van de artiest van nu is de sampler en de computer. Tegenwoordig hoor je veel cross-overs: een mengeling van verschillende stijlen. Bij een etnische cross-over wordt muziek van verschillende culturen gecombineerd.

In deze video word je meegenomen in de geschiedenis van de Dance muziek. Vanaf de allereerste elektrische klanken van Kraftwerk tot aan de Nederlandse successen van Armin van Buren en Afrojack.

Open bestand Opdracht Thriller

Open bestand Powerpoint MTV

Open bestand Powerpoint Hiphop en Cross Over

2.6 De Musical

De geboorte van de Musical

Musical is net als opera een vorm van totaaltheater. In de musical komen verschillende disciplines bij elkaar: zang, dans, spel, muziek, vaak met spectaculaire aankleding, prachtige decors en betoverdende belichting.

Een groot verschil met de opera is dat bij musicals ook gespoken dialogen kunnen voorkomen en de thematiek wat luchtiger is. Bij opera wordt gezongen zoals in klassieke muziek gebruikelijk is, onder begeleiding van een "klassiek" orkest of ensemble; bij musicals wordt gezongen op een manier die in de lichte muziek/ popmuziek gebruikelijk is, ondersteund door live gespeelde muziek. Het mekka van de musical is Broadway.

 

Deze theatervorm vindt zijn oorsprong in de vaudevilleshows (populair muziektheater met liederen) van begin 20e eeuw. De muziek is vooral geinspireerd op de jazz. De eerste musicals waren luchtige stukken, waarin muziek en zang de boventoon voerden. Het zijn vaak vrolijke producties die een happy end kennen, het publiek wil vooral geamuseerd worden. Door de opkomst van de geluidsfilm worden musicals ook als film uitgebracht en raken musicalsterren bekend bij een miljoenenpubliek. 

Er komt zelfs een aantal musicalfilms tot stand zonder dat die ooit in het theater hebben gespeeld, zoals Singing in The Rain (1954) met Gene Kelly. Deze musicals bieden hoogstaand amusement maar kennen vaak weinig diepgang.

Singing in the Rain - Good Morning

 

Geleidelijk aan onstaat er bij de makers ook belangstelling voor serieuzere problematiek. West Side Story (1957) is een keerpunt in de geschiedenis van de musical. In deze productie wordt het Romeo en Julia verhaal verplaatst naar de straten van New York. het verhaal speelt zich af in een grimmige immigrantenwijk waar verschillende bevolkingsgroepen elkaar naar het leven staan. De musical Hair (1967) is geen musical in de gewone zin van het woord. Het is geen snelle glamourshow, het gaat over dezelfde zaken waar de make-love-not-wargeneratie van de jaren 60 in Amerika mee bezig is; idealen van flowerpower, liefde, gebruik van drugs, vrede en vrije liefde.

 

Het succes van de musical is niet meer te stuiten. Vooral de componist Adrew Loyd Webber pakt de zaken commercieel aan.

- Nummers lanceren (voordat de musical op de planken is) om het publiek te prikkelen en bekend te maken met de muziek.

Deze tactiek is door veel producenten overgenomen. Ook worden musical geplugd bij talentenshows op tv. Het publiek voelt zich zo betrokken omdat ze mee kunnen stemmen over wie de hoofdrol krijgt. Zo "kennen" ze de hoofdrolspeler al, en vinden ze deze sympathiek. Een musical produceren is een hele onderneming. De muziek moet een breed publiek aanspreken, het moet niet te ingewikkeld zijn en vooral ook dansbaar zijn. Spectaculaire decors werken ook goed, denk aan Soldaat van Oranje en The Lion King.

Succesvolle musicals worden regelmatig opnieuw uitgebracht voor een nieuwe generatie die er nog niet bekend mee is. Ze worden vaak als totaalpakket verkocht aan andere landen, de taal wordt aangepast maar de rest (liedjes, kostuums, decors) blijven hetzelfde.

 

The Lion King

2.7 Samenvatting Popmuziek in de Massacultuur

Open bestand SAMENVATTING POPMUZIEK OP EEN RIJTJE

2.8 Test je kennis

Toets: Toets popmuziek in de Massacultuur

Start

Massacultuur: Beeldend en Architectuur

2.1 Bouwkunst: vergelijken moderne bouwkunst en post-moderne bouwkunst

Le Corbusier: Villa Savoye, 1929
Le Corbusier: Villa Savoye, 1929
Empire State Building, new York, 1931
Empire State Building, new York, 1931
Rossi: woonwijk in Berlijn
Rossi: woonwijk in Berlijn
2006 Woonwijk de Haveleij in Den Bosch
2006 Woonwijk de Haveleij in Den Bosch
Woonwijk de Haveleij in Den Bosch
Woonwijk de Haveleij in Den Bosch

