Inkomsten en uitgaven

Inkomsten en uitgaven

Welkom

Welkom kader 3! Fijn dat jullie er weer zijn. 

 

Planning

Vandaag gaan jullie digitaal werken. Jullie gaan voornamelijk zelfstandig aan het werk met wikiwijs, dus samenwerken is niet toegestaan. Als je vragen hebt, kun je die gerust aan mij stellen. De theorie kan je teruglezen bij het kopje uitleg theorie 3.1 en 3.2. Het onderwerp is De bank en jouw geld hoofdstuk 3.


Eerst krijgen jullie wat theorie en een aantal vragen erbij. Hierna maak je een formatieve toets. Dat is een tussentijdse toets die bepaalt of je door mag gaan met de herhalingsstof of met de verrijkingsstof. Als je geen voldoende hebt voor de formatieve toets, dan maak je de herhalingsstof. Als je een voldoende hebt voor de formatieve toets, dan maak je verrijkingsstof opdracht. Als laatst heb je een eindtoets (summatieve toets). Deze eindtoets neem ik mee in de beoordeling van je tentamen. Als laatst vul je nog een feedbackformulier in voor mij en dan is de les voorbij.

Lesdoelen

De leerdoelen van deze les zijn:
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen van kader3 vaste rentepercentage berekenen bij sparen.
Aan het einde van de les kennen de leerlingen van kader3 de spaar- en leenmotieven met een voorbeeld benoemen.
Aan het einde van de les kennen de leerlingen van kader3de drie geldfuncties met een voorbeeld benoemen.
Aan het einde van de les kennen de leerlingen van kader3 het verschil tussen directe- en indirecte ruil.

Verrijkingsstof leerdoel:
Aan het einde van de les kunnen jullie aan de hand van een tekening minimaal vier begrippen visualiseren.

Dit, zodat ze creatief bezig zijn met de begrippen en ze moeten zelf een bijpassende tekening verzinnen bij het begrip. Dit is een stukje verrijking, omdat ze hun creativiteit en bestaande kennis moeten gebruiken en iets nieuws ontwerpen. Door te visualiseren, begrijpen de leerlingen de begrippen beter en hebben er een voorbeeld/beeld bij. Leerlingen onthouden de begrippen beter en het blijft langer in hun hoofd. 

 

 

Succes jongens!

De bank en jouw geld

Uitleg theorie 3.1

Geld

Chartaal geld is geld dat bestaat uit bankbiljetten en munten (tastbaar). Daarnaast heb je ook giraal geld. Dat is geld op je rekening (niet-tastbaar). Geld dat eigenlijk op je bankpas staat.

Hieronder staan een aantal voor- en nadelen van het gebruik van giraal en chartaal geld.

Voordeel van chartaal geld is dat je overzicht hebt wat je uitgeeft. Je kan niet meer uitgeven dat je hebt.
Nadeel van chartaal geld is je draagt geld bij je, waardoor kans groter is op diefstal
Voordeel van giraal geld is minder kans op diefstal, omdat je geen geld bij je draagt.
Nadeel van giraal geld is dat je meer kan uitgeven, dan je hebt ( als je in de min/rood kan staan). Nog een nadeel is dat je geen overzicht hebt, van wat je uitgeeft.


Tegenwoordig betalen mensen vaker met een pinpas in plaats van contant. Hoe komt dat?
Je kan tegenwoordig zelfs met je telefoon betalen, waarbij je niet eens meer je pinpas bij je hoeft te hebben. Het is gemakkelijker en het betalingsproces verloopt sneller.

 

Geld heeft een aantal functies:
- rekenmiddel: waarde/berekening van een goed
Voorbeeld van een rekenmiddel:
Esma staat in de Mediamarkt en  gaat twee machines vergelijken op prijs. Er wordt niks gekocht het is alleen waarde berekenen.

- ruilmiddel: middel/goed dat je ruilt om iets te betalen of om er iets anders voor in de plaats te krijgen.
Voorbeeld van een ruilmiddel:
Ticket voor Justin Bieber waarvoor je 100 euro betaalt.

- spaarmiddel: sparen
Voorbeeld van een spaarmiddel:
Je bent 17 jaar en bent bezig met je rijbewijs. Je wilt een Mercedes A klasse kopen over een aantal jaar en begint hier al voor te sparen.

 

Ruilmiddel bestaat uit directe en indirecte ruil

Directe ruil: je ruilt een product tegen een andere product.
Tegenwoordig wordt er niet meer zoveel gebruik gemaakt van directe ruil. Vroeger daarentegen wel. Mensen hadden niet zoveel geld, waardoor ze hun eigen spullen moesten ruilen voor brood of graan. Het ruilen van een product tegen een andere product. Boeren ruilden melk tegen goud bijvoorbeeld.


