Deze module gaat over het beheer van het Nederlandse landschap. Daarbij zijn veel natuur- en milieuorganisaties betrokken.
Bekijk als introductie de filmfragmenten en bespreek de vragen in de klas.
Bekijk de volgende filmfragmenten:
In Nederland zijn talrijke natuur- en milieuorganisaties acties.
Welke ken je?
Op welk terrein zijn de genoemde organisaties actief?
En weet jij welk ministerie verantwoordelijk is voor het beleid rondom natuur?
Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie.
Opdracht 1 Natuur en milieu
De begrippen natuur en milieu kom je regelmatig tegen. Maar wat betekenen deze woorden precies?
Maak een woordweb met in het midden twee cirkels.
Eén met het woord NATUUR de andere cirkel met het woord MILIEU.
Schrijf de woorden die direct in je op komen bij de woorden natuur en milieu, in de bijpassende cirkel.
Vergelijk je woordweb met één of meerdere klasgenoten.
Maak hiermee een definitie voor NATUUR en een definitie voor MILIEU.
Vergelijk je antwoord bij "Antwoorden Verwerking".
Beheer van natuur en milieu
De laatste eeuw heeft de mens veel invloed uitgeoefend op het milieu.
Over hoe we precies met ons milieu omgaan zijn veel mensen het oneens.
De overheid maakt beleid rondom natuur- en milieubeheer.
Daarnaast zijn veel verschillende natuur- en milieuorganisaties actief, met allemaal verschillende doelstellingen.
De maatregelen voor natuur- en milieubeheer leiden regelmatig tot conflicten, doordat mensen verschillende belangen hebben.
Denk maar eens aan het belang dat een boer heeft met een stuk grond en de Vogelbescherming.
Opdracht 2 Beheer van natuur en milieu
Welke natuur- en milieuorganisaties ken je?
Neem de tabel over en vul zes natuur- en milieuorganisaties die in Nederland actief zijn.
Geef met een kruisje aan of de organisatie zich richt op behoud van bepaalde soorten of ecosystemen of zich richt op milieu in het algemeen.
Noteer de doelstelling (Wat willen ze bereiken?) van de organisatie of omschrijf waar de organisatie zich specifiek op richt.
Natuur en milieuorganisaties
behoud van bepaalde soorten of ecosystemen
milieu algemeen
Wat wil de organisatie bereiken? Waar richt de organisatie zich op?
Stap 2
Verstoring door abiotische factoren
De stabiliteit van een ecosysteem kan op tal van manieren worden verstoord, zowel door biotische als door abiotische factoren.
Mensen hebben gezorgd dat abiotische factoren op veel plaatsen zijn veranderd door een groeiende bevolking, het uitbreiden van landbouwgebieden, industrie en bebouwing. Daardoor zijn voor veel organismen de tolerantiegrenzen bereikt of gepasseerd, met de dood als gevolg. Door de dood van individuen en onvoldoende immigratie en geboorte, krimpen populaties van soorten.
Op een gegeven moment kan de genetische variatie in de populatie zo klein worden dat de populatie verdwijnt.
Maar ook de natuur zelf zorgt voor een verandering van abiotische factoren.
Neem de zinnen over en vul de juiste woorden in op de stippellijn.
Kies uit: verzuring - verdroging - broeikaseffect - vermesting
Menselijke activiteiten hebben een grote invloed op de natuurlijke omgeving.
Op wereldschaal leidt de verhoogde uitstoot van CO2 als gevolg van het verbranden van fossiele brandstoffen tot het (1) ... .
In zwaar geïndustrialiseerde gebieden zorgt (2) ... voor een verandering van de lucht- en bodemsamenstelling, waardoor planten en bomen worden aangetast. Een vergroting van de voedselrijkdom beïnvloedt de waterkwaliteit en zorgt voor een afname in de diversiteit van planten en dieren.
Dat is meestal het gevolg van (3) ... . Een ander probleem in veel natuurgebieden is (4) ... als gevolg van een daling van het grondwater ten behoeve van bouw- of landbouwactiviteiten.
