Geldfuncties

Laten we snel beginnen!

Ooit konden mensen zonder geld. Een jager ruilde een wild zwijn tegen groente. Een pottenbakker ruilde zijn potten tegen kleding. Hoe ging dat nou precies en hoe gaat dat nu?

Als je een product ruilt tegen een ander product noem je dat directe ruil. Je geeft bijvoorbeeld een DVD en krijgt een game-kaart terug. Dit werkt het beste als beide kanten tevreden zijn.

Echter is het handiger een product te ruilen voor geld. In de economie is geld het belangrijkste ruilmiddel. Goederen en diensten ruilen tegen geld, noemen we indirecte ruil.

 

Geld kan je op verschillende manieren gebruiken. Je loopt in een winkelcentrum en je ziet een leuke jas voor € 89. De prijs geeft de waarde van de jas aan. Als je met geld de waarde van een goed of van een dienst vaststelt, is geld een rekenmiddel. Op het moment dat je de jas koopt, ruil jij je geld voor de jas. In dat geval is geld een ruilmiddel. Misschien wil jij een scooter kopen. Geld kan je makkelijk bewaren, daarom zal jij je geld bewaren om later een scooter te kopen. Dan gebruik je het geld als spaarmiddel.

 

De manieren hoe jij je geld gebruikt, noemen we geldfuncties.

Nog één keer de geldguncties op een rij: