Je vindt hier uitleg en opdrachten over leesvaardigheid. Je kunt hier tevens alle theorie vinden die je moet weten voor het SO leesvaardigheid op 6 februari, dus je kunt deze website gebruiken om te leren.
Vergeet niet ook de theorie in Op Niveau te bekijken!
Blok 1 - Lezen: tekstdoelen en tekstsoorten
Blok 2 - Lezen: onderwerp, deelonderwerp en alinea's
Blok 3 - Lezen: alles
1. Tekstdoelen en tekstsoorten
Theorie
Tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek
We vergelijken een tekst met een ingepakt cadeau.
Degene die het cadeau geeft, doet dit met een doel. Hij wil de ontvanger feliciteren, belonen of verrassen.
De schrijver van een tekst heeft ook een doel. Hij wil bij de lezer iets bereiken. Dit noemen we het tekstdoel.
Je kent de zes tekstdoelen waarschijnlijk nog wel:
Informeren: de schrijver wil de lezer van informatie voorzien.
Uitleg geven: je krijgt uitleg over hoe iets in elkaar zit, werkt of gebruikt moet worden.
Mening laten vormen, na laten denken: je ziet verschillende kanten van het onderwerp, zodat je daarover kunt nadenken en je mening kunt vormen.
Overtuigen: de schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.
Overhalen: je wordt met activerende woorden aangespoord iets te kopen of te gaan doen.
Amuseren: de schrijver wil dat de lezer zich amuseert/vermaakt.
Natuurlijk wil de gever van het cadeau dat de jarige zich verrast voelt met het cadeau, want dan is zijn doel bereikt. Daarom moet hij weten wat de jarige leuk vindt. Dat geldt voor een schrijver ook. Als de schrijver zijn doel wil bereiken, moet hij weten wat zijn lezers interesseert. Anders gezegd: hij moet zijn publiek kennen. Hij moet letten op leeftijd, geslacht, interesses en op wat zijn lezer al weet. Een schrijver van kinderboeken schrijft anders dan een journalist van een krant.
Voor het cadeau kiest de gever een bepaald soort cadeau: iets creatiefs, iets lekkers of iets praktisch bijvoorbeeld. Ook een schrijver kiest een bepaalde soort tekst om zijn doel te bereiken. Dat noemen we de tekstsoort, bijvoorbeeld een informatieve tekst.
Als laatste kiest de gever van het cadeau een bepaalde vorm, de verpakking: bijvoorbeeld een doos met een rode strik. Ook een schrijver kiest een bepaalde vorm voor zijn tekst. Dat noemen we de tekstvorm.
Hieronder zie je enkele voorbeelden.
Opdrachten
2. Onderwerpen en alinea's
Theorie: onderwerp van een tekst
Onderwerp van een tekst, verkennend lezen
Als je al weet waar een tekst over gaat, leest dat daarna gemakkelijker. Daarvoor ga je eerst het onderwerp van de tekst bepalen. Je stelt je zelf de vraag: waar gaat de tekst over? Het antwoord is het onderwerp. Dit bestaat altijd uit een of enkele woorden, nooit een hele zin!
Om het onderwerp te bepalen, is het niet nodig de hele tekst te lezen. Je kijkt alleen maar naar de buitenkant van de tekst, zeg maar naar de verpakking van het cadeau. Dat noemen we verkennend lezen. Je weet waarschijnlijk nog wel hoe dat ging:
Je bekijkt:
De titel boven de tekst.
Tussenkopjes, dat zijn titels boven een tekstgedeelte.
Anders gedrukte woorden die de aandacht vragen (vet, cursief, groter).
Illustraties (foto’s en plaatjes).
De bron, dat is waar de tekst zelf vandaan komt, bijvoorbeeld een internetsite of krant. Die staat vaak in kleine letters onderaan de tekst.
Je leest:
De eerste alinea, vaak vetgedrukt. Dat noemen we de inleiding van een artikel.
De laatste alinea.