Noem drie voorbeelden waarbij abiotische factoren veranderen door de mens.
Noem drie voorbeelden waarbij abiotische factoren veranderen door de natuurlijke oorzaken.
EHS en ecoducten
De natuur in Nederland is behoorlijk versnipperd. Individuen van populaties kunnen elkaar niet meer bereiken om zicht voort te planten.
De genetische variatie komt hiermee in gevaar en dus ook het voortbestaan van de populatie.
Om (verdere) versnippering tegen te gaan wordt gewerkt aan de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur.
Een voorbeeld van een verbinding is de aanleg van een ecoduct.
Opdracht 1 EHS
Beantwoord de volgende vragen. Je kunt daarbij gebruik maken van internet.
1 - Waar staat de afkorting EHS voor?
2 - Wat wordt bedoeld met EHS?
3 - Wat is het doel van de EHS? Wat betekent dat voor bestaande populaties?
4 - Waaruit bestaat de EHS?
Opdracht 2 Ecoduct
Bekijk het filmfragment:
Beantwoord de volgende vraag:
1. a. Wat is het doel van de aangelegde ecoducten?
b. Welk voordeel levert het de aanwezige populaties op?
Stap 4
Tegenstrijdig belangen
In stap 3 heb je gekeken naar de EHS. Voor de aanleg wordt landbouwgrond omgezet in natuurgebied. Natuurlijk is niet iedereen het hiermee eens. Bij natuurbeheer spelen tegenstrijdige belangen vaak een rol.
Opdracht 1 Natuurbeheer
Lees het artikel Pleidooi intensieve landbouw valt slecht.
Maak een overzicht van betrokkenen en hun belangen.
Bespreek de antwoorden in de klas.
Opdracht 2 Belangen
Welke tegenstrijdige belangen zul je tegenkomen bij het opstellen van een plan voor:
Behoud en voorkomen van achteruitgang van weidevogels
Betreden of juist niet betreden van kwetsbare natuurgebieden
Aanleg van weg door of tunnel onder een natuurgebied
Denk daarbij aan de doelstellingen van de (huidige) eigenaren van de gebieden, omwonenden, bedrijven in omgeving, natuurorganisaties en andere belangenverenigingen en overheidsinstanties.
Je werkt in een groep die bestaat uit zes personen.
In de groep denk je eerst gezamenlijk na over de 3 tot 4 betrokkenen bij dit thema.
Ieder tweetal onderzoekt de belangen van één van de betrokkenen bij het thema van de groep.
In de groepen worden de verschillende belangen uitgewisseld en wordt gezamenlijk een overzicht gegeven gemaakt van betrokkenen en hun belangen. Geef voor elke betrokkene de belangen en in ieder geval één reëel argument.
Stap 5
Ingrijpen van de mens en natuurbeheer
Overal op aarde, in alle ecosystemen, is de invloed van de mens merkbaar.
In Nederland is geen stukje natuur meer dat geen invloed van de mens ondervindt.
Door het ingrijpen van de mens zijn er steeds minder climaxvegetaties te vinden.
Maar door het ingrijpen van de mens zijn ook prachtige stukken natuur ontstaan!
Denk maar eens aan de heidevelden, ontstaan door het afplaggen van veen.
Wanneer een gebied is aangewezen als natuurgebied dan zal de beheerder zich steeds afvragen:
laten we de natuurlijke successie zijn gang gaan of grijpen we in?
Beïnvloeden van natuurlijke successie
Het natuurbeheer op heidevelden is gericht op het tegenhouden van de natuurlijke successie.
Plaggen, maaien, branden en begrazing zijn daarvoor de mogelijkheden en gericht op het voedselarm maken en houden van de bodem. Als er te veel voedingsstoffen in de lucht en bodem zitten, wordt heide verdrongen door andere planten, zoals pijpestrootje en braamstruiken.
Opdracht 1 Beheersmaatregelen
In tweetallen
Kies één van de beheersmaatregelen en maak met elkaar een prezi of een powerpointpresentatie.
