Ruimtegebruik in landelijke gebieden in Duitsland
Landbouw in landelijke gebieden
In Duitsland was veel landbouwgrond in handen van adellijke families. Na de oorlog ontwikkelde de landelijke gebieden in de DDR zich anders dan de landelijke gebieden in de BRD.

In de BRD veranderde in aanvang niet zoveel in de landbouwsector, maar in de DDR, opgericht in 1949, ging de landbouw flink op de schop. Daar werden vrijwel alle landbouwbedrijven samengevoegd tot grote landbouwbedrijven. Bedrijven tot 5.000 hectare groot. Deze grote staatslandbouwbedrijven werden ‘Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaften’ genoemd, wat zoveel betekent als collectieve of coöperatieve boerderijen.
Nadat de DDR in 1990 verenigd werd met West-Duitsland wilde men af van deze grote landbouwbedrijven. De grond ervan kon worden verdeeld onder de medewerkers, die zo de kans kregen voor zichzelf te beginnen. Maar de animo onder hen om als zelfstandige boer verder te gaan, was niet groot. Ze hadden ook niet allemaal de kennis en vaardigheden in huis om een landbouwbedrijf te leiden. Daardoor bleven sommige grote landbouwbedrijven uit de DDR-tijd bestaan en werden andere opgesplitst in kleinere boerenbedrijven.
Wonen in landelijke gebieden
In de westelijke deelstaten van Duitsland vinden we vooral de stedelijke gebieden. In deze gebieden ontstond vanaf 1960 suburbanisatie. Mensen wilden liever in de rustigere dorpen wonen, waar de huizen groter waren en er meer ruimte was. Vooral de steden met moderne industrie en veel werkgelegenheid in de dienstensector breidden hun gebied steeds verder uit. Deze steden slokten steeds meer omliggende dorpen op. In het oosten van Duitsland bleef de ruimtelijke indeling veelal gehandhaafd. Hier vinden we nog altijd veelal alleen landelijke gebieden met kleine dorpen. In deze gebieden is de bevolking relatief armer en ouder dan in het westelijke deel van Duitsland.
Doordat Duitsland groter is, zijn de afstanden tussen steden en dorpen relatief groter. Soms kunnen dorpen in de wintermaanden zijn afgesneden van de buitenwereld. De meeste dorpen hebben dan ook nog altijd voorzieningen voor de dagelijkse behoeften, zoals een supermarkt, slager en een bakker. De samenleving in de dorpen is vaak hecht. In de dorpen is het ook altijd nog veel normaler om met meerdere generaties in een huis te wonen. De huizen zijn daar ook voor gemaakt. De huizen zijn groot en hebben meerdere verdiepingen met allerlei faciliteiten. Maar ook steeds vaker zie je dat oudere generaties alleen achter blijven. De kinderen kiezen er toch voor om in de stad te gaan wonen en werken. Veel huiseigenaren verhuren delen van hun huis dan aan toeristen, die bijvoorbeeld op skivakantie komen.

Recreëren in landelijke gebieden
Sommige gebieden in Duitsland raakten door suburbanisatie vervallen. Het waren voornamelijk de oude stedelijke gebieden waar vroeger vervuilende industrie stond. Bijvoorbeeld het Ruhrgebied. Deze gebieden zijn de laatste jaren flink opgeknapt. De oude vervallen fabrieken zijn gesloopt of opgeknapt. De bodem werd schoongemaakt en oude vervallen wijken werden opnieuw ingericht. In veel van deze gebieden zijn nu veel mogelijkheden tot recreeëren. Er is ruimte gemaakt voor natuurgebieden en oude gebouwen doen dienst als cultureel centrum of zijn verbouwd tot museum.
Natuur in landelijke gebieden
In Duitsland stond vroeger de bescherming van de natuur niet bovenaan het lijstje, zeker niet in de DDR. In de DDR waren bijna alle meren en rivieren zwaar vervuild. Lozing van afval en bruinkool-gestookte elektriciteitscentrales waren de grote veroorzakers van de vervuiling. Na de opheffing van de DDR kreeg de natuur in de voormalige DDR de gelegenheid zich te herstellen.
In de BRD was men al eerder gealarmeerd. In de jaren ’80 stonden vooral de naaldbossen er slecht bij ten gevolge van de luchtverontreiniging. Verder is er jarenlang internationaal overleg geweest over maatregelen om de Rijn weer schoon te krijgen.
De scheiding tussen Oost- en West-Duitsland heeft voor de natuur een positief gevolg gehad. Aan de grens tussen de DDR en BRD ontstonden nieuwe natuurgebieden. Het waren stroken niemandsland waar niemand in mocht. De natuur had er vrij spel. De strook staat nu bekend als de Grüne Band.
Vanaf de jaren zestig en zeventig werd het belang van natuurbescherming belangrijker en Duitsland sloot zich aan bij de IUCN. In 1970 werd het Beierse Woud aangewezen als nationaal park. Daarna volgden er nog veertien. In 1975 werd de Duitse vereniging voor milieu en natuurbescherming BUND opgericht. Net als de Vereniging Natuurmonumenten in Nederland beheert de BUND natuurgebieden. Nadat de DDR verenigd was met West-Duitsland, kocht de BUND stukje bij beetje de natuurgebieden in de Grüne Band op.
Oefening: Ruimtegebruik in landelijke gebieden in Duitsland
Start