| Zandlandschap Landschap ontstaan door afzettingen van (dek)zand. |
Dekzand Door de wind afgezet zand. |
| Rivierkleilandschap Landschap ontstaan door overstromingen van rivieren. |
Zeekleilandschap Een land dat is ontstaan door overstromingen van de zee die zeeklei achter liet. |
| Duinlandschap Gebied aan de kust met duinen. |
Veenlandschap Gebied met veen. |
| Lösslandschap Gebied met de vruchtbare grondsoort löss. |
Rivierbedding Het gebied dat een rivier heeft uitgesleten. |
| Uiterwaarde Het gebied tussen de zomerdijk en winterdijk. |
Rivierdijk Dijken aan weerszijden van een rivier bedoeld om overstromingen van het binnendijkse gebied te voorkomen. |
| Duin Heuvel van zand dat de wind heeft opgeblazen. |
Veen Grondsoort bestaande uit organisch materiaal. |
| Löss Zeer vruchtbare grondsoort met een kleine korrelgrootte. |
Heuvel Reliëf met hoogteverschillen tussen de 150 en 500 meter. |
| Rivier Een natuurlijke waterloop die water afvoert van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied. |
Sedimentatie Het afzetten, op de bodem terechtkomen, van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst. |
| Erosie Het uitschuren en afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, water en ijs. |
Infrastructuur Alle verbindingen van punt A naar punt B. |
| Reliëf Hoogteverschillen in het landschap. |