Architectuur in de cultuur van het moderne ( 1900-1950 )

Functionalisme in de moderne architectuur
• Het doel van gebruik bepaalt de vormgeving van een gebouw
• De vorm volgt de functie
• Zuiverheid van vorm en constructie

• De dragende constructie is skeletbouw
• Weinig tot geen versiering woonfunctie / functie is het uitgangspunt

 

De cultuur van de massa ( 1960- nu )

In de tweede helft van de 20e eeuw veranderde de cultuur in de westerse wereld sterk. De democratisering van de samenleving kwam in een stroomversnelling, bijna iedereen kreeg stemrecht. Tijdens de wederopbouw na WOII was er werk in overvloed, sociale verzekeringswetten gaven financiële zekerheid bij ouderdom, ziekte en werkeloosheid. De lonen stegen. In de jaren zestig ging men massaal naar de universiteit, niet alleen de elite kreeg een goede scholing. Vooral de jeugd kon zich in toenemende mate manifesteren door goede opleiding en koopkracht.
Met de opkomst van communicatiemiddelen en massamedia ontstond het idee van wereld als "global village", reizen werd sneller door treinen en vliegtuigen, iedereen op de hele wereld kan met elkaar communiceren door telefoon, radio, tv, internet en de social media. Daarnaast brachten emigratie en immigratie culturen in contact met elkaar. Na WOII zijn veel Europeanen geëmigreerd naar Australië, Canada, Zuid-Afrika en Argentinië, maar ook kwamen veel mensen uit de voormalige koloniën en gastarbeiders naar Europa. Ook asielzoekers verschenen.

 

Kunst en architectuur in de cultuur van de massa.

  • Er bestaan geen  vaststaande esthetische normen meer.
  • Herwaardering van het figuratieve, van verhalende verwijzingen en van het ornament.
  • High-art neemt low-culture tot voorbeeld. Kunstenaars als Warhol willen anti-elitair zijn,  kunst moet anti-artistiek en anti-serieus zijn. Andy Warhol liet zich wel inspireren door de ready mades van Marcel Duchamp, maar waar dat de dadaïsten openlijke kritiek hadden op de kunstwereld, conformeerde pop art zich aan de heersende smaak. 
  • Kunst berust op toeval, herhaling en imitatieCultuurindustriële producten zijn een permanente reproductie van het bestaande. Kunst is een consumptieartikel geworden
  • Originaliteit is geen onderscheidend criterium meer; cliché’s en stijlcitaten mogen volop worden gebruikt. 
  • Een mengen van stijlen, met nadruk op verscheidenheid, in de kunst lijkt elke samenhang zoek. Stijlen worden nagebootst (pastiche) en uit hun historische context gehaald zonder enige verwijzing naar hun historiciteit.
‘Schoonheid’ is een relatief begrip geworden. Kunstbeleving werd steeds individueler. Iedereen mocht zijn of haar persoonlijke smaak hebben. Kunstenaars werken vaak niet meer vanuit esthetisch oogpunt, maar vanuit een concept.
 
  • De grenzen tussen de traditionele kunstvormen vervagen - kunstenaars gingen multidiciplinair werken. In de hedendaagse kunst werden genres vermengd, er zijn grensoverschrijdingen tussen alle kunstdisciplines; totaaltheater, environment, happenings, kinetische kunst, mediakunst, cartoons in schilderkunst.

 

Open bestand Werkblad bouwkunst: modern vs postmodern

Open bestand PPT: Bouwkunst in de cultuur van het moderne en in de cultuur van de massa

Kenmerken moderne bouwkunst ( 1900-1950 )

Kenmerken van de bouwkunst na 1960

2.2 Wat is Massacultuur ?

Milan Kunc: Amor en psyche
Milan Kunc: Amor en psyche
Milan Kunc: Dusseldorfer Punkmadel
Milan Kunc: Dusseldorfer Punkmadel
Milan Kunc: Trophy Collector
Milan Kunc: Trophy Collector

Massacultuur is de cultuur van de grote massa, gekenmerkt door onpersoonlijkheid en oppervlakkigheid.

Na de tweede wereldoorlog begon het tijdperk van de sociaal economische vooruitgang. Mensen hoefden minder lang te werken en kregen meer geld te besteden. Dit leidde tot een toename van de welvaart en vrije tijd voor meer mensen waardoor de zogenaamde consumptiemaatschappij in de jaren 60 kon ontstaan.

Velen wilden graag de nieuwste artikelen en producten bezitten zoals stofzuigers,wasmachines, platenspelers, tv’s enzovoorts. Producenten probeerden mensen vooral te verleiden om zoveel mogelijk producten te consumeren. Dat was goed voor de economie en daardoor kon de welvaart blijven stijgen. Dit principe is gebaseerd op het kapitalistische systeem, dat is een op winst gerichte vrije markteconomie waarbij het aanbod zo goed mogelijk afgestemd wordt op de vraag. In deze periode ontstond de massacultuur.