Bekijk het volgende filmfragment:
Maak met behulp van de informatie uit dit filmpje drie vragen die je verwerkt in de presentatie.
Bekijk het volgende filmfragment. Verwerk de antwoorden op de vragen in je presentatie.
Het terughalen van eerdere vegetatie kan ook door het afplaggen van stukken grond.
Bekijk het volgende filmfragment:
Wat is het nut van afplaggen voor de biodiversiteit van planten en dieren?
Zet de gevolgen van afplaggen op een rij.
Begrazen en afplaggen zijn slechts voorbeelden van beheersmaatregelen.
Welke kun je nog meer vinden, gebruik hiervoor de bronnen.
Wat wordt met deze maatregelen bereikt voor de natuur?
Waar en in welke ecosystemen worden deze maatregelen toegepast?
Opdracht 2 Soortenbescherming
Soms worden maatregelen uitgevoerd ter bescherming van specifieke soorten.
Een voorbeeld van een maatregel van soortenbescherming, is het afzetten en markeren van broedplaatsen van weidevogels, zodat de nesten met eieren niet worden beschadigd.
Sommige diersoorten doen het goed in Nederland. Een voorbeeld zijn de vleermuizen.
Andere diersoorten, zoals de dagvlinder, hebben het moeilijk.
Ook enkele diersoorten die afhankelijk zijn van voedselarme bodem, staan op het punt uit Nederland te verdwijnen.
In agrarische gebieden gaat het niet goed met enkele soorten weidevogels.
Opdracht 2
Je kunt bij deze opdracht gebruik maken van de rode lijsten .
Flora en fauna zijn beschermd in de Flora en Faunawet (Ffw).
Daarnaast zijn Rode Lijsten ontwikkeld.
Op welke manier zijn het damhert en de ree beschermt in de Ffw?
Stap 6
De natuur zijn gang laten gaan
In de vorige stappen is vooral aandacht geweest voor het behouden van waardevolle natuurgebieden. Daarvoor zijn beheermaatregelen nodig, zoals begrazing en afplaggen.
Als dat niet gebeurt veranderen veel gebieden in Nederland in loofbos door natuurlijke successie.
Er zijn ook mensen die de natuur, eventueel na een ingreep, zijn gang willen laten gaan.
Opdracht 1 Examenvraag Bron: havo examen 21 juni 2000 tijdvak 2
Stel dat jij in een beleidscommissie voor de Veluwe zit.
Je hebt dan te maken met de discussie over natuurontwikkeling of natuurbehoud voor dit gebied. Argumenten die door de verschillende leden in de beleidscommissie genoemd worden, zijn:
In een climaxstadium is er een grotere diversiteit.
Het voorkomt het uitsterven van bepaalde soorten in Nederland.
Er vindt successie plaats.
Bijzondere ecosystemen blijven zo bestaan.
Plaats de genoemde argumenten zodanig in een tabel dat duidelijk wordt welk argument voor natuurontwikkeling pleit en welk argument voor natuurbehoud pleit.
Voor natuurontwikkeling
Voor natuurbehoud
Argument ...
Argument ...
Argument ...
Argument ...
Opdracht 2 Oostvaardersplassen
Bekijk het volgende filmfragment:
En beantwoord de volgende vragen.
1. Hoe zijn de Oostvaardersplassen ontstaan? Beschrijf de successie en begin met de drooggemalen zeebodem.
2. Welke soorten komen in het pioniersecosysteem voor?
3. Welke abiotische factoren spelen een rol in de dynamiek van het gebied? Geef bij elek factor een toelichting.
4. Leg uit welke rol de grauwe gans speelt bij de instandhouding van het gebied.
5. Welke drie soorten grote grazers komen in het gebied voor?
6. Leg uit hoe de grote grazers daar gekomen zijn.
7. Leg uit welke rol de grote grazers spelen bij de instandhouding van het gebied.
8. Wanneer kun je spreken van een stabiel kudde?
9. Waardoor wordt het aantal grote grazers bepaald?
10. Welke soort dieren ontbreekt in het voedselweb?
11. