Website mevrouw Wagemaker

Landschappen vmbo12 - kopie 1

Landschappen vmbo12 - kopie 1

Inleiding

Wat ga je doen?

Landschappen
In dit thema ga je aan de slag met landschappen in Nederland.

  • Landschapsvormen
    Er komen meerdere landschapsvormen voor in Nederland.
    Elke landschapsvorm ziet er weer anders uit: de één is heuvelachtig, de ander vlak, bestaande uit  klei-, zand- of veengrond.
    Hoe deze landschappen zijn ontstaan leer je hier.
  • Cultuurlandschappen
    Dit zijn ​landschappen die grotendeels door invloed van de mens zijn gevormd.
    Hier vallen agrarische landschappen onder, maar ook stedelijke en industriële landschappen en gebouwen.
    Veel door de mensen aangelegde waterwerken beschermen ons land tegen het steeds maar stijgende zeewater.
    Land wordt gewonnen door droogmakerij van grond (polders) ten behoeve van de landbouw.
    Nieuwe wildernisgebieden worden aangelegd om een stukje wildernis in de natuur te behouden.

 

Startopdracht

Een definitie van een landschap is:
"Een landschap is een gebied waarvan het karakter wordt bepaald door de natuur en door menselijke factoren."

Deze definitie kom je in stap 1 Landschapsvormen tegen.

Zoek op internet naar een andere definitie van landschap.
Zorg dat je een definitie vindt die je zelf begrijpt.

Schrijf de definitie op.
Vergelijk de definitie met de definitie hierboven.

Laat de definitie ook lezen aan een klasgenoot.
Natuurlijk lees je ook zijn of haar definitie.
Kies samen de definitie uit die jullie het beste vinden.

Wat ga je leren?

Aan het eind van het thema kan ik:

  Opdracht
benoemen wat wordt verstaan onder het begrip 'landschap'.
  • Landschapsvormen
vijf verschillende landschapstypen opnoemen die in Nederland voorkomen.
  • Landschapsvormen
van minstens drie typen omschrijven hoe deze landschappen zijn ontstaan.
  • Landschapsvormen
het verschil benoemen tussen natuurlandschap en cultuurlandschap.
  • Cultuurlandschappen
drie vormen van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
  • Cultuurlandschappen
omschrijven wat een droogmakerij of polder is en om welke reden dit land is drooggelegd.
  • Cultuurlandschappen

Planning

Het thema 'Landschappen' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 -
Opdracht: Landschapsvormen 3 Toets en/of foto-opdracht
Opdracht: Cultuurlandschappen 2 à 3 Toets
Afsluiting 0,5 Tabel
Totaal 7  

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Werkplan

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je te helpen is er het werkplan gemaakt.
Op het werkplan houd je bij welke onderdelen afgerond zijn.

Download hier het Werkplan Landschappen

1 Landschapsvormen

Vooraf

Leerdoelen
Vlak en groen, typisch Nederland. Maar dat valt mee, als je wat beter kijkt.
Er zijn heel wat verschillende landschappen te vinden in Nederland.
Dat ga je in deze opdracht ontdekken.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • minimaal vijf landschapsvormen in Nederland noemen.
  • beschrijven hoe deze landschapsvormen zijn ontstaan.
  • omschrijven hoe deze landschappen er uit zien.

Kies een eindproduct.
Maak de toets over landschapsvormen.
Als eindproduct van deze opdracht maak je een foto-opdracht.
Je krijgt een lijst van landschapsvormen en foto’s.
Zoek bij elke landschapsvorm de juiste foto.

Natuurlijk kun je ook beide eindproducten maken.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank bestuderen over verschil natuur- en cultuurlandschap.
Stap 2 Alleen Landschappen op de kaart van Nederland bekijken.
Stap 3 t/m 8 Alleen Video's bekijken en vragen over verschillende landschappen beantwoorden.
Stap 9A Alleen Eindproduct A: Toets Landschapsvormen.
Stap 9B Alleen + samen Eindproduct B: Foto-opdracht landschapsvormen.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.

Stap 1: Nederlandse landschappen

Bestudeer uit de Kennisbank de twee pagina's over Nederlandse landschappen.

KB: Landschappen

Tik het begrip 'Landschappen' in bij Google.
Kies voor 'Afbeeldingen'.
Zoek vier verschillende afbeeldingen van landschappen.
Zorg voor twee natuurlandschappen en ook voor twee cultuurlandschappen.

Laat je afbeeldingen zien aan een klasgenoot.
Natuurlijk bekijk je ook zijn/haar afbeeldingen.
Leg elkaar uit waarom je deze afbeeeldingen hebt gekozen.

 

 

 

 

 

Stap 2: Nederlandse landschappen

Bestudeer nu in de Kennisbank de kaart van Nederland met daarop de verschillende landschappen die in Nederland voorkomen en maak daarna de oefening.

KB: Landschappen in Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

Oefening:Landschappen in Nederland

Stap 3: Duinlandschap

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over duinlandschap.