Indirecte ruil: je ruilt een product tegen geld
Sanae en Hanae gaan naar de Louis Vuitton in Rotterdam. Sanae wilt heel graag een riem die een waarde heeft van 260 euro. Zij koopt deze riem (goed) voor 260 euro (geld) en gaat door met winkelen.
De riem wordt geruild tegen 260 euro dus tegen geld.


Saldo: Het bedrag dat op je bankrekening staat. Hoeveel staat op je bankrekening, sta je in de plus (positief) of in de min (negatief)?
Je kan een positieve of een negatieve saldo hebben.

- Positief saldo heeft een creditsaldo
100 euro --> creditsaldo
- Negatief saldo heeft een debetsaldo
  -500 euro --> debetsaldo

Leer deze 2 hierboven uit je hoofd !

 

Hieronder staat een filmpje. Bekijk dit filmpje en maak de bijbehorende opgaves.

Uitleg theorie 3.2

Sparen
Spaarmotieven:
redenen om geld te sparen
3 motieven om te sparen zijn:

- voor een doel
Voorbeeld: Je wilt heel graag een nieuwe auto ( Golf 6), omdat je niet meer blij bent met je Kia.
- uit voorzorg: sparen voor als er plotseling iets gebeurt ( dan is er al geld daarvoor apart gezet)
Voorbeeld: wasmachine stuk
- voor rente: om meer geld te bezitten op de rekening door de rente die je ontvangt. 

Rente bestaat uit variabele en vaste rente.
Variabele rente: Een rentepercentage dat de bank op ieder moment kan wijzigen ( onthoud door variabel dat betekent verschillend)
Vaste rente: Een rente percentage dat hetzelfde blijft tijdens de periode die je met de bank hebt afgesproken. (onthoud door vast is blijvend/kan je niet wijzigen)


Je kan sparen, maar ook het tegenovergestelde doen, lenen.

Bij lenen maak je gebruik van het geld van anderen om te kunnen kopen. Je consumeert nu en betaalt later terug.

Leenmotieven: redenen om te lenen
4 motieven die je moet weten zijn:

- bij een onverwacht geld te kort
- bij een tijdelijk geld tekort
- voor de koop van een huis
- iets nu willen in plaats van later

Tussentijdse toets (formatieve toets)

Toets: Test je zelf !

Start

Herhalingsstof

Je hebt voor de formatieve toets een onvoldoende gescoord. Dit is niet erg. Je gaat aan de slag met het PowerPoint filmpje hieronder. Luister goed en lees goed. Doe wat er gevraagd wordt. Dit is extra oefenmateriaal voor jou, zodat je wel een voldoende scoort voor je eindtoets. Ga hier serieus mee aan de slag en doe je best. Succes !

 

 

 

Verrijkingsstof

Mijn complimenten! Je hebt een voldoende gehaald voor de formatieve toets.
Daarom mag je nu creatief aan de slag gaan met de opdracht.
Van de begrippen: giraal geld, chartaal geld, directe ruil, indirecte ruil, spaarmotieven, leenmotieven, geldfuncties mag je kiezen welke, minimaal 4 begrippen ga je aan de hand van een tekening op een witte blad de betekenis van het begrip visualiseren.
Hieronder een voorbeeld. Hiervan maak je een foto en stuur je naar mijn mail: 0947209@hr.nl uiterlijk 11 februari 2019 om 00:00. Als je problemen hebt met mailen, kom je naar mij toe en kijken we er samen naar.

 

 

 

Eindtoets (summatieve toets)

Je bent nu bij de eindtoets van deze les. De resultaten van deze eindtoets neem ik mee in de beoordeling van de S.O. De resultaten komen te staan in Magister.


Lees de vragen goed door en kijk goed wat er gevraagd wordt.
Veel succes met de toets!

 

 

 

Afsluiting

Dit is het einde van de les. Bedankt voor je inzet. Hieronder heb ik een feedbackformulier gemaakt waarin een aantal vragen staan over de les. Graag vraag ik je om deze in te vullen, zodat ik de aankomende lessen hierop kan voorbereiden. Je bent goed bezig geweest met de les. Bedankt alvast!

Na deze formulier mag je je computer afsluiten en wens ik jullie allemaal een fijne dag verder !

 

 

 

 

  • Het arrangement Inkomsten en uitgaven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Asiye Altin
    Laatst gewijzigd
    2019-02-10 22:44:20
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Test je zelf !

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.