inleiding
Zout
Zout
Gemiddeld zit 80% van het zout dat we binnenkrijgen in het eten en drinken dat we kopen in de winkel of in de horeca. De overige 20% van het zout voegen we toe bij het koken of aan tafel.
Van nature zit er niet zoveel zout in het eten. Het meeste zout voegen fabrikanten toe om het eten op smaak te brengen. Het toevoegen van zout kan de houdbaarheid van een product verlengen of het is nodig bij de bereiding. Dit is bijvoorbeeld het geval bij vleeswaren, vis, kaas en gefermenteerde groenten zoals zuurkool. Daarnaast zorgt zout bij sommige producten voor de juiste structuur, zoals bij brood, kaas en sommige vleesproducten. De belangrijkste bronnen van zout in de Nederlandse voeding zijn brood, vleesproducten en kaas. Ook zit er veel zout in kant-en-klaarmaaltijden, pizza’s, soepen, sauzen en hartige snacks. Zout zit niet alleen in producten waarbij het goed te proeven is, maar ook in bijvoorbeeld roomijs, koekjes of gebak.
Gezondheidseffecten
Het mineraal natrium is belangrijk bij het regelen van de vochtbalans van het lichaam en is nodig voor een goede werking van de spier- en zenuwcellen. Chloor speelt ook een rol bij het handhaven van de vochtbalans. Naast natrium en chloor speelt overigens ook kalium hier een belangrijke rol bij.
Te weinig zout
De kans op een tekort aan zout is erg klein. Een tekort kan ontstaan door ernstige diarree. Je kunt dan uitdrogen. Uitdroging is te voorkomen door extra veel te drinken en zout te eten. De speciale zoutoplossing Oral Rehydration Salt (ORS) kan worden gebruikt om de hoeveelheid lichaamsvocht weer op peil brengen.
Wie erg veel en lang zweet verliest zout. Maar als je verder gewoon eet heb je geen extra zout nodig. De verliezen worden dan snel weer via de voeding aangevuld. Wel is het belangrijk om veel water te drinken bij zweten, om de hoeveelheid vocht in het lichaam aan te vullen.
Te veel zout
Meer dan 85% van de Nederlandse bevolking krijgt meer zout binnen dan de maximale hoeveelheid van 6 gram zout per dag. Volwassen mannen eten gemiddeld 9,9 gram zout per dag en vrouwen 7,5 gram per dag. Bij te veel zout kan oedeem ontstaan. Bij oedeem houdt het lichaam vocht vast. Hierdoor kan weer een verhoogde bloeddruk ontstaan. Een teveel aan zout verdwijnt via de urine en door te zweten.
Gezondheidsproblemen
Er zijn ongewenste effecten bij het eten van te veel zout:
-
verhoogde bloeddruk
-
Hart- en vaatziekten
-
Nierziekten
-
Maagkanker
-
Botontkalking
Suiker
Suiker
Suiker of sacharose is een zoete stof, die van nature voorkomt in voedingsmiddelen zoals in fruit, maïs, suikerriet en suikerbiet. Suiker uit suikerriet en suikerbiet wordt ook wel kristalsuiker genoemd. Suiker behoort tot de koolhydraten.
Suiker behoort tot de koolhydraten. In het dagelijks gebruik wordt onder suikers alleen monosacchariden en disacchariden verstaan.
Suiker levert wel energie (calorieën), maar voorziet je lichaam niet van de nodige vitamines, mineralen en vezels. Het drinken van suikerhoudende dranken kan bijdragen aan het ontstaan van overgewicht.
De kans op gaatjes in tanden of kiezen wordt groter wanneer je te vaak op een dag eten en drinken met suiker gebruikt.
