Functies van geld

Functies van geld

Startpagina

Hallo allemaal!

Ik heet je van harte welkom op deze website.

 

Op deze website ga ik je leren hoe je moet sparen en waarom je dit doet.

 

Dit gaan jullie doen door middel van het doornemen van de theorie, het bekijken van de kennisclip waarin ik een gedeelte van de theorie mondeling zal uitleggen, herhaling- en verrijkingsopdrachten, een spel om de begrippen te oefenen en tot slot een formatieve- en summatieve toets.


Deze les is geschikt voor leerlingen in de 3e klas van het VMBO.

 

Ik wens je heel veel succes

Leerdoelen

  • Je kunt het verschil van geldsoorten beschrijven;

  • Je kunt de funcites van geld beschrijven;

  • Je kunt het verschil van indirect en direct beschrijven;

  • Je kunt verschillende manieren beschrijven om aan geld te komen;

  • Je kunt verschillende soorten uitgaven benoemen;

  • Je kunt het rentebedrag over je spaargeld berekenen.

Lesstof

1.1 Soorten geld

Wat is geld?

Geld is alles wat in de samenleving algemeen aanvaard wordt als ruilmiddel, oppotmiddel of rekenmiddel.
Er zijn verschillende betalingsmiddelen geweest. Onder anderen schelpen en edelmetalen (goud, zilver).
Geld kan je ruilen, bewaren en vergelijken.

 

Welke soorten geld heb je?
De soorten geld die we kennen is giraal geld en chartaal geld.

Chartaal geldis het geld dat in handen kan worden vastgehouden. Dit geld bestaat dus uit munten en bankbiljetten.

Giraal geldis geld dat digitaal aanwezig is op bankrekeningen.

Je kunt van giraal geld ook chartaal geld maken door het te pinnen of af te halen bij de bank.
Net zoals je van chartaal geld ook giraal geld kan maken door het te storten bij de bank.

Wanneer je geld op de bank hebt staan, noem je dit een creditsaldo.
Wanneer je meer hebt uitgegeven dan dat je op de rekening hebt staan, dan sta je rood.
Het rood staan op je betaalrekening noem je een debetsaldo.

1.2 Spaarmotieven

Deze les gaan we het hebben over sparen. Wat is dit nou eigenlijk?!

Sparen wilt zeggen dat je een deel van je inkomen niet uitgeeft. De meeste mensen die sparen, zetten hun spaargeld op een spaarrekening. Je kunt verschillende redenen hebben om te sparen, dit noemen we spaarmotieven.
De drie motieven waarom mensen ervoor kiezen om te gaan sparen zijn:

  • Sparen voor een bepaald doel
    Het sparen vanuit het doelmotief geeft de consument een doel waarvoor het geld opzij wordt gelegd. Een voorbeeld is het sparen voor het aanschaffen van een auto over een bepaald aantal jaren.

    Voorbeeld:
    Lara wilt graag een scooter kopen, daarom houdt zij elke maand €200,- apart van haar inkomen.

    • Doelmotief is dat Lara een scooter wilt kopen

 

  • Sparen voor de rente
    Wanneer je gaat sparen om daar geld voor te krijgen dan spaar je voor de rente. Het is een soort vergoeding omdat jij je geld vastlegt op de spaarrekening.


    Voorbeeld:
    Dilara besluit om haar geld op een spaarrekening te zetten. Wanneer zij dit bedrag er voor een lange tijd op laat, zal zij hierover 2,3% rente ontvangen zonder dat zij er iets voor hoeft te doen.

    • Dit is sparen voor rente, omdatDilara 2,3% rente ontvangt zonder dat zij er iets voor hoeft te doen.

  • Sparen uit voorzorg

    Het zekerheidsmotief vinden we bij de consument die een buffer wil vormen voor onzekere tijden. De consument legt het geld opzij, maar het is vaak niet bekend waarvoorhet geld nodig zal zijn en wanneer.
    De meeste consumenten hebben maandelijks niet hetzelfde te besteden. Zo zijn er maanden waarin dat de auto een grote beurt krijgt, een verkeersboete op je deurmat valt, Sinterklaas even langskomt, de CV ketel het begeeft of het gezin op vakantie gaat.
    Door deze schommelingen in het inkomen- en uitgavenpatroon zijn er maanden waarin de consumenten een geldoverschot hebben en maanden waarin de consumenten een geldtekort hebben. Wanneer je gaat sparen uit voorzorg, wilt dit zeggen dat je een buffer wilt gaan vormen voor onzekere tijden. Hierbij leg je het geld opzij, maar is het nog niet bekend wanneer en waarvoor het geld nodig zal zijn.