 

Massacultuur, massamedia en massacommunicatie

Vanaf de jaren zestig ontstond een overheersende cultuur die door de smaak van de grote massa bepaald werd: de massacultuur. De massamedia hadden een belangrijke rol in de verspreiding van deze massacultuur. Massamedia zijn de middelen waarmee de massacultuur op een professionele manier verspreid kan worden, zoals: pers, radio, film, televisie en internet. Omdat men met behulp van deze media kan communiceren met een groot publiek spreekt men van massacommunicatie.

 

Pop-art en Post modernistische kunst

In deze kunst kwam het beeld aan de orde dat de moderne mens in de consumptiemaatschappij van de werkelijkheid had. Aspecten als sociale klassen, seksualiteit, media, maar ook de functie van kunst tegenover populaire cultuur speelden daarbij een rol. De snelheid waarmee kennis kon worden genomen van wat er zich in andere werelddelen afspeelde, zorgde ervoor dat ideeën meer dan ooit gekopieerd en gebruikt werden. In de muziekindustrie zijn begrippen als cover, bewerking, plagiaat en citaat al lang geen besmette woorden meer.

 

Jeugdcultuur en supersterren

De Amerikaanse cultuur weerspiegelde het naoorlogse ideaal van vrijheid. Een nieuw soort jongerencultuur, die zich afzette tegen de gevestigde orde en tegen de generatie van hun ouders, waaide uit Amerika over naar West-Europa.

 

Postmoderne kunstenaars:

Architectuur: Robert Venturi, Philip Johnson, Michael Graves, James Stirling, Charles Moore, Aldo Rossi, Rob & Léon Krier

Beeldende kunst : Andy Warhol, Keith Haring, Jeff Koons, Damien Hirst

Design: Memphis, Alessi

Mode: Jean-Paul Gaultier, Vivienne Westwood

 

 

Open bestand PPT introductie massacultuur

2.3 Abstract expressionisme

Barnett Newman : Colourfield painting
Barnett Newman : Colourfield painting
Jackson Pollock: Action Painting
Jackson Pollock: Action Painting

Expressionisme na WO II

 
Het begrip abstract expressionisme werd rond 1946 toegepast op het werk van schilders in New York. Beïnvloedt door Europa (het expressionisme van Van Gogh, de abstractie van Kandinsky, de kleurvelden van Matisse en het onbewuste, abstracte surrealisme van Miró) werkten de Amerikaanse schilders op enorme doeken; zij legden daarbij de nadruk op het proces van het schilderen, minder op het resultaat.
 

Algemene kenmerken:

• abstract, geen herkenbare voorstelling
• expressionistisch:
- heftig kleurgebruik
- grote kleurcontrasten 
- grove penseelstreken
• schilderen vanuit het gevoel, de intuitie
• schilderen op grote formaten

 

Kunstenaars:

Willem de Kooning

Jackson Pollock
Barnett Newman
Marc Rothko

Willem de Kooning werd één van de voornaamste vertegenwoordigers van het abstract-expressionisme.
In 1938 ontstonden de eerste series met vrouwfiguren, later maakte hij grote doeken met impressies van landschappen. De schilderijen van de Kooning vallen op door de agressieve verfbehandeling. Door meteen breed, van veel verf voorzien penseel en met agressieve gebaren te werken, bouwde hij dreigende en soms weldadige kleurcomposities op. De penseelstreken lijken een gevecht met elkaar aan te gaan.

 

Action painting

Als peinture automatique: de schilders vonden bevrijding door de verf geïmproviseerd, vrij en vloeiend op het doek te brengen. Jackson Pollock is beroemd geworden met de dripping techniek.
Schilderen werd een emotionele actie. 
Pollock voerde het automatisme tot grote hoogte: er ontstonden over-all composities doordat hij enorme doeken op de grond legde, en er intuïtief, met spontane bewegingen verf op aan bracht. De scheppingsdaad, het lichamelijke ritueel, stond voorop. Jackson sprong al werkend om zijn doek heen. Het doek werd een arena waarin gehandeld werd, het ging hem meer om de gebeurtenis dan om het resultaat.
 
