Gezondheid en gedrag niveau 2 leerjaar 2 blok 3

Gezondheid en gedrag niveau 2 leerjaar 2 blok 3

Introductie

Dit blok staat voornamelijk in het teken van reptielen en vissen, wij gaan voornamelijk in op de algemene onderdelen. De volgende onderdelen komen onderhand aanbod:

Kennis hebben van gedrag, natuurlijk gedrag en afwijkingen, domesticatie en herkomst

Kennis hebben van anatomie en fysiologie van dieren, zoals functies van de nieren

Kennis hebben van kenmerken van gezondheid en ziektes bij dieren

Kennis hebben van de algemene biologie van dieren (verschillen in soorten, uitwendige hoofdkenmerken en functie organen)

les 1 Nieren en Urinewegen

video nieren en urinewegen

Urinewegstelsel

 

Op je rug onder de onderste ribben liggen 2 nieren. Deze nieren hebben erg belangrijke functies:

1- Ze filteren je bloed van afvalstoffen. Deze afvalstoffen vormen samen met water urine. De nuttige stoffen in het bloed worden terug het lichaam ingestuurd.

Elke minuut gaat er ongeveer een liter bloed door je nieren. Het bloed wordt gefiltreerd door de hoge druk in de glomurulus. Deze perst vocht en afvalstoffen uit het bloed door het kapsel van Bowman. Dit kapsel kan water en kleine opgeloste stoffen doorlaten, maar geen bloedcellen of grotere moleculen. Het gefilterde restant bevat dan zouten, glucose, aminozuren, vitamines en andere kleine moleculen.  Deze stoffen zullen uiteindelijk in dezelfde concentraties moeten voorkomen in het filtraat als in het bloed. Om dit te voor elkaar te krijgen kan extra water worden opgenomen door het bloed of juist worden uitgescheiden. Ook afvalstoffen kunnen op deze manier worden uitgescheiden.

Alles wat uit het bloed is gehaald, wordt opgeslagen in het nierbekken. Van hieruit kan het via de urineleiders naar je urineblaas worden gebracht. Hier wordt het opgeslagen totdat je naar de wc gaat.

2- Vochtregulatie. Je nieren berekenen hoeveel vocht je lichaam nodig heeft.

De hypothalamus (een hersendeel) meet constant of er nog voldoende vocht in je lichaam zit. Als dit niet het geval is, geeft de hypothalamus het antidiuretisch hormoon (ADH) af. Hierna krijg je dorst. Daarnaast regelt het ADH de doorlaatbaarheid van het kapsel van Bowman, zodat er meer water wordt teruggenomen in de nefronen. Op deze manier word je urine geconcentreerder en verlies je zo min mogelijk water. Wanneer je genoeg of te veel vocht hebt, maken je nieren minder geconcentreerde urine. Op deze manier raak je meer vocht kwijt.

3- Bloeddruk regelen. Je nieren spelen een rol bij je bloeddruk.

Wanneer je bloeddruk lager wordtt, geeft een speciaal weefsel in de nieren het enzym renine af. Renine zorgt ervoor dat een bepaald hormoon, angiotensine II,  wordt aangemaakt. Dit hormoon zorgt ervoor dat je bloeddruk omhoog gaat door de bloedvaatjes in je lichaam te vernauwen. Daarnaast zorgt het ervoor dat je bijnieren ook een hormoon gaan aanmaken, namelijk aldosteron. Dit hormoon zorgt voor opname van zouten en water naar je bloed, waardoor je bloedvolume en als gevolg daarvan je bloeddruk toenemen.

4- Ze hebben een functie om botontkalking tegen te gaan.

Je nieren zijn belangrijk en helpen bij het activeren van vitaminde D. Vitamine D zorgt er voor dat er genoeg kalkafzetting in je botten is.

5- Rode bloedcellen aanmaken. Nieren maken samen met je beenmerg rode bloedcellen aan.

In je lichaam wordt zuurstof getransporteerd door je lichaam, met behulp van rode bloedcellen. Als er niet genoeg zuurstof naar de weefsels in je lichaam gaat, zullen je nieren het hormoon erytropoëtine (EPO) produceren. Hierdoor wordt de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg gestimuleerd. Als er teveel zurstof wordt vervoerd, stoppen je nieren met het aanmaken van EPO

Boekje anatomie en fysiologie hoofdstuk 7

Les 2 Gedrag en leermethodes

lessen up les gedrag

Afwijkend gedrag

afwijkend gedrag

Les 3 ademhalingstelsel

lessen up les ademhalingstelsel

Gebruik hoofdstuk 5 ademhalingstelsel

Les 4 Leerprincipes

Opdracht samenvatten:

Dierenwelzijn en gedrag

Les 5 zenuwstelsel

lessen up les zenuwstelsel

Hoofdstuk 8 zenuwstelsel: boekje Anatomie en fysiologie

Les 6 zintuigen

Theorie

ontwikkelcentrum boekje zintuigen

Link lezing Freek Vonk

Opdracht

Poster maken.

 

Benodigheden: kenniskiem boekje anatomie en fysiologie hoofdstuk 9

 

Groepsindeling: de klas wordt in 5 groepen verdeeld, elk groep je krijgt een onderwerp (ogen, oren, neus, bek, tastzintuigen)

 

Je krijgt een half uur de tijd om met je groepje over je toegewezen onderwerp een poster (digitaal of op papier) te maken die de uitleg en tekst weergeven afkomstig uit het kenniskiem boekje.

Aan de hand van de poster gaan we de uitleg in groepsverband aan elkaar vertellen.

les 7