Onderwerpen van een tekst kunnen bijvoorbeeld zijn:
‘walvisvangst’
‘opvang asielzoekers’
‘nieuwe voetbalcompetitie’.
Klik hieronder op 'volgende' voor de oefeningen.
Theorie: deelonderwerpen en tussenkopjes
Deelonderwerpen en tussenkopjes
ADeelonderwerp
Een tekst heeft naast een onderwerp vaak ook een deelonderwerp. Wanneer een tekst wat langer is en uit meerdere alinea’s bestaat, heeft de tekst waarschijnlijk meer dan één deelonderwerp.
Wat is nu een deelonderwerp? Dit zegt wat over het onderwerp, het is hier een onderdeel van.
Een voorbeeld om het wat duidelijker te maken. Stel dat een tekst over skateboarden gaat. Dit wordt in de titel en de inleiding (1e alinea) al duidelijk gemaakt. Dan is skateboarden dus het onderwerp van de hele tekst. Na de inleiding staan in de tekst bijvoorbeeld nog drie alinea’s. In alinea 2 gaat het over verschillende disciplines bij skateboarden, alinea 3 gaat over diverse tricks en alinea 4 gaat over de onderdelen van een skateboard. Alinea 2, 3 en 4 zeggen alle drie wat over skateboarden, het onderwerp van de hele tekst. De onderwerpen van de alinea’s (de deelonderwerpen) zijn met elkaar verbonden door het ene onderwerp van de hele tekst: skateboarden.
Hoe kun je het deelonderwerp vinden?
Het onderwerp van een tekst kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele tekst over gaat. Het deelonderwerp (van een alinea) kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele alinea over gaat. Het antwoord is dan het deelonderwerp. Dit noteer je altijd in één of een paar woorden, dus niet in een zin.
Terug naar het voorbeeld over skateboarden. stel jezelf de vraag: Waar gaat alinea 2 over? Deze gaat over de verschillende disciplines van skateboarden. Het deelonderwerp van alinea 2 is dus verschillende disciplines bij skateboarden. Deelonderwerp van alinea 3 is dan tricks en het deelonderwerp van alinea 4 is onderdelen.
Waar staat het deelonderwerp?
Vaak staat het deelonderwerp al in deeerste zin van een alinea. In stap 5 (kernzinnen) kom je de eerste zin van de alinea ook weer tegen, omdat het deelonderwerp en de kernzin veel met elkaar hebben te maken.
Tot slot: deelonderwerpen staan alleen in de kern van een tekst. De inleiding en het slot hebben dus nooit een deelonderwerp.
BTussenkopje
Wat is een tussenkopje?
Een tussenkopje is een titel van een alinea. Het maakt duidelijk waar de alinea over gaat, net als de titel boven de hele tekst duidelijk maakt waar de hele tekst over gaat. Een tussenkopje geeft vaak aan wat het deelonderwerp van de alinea is.
Hoe ziet een tussenkopje eruit?
Het is vaak maar één woord. Denk maar weer aan de tekst over skateboarden. Het deelonderwerp van alinea 2 is ‘disciplines’, heb je net bij onderdeel A gezien. Dit deelonderwerp kan heel goed als tussenkopje dienen. Maar, ‘disciplines skateboarden’ kan ook een goed tussenkopje zijn.
Een tussenkopje maakt direct duidelijk waar een alinea over gaat. Het maakt het zoekend lezen (als je snel informatie in een tekst aan het zoeken bent) een heel stuk makkelijker.
Theorie: kernzinnen
Kernzin per alinea
Een alinea herken je doordat de zin ervoor niet helemaal doorloopt tot het einde van de pagina. Soms staat er ook een witregel tussen.
Als je kijkt naar de inhoud van een alinea zie je dat die altijd een deel van het onderwerp behandelt, het deelonderwerp zoals je eerder hebt gezien.
Nu ga je kijken hoe een alinea is opgebouwd. Dit helpt je de tekst sneller te begrijpen. Hiervoor ga je nauwkeurig lezen.