 

Open bestand PPT abstract expressionisme

Expressionisme na WO II

2.4 Pop Art en Post modernisme

Richard Hamilton 1956
Richard Hamilton 1956
Andy Warhol, 1960
Andy Warhol, 1960
Roy Lichtenstein
Roy Lichtenstein

Pop Art

Pop Art (afkorting van popular art) is de naam van een stroming in de moderne beeldende kunst uit de vijftiger jaren. Verschillende figuratieve Pop Art stijlen ontwikkelden zich gelijktijdig in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten. In Frankrijk ontstond een verwante stroming: het Nouveau Réalisme. Maar in alle landen waar industrialisatie en commercie een grote ontwikkeling doormaakten, is er wel sprake van een vorm van Pop Art, gekleurd door de traditie van de eigen cultuur.

De popkunstenaar vond inspiratie in de media; strips, advertenties, pin-up's, beelden van beroemde personen en filmsterren uit kranten en tijdschriften. Artikelen uit de supermarkt en massaproducten zoals kleding, huishoudelijke apparaten, voedsel in blik, of etenswaren zoals hamburgers en sandwiches dienden tot voorbeeld. Of de autocultus en de modelwoning met moderne badkamer, wc en keuken. Kunstenaars brachten ze in reusachtige afmetingen in beeld, herhaalden ze eindeloos of gaven ze in ongewoon perspectief weer. Al die anonieme producten leverden een nieuwe beeldende taal op, waarin een relatief klein aantal symbolen de kunst herkenbaarheid maakte.

Pop Art beelden kwamen uit de consumptiemaatschappij; in deze maatschappij was de levensstandaard zo verhoogd dat mensen allerlei nieuwe producten konden aanschaffen.

De Pop-Art toonde fragmenten uit het dagelijks leven waar je eigenlijk nooit bewust naar kijkt. Nooit eerder had iemand de beeldende kwaliteiten van een schuursponsje gezien. De eerste Pop-Art kunstenaars waren billboard-schilders voor reclamebedrijven, en moesten niks hebben van een interpretatie van hun werk of een theoretische onderbouwing. et mooiste van Amerika is dat de rijkste consumenten in feite dezelfde dingen kunnen kopen te consumenten in feite de   De moderne kunstwereld vond dat de Pop Art verraad pleegde aan de moderne kunst, die met zoveel moeite het imago van intellectuele, emotionele en serieuze bezigheid had verworven. Pop Art was verdacht omdat ze ogenschijnlijk de wereld van het alledaagse, banale, profane en vulgaire scheen te verheerlijken, en daarmee de trivialiteit en zinloosheid van de consumptiemaatschappij in beeld leek te brengen. Maar alleen de geschiedenis kan een definitief oordeel over eigentijdse uitdrukkingsvormen van kunst uitgespreken. En Pop Art is een internationale stijl geworden; sindsdien zijn kunst en commercie onlosmakelijk verbonden.

 

Kenmerken van de Pop Art:

  • Figuratief
  • Speels gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur. 
  • Ironie en humor.
  • Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen, producten uit het leven van alledag.
  • De beeldende middelen worden net zo gebruikt als bij reclame, film, televisie, affiches en strips. 
  • Vervreemding door vergroting 
  • Vervreemding door herhaling
  • Vervreemding door gebruik van ongebruikelijke materialen. 
  • Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
  • Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar. Soms laat hij werk zelfs door anderen uitvoeren. 
  • De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
  • De identiteit van de kunstenaar, zijn imago, wordt soms zorgvuldig opgebouwd.

Open bestand PPT popart

Open bestand Werkblad pop art

Open bestand PPT Post modernisme

Kenmerken Post moderne kunst

Jeff Koons
Jeff Koons

POSTMODERNE KUNST

Het postmodernisme in de kunsten komt als reactie tegen het modernisme. De grens tussen de cultuur van de elite en de cultuur van de massa verdwijnt. De twee uitersten worden juist gecombineerd in de postmoderne kunst De kunstenaar is niet meer iemand die originele werken maakt, hij is nu een ‘bricoleur’, iemand die verschillende elementen samenvoegt tot een nieuw kunstwerk. Verschillende kunsthistorische stijlen en kunstdisciplines worden door kunstenaars samengevoegd binnen één kunstwerk. In het postmodernisme staat vooral het idee, het concept, centraal. Het gaat dus niet meer om een goede techniek of om een mooi plaatje, maar om het idee dat achter het werk schuilt.

In het postmodernisme komt dan ook de conceptuele kunst op, een stroming waarbinnen het concept van groot belang is, vaak worden de werken van conceptuele kunstenaars niet in werkelijkheid uitgevoerd, maar blijven de werken beperkt tot schetsen en teksten waarin de ideeën van de kunstenaar beschreven staan.

Doordat er niet één vaste stijl is, wordt de postmoderne kunst soms bestempeld met het predicaat: ‘anything goes’ Postmoderne denkers zijn teleurgesteld in de grote visies van het verleden zoals het Marxisme en de verschillende godsdiensten. Volgens postmodernisten leverden deze visies alleen maar ellende op. Deze oude opvattingen worden afgeschreven en maken plaats voor meer persoonlijke denkbeelden.

