Rampen klas 1 Topmavo

Rampen klas 1 Topmavo

Introductie

 

Natuurrampen

 

Inleiding

 

In deze Wikiwijs is er meer informatie over natuurrampen te vinden. Over tsunami's, de aardkorst, vulkanisme,

en aardbevingen staat extra uitleg en extra opdrachten. Al genoeg kennis over natuurrampen? Dan kan je aan 

de slag met de eindopdracht van natuurrampen. Succes!

De aardkorst

De aardkorst: theorie

De aardkorst:

Voordat we iets gaan leren over de verschillende natuurrampen, is het belangrijk om iets te leren over de aardkorst, de samenstelling van de aardkorst, de soorten aardkorst die er zijn, de krachten die op de aardkorst worden uitgeoefend en hoe de aardkorst kan bewegen.

De aardkorst is de bovenste laag van onze aarde en wordt ook wel de lithosfeer genoemd. Deze aardkorst of lithosfeer is ongeveer 40 kilometer dik. Naast deze aardkorst of lithosfeer bestaat de aarde nog uit 4 andere lagen, zoals je hieronder kunt zien.

Afbeelding 1: De aardkorst bestaat uit verschillende lagen

 

De aardkorst of lithosfeer bestaat uit hard gesteente. Naarmate je naar de binnenkern toegaat, stijgt de temperatuur in de aardkorst tot ongeveer 5500 graden Celcius en wordt het gesteente vloeibaar. Dit vloeibare gesteente, binnenin de aarde, noemen we magma.

De aardkorst of lithosfeer bestaat uit verschillende platen, zie samen de aarde vormen. De overgangen tussen de verschillende platen, noemen we breuken. Op de afbeelding hieronder zie je de verschillende aardplaten, die er zijn weergegeven.

Afbeelding 2: De aarde bestaat uit verschillende aardplaten

 

De korst, waaruit de aardkorst bestaat, kunnen we verdelen in twee soorten:

  • continentale korst: Alle aardkorst, die zich onder land bevindt. Ook wel landplaat.
  • oceanische korst: Alle aardkorst, die zich onder zeeen of oceanen bevindt. Ook wel zeeplaat.

Het belangrijkste verschil tussen deze twee soorten korst, zit hem in de samenstelling van de soorten korst. Oceanische korst is dunner, dus lichter dan continentale korst, zoals de afbeelding hieronder laat zien:

Afbeelding 3: De aardkorst bestaat uit continentale platen en oceanische platen, die drijven op het vloeibare magma, binnenin de aarde.

 

Bewegen van de aardkorst:

Doordat de aardplaten bestaan uit vast gesteente en de aardmantel en de aardkernen uit vloeibaar gesteente, drijft de aardkorst als het ware op het vloeibare magma, wat zich onder de aardkorst bevindt. De aardplaten kunnen op drie manieren ten opzicht van elkaar bewegen:

  1. convergeren: Aardplaten bewegen naar elkaar toe
  2. divergeren: Aardplaten bewegen van elkaar af
  3. transformerend: Aardplaten bewegen langs elkaar heen

Afbeelding 4: De aardkorst kan op drie manieren bewegen

 

Bedreigingen voor de aardkorst:

De aardkorst heeft het zwaar te voorduren. Naast dat het te maken heeft of kan krijgen met de kracht en sterkte van naastgelegen aardplaten, zijn er ook nog krachten van buitenaf en binnenin de aarde die op de aardkorst werken.

De krachten die van buitenaf op de aarde werken, noemen we exogene krachten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Verwering: Het weer en plantengroei zorgen ervoor dat het gesteente van de aardkorst wordt vergruisd en dus aan kracht verliest. We onderscheiden drie soorten verwering:
    • Mechanische verwering (fysische verwering): Het gesteente valt uiteen zonder dat de scheikundige samenstelling van het gesteente verandert. Een voorbeeld hiervan is vorstverwering: Het water dat in de spleten van een gesteente is gezakt, bevriest. Door de uitzetting door bevriezingen worden de spleten ongeveer 10% breder en brokkelen er stukjes steen af.
    • Chemische verwering: De scheikundige samenstelling verandert wel. Vooral in warme, vochtige gebieden. Denk bijvoorbeeld aan ijzerdeeltjes in gesteenten die gaan roesten.
    • Biologische verwering: Is het gevolg van de werking van planten en dieren. Denk hierbij aan plantenwortels of boomwortels die de aardkorst aantasten.