    Voorbeeld:
    De wasmachine van familie Tasar is stuk gegaan. Omdat zij vooraf geld opzij hebben gelegd, zijn zij nu in staat om de reparaties  of een gehele nieuwe wasmachine te kunnen veroorloven.

    • Dit is sparen uit voorzorg, omdat de familie Janssen vooraf geld opzij hebben gelegd

Hieronder een video waarin de theorie nog even duidelijk toegelicht wordt.

1.3 Geld lenen

 

Als je niet genoeg geld hebt als eigen vermogen om iets aan te kunnen schaffen.
Zijn vaak besparingen nodig of je zal geld moeten lenen voor het aanschaffen van grote zaken zoals:

  • Geld lenen voor een nieuwe auto
  • Geld lenen voor een nieuw huis
  • Geld lenen voor een verbouwing

Voor het lenen van geld kan je verschillende redenen hebben.
Deze verschillende redenen noem je leenmotieven.

De drie vormen van leenmotieven waarom mensen ervoor kiezen om te gaan lenen zijn:

  • Geld lenen voor de aanschaf (duurzaam) consumptiegoed
  • Geld lenen om een tijdelijk tekort op te vangen
  • Geld lenen om tegenslagen op te vangen

Een ander woord voor lening is een krediet. Banken bieden verschillende vormen van krediet aan.
De drie vormen van krediet die de banken bieden zijn:

  • Doorlopend krediet
  • Salariskrediet
  • Persoonlijke lening

Voor een afgesproken bedrag mag je rood staan op je bankrekening, de hoogte van deze afgesproken bedrag is afhankelijk van je maandelijkse loon. Deze krediet die je bij de bank hebt, noem je een salariskrediet.

Als je een bedrag maximaal kunt lenen bij de bank. Dan heb je een kredietlimiet. Op het moment dat jij je schuld hebt afgelost bij de bank, mag je weer geld lenen.

Wanneer je geld van je ouders of vrienden leent en dit meteen ontvangt. Noem je deze vorm van krediet een persoonlijke lening. Je betaald namelijk in termijnen de lening en rente terug aan je ouders of vrienden.

 

Huh?! Geld lenen kost geld?
Dat klopt! Het zit namelijk zo...
Wanneer je geld leent, moet je namelijk een vergoeding betalen aan de bank. Deze vergoeding noemen wij rente.
Meestal betaal je maandelijks een deel van je aflossing en een deel van de rente terug. Dit noemen wij een termijn.
Als je geld leent moet je zeker weten dat je dit kunt terugbetalen. Het terugbetalen van het geleende geld, noem je aflossen.

 

Voorbeeld:
De ouders van Pieter willen graag een huis kopen. Voor het kopen van een huis sluit je vaak een hypotheek af.
Omdat het kopen van een huis een duurzaam consumptiegoed is, kiezen de ouders van Pieter ervoor een hypotheek af te sluiten.
Een ander woord voor hypotheek is een hypothecaire lening.

Als je de rente en aflossing niet kunt terugbetalen aan de bank.
Dan kan de bank je huis verkopen.
Je huis is dus een onderpand voor de banken.

1.4 Rentepercentage berekenen

Hoe kan je de veranderingen in procenten berekenen...??!

 

Als je geld op je spaarrekening hebt kan het betdrag op je spaarrekening veranderen.
Een getal kan met een percentage toenemen. Dit noemen we procentuele toename.
Wanneer een getal procentueel afneemt, noem je dit een procentuele afname.

Om de veranderingen in procenten te kunnen berekenen, heb je de formule nodig voor procentuele veranderingen.

De formule om de procentuele veranderingen te kunnen berekenen is als volgt:

(Nieuw - Oud)
        Oud        x 100%

 

Met procenten kun je delen en het gehele berekenen. Om te rekenen is het belangrijk om te weten dat het geheel 100% is.

Voorbeeld:
Henk had op 1 januari 2018 € 1.500,- op zijn spaarrekening gestort.
6 maanden later had hij € 2.300,- op zijn spaarrekening.