Functie van suiker in producten
Naast zoete smaak kan suiker ook voor andere doeleinden aan een product zijn toegevoegd. Suiker kan de volgende functies hebben:
Er wordt door het lichaam geen onderscheid gemaakt tussen van nature aanwezige of toegevoegde suiker. Alle suikers worden door het lichaam op dezelfde manier verwerkt. Ze worden door het lichaam afgebroken tot glucose, de 'brandstof' voor het lichaam, en leveren dezelfde hoeveelheid calorieën.
Gezondheidseffecten
Suiker levert wel energie, maar voorziet je lichaam niet van de nodige vitamines, mineralen en vezels. Dit geldt voor alle soorten suiker en voor honing, siropen en stropen.
Overgewicht
Er is veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen overgewicht en suiker. Te veel suiker eten kan wel bijdragen aan het ontstaan van overgewicht, maar als je het niet te veel en te vaak eet, word je niet meteen dik.
Het drinken van suikerhoudende dranken vergroot de kans op overgewicht. Wanneer proefpersonen suikerhoudende frisdrank tot hun beschikking hebben en verder alles kunnen eten wat ze willen, leidt het gebruik van frisdrank tot een toename in gewicht. Dit komt mogelijk doordat de calorieën die mensen via frisdrank binnenkrijgen, niet worden gecompenseerd. Met andere woorden, mensen eten niet minder, ondanks dat het lichaam al calorieën via frisdrank heeft binnengekregen.
Diabetes type 2
In het algemeen vergroot of verkleint de hoeveelheid suikers (mono- en disachariden) die je binnenkrijgt het risico op diabetes type 2 niet. Wel is er overtuigend aangetoond dat het nemen van dranken met toegevoegd suiker het risico op diabetes type 2 verhoogt. Dat hangt mogelijk samen met het effect op lichaamsgewicht. Frisdranken bevatten suiker en dat levert calorieën. Gewone frisdrank levert ongeveer 100 kilocalorieën per glas (250 ml).
Suikerovergevoeligheid
Sommige mensen ervaren suikerovergevoeligheid, maar het bestaan hiervan is niet wetenschappelijk aangetoond. Kleine hoeveelheden suiker geven namelijk geen klachten. Er is niet voldoende wetenschappelijk bewijs om aan te nemen dat suiker zelf gedragsklachten, hyperactiviteit, maag-darmklachten en extreme moeheid veroorzaakt. Een teveel aan fructose (fruitsuiker) kan wel darmklachten veroorzaken. En er zijn mensen met een intolerantie voor lactose (melksuiker). Ook bestaat de kans op een tekort aan andere voedingsstoffen als iemand te veel suiker eet. Lees meer over suikerovergevoeligheid.
Tandproblemen
Bacteriën in de mond zetten suikers uit koolhydraten om in zuur. Dat zuur is slecht voor het tandglazuur en het tandweefsel en leidt tot gaatjes. De hoeveelheid suiker die je eet, zegt op zichzelf niet zoveel over mogelijk tandbederf. Belangrijker is hoe vaak je iets eet of drinkt.
Smaaktest
Smaaktest
Met deze opdracht gaan we kijken of je al dat toegevoegde suiker en zout ook proeft in producten die we dagelijk eten. Mis je ze als ze zijn weggelaten, vervangen of als er veel minder in zit?
Deze opdracht voer je uit in tweetallen.
- Jullie krijgen van 4 producten 2 varianten. Het ene product is de gewone versie en het andere product is het zout of suiker vervangen of helemaal weg
- De ene zet de producten voor de ander klaar. (dit mag de ander niet zien)
- Merk bekertjes met A en B en bordjes met A en B
- Noteer voor jezelf welk product A of B is voor je het geeft.
- De ander gaat beide producten proeven en noteert op het formulier wel formulier het gewone product is.
- Daarna draaien de rollen zich om.
- Vergelijk de uitkomsten met elkaar.
- Bedenk samen of je thuis producten gebruikt die zonder zout of suiker kunnen.
Toets
Toets: Wat weet jij over zout en suiker
Start