In Amerika is het postmodernisme veel meer gemoeid met de maatschappij dan in Europa. Veel kunstenaars leveren in hun werken kritiek op de hedendaagse samenleving. Ze hekelen de ondergeschikte rol van de vrouw en de intolerantie jegens homoseksuelen. De integratie van verschillende bevolkingsgroepen vormt in de politiek een belangrijk onderwerp van discussie.De vraag blijft hoe de bevolkingsgroepen met elkaar kunnen samenleven in de huidige maatschappij. Kunstenaars reflecteren in hun werken op dit politieke vraagstuk.

In het postmodernisme wordt kunst veelal niet gemaakt vanuit een bepaalde opdracht. Kunstenaars geven vorm aan de eigen ideeën zonder dat er op voorhand al een koper is voor het werk.Postmoderne kunstwerken zijn over het algemeen autonome werken, een autonoom kunstwerk staat op zichzelf en heeft geen specifieke functie. Veel kunstwerken worden verkocht via galeries en veilinghuizen. De prijzen kunnen hoog oplopen, tot in de miljoenen, wanneer het gaat om kunstwerken van bekende kunstenaars. Het is echter slechts een handjevol kunstenaars die echt kan leven van de kunst.

 

Massacultuur: Theater en Film

2.1 Massacultuur.

Massacultuur en theater: de wereld als pretpark.

Het zijn onmiskenbaar tekenen des tijds en ze wijzen allemaal dezelfde kant op. Waar men vroeger alleen maar bang voor was, is nu een feit: de low culture heeft de high culture verdrongen. Het nulpunt lijkt bereikt, de platheid heeft gewonnen. Waar vroeger  de aandacht was gereserveerd voor het bijzondere - een beer op een fietsje - heerst nu de cultus van het gewone - een meneer op een fietsje. De gewone man is gepromoveerd van publiek tot attractie.

En daar blijft het niet bij. De hele wereld, verklaarde architect Rem Koolhaas onlangs in een interview, wordt zoetjesaan een pretpark. Ook de winkelpaleizen en delen van de stad zijn veranderd in pretparken. Het nieuwe winkelen heet 'funshoppen' en wordt bij voorkeur gedaan met het hele gezin. Dit is geen kopen uit noodzaak, maar winkelen als vrijetijdsbesteding. Een zondags ritje met de auto en een dagje onder dak.

Wie Amsterdam binnenkomt vanaf het Centraal Station treft een pretpark zonder omheining. Over het Damrak gaat het, langs eethuis, souvenirwinkel en automatenhal, langs de menselijke standbeelden op de Dam, op naar Madame Tussaud (een spookhuis vermomd als museum), waar de bezoekersstroom zich splitst in een golf naar links - de Wallen op - en een golf naar rechts - Magna Plaza in. Niemand kiest zijn route, men volgt de menigte. Hier geldt de code van het pretpark: doe als de anderen doen. Wijk vooral niet af - niet van het parcours, niet van het gedrag. Kleed je als iedereen, eet als iedereen, geniet als iedereen. Hier heerst de cultuur van knakworst en trainingspak: conformeer en consumeer.

Als kunst al eens de voorpagina haalt (de plek van Hazes) of op televisie komt (het domein van Big Brother), dan uitsluitend in verband met geld of geweld. Er is altijd wel ruimte te vinden voor opgewonden verslagen over roofkunst, recordprijzen, budgetoverschrijdingen, museumsponsoring of vernieling van kunstwerken, maar voor de aard en de kwaliteit van kunst is daar geen plaats. Wie een schilderij verkoopt voor tachtig miljoen is een handige bliksem; wie het koopt voor dat bedrag is oliedom en kan maar beter onder curatele worden gesteld. Want geld is goed en kunst is geld.  Moderne kunst roept nog steeds afkeer op, variërend van spotlust tot agressie.

Wat betekent dit voor de ontwikkeling in het theater ?

Tot 1960 was het normaal om naar het theater te gaan om een toneelstuk te bekijken. Het decor werd verbouwd tot een echte ruimte, waar de acteurs in het toneelstuk een stukje liet zien uit de echte wereld.

Na “ actie tomaat “ is het niet meer vanzelfsprekend dat toneel in een theater wordt gespeeld. Toneelgroepen kunnen experimenteren met nieuwe theatervormen en kunnen op locatie gaan spelen. Die locatie kan van alles zijn: in een oude fabriek of buiten op het strand.

Na 1960 wordt ook steeds meer vanzelfsprekend dat andere kunstvormen zoals film ( projecties ) of muziek ( een orkest ) te zien zijn op het podium. Dit noem je  multimediatheater

Het publiek krijgt een gevarieerde voorstelling te zien waarin van alles gebeurt en tegelijkertijd plaats vindt.