Alinea’s hebben altijd een bepaalde opbouw. Ze bestaan altijd uit:
één kernzin. Dit is de belangrijkste zin van de alinea, omdat die kort noemt wat de schrijver verder gaat uitleggen of uitwerken. Het is dus de zin die het meeste zegt over de hele alinea.
een uitleg of een uitwerking van de kernzin.
De kernzin is binnen de alinea meestal:
de eerste of de tweede zin óf
de laatste zin.
Elke alinea (dus ook bijvoorbeeld de inleiding) heeft een kernzin. Als je alle kernzinnen uit je tekst achter elkaar zet, heb je vaak een goede samenvatting gemaakt!
VOORBEELD
Vraag: Wat is de kernzin in onderstaande alinea’s?
(gedeelte uit een tekst over de uit de dierentuin ontsnapte aap Bokito)
1. Alhoewel de verblijven in dierentuinen de afgelopen twintig jaar wat groter en wat natuurlijker zijn geworden, blijven ze toch een slap aftrekstel van de natuurlijke leefomgeving van dieren. Denk maar niet dat een gorilla het verschil niet merkt tussen het Afrikaanse regenwoud en de dierentuin van Rotterdam. Zelf naar voedsel zoeken bijvoorbeeld of zelf een partner uitkiezen, kilometers rondtrekken en interactie met andere wilde dieren: het is allemaal onmogelijk in een dierentuin. En de hele dag aangestaard worden door hordes mensen zonder je terug te kunnen trekken, lijkt ook bepaald geen pretje.
2. Waar halen we het recht vandaan om het leven van een dier van geboorte tot dood te bepalen, zoals in dierentuinen gebeurt? Bovendien is het tegenwoordig ook mogelijk exotische dieren op televisie of dvd te zien. Zelf een verre reis maken, behoort voor de meeste mensen inmiddels ook tot de mogelijkheden. Wij hebben de keuze, dieren helaas niet! Bron: Sp!ts
Antwoord en uitwerking
De kernzinnen zijn vet, hieronder volgt de uitleg.
1. Alhoewel de verblijven in dierentuinen de afgelopen twintig jaar wat groter en wat natuurlijker zijn geworden, blijven ze toch een slap aftrekstel van de natuurlijke leefomgeving van dieren. Denk maar niet dat een gorilla het verschil niet merkt tussen het Afrikaanse regenwoud en de dierentuin van Rotterdam. Zelf naar voedsel zoeken bijvoorbeeld of zelf een partner uitkiezen, kilometers rondtrekken en interactie met andere wilde dieren: het is allemaal onmogelijk in een dierentuin. En de hele dag aangestaard worden door hordes mensen, zonder je terug te kunnen trekken, lijkt ook bepaald geen pretje.
2. Waar halen we het recht vandaan om het leven van een dier van geboorte tot dood te bepalen, zoals in dierentuinen gebeurt? Bovendien is het tegenwoordig ook mogelijk exotische dieren op televisie of dvd te zien, en zelf een verre reis maken behoort tot de meeste mensen inmiddels ook tot de mogelijkheden. Wij hebben de keuze, dieren helaas niet! Bron: Sp!ts
Uitleg
Alinea 1
Hier is de eerste zin de kernzin, omdat die kernachtig aangeeft wat de schrijver daarna verder gaat uitleggen. Het belangrijkste van de alinea is namelijk dat dierentuinen alleen maar een slappe nabootsing zijn van de natuurlijke leefwereld van dieren. In de volgende zinnen gaat hij uitleggen wat hij daarmee bedoelt.
zin 2: Hij zegt dat een gorilla het verschil herkent tussen de natuur en een dierentuin.
zin 3: Hij noemt voorbeelden van verschillen tussen dingen die een dier in zijn natuurlijke leefomgeving wel kan en in de dierentuin niet.
zin 4: Ook het door mensen aangestaard worden in de dierentuin is een voorbeeld van een verschil met zijn natuurlijke leefomgeving.
