De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Luister naar het verhaal van Marion en beantwoord de vraag.
Hassfächer
Luister nogmaals naar Marion en beantwoord de vraag.
Und du?
Vertel eens over jouw schoolvakken.
Vul de volgende zinnen aan.
Mijn lievelingsvak is ...
Mein Lieblingsfach ist ...
Mijn lievelingsvakken zijn ...
Meine Lieblingsfächer sind ...
Een vak waar ik een hekel aan heb, is ...
Mein Hassfach is ...
Vakken waar ik een hekel aan heb, zijn ...
Meine Hassfächer sind ...
Vergelijk je antwoorden met zes klasgenoten.
Vraag hen over hun favoriete vakken en hun minder favoriete vakken.
Noteer hun antwoorden.
Wat zijn de overeenkomsten/verschillen?
Stap 2 - Woordjes
Wiskunde, geschiedenis, Engels...
Op school heb je schoolvakken: die Schulfächer.
In sommige vakken ben je goed, in andere misschien wat minder.
Met je uitwisselingspartner zul je zeker spreken over schoolvakken en je lesrooster.
In de volgende oefeningen leer je de belangrijkste woorden die je nodig hebt voor dit gesprek.
Waren er woorden/zinnen bij die je nog niet kende?
Stundenplan
Schrijf je eigen rooster in het Duits op.
Minigesprek
Eén van jullie stelt vragen over het rooster, de ander geeft antwoord. Voer het gesprek in het Duits. Gebruik de zinnen uit de vorige oefening.
Mogelijke vragen:
Wat heb je maandag het vierde uur?
Wanneer heb je Wiskunde?
Hoe laat begin je op vrijdag?
Hoe laat ben je op dinsdag uit?
Hoe lang duurt de lunchpauze en hoe laat is die?
Bedenk zelf nog andere vragen.
Wissel na één minuut van rol.
Stap 3 - Schrijven
Schoolvakken
Om over schoolvakken te schrijven moet je natuurlijk weten hoe ze in het Duits heten.
Ken jij alle schoolvakken?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Maak de onderstaande zinnen in het Duits compleet.
Schoolvakken en cijfers
Schrijf een kort tekstje over schoolvakken en cijfers.
Verwerk in het tekstje de volgende informatie:
favoriete vak(ken)
haatvak(ken)
moeilijk/makkelijk/stom/interessante vakken
cijfers voor verschillende vakken
Wissel je tekst uit met een klasgenoot.
Vraag om commentaar.
Geef zelf op een goede manier feedback op het tekstje van je klasgenoot.
Pas je tekstje eventueel nog een beetje aan.
Klaar?
Laat je tekst controleren door je leraar.
Stap 4 - Grammatica 1
Haben of sein?
De voltooid tegenwoordige tijd bestaat uit twee delen: het hulpwerkwoord haben of sein plus het voltooid deelwoord. Welke vorm van haben of sein je gebruikt, hangt af van het onderwerp. Maar weet je ook wanneer je haben en wanneer je sein gebruikt?
In de meeste gevallen gebruik je in het Duits hetzelfde hulpwerkwoord als in het Nederlands.
Voorbeeld:
Ik heb een pizza gegeten. - Ich habe eine Pizza gegessen.
Ik ben op school geweest. - Ich bin in der Schule gewesen.
Zoals altijd zijn er uitzonderingen. Kijk maar eens op de site: www.duits.de.
Daarnaast gebruik je bij werkwoorden die een beweging uitdrukken in het Duits het werkwoord sein.
Voorbeeld:
Ik heb een stukje gelopen. - Ich bin ein Stück gelaufen.
Ik heb gisteren gefietst. Ich bin gestern Fahrrad gefahren.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het Duits gebruik je vaak de voltooid tegenwoordige tijd om te vertellen dat iets in het verleden gebeurd is, maar dat hoeft natuurlijk niet. Je kunt ook de onvoltooid verleden tijd gebruiken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Opdracht: Stundenplan - vmbo-kgt2 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Schule', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt2. Je begint met het luisteren naar Duitse leerlingen die vertellen over hun schoolvakken. Ook oefen je met nieuwe woorden. Je schrijft een tekstje over schoolvakken en cijfers, en je beantwoordt hier vragen over. Bij de grammatica ga je bezig met leren over de werkwoorden haben en sein. Als afsluiter van deze opdracht luister je naar een lied over een jongen met een slechte rapport.
Spreken;
Schrijven;
Gesprekken voeren;
Duits;
Luisteren en kijken;
Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames;
Lezen;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 30 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, cijfers, duits, haben en sein, schoolvakken, schule, slecht rapport, stercollectie, stundenplan, vmbo-kgt2
Opdracht: Stundenplan - vmbo-kgt2
nl
VO-content
2023-06-21 14:02:50
Deze opdracht hoort bij het thema 'Schule', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt2. Je begint met het luisteren naar Duitse leerlingen die vertellen over hun schoolvakken. Ook oefen je met nieuwe woorden. Je schrijft een tekstje over schoolvakken en cijfers, en je beantwoordt hier vragen over. Bij de grammatica ga je bezig met leren over de werkwoorden haben en sein. Als afsluiter van deze opdracht luister je naar een lied over een jongen met een slechte rapport.
Deel 2 bestaat uit 5 stappen. Werk ze één voor één door.
en 
Op school heb je schoolvakken: die Schulfächer.
De voltooid tegenwoordige tijd bestaat uit twee delen: het hulpwerkwoord haben of sein plus het voltooid deelwoord. Welke vorm van haben of sein je gebruikt, hangt af van het onderwerp. Maar weet je ook wanneer je haben en wanneer je sein gebruikt?
In het Duits gebruik je vaak de voltooid tegenwoordige tijd om te vertellen dat iets in het verleden gebeurd is, maar dat hoeft natuurlijk niet. Je kunt ook de onvoltooid verleden tijd gebruiken.