De inhoud van de toneelstukken verandert ook in de loop van de 20e eeuw. Waar vroeger grote toneelstukken als “ de Gijsbrecht “ werden opgevoerd waar je wat van kon leren , worden nu ook theaterstukken gemaakt die meer een vermaaksfunctie hebben voor het grote publiek.

 

 

 

Voorstelling: Creatures, Westergasfabriek, Amsterdam
Voorstelling: Creatures, Westergasfabriek, Amsterdam

2.2 Kenmerken van de acteur in de film en de acteur in het theater

mimiek
mimiek
mimiek
mimiek
houding
houding
gebaar
gebaar

De middelen voor de filmacteur en de theateracteur

De acteurs spelen een personage. Zoals een muzikant een instrument in handen heeft, waarmee hij muziek maakt, zo heeft de acteur z’n lichaam en stem als instrument. Met de houding van het lichaam kun je van alles uitdrukken, bijvoorbeeld bij koude of angst is de houding meestal ineengekrompen en bij blijdschap open.

Een angstig persoon heeft een andere houding dan een blij mens.

De acteur gebruikt ook beweging in het spel. Het gaat om bewegingen die uitdrukking geven aan en rol en situatie. Het gaat het niet alleen om lopen, maar om alle activiteiten om van houding of plaats te veranderen. Zo is het omkijken al een vorm van beweging. Als koude wordt verbeeld, zal de acteur stroef en weinig bewegen om aan te geven dat z’n spieren verstijfd zijn. Daarnaast kan beweging in de voorstelling ook een zelfstandige functie hebben. Het gaat dan niet om uitdrukking te geven aan een rol of situatie, maar om een bepaalde rol of dynamiek op te roepen.

Het gebruik van gebaren is een vorm van bewegen waarbij het gaat om het afzonderlijk bewegen van lichaamsdelen. Soms volgen de bewegingspatronen een vaste choreografie.

De mimiek is de uitdrukking op het gezicht. Als een acteur iemand speelt die langzaam wakker wordt, kan dat heel nadrukkelijk in de uitdrukkingen op het gezicht duidelijk worden gemaakt. Dan is er sprake van expressieve mimiek.

De stem kan op allerlei manieren worden gebruikt. Je kunt verschillende vormen van expressie aan de stem geven en je kunt op allerlei manieren spreken (dialect, beschaafd, etc)

2.3 Hollywoord en Hitchcock

Hitchcock.
Hitchcock.

Hollywood film studio's:

In de jaren ‘30 en ‘40 komen de grote Hollywood film studio's op. Zij produceren de films en dit leidt tot grote successen.Dit tijdperk is ook de tijd van de echte klassieke filmsterren (Greta Garbo, Clark Gable,  Humphrey Bogart, IngridBergman)Ook de animatiefilm kwam op door Walt Disney en de Disney studio's. De avondvullende animatiefilms werden een groot succes: Sneeuwwitje (1937),

De filmmakers van Hollywood zaten vast aan strikte regels. Deze regels waren vastgelegd in de Production Code. De Motion Picture Production Code was een verzameling regels waaraan Amerikaanse films moesten voldoen op het gebied van zedelijk gedrag. Amerikaanse films mochten alleen worden uitgebracht in Amerikaanse bioscopen als er geen verwijzingen waren naar seksualiteit, homosexualiteit, rassenvermenging, abortus en drugs. Extreem geweld mocht niet worden uitgebeeld en misdaad moest altijd worden gestraft.

Hitchcock wilde echter 100% artistieke vrijheid. Dit was dan ook de reden dat Hitchcock in 1948 een eigen productiemaatschappij oprichtte. Door zelf zijn eigen producent te zijn had hij volledige controle over scenario en montage. De grote geldschieter van Hitchcock was Universal Pictures, een maatschappij die vanaf 1948 alle films van Hitchcock zou gaan distribueren.

Het hoogtepunt van de carrière van Hitchcock lag in de periode 1958-1960. Psycho algemeen beschouwd als Hitchcocks beste film en volgens velen de invloedrijkste film uit de filmgeschiedenis. In deze thriller maakt Hitchcock gebruik van suspence.

Tegelijkertijd had Hitchcock ook op het televisiescherm grote successen met de naar hem genoemde thrillerserie waarin steeds griezelige verhalen van 30 minuten verteld werden. Alfred Hitchcock presents….   trok iedere avond alleen al in Amerika tientallen miljoenen kijkers.