Alinea 2
Hier is de laatste zin de kernzin, want het is een conclusie van de eerder in deze alinea genoemde zinnen. In die zinnen geeft de schrijver voorbeelden waarmee hij uitlegt wat de mens doet met weerloze dieren. Deze voorbeelden zijn eigenlijk argumenten die leiden tot zijn conclusie.
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Lees onderstaande tekst.
Bayern verhoogt druk op Dortmund na
zesde zege op rij in Bundesliga
18 januari 2019 22:22
Laatste update: 18 januari 2019 22:56
Bayern München heeft vrijdagavond de zesde overwinning op rij geboekt in de Bundesliga. De ploeg van trainer Niko Kovac was met 1-3 te sterk voor Hoffenheim.
Leon Goretzka was de grote man aan de kant van Bayern. De middenvelder schoot in de 34e minuut de 1-0 binnen en gleed vlak voor rust ook de tweede treffer in het doel na een scherpe voorzet van David Alaba.
Nico Schulz bracht een kwartier na rust de spanning terug met een fraai schot in de verre hoek, maar Bayern bleef in de slotfase overeind en maakte er drie minuten voor tijd via Robert Lewandowski (intikker) nog 1-3 van.
Bij Bayern ontbrak Arjen Robben in de selectie. De 34-jarige aanvaller, die na dit seizoen vertrekt bij 'Der Rekordmeister', kampt met een slepende bovenbeenblessure die hem al sinds eind november parten speelt. Bij Hoffenheim zat Joshua Brenet de hele wedstrijd op de bank.
Door de overwinning legt Bayern de druk weer bij koploper Dortmund. De 'Borussen' hebben nu drie punten meer en spelen zaterdag een uitwedstrijd tegen RB Leipzig.
Opdracht 4
Lees de tekst.
ANWB: Drukste spits ooit met ruim 2.200 kilometer file door sneeuwval
22 januari 2019 16:47
Het filerecord in Nederland is dinsdagavond verpletterd. Met 2.287 kilometer was het de drukste spits ooit volgens de ANWB. In de oostelijke helft van het land, waar een sneeuwgebied overheen trok richting het oosten, was urenlang sprake van een verkeerschaos.
Rond 20.00 uur was de drukte grotendeels voorbij, alleen in het zuidoosten van het land zorgden enkele files nog voor vertraging. Bovendien zorgt de gladheid nog voor problemen op de A6 bij Lelystad.
ANWB-woordvoerder Erwin de Hart laat NU.nl weten dat het hoogtepunt van de recordspits rond 17.40 uur werd bereikt. Het vorige record stond op 11 december 2017. Toen stond er 1.461 kilometer file, ook vanwege sneeuw.
In de oostelijke helft van Nederland waren de files veel langer dan normaal het geval is tijdens de avondspits, omdat het verkeer veel langzamer reed vanwege de sneeuw.
In en om Eindhoven stond het verkeer aan het einde van de middag al muurvast. Op de A2 tussen Maastricht en Eindhoven liep de vertraging op tot twee uur. Ook op de A28 van Utrecht naar Amersfoort leidde een ongeluk ter hoogte van Maarn tot twee uur vertraging. De ANWB riep automobilisten op die weg te mijden.
Avondspits al vroeg 'op volle toeren'
Tussen Heerlen en de Belgische grens op de A76 was het oponthoud meer dan 45 minuten door een aanrijding. Automobilisten ondervonden ook grote problemen rond Arnhem en Nijmegen en ook in Friesland waren "forse problemen op de weg", aldus de ANWB.
De avondspits begon dinsdag al vroeg. "Die draait op volle toeren", zei een ANWB-woordvoerder omstreeks 16.15 uur tegen NU.nl.
Bron: nu.nl
Gebruik oordopjes of zet je geluid uit!
Opdracht 5
Gebruik oordopjes of zet het geluid uit.
