Hoe ga je betalen?

Hoe ga je betalen?

Hoe ga je Betalen?

Welkom allemaal!

Elke les opdrachten uit je werkboek maken, dat is saai hé?

Wikiwijs is een website waar leerstof digitaal is gemaakt.
Heb jij een les gemist? Geen zorgen! Je kunt de gemiste les met dit handige website zelfstandig inhalen.

In dit arrangement krijg jij meer kennis over welke soorten geld er zijn en welke functie geld heeft. Je komt erachter welke voor- en nadelen sparen en lenen hebben.

Aan het eind van dit arrangement  heb jij meer kennis over geldsoort, geldfuncties en kan jij onderscheid maken in financiële risico's. Denk maar eens aan Tessa die een nieuwe scooter wil kopen.

Wat komt er allemaal bij kijken als je een scooter wil kopen? Hoe kom jij aan het geld, hoe ga je betalen en welke voor- en nadelen spelen een rol.

In dit arrangement gaan we de volgende onderwerpen behandelen:

  • Geldsoorten
  • Geldfuncties
  • Spaarmotieven
  • Leenmotiven

Klik gauw door om antwoord te geven op al deze vragen!

Je zult in dit arrangement in stapjes worden voorbereid voor het eindtoets.

Veel succes!

 

Lesstof

Geldfuncties

Laten we snel beginnen!

Ooit konden mensen zonder geld. Een jager ruilde een wild zwijn tegen groente. Een pottenbakker ruilde zijn potten tegen kleding. Hoe ging dat nou precies en hoe gaat dat nu?

Als je een product ruilt tegen een ander product noem je dat directe ruil. Je geeft bijvoorbeeld een DVD en krijgt een game-kaart terug. Dit werkt het beste als beide kanten tevreden zijn.

Echter is het handiger een product te ruilen voor geld. In de economie is geld het belangrijkste ruilmiddel. Goederen en diensten ruilen tegen geld, noemen we indirecte ruil.

 

Geld kan je op verschillende manieren gebruiken. Je loopt in een winkelcentrum en je ziet een leuke jas voor € 89. De prijs geeft de waarde van de jas aan. Als je met geld de waarde van een goed of van een dienst vaststelt, is geld een rekenmiddel. Op het moment dat je de jas koopt, ruil jij je geld voor de jas. In dat geval is geld een ruilmiddel. Misschien wil jij een scooter kopen. Geld kan je makkelijk bewaren, daarom zal jij je geld bewaren om later een scooter te kopen. Dan gebruik je het geld als spaarmiddel.

 

De manieren hoe jij je geld gebruikt, noemen we geldfuncties.

Nog één keer de geldguncties op een rij:

  • Rekenmiddel
    Je geeft met geld de waarde van een product aan
  • Ruilmiddel
    Je koopt of verkoopt goederen of diensten met geld
  • Spaarmiddel
    Je geeft een deel van je inkomen niet uit om het later te gebruiken

 

 

 

 

Geld soorten

Contact geld of Cash, dit zijn de woorden die wij in ons dagelijks leven gebruiken. Weet jij eigenlijk wel hoe dat echt heet?

Op 1 januari 2002 werd de munteenheid de euro ingevoerd. In Nederland is de euro de wettelijke betaalmiddel. Dit betekend dat wij overal in nederland met de euro kunnen betalen. Het tastebare geld in de vorm van munten en bankbiljetten, noemen we chartaal geld.

Voorbeelden van chartaal geld zijn:

  • de munten en bankbiljetten die mensen in hun portemonee hebben;
  • de munten en bankbiljetten die mensen thuis bewaren;
  • de munten en bankbiljetten die mensen in de kassa hebben

Let op! Het geld wat de banken in hun kluis hebben behoort niet tot chartaal geld.

 

Geld dat op je bankrekening staat is niet tastbare, dit noemen we giraal geld.  Als je een baan hebt ontvang jij je salaris op je bankrekening, maar ook kan je een betaling doen via jou bankrekening. Iedereen met een bankrekening heeft een pinpas. In de winkel betaal je bij de betaalautomaat met je pinpas. Het geld wordt meteen van jouw bankrekening overgemaakt naar die van de winkel.

Tegenwoordig heb je meer manieren om met giraal geld te betalen. Zo kun je nu ook in de winkel bij de betaalautomaat met je mobilieltje betalen. Of als je bijvoorbeeld via internet leuke schoenen besteld, kunt je giraal betalen door het bedrag over te maken met internetbankieren.

Winkeliers willen graag dat je giraal betaalt. Ze hoeven dan het geld aan het einde van de dag niet na te tellen.Ook neemt de kans op overvallen af als er minder chartaal geld in kas is.

Een voordeel voor de mens is dat ze alleen met een pinpas de deur uit kunnen. Ze hoeven de munten en bankbiljetten niet mee te sjouwen.

 

Door geld op te nemen bij een geldautomaat, zet je giraal geld direct om in chartaal geld.

Je giraal geld neemt af, want je neemt het geld van je bank op. je chartaal geld neemt toe, want je hebt nu meer tastbare geld in je portemonee.

 

Let op! Het geld dat op je spaarrekening hebt staan is geen giraal geld.

 

 

Saldo

Kennisclip

 

Tegenwoordig gaat dat veel makkelijker, bekijk dit filmpje ook eens!

 

Spaarmotieven

Sparen kan je thuis doen. Je kunt je geld bewaren in je portemonee, maar de meeste mensen zetten hun spaargeld liever op de bank. Als je geld bij de bank op een spaarrekening zet, krijg je van de bank rente over je spaargeld.

