Met Excel kun je pijlsnel grote berekeningen maken met heel veel getallen. Daarmee boek je vele uren tijdwinst in vergelijking met het maken van berekeningen op een rekenmachine. Met Excel kun je bijvoorbeeld de ontwikkeling van kengetallen als omzet, winst, kosten heel goed zichtbaar maken. Verder kun je met Excel ook hele goede grafieken maken om bepaalde ontwikkelingen of verdelingen grafisch aantrekkelijk te kunnen laten zien in een presentatie. En tenslotte kun je Excel ook nog eens goed gebruiken als een eenvoudige database, zoals een adressenbestand.
Kortom: snel rekenen met slimme formules, goed inzicht in ontwikkelingen die niet zo snel uit een cijferbrij naar voren komen, grafisch aantrekkelijke presentaties om je publiek goed te kunnen voorlichten en overtuigen en ook nog eens een database voor je gegevens.
Basisbegrippen in Excel
Kolommen worden aangeduid met een letter, bijvoorbeeld kolom A
Rijen worden aangeduid met een cijfer, bijvoorbeeld rij 3
Cellen worden aangeduid met de combinatie van een letter en een cijfer, bijvoorbeeld cel A1
De formulebalk is het witte vak achter fx
In een (werk)map kun je meerdere werkbladen aanmaken. Deze werkbladen worden aangeduid met Blad1, Blad2 enzovoorts. Een nieuw werkblad maak je aan door op de plus te klikken.
Basisberekeningen in Excel
Optellen: = A1+B1 Excel telt de inhoud van cel A1 op bij de inhoud van B1
Aftrekken: = A1-B1 Excel trekt de inhoud van cel A1 af met de inhoud van cel A2
Vermenigvuldigen = A1*B1 Excel vermenigvuldigt de inhoud van de cellen A1 en A2
Delen = A1/B1 Excel deelt de inhoud van A1 door de inhoud van A2
Opdracht 1 optellen
Zet in cel A1 het getal 25
Zet in cel B1 het getal 14
Zet in cel C1 de formule = A1+B1 (de som krijg je door op te klikken)
Opdracht 2 aftrekken
Zet in cel A3 het getal 25
Zet in cel B3 het getal 14
Zet in cel C3 de formule = A3-B3
Opdracht 3 vermenigvuldigen
Zet in cel A5 het getal 25
Zet in cel B5 het getal 14
Zet in cel C5 de formule = A5*B5 (de * is het keerteken in excel, dus niet de x)
Opdracht 4 delen
Zet in cel A7 het getal 25
Zet in cel B7 het getal 14
Zet in cel C7 de formule = A7/B7 (De slash / is in excel het deelteken)
Klik in de formulebalk op de celverwijzing. Met de toets F4 voeg je het $-teken toe. Daarmee zet je de kolomletter of het rijnummer in de celverwijzing vast.
Voorbeeld:
standaard = A1 ( kolomletter en regelnummer veranderen/relatief)
een keer F4 = $A$1 ( kolomletter en regelnummer blijven gelijk/absoluut)
Het arrangement Excel 2016 Basis Digitaal Handig is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Bauke Stok
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-11-26 21:01:19
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.