Bekijk het onderstaande filmpje op nu.nl
Misschien was het je al opgevallen: het filmpje bevat allemaal korte zinnen die allemaal belangrijk zijn voor het filmpje. Je zou kunnen zeggen dat het filmpje alleen de kernzinnen laat zien. In een tekst zou je ze namelijk nog verder kunnen uitbreiden met toelichting of voorbeelden.
Opdracht 6
Ga naar nu.nl en zoek een tekst op die je aanspreekt. Daarover beantwoord je de volgende vragen.
Opdracht 7
Als je oordopjes/een koptelefoon bij je hebt, bekijk je het filmpje - anders sla je die over.
Lees onderstaande tekst.
2019 wordt het jaar van de maan
Het ruimtenieuws zal dit jaar vooral van de maan komen. Niet alleen is het in juli een halve eeuw geleden dat Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zette, maar ook zijn er een paar momenten waarop de maan er eventjes wat anders uitziet, zoals op 21 januari waarop de 'superbloedwolfmaan' te zien was. Daarnaast staan er een hele serie onbemande maanlandingen gepland. Kortom, de maan staat volop in de belangstelling.
Naar boven kijken
Sommige astronomen hebben gemengde gevoelens bij die belangstelling, maar planeetonderzoeker Daphne Stam van de Technische Universiteit Delft snapt het wel. ‘Wetenschappelijk is er natuurlijk niets aan de hand, maar het is wel heel goed dat mensen gewoon een keer naar boven kijken.’ Sterrenkundige Lucas Ellerbroek is het daarmee eens: ‘Sommige collega's doen er wat lacherig over, maar de maan is er altijd. Het is het eerste wat opvalt als je naar de hemel kijkt. En zo'n bloedmaan, een soort avondrood gereflecteerd door de maan, dat is altijd leuk om te vertellen.’ Zo was er op 21 januari om 6:12 uur een totale eclips te zien, waarbij de aarde tussen de zon en de maan instond. Tijdens deze eclips vielen er drie fenomenen samen: een maansverduistering (waarbij de maan rood kleurt), een supermaan (waarbij de maan vol is en relatief dicht bij de aarde staat) en een ‘wolf moon’ (de Engelse benaming voor de eerste volle maan in het jaar). Op 16 juli zal er een gedeeltelijke maansverduistering te zien zijn en de twee andere supermanen kunnen we waarnemen op 19 februari en 21 maart.
Maanlanders
We kunnen dit jaar niet alleen naar de maan kijken, we gaan er ook naartoe met een hele vloot maanlanders. De eerste, Chang'e 4, is op 2 januari geland, voor het eerst op de achterkant van de maan. ‘Hij staat in een krater die weer in een andere krater is geslagen’, vertelt Daphne Stam. ‘De maankorst is daar dunner, dus het gesteente daar kan ons meer vertellen over het ontstaan van de maan.’ Later dit jaar sturen de Chinezen nog een maanlander op weg: Chang'e 5 wordt het eerste ruimtevaartuig sinds de jaren 70 dat een stukje maan terugbrengt naar de aarde. Alleen al waardevol omdat dat maanmonster niet in contact met mensen komt. ‘Er is tijdens en na de Apollo-missies niet heel erg zorgvuldig met die monsters omgegaan. De maanlandingen hadden formeel wel een wetenschappelijk doel, maar pas op de laatste vlucht ging er een geoloog mee.’ Niet alleen de Chinezen blazen het maanonderzoek nieuw leven in. Ook India stuurt dit jaar zijn eerste maanlander op weg, Chandrayaan 2, die naar de zuidpool van de maan gaat. Daphne Stam: ‘De polen zijn de plekken waar in de toekomst misschien bemande maanbases komen, dus is het interessant om te weten of er bijvoorbeeld waterijs in de grond zit.’
Particuliere initiatieven
Verder zijn er ook nog een paar privé-initiatieven, voortgekomen uit de Google Lunar X Prize, een wedstrijd met een geldprijs voor de eerste particuliere landing op de maan. Onder meer het Israëlische SpaceIL, de Duitse PTScientists en de Amerikaanse Moon Express-groep plannen een landing in 2019, al is onduidelijk of ze dat allemaal gaan halen. De lander van PTScientists moet neerkomen vlak bij de plek waar de laatste Apollo-bemanning de maan in 1972 verliet.