Afbeelding 5: Vorstverwering

 

Afbeelding 6: Chemische verwering

 

Afbeelding 7: Biologische verwering

 

  • Erosie: Het verweerde gesteente wordt door wind (winderosie) of water (watererosie) meegevoerd en rolt of schuurt als het ware over de aardkorst heen, waardoor deze wordt beschadigd.

Afbeelding 8: Winderosie

 

Afbeelding 9: Watererosie

 

  • Sedimentatie: Het door water of wind meegenomen materiaal (stenen/ zand) wordt op een bepaalde plek (vaak wanneer de stroming in water afneemt of waar de wind gaat liggen) neergelegd, waardoor de samenstelling van de aardkorst op die plek veranderd.

Afbeelding 10: Sedimentatie

 

 

De krachten die van binnenuit op de aardkorst werken noemen we endogene krachten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Hitte: De hoge temperatuur in de aardkorst zorgt voor vloeibaar magma, maar ook voor hoge temperaturen, die invloed uitoefenen op de aardkorst
  • Druk: Binnenin de aarde maakt het magma een centrifugerende beweging. We noemen deze beweging ook wel convectiestromen. Door deze convectiestromen wordt er een bepaalde druk opgebouwd, die natuurlijk ook zijn uitwerking heeft op de aardkorst.

Afbeelding 11: Convectiestromen binnenin de aarde zorgen ervoor dat er een bepaalde druk wordt opgebouwd binnen in de aarde, die zeker een invloed heeft op de aardkorst.

 

 

 
 

 

 

 

 

 

De aardkorst: opdrachten

Opdrachten bij onderdeel: De aardkorst: Beantwoord deze vragen in een wordbestand! Wanneer je klaar bent lever je deze in op de inlevermap: Opdrachten bij de aardkorst, op Its Learning!

 

Opdracht 1: Maak van onderstaande begrippen een begrippenlijst:

  • Magma
  • Continentale korst
  • Oceanische korst
  • Breuk
  • Convergerende beweging
  • Divergerende beweging
  • Transformerende beweging

Opdracht 2: Leg in minimaal 25 woorden uit hoe het magma binnenin de aarde kan ontstaan.

Opdracht 3: Leg het belangrijkste verschil uit tussen continentale korst en oceanische korst.

Opdracht 4: Leg uit hoe magma het mogelijk maakt dat de aardkorst kan bewegen. Gebruik in je antwoord de begrippen endogene krachten en convectiestromen.

Opdracht 5: Bekijk onderstaand filmpje en en leg aan de hand van de info uit het filmpje het verschil uit tussen mechanische en chemische verwering.
http://www.schooltv.nl/video/verwering-van-gesteente-mechanische-en-chemische-verwering/

Opdracht 6: Leg uit hoe erosie kan leiden tot sedimentatie. Gebruik beide begrippen in je antwoord.

 

 

 

Tsunami's

De eerste vraag die natuurlijk bij jullie opkomt is: Wat is een tsunami?

Een tsunami is een vloedgolf ontstaan na het plaatsvinden van een zeebeving (een aardbeving op de zeebodem). Twee van de meest bekende voorbeelden, de afgelopen 15 jaar, zijn de tsunami's in Azie van 2004 en 2011.

Cijfers tsunami 2004:
  • 9,3 op de schaal van Richter
  • Golven tot wel 10 meter hoog
  • 290.000 doden
  • Hele steden verwoest

 

Cijfers tsunami 2011:

  • 9.0 op de schaal van Richter
  • Golven tot wel 15 meter
  • 400 km² land verwoest
  • 25.000 doden
  • 410.000 mensen geevacueerd
  • 88.000 huizen verwoest

 

We hebben al gezien dat een tsunami ontstaat door een zeebeving.

De volgende belangrijke vraag zou kunnen zijn: Hoe worden de golven van een tsunami zo hoog?

  • Op volle zee, nog geen hoge golven.
  • Daar al wel lange golven, tussen de 100 en 400 km.
  • De golven hadden een snelheid van 900 km/h
  • Hier merk je aan de oppervlakte van de zee nog niets van, schepen hadden nog niets in de gaten
  • Dichterbij de kust is zee ondieper
  • In ondiep water remt de golf snel af
  • Bij remmen haat het achterste deel van de golf, het voorste deel in.
  • Vlak voor de kust ontstaan zo hele hoge golven.

 

De laatste vraag die we stellen is, wat zijn de gevolgen van een tsunami?

