Welke van bovenstaande producten kun je aanraken?
En welke producten kun je niet aanraken?
Welke producten gebruik je dagelijks?
En welke producten gebruik je maar heel soms?
Welke producten zou je echt niet kunnen missen?
En welke producten kun je eigenlijk best missen?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het verschil tussen goederen en dienstenuitleggen aan de hand van een voorbeeld.
duidelijk maken dat je uitgaven onder kunt verdelen in dagelijkse uitgaven, vaste uitgavenen incidentele uitgavendoor voor elk een voorbeeld te geven.
voorbeelden geven vannoodzakelijke productenen luxe productenen zo het verschil tussen de twee duidelijk maken.
noodzakelijkeen luxe producten herkennen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Leervragen
Stap 1
Wat is het verschil tussen een goed en een dienst? Kun je voorbeelden van goederen en diensten noemen?
Stap 2
Hoe kun je je uitgaven onderverdelen in drie categorieën?
Stap 3
Kun je voorbeelden noemen van primaire en secundaire producten?
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvatting
Samenvattende sleepoefening maken.
Eindopdracht
In een schema voorbeelden van primaire en secundaire producten invullen.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Goederen en diensten
Beantwoord de volgende vraag.
Producten kun je onderverdelen in goederen en diensten.
Goederen kun je aanraken, bijvoorbeeld een schrijft of een brommer.
Diensten kun je niet aanraken, bijvoorbeeld een busrit of les krijgen.
Stap 2: Verschillende uitgaven
De uitgaven van een gezin kun je verdelen in drie groepen:
dagelijkse uitgaven: uitgaven die bijna dagelijks voorkomen,
deze uitgaven worden ook wel huishoudelijke uitgaven genoemd,
voor deze uitgaven hoef je niet te sparen,
bijvoorbeeld boodschappen doen.
vaste uitgaven: uitgaven die regelmatig voorkomen,
bijvoorbeeld een abonnement op de krant.
incidentele uitgaven: onverwachte uitgaven,
voor deze uitgaven moet vaak gespaard worden,
bijvoorbeeld een reparatie aan de auto.
Beantwoord de volgende vragen.
Stap 3: Primaire/secundaire producten
Er zijn producten die je nodig hebt om te leven.
Denk aan: voedsel, woning en medicijnen.
Deze noodzakelijke producten noem je basisproducten.
Basisproducten worden ook primaire producten genoemd.
Luxe producten zijn niet-noodzakelijke producten.
Luxe producten worden ook secundaire producten genoemd.
Beantwoord de volgende vragen
Afronding
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Eindopdracht: Indeling producten
Werk samen met een klasgenoot.
Bekijk het schema hieronder.
Het schema is nog niet af.
Neem het schema over en vul het zelf verder in.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Het arrangement Opdracht: Uitgaven - hv23 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Schaarste', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie hv23. De opdracht begint met een intro, hier moet je nadenken over verschillende producten samen met een klasgenoot. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit drie verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een samenvatting, een eindopdracht en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over goederen en diensten. Deze begrippen worden uitgelegd, en vervolgens worden hier vragen over gesteld. Bij stap 2 is er een opdracht over verschillende uitgaven. De begrippen dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven worden uitgelegd, daarna wordt hier een vraag over gesteld. Bij stap 3 is er een opdracht over primaire/secundaire producten. Hier worden vragen gesteld over de primaire en secundaire producten. Na deze drie stappen komt er een opdracht waar de stof nog een keer wordt herhaald en de samenvatting volledig moet worden ingevuld. Dan komt er een eindopdracht: Indeling producten. Hier moet je samen met een klasgenoot een schema invulling die hoort bij deze opdracht. Na de eindopdracht wordt er teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Consumptie en consumenten-organisaties;
Economie;
Schaarste;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 0 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, dagelijkse uitgaven, economie, geld en economie, goederen en diensten, hv23, luxe producten, noodzakelijke producten, stercollectie, uitgaven
Deze opdracht hoort bij het thema 'Schaarste', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie hv23. De opdracht begint met een intro, hier moet je nadenken over verschillende producten samen met een klasgenoot. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit drie verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een samenvatting, een eindopdracht en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over goederen en diensten. Deze begrippen worden uitgelegd, en vervolgens worden hier vragen over gesteld. Bij stap 2 is er een opdracht over verschillende uitgaven. De begrippen dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven worden uitgelegd, daarna wordt hier een vraag over gesteld. Bij stap 3 is er een opdracht over primaire/secundaire producten. Hier worden vragen gesteld over de primaire en secundaire producten. Na deze drie stappen komt er een opdracht waar de stof nog een keer wordt herhaald en de samenvatting volledig moet worden ingevuld. Dan komt er een eindopdracht: Indeling producten. Hier moet je samen met een klasgenoot een schema invulling die hoort bij deze opdracht. Na de eindopdracht wordt er teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.