Die particuliere maanlanders zijn interessant, want het is niet zo makkelijk om op de maan te landen. ’En wordt het niet wat druk op de maan met al die nieuwe landers? ‘Nee, er is meer dan genoeg ruimte daar’, zegt Stam. ‘We hoeven echt geen botsingen te verwachten.’
Van wie?
Vanwege de komst van private ruimtevaartbedrijven is de discussie over de vraag van wie de maan is opnieuw opgelaaid. In 1967 tekenden zowel de Verenigde Staten, Rusland als andere landen met een ruimteprogramma, het Ruimteverdrag. Dit verdrag verklaarde dat de maan en andere hemellichamen eigendom zijn van de hele mensheid en enkel en alleen kunnen dienen voor vreedzame doeleinden. Over private organisaties wordt niets gezegd.
Sommige landen vinden dat de maan en asteroïden een ‘globaal goed’ zijn. Dat betekent dat elk land zijn private bedrijven er naartoe laat gaan. En deze mogen daar weghalen wat ze kunnen. Dat is vergelijkbaar met de regelgeving in internationale wateren. Daar is geen enkel individueel land de baas, maar visbedrijven uit alle landen mogen er vissen en hun vis vervolgens verkopen. Andere landen voeren echter aan dat de maan en de asteroïden tot het erfgoed van de mensheid als geheel behoren. De mogelijk opbrengst van private bedrijven zou dan ook aan de hele mensheid ten goede moeten komen. Deze strijd is nog niet gestreden, maar vanwege de grote interesse in de maan, zal hier in de toekomst wel snel duidelijkheid moeten komen.
Bron: www.nos.nl, www.volkskrant.nl, HP Detijd, De morgen
Verdiepende opdracht
Lees de tekst.
Voor de lol de lucht in
Ondanks dat in een mooi weekend de dagjesmensen ook de lucht in gaan en het daar steeds drukker wordt, is – zo blijkt uit onderzoek – het luchtruim veilig. Het is namelijk nog niet zo eenvoudig om een vliegbrevet te halen. Gaat er dan toch iets mis, dan is dit voor alle partijen een wake-up call ...
Niets menselijks is een piloot vreemd en zeker ook bij ervaren piloten kan bij routinehandelingen laksheid optreden. Maar voor een vlieger is veiligheid van het allergrootste belang. “Hij wil zijn vlucht graag navertellen”, vertelt Ary Stigter van AOPA-Nederland, de belangenvereniging van de ruim vijfduizend privépiloten in Nederland. “Dus worden aan hem meer eisen gesteld dan aan een weggebruiker.”
Zo moet elke piloot iedere twee jaar een test doen: vliegen met naast zich een instructeur die hem noodprocedures laat oefenen. Die neemt dan ineens het gas terug en laat de motor stationair draaien, waarop de piloot de drill voor motorstoring moet uitvoeren. Wie faalt voor deze test, loopt een grote kans zijn duurbetaalde – denk aan zo’n 15.000 euro – vliegbrevet te moeten inleveren. Bovendien worden piloten regelmatig medisch gekeurd en moeten ze minstens eenmaal in de drie maanden vliegen.
Het Nederlandse luchtruim raakt, zeker op mooie dagen, steeds voller met vliegende recreanten. De nieuwste trend zijn de ultralight vliegtuigen, een categorie die zowel bestaat uit zeer lichte, volwaardige vliegtuigen als uit parapentes met een hulpmotor, de zogenoemde paramoteurs. Het aantal paramoteurs in Nederland is enorm toegenomen sinds het in 2004 is toegestaan om hiermee te vliegen.
