Lekker eten, dat doen we allemaal graag.
Bekijk de vier kommen soep. Welke zou jij kiezen?
Heb je gekozen voor kom 1 of kom 4, dan heb je de soep gekozen die de meeste mensen kiezen.
Blauwe of paarse soep kiezen we niet snel, want dat zijn we niet gewend.
Wat kan ik straks?
Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht ruiken en proeven.
Ik kan:
de vorm en de functie van de neus en tong omschrijven.
aangeven welke smaken ik proef en welke ik ruik.
aangeven dat ik al mijn zintuigen gebruik bij het herkennen van voedsel.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het lezen van de kennisbank kun je in een opdracht omschrijven hoe de neus en de tong zijn opgebouwd en werken.
Stap 2
Je kunt na het kijken van de video aangeven hoe jouw zintuigen functioneren bij het herkennen van voedsel.
Stap 3
Je kunt in een opdracht aangeven wat de functie van de neus is en hoe deze gekoppeld is aan het zenuwstelsel.
Stap 4
Je kunt aangeven dat je je reuk kan gebruiken bij het ontdekken van gevaarlijke stoffen.
Stap 5
Je kunt aangeven welke functies proeven en ruiken hebben naast het eten van voedsel. Met deze informatie maak je een oefening.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
Hier vind je de kennisbank die past bij deze opdracht. Ook kun je hier de begrippen terugvinden.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A, kies je voor het practicum Smaakgebieden.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B, kies je voor het practicum Smakeloos.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht
Extra
Onderdeel
Activiteit
Extra: Speurhonden
Je kunt na het kijken van een video informatie over speurhonden verwerken in een tweetal opdrachten.
Benodigdheden
Practicum + practicumbenodigdheden
Googledoc - Smaakgebieden
of
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Heb jij dat nou ook? Zie je of ruik je iets lekkers en je gaat watertanden.
En bij iets wat je niet lekker vindt? Loop je er ook voor weg?
Op grote stations maakt men gebruik van dit watertanden om de eetlust bij hongerige reizigers op te wekken: geurende croissants, reclameborden met grote aantrekkelijke broodjes hamburger en ga zo maar door.
Stap 3: Reuk
De volgende tekst gaat over je reukorgaan.
Je herhaalt meteen ook even hoe het zenuwstelsel werkt.
Maak de tekst compleet.
Stap 4: Gevaarlijke stoffen
Flessen met gevaarlijke stoffen.
In het keukenkastje staan flessen met allerlei stoffen om schoon te maken.
Wat er in zit kun je herkennen aan de geur.
Doe dit nooit met je neus vlak boven de fles!
Sommige stoffen zoals ammoniak kunnen iemand een soort astmatische aanval bezorgen.
De concentratie van die stof vlak boven de fles is veel te hoog om in te ademen.
Lees dus liever even wat er op het etiket staat.
Beantwoord de volgende vraag:
Maak de volgende oefening over symbolen van gevaarlijke stoffen.
Stap 5: Functies van proeven en ruiken
Wolven gebruiken al hun zintuigen
Bij proeven en ruiken gaat het om het kunnen waarnemen van stoffen.
Dit heeft verschillende functies. Bijvoorbeeld:
Waarschuwing bij gevaar.
Vinden van een partner.
Vinden van voedsel.
Herkennen van familieleden en/of soortgenoten.
Herkennen van vijanden.
Communiceren met soortgenoten.
Ook bij de mens spelen deze functies een rol, soms onder de oppervlakte.
Combineer in de volgende oefening zes situaties met de juiste functie.
Reukzintuig
Een zintuig; orgaan met reukzintuigcellen die geuren kunnen waarnemen, waardoor je kunt ruiken'.
Neusholte
Onderdeel van het ademhalingsstelsel.
Neusslijmvlies
Laagje slijm dat de neusholte bedekt en waarin de geurstoffen oplossen die via het neusgat de holte binnenkomen.
Smaakzintuig
Een zintuig; orgaan met smaakzintuigcellen die smaken kunnen waarnemen, waardoor je kunt proeven.
Proeven
Het waarnemen van smaken met een tong (smaakzintuig).
Smaakstoffen
Er zijn vijf soorten smaakstoffen; zoet, zuur, zout, bitter en umami.
Speeksel
Verteringssap, aangemaakt in speekselklieren; bestaat uit water, slijm en enzymen voor de vertering.
Ruiken
Het waarnemen van geur met een neus (reukzintuig).
Reukharen
Kleine, dunne haartjes in de neus. Reukharen kunnen geurstoffen waarnemen die zijn opgelost in het reukslijmvlies.
Groef
Ruimte op de tong waarin de opgeloste vloeistof stroomt.
Smaakknopje
Kan prikkels omzetten in impulsen. De impulsen gaan via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.
Zenuw
Geeft impulsen door naar de hersenen.
Zintuigcel
Kan prikkels omzetten in impulsen. De impulsen gaan via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.
Eindopdracht A: Practicum Smaakgebieden
Kies voor het practicum Smaakgebieden (Eindopdracht A) of voor het practicum Smakeloos (Eindopdracht B).
Practicum Smaakgebieden
Op de tong zijn er verschillende plaatsen waar je het beste een bepaalde smaak proeft.
Die plekken zijn niet bij iedereen op precies dezelfde plek. Hoe zit het bij jou? En bij je klasgenoot? Jullie gaan dat samen onderzoeken.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Eindopdracht B: Practicum Smakeloos
Kies voor het practicum Smaakgebieden (Eindopdracht A) of voor het practicum Smakeloos (Eindopdracht B).
Practicum Smakeloos
Als mensen verkouden zijn proeven ze weinig.
Ze merken geen verschil tussen sinaasappelsap en aardbeisap. Hoe kan dat?
Jullie gaan onderzoeken of jullie verschillende smaken proeven met jullie neus dicht.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Weet je nu hoe het kan, dat we niet zo snel voor de paarse soep kiezen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je het fijn om de opdracht met z'n tweeën te doen?
Hoe verliep de samenwerking?
Extra: Speurhonden
Bij honden is de reuk het meest ontwikkelde zintuig.
Honden gebruiken de neus bij het volgen van een spoor of het opsporen van bepaalde voorwerpen.
Dit filmpje gaat over het werk van speurhonden van de politie.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen in de toepassingen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ruiken en proeven
Speurhonden
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.