In 1963 schreef Alfred Hitchcock opnieuw filmgeschiedenis met de film: The Birds, een productie over een driehoeksrelatie die plotseling omsloeg in een rampenfilm wanneer duizenden vogels een klein dorpje terroriseerden. The Birds was een succes en was opnieuw een duidelijk voorbeeld van Hitchcocks gave om van een heel simpel verhaaltje een spannende film te maken

 

 

Open bestand Film en Hollywood

Open bestand Werkblad televisie en soap.

2.4 Media kunst

 

 

 

 
   

Wat is media kunst ?

De term mediakunst wordt wel gebruikt om een bepaalde verzameling kunstvormen aan te duiden.
Onder mediakunst wordt over het algemeen verstaan: alle vormen van tijd gerelateerde kunstwerken, die met geluid en/of beeld registratie tot stand komen. Een tijd gerelateerd kunstwerk is een werk dat verandert en 'beweegt', in tegenstelling tot oudere kunstvormen die statisch zijn, 'stilstaan', zoals schilderijen, foto's en de meeste beeldhouwwerken. Onder tijd gerelateerde kunstwerken vallen werken op het gebied van geluids-, video- en computerkunst, zowel installaties als internetprojecten en single channel werken. Single channel werken zijn videowerken die vertoond kunnen worden door projectie, of op een beeldscherm.

Omdat mediakunst zoveel verschillende kunstvormen omvat, gaan we verder met een onderdeel ervan: videokunst.

 

Geschiedenis Videokunst
Sinds 1965 heeft video een plaats binnen het domein van de beeldende kunst en sindsdien heeft ze zich ontwikkeld tot een van de meest gebezigde vormen van kunst. Na de succesvolle introductie in de jaren zestig van videoapparatuur voor consumenten in de Verenigde Staten volgt Europa op enige afstand en beginnen kunstenaars te experimenteren met het nieuwe medium. Nederland speelt hierin een voortrekkersrol. Mede door het open klimaat van de liberale samenleving trekken veel jonge internationale kunstenaars naar Nederland om zich hier als (video)kunstenaar te vestigen. Ze geven impulsen tot de oprichting van videowerkplaatsen. Het videokunstcircuit dat hier ontstaat bestaat uit een eigenzinnige kruisbestuiving van lokale en internationale tendensen.
Juist de periode van begin jaren zeventig tot en met halverwege de jaren tachtig blijkt een roerige geschiedenis waarin het nieuwe medium gestaag volwassen wordt. Kunstenaars ontdekken de creatieve mogelijkheden van het medium, experimenteren met de documentaire zeggingskracht, maar moeten hun keuze voor het nieuwe medium verdedigen tegenover de kunstwereld die nog niet ingesteld lijkt te zijn op deze nieuwe vorm van kunst. De tentoonstelling 'The Luminous Image' (Stedelijk Museum, Amsterdam,1984) vormt hierin een keerpunt. In het productieproces markeert de langzame integratie van nieuwe, eenvoudigere en goedkopere montagetechnieken een grote verandering binnen de videokunst die de weg vrij maakt voor de assimilatie binnen de kunstwereld: vanaf de jaren negentig manifesteert videokunst zich als vanzelfsprekend binnen de beeldende kunst.

 

Film: Kunst en de nieuwe media

Jan Dibbets: film portscapes: 2009, Rotterdam

Hilversum: tentoonstelling mediakunst

2.5 Theater in de cultuur van de massa

Theatervoorstelling 1860
Theatervoorstelling 1860
Lijsttoneel
Lijsttoneel
Vlakke vloer theater
Vlakke vloer theater
Locatie theater
Locatie theater
Locatie theater
Locatie theater

Tot 1900 had een theateravond een hoge amusementswaarde. In de twintigste eeuw verandert dat: theater wordt dan vooral een serieuze vorm van kunst. Die theaterkunst komt overigens maar moeizaam tot wasdom. Het grote probleem is het gebrek aan geld. Pas na de Tweede Wereldoorlog stelt de overheid subsidies beschikbaar en krijgen Nederlandse theatermakers volop de gelegenheid om met nieuwe vormen te experimenteren. Dat heeft onder andere tot gevolg dat het zwaartepunt niet langer bij de acteurs, dansers en zangers ligt, maar bij de makers achter de schermen: de artistiek leiders, de regisseurs, de choreografen en, niet te vergeten, de decorontwerpers en vormgevers. Het zien en gezien worden speelt in de twintigste eeuw steeds minder een rol bij het schouwburgbezoek. In het donker en in gewijde stilte nemen steeds minder mensen kennis van wat er op de podia gebeurt. Het grote publiek kiest voor film en voor televisie

 

Vanaf 1950

Aanvankelijk speelt het twintigste-eeuwse theater zich nog af in dit soort statige, negentiende-eeuwse bouwwerken met een strikte scheiding van dure en goedkope rangen. Vanaf het midden van de jaren vijftig verandert dat. Niet alleen worden er dan heel veel schouwburgen bijgebouwd, ze veranderen ook van karakter. Ze krijgen een veel opener en toegankelijker uitstraling. Foyers worden cafe's die ook buiten de voorstellingsuren om geopend zijn en iedereen komt hier door dezelfde ingang binnen. De jaren zestig zijn de jaren van de culturele centra. Om het theater nog meer te integreren in het stadsleven, worden ze met de bibliotheken, artotheken, buurt- en clubhuizen onder een dak samengebracht. De economische voorspoed die begin jaren negentig inzet, luidt een laatste fase in. Er verrijzen spectaculaire amusementspaleizen die geld, glamour, luxe en succes uitstralen.