Afbeelding 1: Schade na een tsunami

 

Afbeelding 2: Schade na een tsunami

 

Na zowel aardbevingen, vulkaanuitbarstingen of tsunami's komen we vaak twee soorten hulp op gang:

  • Noodhulp: De eerste hulp na een ramp, die de getroffenen nodig hebben om te overleven, zoals voedsel, drinkwater, medische zorg en onderdak.
  • Structurele hulp: De hulp na een ramp op lange termijn. Denk hierbij aan het opbouwen van de door de ramp verwoeste gebouwen.

Afbeelding 3: Noodhulp

 

Afbeelding 4: Structurele hulp

 

Vulkanisme

Vulkanisme: de theorie

Vulkanisme:

In de vorige lessen hebben we alles geleerd over de aardplaten, waar wij op leven. Vanaf nu gaan we ons bezighouden met gevaren, die deze aardplaten voor ons mensen, kunnen betekenen. Naast vulkanisme, zullen we ons ook bezighouden met aardbevingen, tsunami's en aardverschuivingen.

Maar we starten vandaag met vulkanisme. Voor het ontstaan van vulkanen is het bewegen van onze platen erg belangrijk. We hebben geleerd dat platen op drie manieren kunnen bewegen.

  1. convergeren: Aardplaten bewegen naar elkaar toe
  2. divergeren: Aardplaten bewegen van elkaar af
  3. transformerend: Aardplaten bewegen langs elkaar heen

Afbeelding 4: De aardkorst kan op drie manieren bewegen

 

Vulkanen kunnen ontstaat door convergerende en divergerende bewegingen. We gaan eerst kijken naar het ontstaan van vulkanen door convergerende plaatbewegingen. Dit noemen we subductie.

Subductie vindt plaats op een plaatgrens tussen een oceanische en een continentale plaat. We hebben al geleerd dat de oceanische plaat lichter is dan de continentale plaat. Wanneer deze botsen, gebeurt het volgende:

  • De oceanische plaat schuift onder de continentale plaat.
  • De oceanische plaat komt terecht in het hete, vloeibare magma en smelt.
  • Uit de breuk, die door de botsing is ontstaan, stroomt vloeibaar magma, de aarde uit.
  • Zo ontstaat boven het aardoppervlak een berg met gestold magma==> de vulkaan

Afbeelding 2: Subductie

 

Maar vulkanen kunnen ook ontstaan door divergerende plaatsbewegingen. Hierdoor worden de platen als het ware uit elkaar getrokken, waardoor een scheur ontstaat. Uit deze scheur stroomt magma naar buiten. Dit magma stolt en er ontstaat een berg van magma==> Een vulkaan. Vulkanen ontstaan vaak op deze manier op de bodem van oceanen. Zo ontstaan er mid- oceanische ruggen.

Afbeelding 3: Mid- oceanische rug

 

De volgende vraag die we moeten beantwoorden is hoe vulkaanuitbarstingen ontstaan. Dit heeft alles te maken met bewegingen van het magma, binnenin de aarde, de zogenaamd convectiestromen.

  • De aarde draait als het ware rondjes, net als in een centrifuge.
  • Hierdoor wordt er druk opgebouwd in een vulkaan.
  • Als de druk voor de vulkaan teveel wordt, barst deze uit.
  • Een vulkaanuitbarsting is dan het gevolg.
  • De magma stroomt uit de vulkaan naar buiten en wordt lava

Afbeelding 4: Convectiestromen

 

Wat spuwt de vulkaan uit bij een uitbarsting?

Een vulkaan spuwt de volgende zaken uit bij een uitbarsting:

  • Vulkanische bommen: hete brokstukken van steen die bij een uitbarsting door de lucht worden geslingerd
  • Lava: stroomt langs de hellingen naar beneden en bedreigt daarmee de dorpjes onderaan de helling.

De vulkanische bommen en de lava zorgen voor zeer vruchtbare grond rondom de vulkaan. Daarom is er bij een vulkaan vaak sprake van een hoge bevolkingsdichtheid.

Soorten vulkanen:

We maken onderscheid in 6 soorten vulkanen. Hieronder staan ze in afbeelding 5 weergegeven, met korte uitleg hoe elke soort ontstaat.

Afbeelding 5: Soorten vulkanen

 

 

Soorten lava:

In onderstaand filmpje komen de belangrijkste soorten lava naar voren. Je gaat met dit filmpje later zelf aan de slag:

http://www.schooltv.nl/share/WO_NTR_426335

Afbeelding 6: Lava

 

Waar vinden we de meeste vulkanen?