Af en toe hoor je bij de recreatieve luchtvaart berichten over ongevallen (of bijna-ongevallen) met ballonnen, deltavliegers en vliegtuigen, soms met gewonden en doden. Onlangs verongelukte wegens een plotseling optrekkende mist, een Cessna 172 met vier inzittenden, die zwaar gewond werden opgenomen in het ziekenhuis. Dit soort ongelukken zet ons weer met beide benen op de grond: we zijn geen skygods. De weersomstandigheden kunnen heel bepalend zijn. Toch is het kleine vliegen net zo veilig als de grote luchtvaart. “De kleine luchtvaart vliegt in hetzelfde luchtruim. We moeten dus aan dezelfde eisen voldoen als de grote luchtvaart, zowel wat betreft de vliegers als de toestellen”, aldus Stigter.
Hoe veilig het luchtruim ook is, er zijn zeker kritische geluiden. Zo constateerde de luchtvaartinspectie na een uitgebreide controle vorig jaar, dat het bij veel vliegtuigpiloten schort aan de voorbereiding van de vluchten. Volgens Stigter is dat eigenlijk niet echt een probleem. “Een ervaren piloot, die weet dat hij met slechts twee passagiers aan boord niet overbeladen is, kan geen gewichtberekeningen ter controle overleggen, maar heeft dat natuurlijk wel uit het hoofd gedaan.”
Bij een tweede controle waren er trouwens geen problemen meer. Het grootste probleem volgens de Raad voor de Veiligheid zijn de zogenoemde infringements: zo noem je het als een vliegtuig zonder contact met de verkeersleiding te onderhouden, een gebied in vliegt waar dat verboden is. Het meest geruchtmakende incident daarmee deed zich twee jaar geleden voor bij Schiphol. Een klein privévliegtuig kwam daar bijna in botsing met twee grote passagiersvliegtuigen. In een rapport over dit incident meldt de Onderzoeksraad dat er jaarlijks ruim 400 infringements voorkomen, waarbij zeker de helft veroorzaakt wordt door de kleine luchtvaart.
“De belangrijkste oorzaken van infringements zijn slechte voorbereiding, uitwijken voor slecht weer, verkeerde interpretatie van de navigatieapparatuur en afleiding door passagiers”, zegt Stigter. “Dat op Schiphol was natuurlijk een heel gevaarlijke situatie. Maar in de statistieken wordt ook het schampen van een dergelijk gebied meegerekend. Dat is vergelijkbaar met de situatie dat je met je auto op de witte streep komt en dan weer terugstuurt. Alleen staan in de lucht geen strepen, die staan op de kaart.”
Wat in de vliegsport totaal geen issue is, is alcoholgebruik. “Vliegers drinken geen druppel als ze de lucht ingaan”, stelt Stigter. “Zij drinken hun biertje na de veilige landing. Wat vliegen moeilijk maakt, zijn de handelingen en de procedures die je moet beheersen, maar waarvan je hoopt dat je ze nooit nodig hebt.”
Bron: www.examenblad.nl
Hoe ging het?
Door na te denken over hoe je de opdrachten hebt gemaakt (wat ging goed, wat kon beter?), kom je te weten wat je al wel beheerst en wat je nog niet zo goed beheerst.
Hoe doe je dit? Probeer in gedachten te vertellen wat je moeilijk vindt of wat je helemaal niet begrijpt. En natuurlijk vertel je ook wat je al wel snapt. Je kunt ook onderstaande tabel gebruiken. Dit helpt je om de leerstof te verwerken, opdat je het beter onthoudt.
Bekend: wat wist je al van het onderwerp?
Bewaard: wat heb je geleerd?
Benieuwd: wat wil je nog over het onderwerp weten?
Vind je het lastig om het onderwerp van een tekst te bepalen? Bekijk dan de theorie opnieuw en maak de opdrachten nog eens. Vraag ook eens een klasgenoot om het aan jou uit te leggen, dit helpt ook vaak om het nog beter te begrijpen.
Het arrangement Leesvaardigheid is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Tessa Lammers
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-01-27 16:17:31
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.