 

Vanaf 1960: Van schouwburg naar kleine zaal
Vanaf begin jaren zestig gaat het rommelen in de Nederlandse gezelschappen. Jonge theatermakers krijgen - voor hun gevoel - nauwelijks kansen. Zij vragen (en krijgen) toestemming om hun eigen voorstellingen te gaan maken op de zolders van de schouwburgen en in de repetitielokalen. Al snel wordt dat noodgedwongen optreden in die kleine ruimtes een overtuiging. Er ontstaat een heel circuit van kleine, flexibele zalen waarin volop wordt geëxperimenteerd: toneelspelers gaan musiceren, dans wordt beweging, enorme objecten gaan een hoofdrol spelen. Ook mime en poppentheater krijgen nu erkenning als volwaardige theatervormen. Het nog resterende publiek raakt echter het spoor bijster en haakt meer en meer af.

 

Theater van vandaag
Er zijn vandaag de dag zo'n 800 gezelschappen en makers in Nederland, die allen op hun eigen wijze theater produceren. Deze producties worden op veel verschillende locaties aangeboden. Dat maakt het voor de toeschouwer niet eenvoudig een keuze te maken voor een avondje uit.

 

Open bestand theateroverzicht massacultuur

2.6 Stijlcitaten in de film

Tarentino: Reservoir dogs
Tarentino: Reservoir dogs
Tarentino: Django
Tarentino: Django
The truman show
The truman show
Moulin Rouge
Moulin Rouge

Film en post modernisme

Postmodernisme blijft een moeilijk te definiëren stroming. Of het nu een vervolg is op het modernisme of een tegenbeweging, daar zijn de meningen over verdeeld. Uitdrukkingen die vaak naar boven komen wanneer gesproken wordt over het postmodernisme zijn onder meer anything goes, less is a bore en form  follows fantasy. Belangrijke principes zijn dan ook het wegvallen van de grenzen tussen hoge en lage kunst en het veelvuldig gebruik maken van citaten.

Als het postmodernisme als fenomeen of stroming al lastig te definiëren is, dan is het dat als stroming in de film al helemaal. Toch wordt de term postmodernisme toegeschreven aan een aantal films, zoals The Matrix (Andy en Lana Wachovski, 1999) , The Truman show (Peter Weir, 1998), Pulp Fiction (Quinten Tarantino, 1994,) en Moulin Rouge (2001, Baz Luhrman).

Maar wat is postmoderne film dan eigenlijk? We kunnen toch een aantal kenmerken van postmoderne film onderscheiden.

Zo bevat postmoderne film parodie en imitatie. Het onderscheid tussen parodie en imitatie (pastiche) houdt in dat bij beide een deel uit een ander werk wordt overgenomen, maar bij parodie is de imitatie ironische. Bij pastiche worden voorgaande stijlen en genres louter geïmiteerd.

Ook wordt er gebruik gemaakt van prefabricatie. Dit houdt in dat er bepaalde elementen letterlijk worden overgenomen in films, zoals Prefab huizen ook uit kant-en-klare onderdelen bestaat. Er wordt dus gebruik gemaakt van bestaand materiaal. Je kunt daarbij denken aan fragmenten uit andere films, muziek uit een andere tijd, voorwerpen die in de film worden gebruikt maar in die tijd niet bestaan.

De intertextualiteit van de postmoderne film doelt op de relatie van de film die kenmerken heeft van andere films. Tarantino heeft zich inhoudelijk heeft laten inspireren door pulp fiction (eenvoudige romans) en films uit de jaren ’50 en qua vormgeving door schilderijen van Edward Hopper. De directe verwijzingen maken de film daarom intertextueel.

Het laatste kenmerk is Bricolage, wat zich letterlijk laat vertalen als een ‘knutselwerk’. In dit geval is het te definiëren als een samenkomst van verschillende stijlen en genres . Een voorbeeld daarvan is  : Django unchained " van Tarentino die  een combinatie tussen een historische film over slavernij en een western.

Open bestand PPT film in de cultuur van de massa

Film: Moulin Rouge, 2001: post moderne kenmerken