Aan het eind van het thema kan ik:
Opdracht | |
benoemen wat wordt verstaan onder het begrip 'landschap'. |
|
vijf verschillende landschapstypen opnoemen die in Nederland voorkomen. |
|
van minstens drie typen omschrijven hoe deze landschappen zijn ontstaan. |
|
het verschil benoemen tussen natuurlandschap en cultuurlandschap. |
|
drie vormen van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen. |
|
omschrijven wat een droogmakerij of polder is en om welke reden dit land is drooggelegd. |
|