KB: Duinlandschappen

Bekijk de volgende video over het ontstaan van de zeeduinen.

Gebruik de informatie uit de Kennisbank en de informatie uit de video bij het maken van de volgende oefening.

 

 

 

 

 

Oefening:Duinlandschappen

Stap 4: Rivierlandschappen

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over rivierkleilandschap.

KB: Rivierkleilandschap

Bekijk de video en maak de oefening.

 

 

 

 

 

Oefening:Rivierkleilandschap

Stap 5: Löss - heuvellandschap

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het heuvellandschap.

KB: Löss of heuvellandschap

Bekijk de video en maak de oefening.

 

 

Oefening:Löss-heuvellandschap

Stap 6: Veenlandschappen

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het veenlandschap.

KB: Veenlandschap

Kijk naar de volgende twee video's en maak de oefening.

 

 

 

 

Oefening:Veenlandschappen

Stap 7: Zeeklei/polder/droogmakerij

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het zeekleilandschap.

KB: Zeekleilandschap

Kijk naar de volgende twee video's en maak de oefening.

 

 

 

 

Oefening:Zeekleilandschap, polder en droogmakerij

Stap 8: Zand/stuwwallen/stuifzandgebieden

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het zandlandschap.

KB:  Zandlandschap

Bekijk de video's en maak de oefening.

 

 

 

Oefening:Zandlandschap, stuwwal en stuifzandgebied

Stap 9A: Eindproduct

Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.

De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van de vragen met links jouw antwoorden
en rechts de goede antwoorden. Bestudeer dat overzicht goed.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Landschapsvormen

Stap 9B: Zoek de juiste foto bij …

Begrippenlijst

Zandlandschap
Landschap ontstaan door afzettingen van (dek)zand.
Dekzand
Door de wind afgezet zand.
Rivierkleilandschap
Landschap ontstaan door overstromingen van rivieren.
Zeekleilandschap
Een land dat is ontstaan door overstromingen van de zee die zeeklei achter liet.
Duinlandschap
Gebied aan de kust met duinen.
Veenlandschap
Gebied met veen.
Lösslandschap
Gebied met de vruchtbare grondsoort löss.
Rivierbedding
Het gebied dat een rivier heeft uitgesleten.
Uiterwaarde
Het gebied tussen de zomerdijk en winterdijk.
Rivierdijk
Dijken aan weerszijden van een rivier bedoeld om overstromingen van het binnendijkse gebied te voorkomen.
Duin
Heuvel van zand dat de wind heeft opgeblazen.
Veen
Grondsoort bestaande uit organisch materiaal.
Löss
Zeer vruchtbare grondsoort met een kleine korrelgrootte.
Heuvel
Reliëf met hoogteverschillen tussen de 150 en 500 meter.
Rivier
Een natuurlijke waterloop die water afvoert van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied.
Sedimentatie
Het afzetten, op de bodem terechtkomen, van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst.
Erosie
Het uitschuren en afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, water en ijs.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.

2 Cultuurlandschappen

Vooraf

Leerdoelen
Je kunt Nederland indelen naar landschapsvormen.
Maar het is ook interessant te kijken naar het bodemgebruik.
Er is vrijwel geen stukje te vinden waar mensen niet hebben ingegrepen.
Mensen hebben van alles ‘gemaakt’, van grote waterwerken tot nieuwe natuur.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met cultuurlandschap.
  • de begrippen 'rode ruimte' en 'groene ruimte' omschrijven als het gaat om bodemgebruik.
  • aangeven welke sector het grootste deel van het landoppervlak in gebruik heeft.
  • drie voorbeelden van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
  • omschrijven wat een polder of droogmakerij is.
  • omschrijven hoe Staatsbosbeheer nieuwe natuurgebieden creëert.

Eindproduct
Deze opdracht sluit je af met het maken van de toets over cultuurlandschappen.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen en vragen maken over bodemgebruik in Nederland.
Stap 2 Alleen Informatie lezen en vragen maken over de agrarische sector.
Stap 3 Alleen Video bekijken en vragen over waterwerken beantwoorden.
Stap 4 Alleen Video bekijken over het maken van nieuw land.
Stap 5 Alleen Video bekijken en info opzoeken over polders.
Stap 6 Alleen + samen Video bekijken over nieuwe natuur en discussiëren over Oostervaardersplassen.
Stap 7 Alleen Toets Cultuurlandschappen maken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 lesuren nodig.

Stap 1: Bodemgebruik Nederland

Zo’n beetje iedere vierkante meter van het Nederlandse landschap is door mensen aangelegd. Je spreekt daarom over cultuurlandschap: landschap dat onder invloed van de mens is gevormd.

Het grootste deel daarvan is agrarisch cultuurlandschap. Het is ten behoeve van landbouw ontwaterd, in percelen verdeeld en toegankelijk gemaakt.
Verder wordt het cultuurlandschap ook gebruikt voor stedenbouw en voor industrie (vaak ook aangeduid als stedelijke of industriële landschappen).