De meeste vulkanen vinden we in de Ring of fire:

Afbeelding 7: Ring of fire

 

Opdrachten bij onderdeel: Vulkanisme

Opdrachten bij onderdeel: Vulkanisme: Beantwoord deze vragen in een wordbestand! Wanneer je klaar bent lever je deze in onder Opdrachten bij de aardkorst, via de mail!

 

Opdracht 1: Maak van onderstaande begrippen een begrippenlijst:

  • Subductie
  • Mid- oceanische rug
  • Convectiestromen
  • Lava

Opdracht 2: Leg uit waarom subductie alleen kan plaatsvinden bij een breuk tussen een oceanische en een continentale plaat.

Opdracht 3: Zoek op internet een voorbeeld van een belangrijke mid- oceanische rug op aarde.

Opdracht 4: Leg in minimaal 25 woorden uit hoe convectiestromen ervoor zorgen dat een vulkaan kan uitbarsten.

Opdracht 5: Leg uit hoe de naam 'Ring of Fire,' zal zijn bedacht?

Opdracht 6: Maak een tabel, waarin je het verschil uitlegt tussen de 6 verschillende soorten vulkanen. Behandel het ontstaan van de vulkaan, leg uit bij welke soort plaatbewegingen (convergeren, divergeren, trasformeren) de vulkaan kan ontstaan en waar op aarde we elke vulkaansoort kunnen vinden.

Opdracht 7: Kies 4 soorten lava en maak van elke soort lava een woordweb, met 4 kenmerken van de lava en een tekening of plaatje van de soort lava.

Aardbevingen

Aardbevingen: theorie

Introductie aardbevingen:

Om een goede indruk te krijgen, waarover we het bij aardbevingen hebben, is het goed om onderstaand filmpje eerst goed te bekijken.

http://www.npo.nl/het-klokhuis/09-11-2012/NPS_1208769

Hoe ontstaan aardbevingen:

Het ontstaan van aardbevingen heeft alles te maken met het bewegen van aardplaten ten opzicht van elkaar. Een logisch gevolg is dat aardbevingen vooral plaats zullen vinden langs en bij de breuklijnen. Dit zijn immers de plaatsen waar platen ten opzichte van elkaar bewegen. Het maakt voor het ontstaan van aardbevingen niet uit of er divergente, convergente of transformerende bewegingen plaatsvinden.

Een aardbeving is dus een trilling van de aardkorst, die ontstaat door het bewegen van de aardkorst. Nu beweegt onze aardkorst, zoals wij weten, natuurlijk elke dag wel een beetje. De aardkorst drijft namelijk op de magma. Deze beweging is echter te klein, om een aardbeving te laten ontstaan. Een aardbeving ontstaat pas wanneer twee aardplaten plotseling een grotere afstand van elkaar bewegen, in een klein tijdsbestek. Hoe groter de afstand en hoe sneller dit gaat, hoe groter de kracht van de aardbeving en hoe groter de schade.

Hypocentrum en epicentrum:

Een aardbeving vindt binnenin de aarde plaats, waarna de ontstane trilling zich naar het aardoppervlakte beweegt en zich daar over het land gaat verspreiden. De plaats binnenin de aarde, waar de aardbeving begint, noemen wij het hypocentrum. De plaats rechtboven het hypocentrum, aan het aardoppervlakte, noemen we het epicentrum. Om over aardbevingen te praten gebruiken we altijd het epicentrum. Denk maar eens aan het journaal, waar men bijvoorbeeld spreekt van een aardbeving met een kracht van 7.0 op de Schaal van Richter, met een epicentrum 50 kilometer van Instanbul in Turkije.

Afbeelding 1: Hypocentrum en epicentrum

 

Schaal van Richter:

De kracht en schade van een aardbeving worden weergegeven aan de hand van de Schaal van Richter. Hoe hoger je komt op de Schaal van Richter, hoe groter de kracht van de aardbeving en hoe groter de schade zal zijn.

Afbeelding 2: Schaal van Richter

 

Onderzoek naar aardbevingen:

Seismologen zijn mensen die onderzoek doen naar aardbevingen. Zij richten zich vooral op de kracht van de aardbeving en de plaatsen op aarde waar aardbevingen plaatsvinden. Ze doen vooral onderzoek door het gebruik van een seismograaf. Dit is een apparaat wat de trillingen van de aardkorst meet en dus kan waarnemen of de aardkorst ineens buiten normale proporties gaat trillen (een aardbeving). Het resultaat van een meting met een seismograaf, noemen we een seismogram.

Afbeelding 3: Seismogram

 

Waar op aarde komen aardbevingen voor:

Aardbevingen vinden vooral plaats langs de breuklijnen, zoals al eerder gemeld. Onderstaande afbeelding laat dit mooi zien.