Er zijn drie spaarmotieven:

  • Sparen voor een doel:
    Je wilt over een tijdje iets kopen en hebt daar nog niet genoeg geld voor
  • Sparen uit voorzorg:
    Je wilt sparen voor onverwachte situaties. Bijvoorbeeld als je scooter het opeens niet meer doet
  • Sparen voor de rente:
    Als je het geld op je spaarrekening niet opneemt, wordt het bedrag elk jaar hoger. De rente die je krijgt is dan een extra inkomen.

Als spaarder heb je te maken met inflatie, dit is niet gunstig voor hun. Door de stijgende prijzen kun je met hetzelfde bedrag in de toekomst minder voor kopen. Zo kunnen we concluderen dat je spaargeld door inflatie minder waard kan worden.

 

 

Leenmotieven

Weet je het nog? Tessa wilt graag een scooter kopen.

De scooter die Tessa wilt kopen kost € 1.550. Tessa heeft niet genoeg spaargeld en wilt bij de bank een lening afsluiten. een andere woord voor een lening is een krediet.

Als Tessa geld leent van de bank, betaald ze rente aan de bank als vergoeding van de lening. Dit betekend dat ze geld mag lenen, maar door rente meer moet terug betalen dan je hebt geleend. De rentekosten bij een lening noem je ook wel kredietkosten. Ook moet Tessa de lening zelf weer terug betalen, dat noemen we aflossen. Het bedrag dat ze elke maand moet betalen voor haar aflossing en rente, heet termijnbedrag.

 

Kredietkosten = (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

Voorbeeld:

Tessa leent € 1550 en betaalt terug in maandelijse termijnen van €90. De looptijd ( de periode waarin je de lening afbetaald) van de lening 2 jaar. Wat zijn de Kredietkosten?

 

Stap 1: 2 x 12 x 90= € 2.160

Stap 2: 2.160  - 1.550= € 610

Stap 3: Kredietkosten zijn € 610

 

Voor het lenen van geld kun je verschillende redenen hebben.
Die redenen noem je Leenmotieven. Hieronder zie een aantal voorbeelden:

  • aankoop van een woning
  • dringd geld te kort
  • het niet uitstellen van een aankoop, maar gelijk genieten

 

 

Diagnostische toets

In de onderdelen hiervoor heb je kunnen bestuderen welke soorten geld er is, hoe je geld kan gebruiken en hoe je uiteindelijk kan betalen. Ook heb je kunnen lezen welke spaar- en leenmotieven er zijn.


Nu ga jij je zelf controleren. Heb jij de stof begrepen of moet je het nog een keer herhalen?
Je krijgt een oefentoets met 10 vragen! Dit is een test om je goed voor te bereiden op de toets.

 

Heb je vijf of minder antwoorden goed beantwoord, klik dan op het kopje herhalingstof.

Heb je zes of meer antwoorden goed, klik dan op het kopje verrijkingsstof.

 

Laten we snel beginnen en succes!

 

Extra lesstof

Herhalingsstof

Uit de diagnostische toets is gebleken dat je de stof nog een keer moet herhalen. Maak je geen zorgen! Na dit onderdeel ben je goed voorbereid op de eindtoets.

Je hebt de stof eerder al gelezen. Nu ga je zelf aan de slag met de oefeningen hieronder. Weet je het niet meer? Kijk dan tijdens het maken van de twee oefening terug onder het kopje lesstof.

 

 

 

Verrijkingsstof

Je bent goed bezig! Ga zo door!

Jij bent klaar voor een uitdaging, laten we snel beginnen!

 

Sparen voor rente is een spaarmotief, maar je kunt op veschillende manieren rente ontvangen.
Van een gewone spaarrekening kun je geld opnemen wanneer jij dat wilt. Je krijgt dan een variable rente. Dat betekend dat de bank ieder moment zijn rentepercentage kan veranderen.

Kan jij je spaargeld missen voor langere tijd, dan kun je kiezen voor een spaardeposito. Dat is een rekening waarop jij je geld voor een afgesproken tijd vast zet. Je ontvangt dan een vaste rente. De gehele periode blijft het rentepercentage hetzelfde.

Als je kiest voor spaardeposito sparen, wordt je rentebedag vaak berekend met enkelvoudige rente. Na afloop van een jaar wordt je rente apart uitgekeerd. De bank voegt dit bedrag niet aan je spaartegoed toe.

 

De meeste spaarrekeningen hebben te maken met samengestelde rente. Dit betekend dat de rente elk jaar bijgeschreven wordt op je rekening. Door de ontvangen rente neemt het spaarbedrag ieder jaar toe.In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus je rente. Daarom noem je dit ook wel ‘rente op rente’.

 

Aan de hand van een formule kan je berekenen hoe hog je rente is. Bekijk de volgende video's om te leren hoe rente wordt berekend.

 

Formule

Enkelvoudige rente= rentepercentage x spaarbedrag x jaren

 

Formule

Samengestelde rente= rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)

Zojuist heb jij nieuwe theorie gekregen. Nu is het tijd om de onderstaan oefeningen te maken!

Eindtoets

Toets: Eindtoets

Start

  • Het arrangement Hoe ga je betalen? is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Dilara Kul
    Laatst gewijzigd
    2019-10-16 11:49:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Als je een scooter wil kopen wat komt er allemaal bij kijken?
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.