 

Hoe bereken je de procentuele verandering?

Om de procentuele verandering te kunnen berekenen gebruiken wij de formule:

nieuw-oud
  oud    x 100%  = % toename/afname

 

Antwoord:
Het nieuwe bedrag dat Henk op 1 juni 2018 op zijn spaarrekening heeft is  € 2.300,-.
Het oude bedrag dat Henk op 1 januari 2018 had gestord was € 1.500,-

2.300 - 1.500
      1.500      x 100% = 53,3% toename

 

Test jezelf

Herhalingsopgaven

Vragen

Hieronder hebben wij voor jouw nog een aantal herhalingsopgaven.

Probeer deze opgaves te maken als voorbereiding voor je diagnostische toets.

Veel succes!

 

Opdracht 1

Kies het juiste begrip bij de onderstaande zinnnen. Geef aan of hier sprake is van chartaal geld of giraal geld.

 

a) Op straat vind Jos een briefje van € 20,-

b) De broer van Kim had vorige week € 18,- geleend van je geleend en heeft dit vandaag op je rekening gestord.
c) Vroeger betaalden de mensen op eilanden met schelpen

d)Je bent op vakantie geweest in Engeland en je vind in je portomonee nog 1 Pound.

 

Opdracht 2

Op 1 januari 2017 had Maryam € 178.571,- op haar spaarrekening staan. Maryam heeft een jaar lang geen geld van haar spaarrekening opgenomen en gestord. Een jaar later op 1 januari 2018 ziet Maryam dat haar nieuwe saldo op haar spaarrekening € 191.071,- is.

 

a)Bereken hoeveel rente Maryam heeft ontvangen in 1 jaar
b)Bereken de procentuele verandering.
c) Is hier sprake van een procentuele afname of toename? ligt je antwoord toe.

 

Opdracht 3

Geef bij de onderstaande zinnen aan om welke spaarmotieven het gaat.

a) Je spaart sinds je 16 elke maand € 50,-, omdat je meteen voor je rijbewijs wilt opgaan als je 18 bent
b) Thuis begint de wasmachine allerlei kuren te krijgen. Je ouders leggen iedere maand wat wisselgeld in een potje om hiermee de reparatie te kunnen betalen.
c) Je hebt uitgerekend dat als je vanaf nu iedere maand €20,- spaart je na twee jaar ongeveer € 15,- aan rente zult gaan verdienen.
d) Elke maand houd je broertje € 10,- apart zodat hij over tijdje een nieuwe playstation kan kopen, want de playstation die hij nu heeft die loopt vaak vast en zal snel kapot gaan.

 

Opdracht 4

Maak de onderstaande zinnen compleet.

Een ander woord voor lening is __________
Een positief saldo hebben op je betaalrekening is een ______ saldo
Een spaar____ is een rekening waarbij je geld voor een bepaalde periode vaststaat
Als je geld tekort hebt op je betaalrekening. Dan sta je rood of in de min. Je hebt dan een ____ saldo
Spaar____ zijn de redenen waarom je spaart.

Antwoorden

Je bent zover!!

Hieronder is het antwoordmodel van de vragen van de herhalingsopgaven.

Vergeet geen aantekeningen te maken!

 

 

Opdracht 1

Kies het juiste begrip bij de onderstaande zinnnen. Geef aan of hier sprake is van chartaal geld of giraal geld.

a) Op straat vind Jos een briefje van € 20,- Chartaal geld

b) De broer van Kim had vorige week € 18,- geleend van je geleend en heeft dit vandaag op je rekening gestord. Giraal geld
c) Vroeger betaalden de mensen op eilanden met schelpen Chartaal geld

d)Je bent op vakantie geweest in Engeland en je vind in je portomonee nog 1 Pound. Chartaal geld

 

Opdracht 2

Op 1 januari 2017 had Maryam € 178.571,- op haar spaarrekening staan. Maryam heeft een jaar lang geen geld van haar spaarrekening opgenomen en gestord. Een jaar later op 1 januari 2018 ziet Maryam dat haar nieuwe saldo op haar spaarrekening € 191.071,- is.

a) Bereken hoeveel rente Maryam heeft ontvangen in 1 jaar
191.071-178.571 = 12.500
b) Bereken de procentuele verandering.
Nieuw-oud

    oud     x 100 = 191.071 – 178.571 / 178.571 x 100 = 7%

c) Is hier sprake van een procentuele afname of toename? ligt je antwoord toe.