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over Bodemgebruik.

KB: Bodemgebruik Nederland

Oefening:Bodemgebruik Nederland

Stap 2: Agrarische sector

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het agrarisch gebruik van de bodem en maak de oefening.

KB: Agrarische sector

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oefening:Agrarische sector

Stap 3: Waterwerken

De waterwerken zijn door mensen gemaakte gebouwen en constructies die ons moeten beschermen tegen water. Denk aan een dammen, dijken, sluizen, enzovoorts.

Zonder onze waterwerken zou de helft van Nederland onder water staan.
Op een reliëfkaart kun je goed zien waar de grens tussen land boven en onder zeeniveau ligt. Dat zeeniveau noemen we N.A.P. (Normaal Amsterdams Peil).
Een groot deel van Nederland is dus op het water veroverd.
Het volgende filmpje laat zien hoe dat in zijn werk ging:
Zoek in de Bosatlas een reliëfkaart van Nederland op.
Ligt de plaats waarin jij woont boven of onder zeeniveau?

Stap 4: Flevoland

Het grootste waterwerk ter wereld is Flevoland.
In 1938 is men begonnen met het droogleggen van het IJsselmeer.
De eerste polder was de Noordoostpolder.
Enige jaren later was de beurt aan de Flevopolder.
In 1968 was de polder helemaal drooggemalen.

 

Bekijk de video ‘Hoe maak je nieuw land?’.
De video laat zien hoe Flevoland ontgonnen werd.

Stap 5: Droogmakerij = polder

De Flevopolder is de grootste, maar zeker niet de eerste droogmakerij.
Bekijk de video ‘Polders in laag Nederland’.

Bij een polder zie je een molen of een gemaal voor het wegpompen van het water. Een polder is ook altijd omringd door een stelsel van sloten. De sloten zijn nodig voor het wegvoeren van het water en het verlagen van het grondwaterpeil. Alleen door het water voortdurend op peil te houden konden de polders worden drooggelegd en geschikt gemaakt om in te wonen en te werken.

Doe nu de volgende opdracht.

  1. Zoek met behulp van Google de namen en de ligging van vijf polders op.
  2. Zoek met behulp van Google vijf afbeeldingen op die samen een goed beeld geven van de polders in Nederland.
     

 

Stap 6: Nieuwe natuur

Bekijk de video.


Met deze video maakt Staatsbosbeheer reclame voor tien wildernisgebieden.
Het grootste wildernisgebied is de Oostvaardersplassen. “Een schitterend stuk ongerepte natuur” met “on-Nederlands wild”, zo zegt Staatsbosbeheer.
“Wildernis bestaat in Nederland”, vindt Staatsbosbeheer. “Gebieden waar we de natuur haar gang laten gaan. Het is de natuur op haar natuurlijkst.”

Natuur of cultuur? Kijk naar de video over ‘De Oostvaardersplassen’.


Wat vind jij?
Zijn de Oostvaardersplassen een cultuurlandschap of een natuurlandschap?
Bespreek de vraag met een paar klasgenoten.

Stap 7: Toets

Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.

De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van de vragen met links jouw antwoorden
en rechts de goede antwoorden. Bestudeer dat overzicht goed.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Cultuurlandschappen

Begrippenlijst

Polder
Een omdijkt gebied waarin de mens de waterstand kunstmatig beheerst.
Grondsoort
Materiaal dat op de aardkorst ligt.
Akkerbouwgebied
Gebied waar gewassen worden verbouwd.
(Glas)tuinbouwgebied
Gebied waar veel gewassen, zoals bloemen, fruit en groente, in kassen worden verbouwd.
Veeteeltgebied
Gebied waar veel vee wordt gehouden voor de consumptie van vlees en het verkrijgen van eieren, wol, leer, etc.
Industriegebied
Gebied met veel fabrieken, magazijnen, loodsen, etc. bij elkaar.
Recreatiegebied
Gebied dat is bedoeld om zich in de vrije tijd te vermaken.
Bodem
Het bovenste deel van de aardkorst.
Bodemvruchtbaarheid
In hoeverre een bodem voedingsstoffen bevat voor de vegetatie.
Natuurgebied
Beschermd gebied met veel natuur.
Bosgebied
Met bos begroeid gebied.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.
  • Het arrangement Landschappen vmbo12 - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Danny Wagemaker
    Laatst gewijzigd
    2025-01-06 14:35:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Landschappen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via
    de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Thema: Landschappen - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/100712/Thema__Landschappen___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Landschappen in Nederland

    Duinlandschappen

    Rivierkleilandschap

    Löss-heuvellandschap

    Veenlandschappen

    Zeekleilandschap, polder en droogmakerij

    Zandlandschap, stuwwal en stuifzandgebied

    Landschapsvormen

    Bodemgebruik Nederland

    Agrarische sector

    Cultuurlandschappen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.