Had jij vanmorgen tegenwind op de fiets? Of had je lekker de wind in je rug? De wind is iets waar we elke dag mee te maken hebben, zeker hier in Nederland aan de kust. Maar hoe ontstaat wind precies? Vandaag gaan we het daar over hebben. Via deze Wikiwijspagina ga je zelfstandig met dit onderwerp aan de slag. Hierbij gelden de volgende lesdoelen:
Aan het eind van de les kun je…
Beschrijven wat wind is.
Uitleggen hoe hoge en lagedrukgebieden ontstaan.
Uitleggen dat wind van hoge naar lage druk stroomt.
Uitleggen wat de schaal van Beaufort betekent en snap je die ook volledig.
Weten wat de wet van Buijs Ballot inhoudt.
Hierboven zie je het prachtige programma 'Windy'. Die gaan we gebruiken om te kijken naar de wind. Maak na het kijken de onderstaande vragen ter introductie van deze les.
Oefening: Windy vragen
0%
Op bovenstaande interactieve kaart zie je de actuele windrichtingen, aangegeven met pijlen en kleuren. Beweeg met je muis over de kaart en probeer dingen uit. Let op: Windy geeft meer mogelijkheden qua kaartlagen. We focussen ons voor nu alleen op de wind.
Wind is bewegende lucht. De lucht om de aarde is altijd in beweging. Deze lucht trekt van gebieden waar veel lucht is naar gebieden waar minder lucht is. Lucht heeft gewicht en met dit gewicht drukt lucht op de aarde. Dit wordt luchtdruk genoemd. Hoe groter het luchtdrukverschil, hoe sneller de luchtstroom en dus hoe harder de wind.
Bekijk het filmpje hieronder en beantwoord daarna de volgende vragen.
De schaal van Beaufort
In 1805 werd er door meneer Francis Beaufort een schaal bedacht die aangeeft hoe hard de wind waait. Deze schaal is oplopend in kracht en gaat van 0-12. Als het bijvoorbeeld windkracht 0 is, is de wind niet, tot bijna niet aanwezig. Bij windkracht 1 is het een heel licht briesje, waar wij als mensen ook nog niet heel veel van merken. Windkracht 2 is ook nog zwak, maar deze voelen wij mensen wel lichtelijk in ons gezicht. Zo gaan we door naar windkracht 3, waar losliggend stof opwaait. Hier waait de wind gemiddeld met 12-19 km/u. Vanaf windkracht 4 begint je haar in de war te zitten en voel je jouw kleding wapperen in de wind. Bij windkracht 5 kunnen vuilnisbakken omvallen, je kan hierbij ook al last krijgen van waaiend stof in je ogen. Dit is het punt waarbij de wind al vrij krachtig is.
Vanaf windkracht 6 noemen we de wind krachtig en gaat de wind met 39-49 km/u, dit is het moment dat je al liever niet meer met een paraplu over straat loopt, die waait dan namelijk bijna uit je handen. Windkracht 7 wordt al een harde wind genoemd. Vanaf dit punt krijgen wij mensen al lichte problemen om tegen de wind in te lopen of fietsen. Nu zijn we aangekomen bij windkracht 8, het moment waarop wij ons eigenlijk niet meer lekker kunnen voortbewegen.
Windkracht 9, het punt waarbij we de wind een ‘storm’ kunnen noemen. Vanaf dit moment is het af te raden (als ouders zijnde) om met je jonge kind over straat te gaan. Hier gaat de wind al met 75-88 km/u. Bij windkracht 10 is het voor volwassenen af te raden om over straat te gaan, want vanaf dit punt hebben mensen, maar ook gebouwen mogelijkheden op schade. Dit is een zware storm. Vanaf dit punt wordt het alleen nog maar gevaarlijker om naar buiten te gaan, dus als mens zijnde zou ik ten alle tijden binnen blijven als je hoort dat het weerbericht zegt dat de wind een windkracht heeft van 10+. Nu zijn we bij windkracht 11 aangekomen, dit is een zeer zware storm. Zelfs bossen zijn slachtoffer aan de kracht van de wind vanaf windkracht 11. Dit zijn dan ook windsnelheden van maar liefst 103-117 km/u.
En dan nu als laatste, zeker ook als krachtigste de ‘orkaan’, windkracht 12. We noemen de wind pas een orkaan als de wind een snelheid bereikt van meer dan 117 km/u. Vanaf dit moment kan eigenlijk alles slachtoffer worden van de destructieve kracht van de wind. Vanaf deze snelheden zijn er nog meer categorieën, maar deze vallen niet meer binnen de schaal van Beaufort.
Wet van Buijs Ballot
Hieronder zien we mijn zelfgemaakte kennisclip over de wet van Buys Ballot. Let goed op, want de informatie gaan we terugvragen bij de "Test jouw kennis".
Test jouw kennis!
Extra, extra, extra! - Grote Windsystemen
We hebben al een hoop geleerd over hoe de wind stroomt en hoe luchtdruk werkt. Op de meeste plaatsen op aarde is dit telkens verschillend, maar op sommige plekken is hier een standaard voor gemaakt omdat het een constant terugkerend effect was. Dit noemen wij de grote windsystemen. Op sommige plaatsen op aarde is er een blijvend maximum aan luchtdruk. Andere plaatsen op aarde hebben precies het tegenovergestelde, namelijk een aanhoudend minimum aan luchtdruk. Zo heb je bij de evenaar een plaats waar het altijd heel warm is. Warme lucht stijgt op, op de evenaar vinden we dus een lagedrukgebied. Op 30 graden Noorderbreedte en Zuiderbreedte vinden we een hogedrukgebied. Op 60 graden weer een lagedrukgebied en op de Noord- en de Zuidpool tenslotte vinden we een hogedrukgebied.
Oefening: Extra verdiepende oefening bij de grote windsystemen.
0%
Hallo. Je hebt hard je best gedaan, zie ik. Goed bezig en ga zo door. Hier heb je nog extra vragen, die testen of jij de stof goed snapt.
Algemene Informatie
Titel
Extra verdiepende oefening bij de grote windsystemen.
Het arrangement Wind is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Marijn Schipper
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-02-03 19:54:20
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Windy vragen
Extra verdiepende oefening bij de grote windsystemen.
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
we de wind krachtig en gaat de wind met 39-49 km/u, dit is het moment dat je al liever niet meer met een paraplu over straat loopt, die waait dan namelijk bijna uit je handen. Windkracht 7 wordt al een harde wind genoemd. Vanaf dit punt krijgen wij mensen al lichte problemen om tegen de wind in te lopen of fietsen. Nu zijn we aangekomen bij windkracht 8, het moment waarop wij ons eigenlijk niet meer lekker kunnen voortbewegen.
We hebben al een hoop geleerd over hoe de wind stroomt en hoe luchtdruk werkt. Op de meeste plaatsen op aarde is dit telkens verschillend, maar op sommige plekken is hier een standaard voor gemaakt omdat het een constant terugkerend effect was. Dit noemen wij de grote windsystemen. Op sommige plaatsen op aarde is er een blijvend maximum aan luchtdruk. Andere plaatsen op aarde hebben precies het tegenovergestelde, namelijk een aanhoudend minimum aan luchtdruk. Zo heb je bij de evenaar een plaats waar het altijd heel warm is. Warme lucht stijgt op, op de evenaar vinden we dus een lagedrukgebied. Op 30 graden Noorderbreedte en Zuiderbreedte vinden we een hogedrukgebied. Op 60 graden weer een lagedrukgebied en op de Noord- en de Zuidpool tenslotte vinden we een hogedrukgebied. 