Procentuele toename, het bedrag op de spaarrekening is toegenomen

 

Opdracht 3

Geef bij de onderstaande zinnen aan om welke spaarmotieven het gaat.

a) Je spaart sinds je 16 elke maand € 50,-, omdat je meteen voor je rijbewijs wilt opgaan als je 18 bent Sparen voor een doel
b) Thuis begint de wasmachine allerlei kuren te krijgen. Je ouders leggen iedere maand wat wisselgeld in een potje om hiermee de reparatie te kunnen betalen. Sparen uit voorzorg
c) Je hebt uitgerekend dat als je vanaf nu iedere maand €20,- spaart je na twee jaar ongeveer € 15,- aan rente zult gaan verdienen. Sparen voor de rente
d) Elke maand houd je broertje € 10,- apart zodat hij over tijdje een nieuwe playstation kan kopen, want de playstation die hij nu heeft die loopt vaak vast en zal snel kapot gaan. Sparen uit voorzorg

 

Opdracht 4
Maak de onderstaande zinnen compleet

Een ander woord voor lening is Krediet.
Een positief saldo hebben op je betaalrekening is een creditsaldo.
Een spaarrekeningis een rekening waarbij je geld voor een bepaalde periode vaststaat.
Als je geld tekort hebt op je betaalrekening. Dan sta je rood of in de min. Je hebt dan een debetsaldo.
Spaarmotievenzijn de redenen waarom je spaart.

Verdiepingsstof

Vragen

 

Hieronder staan een aantal oprachten die je kunt maken als voorbereiding voor de toets.

 

Opdracht 1
Wat is het verschil tussen giraal geld en chartaal geldd

 

Opdracht 2
Ileyna is 20 jaar oud en zou graag weer willen studeren, hiervoor zal zij moeten sparen.
Ileyna begint met het storten van € 700,- op haar bankrekening, waarover zij 1,8% per jaar zal ontvangen.

 

a) Hoeveel rente zal Ileyna na 1 jaar ontvangen?
b) Hoeveel rente zal Ileyna na 3 jaar ontvangen?


Na 3,5 jaar stopt Ileyna met sparen en neemt zij al haar geld van de spaarrekening op.

c) Hoeveel neemt Ileyna op van haar spaarrekening?

 

Opdracht 3
Patricia is van plan een auto te kopen.
Deze auto wilt zij doormiddel van een lening betalen.
Zij al € 10.000,- lenen van de bank waarover zij 1,1% rente moet betalen. (over het geleende bedrag)
Deze lening betaald zij in 5 jaar terug.

 

a) Hoeveel rente moet Patricia per jaar betalen?
b) Hoeveel rente moet Patricia in totaal betalen?
c) Hoeveel rente heeft Patricia na 4,5 jaar betaald?
d) Wat betaald Patricia in totaal na 5 jaar terug?

 

Opdracht 4
Benoem de drie spaarmotieven

 

Opdracht 5
Geef aan welke drie vormen van krediet er zijn.

Antwoorden

 

Je bent zover!!

Hieronder is het antwoordmodel van de vragen van het verrijkingsstof.

Vergeet geen aantekeningen te maken!

 

Opdracht 1
Chartaal geld is geld wat je letterlijk in handen kunt hebben, giraal niet.

 

Opdracht 2
a) 700 x 0,018 = € 12,60
b) 12,60 x 3 = € 37,80
c) 700 + (12,60 x 3,5) = € 744,10

 

Opdracht 3
a) 10.000 x 0,011 = € 110,-
b) 110 x 5 = € 550,-
c) 110 x 4,5 = € 495,-
d) 10.000 + 550 = € 10.550,-

 

Opdracht 4

  • Sparen voor een doel
  • Sparen voor de rente
  • Sparen uit voorzorg

 

Opdracht 5

  • Doorlopend krediet
  • Salariskrediet
  • Persoonlijke lening

Eindtoets

Dames en heren,

De digitale lessen zitten er weer op. Nu zullen we eens kijken wat je ervan hebt geleerd door middel van een eindtoets.

Veel succes en zet hem op!

  • Het arrangement Functies van geld is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ali Tasar Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-04-24 13:37:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/rVL60rT_vTY
    https://youtu.be/rVL60rT_vTY
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Test jezelf

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.