Afbeelding 4: Waar op aarde komen aardbevingen voor?

Om te besluiten nog een filmpje over de gevolgen van een van de meest krachtige aarbevingen van de laatste jaren. Deze vond in 2010 plaats in Haiti en had een kracht van 9.0 op de Schaal van Richter.

 

Aardbevingen: korte opdracht

Het onderdeel aardbevingen behandelen wij op een iets andere manier dan normaal.

Jullie doen zelf een klein onderzoekje naar de volgende vragen over aardbevingen:

  • Hoe ontstaan aardbevingen?
  • Wat is de Schaal van Richter?
  • Leg uit waar op aarde aardbevingen kunnen voor komen?
  • Zoek informatie over seismologen, wat een seismograaf is, wat een seismogram is
  • Leg uit hoe men de schade bij aardbevingen zou kunnen beperken.

Eindopdracht natuuramp

Inleiding

Jullie hebben de afgelopen lessen over natuurampen geleerd. Bij de eindopdracht gaan

jullie deze kennis gebruiken om een documentaire over een natuurramp te maken.

 

Hoe gaan jullie de opdracht doen?

- Jullie werken in tweetallen of drietallen.

- Gebruik het tekstboek, de Atlas en de iPad om informatie op te zoeken.

- Kies een tsunami, aardbeving of vulkaanuitbarsting van de afgelopen 30 jaar.

- Met de iPad film je mnimaal 3 minuten en maximaal 4 minuten over een natuuramp.

 

Inhoud van de documentaire

- De documentaire moet een duidelijke inleiding, middenstuk en een afsluiting hebben.

- Er komen afbeeldingen en filmbeelden in de documentaire voorbij.

 

De vragen

Deelvraag 1: Hoe ziet het gebied van de natuurramp eruit qua natuur en bevolkingsdichtheid?

Deelvraag 2: Hoe is de natuuramp ontstaan?

Deelvraag 3: Wat zijn de gevolgen van de natuurramp?

 

 

Kies een natuurramp

Opties voor PO natuurrampen

  • Aardbeving Nepal 2015
  • Aardbeving Haïti 2010
  • Aardbeving Tangshan in China 1976
  • Vulkaanuitbarsting Eyjafjallajökull in IJsland 2010
  • Vulkaanuitbarsting Nevado Del Ruiz in Colombio 1985
  • Vulkaanuitbarsting Mount Pinatubo in Filipijnen 1991
  • Tsunami Indonesië 2004
  • Tsunami Sendai in Japan 2011
  • Eigen keuze. Vraag aan de docent of de natuurramp goed te onderzoeken is.

Beoordeling eindopdracht

Beoordeling documentaire natuurrampen

Onderdelen

Ruim onvoldoende

0 ptn

Onvoldoende

1 ptn

Matig

2 ptn

Voldoende

3 ptn

Goed

4 ptn

Het verslag is A t/m D

         

 

A. Deelvraag 1

Hoe ziet het gebied van de natuurramp eruit qua natuur en bevolkingsdichtheid?

         

B. Deelvraag 2

Hoe is de natuurramp ontstaan?

         

C. Deelvraag 3

Wat zijn de gevolgen van de natuurramp?

         

De documentaire

         

E.  Inleiding en techniek

In de inleiding vertellen jullie kort wat er in jullie documentaire te zien zal zijn.

Techniek. Het geluid is goed te horen. De overgangen van scènes zitten goed in elkaar. De afbeeldingen en filmbeelden passen goed bij de documentaire.

         

F. Kern

Alleen de belangrijke feiten worden genoemd die bijdragen aan kennis over het onderwerp (de rode lijn). De documentaire blijft boeiend tot het einde.

         

G. Conclusie

Er is een conclusie waarin duidelijk wordt waarom de natuurramp op deze plek weinig of veel schade heeft veroorzaakt.

         

H. Eisen

  • De documentaire is op tijd ingeleverd.
  • Het duurt tussen de 3 en 4 minuten.
  • Er wordt niet voorgelezen.
         
           

Totaal aantal punten te behalen: 28

         

Totaal aantal punten behaald:

       

 

Cijfer:

 

Toelichting:

 

 

 

 

 

 
 
 
 
  • Het arrangement Rampen klas 1 Topmavo is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    R. van der Meij Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-10-09 22:12:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Voor mens en maatschappij
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Bak, Aad. (2015).

    Rampen klas 1 VHBO

    https://maken.wikiwijs.nl/66884/Rampen_klas_1_VHBO

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.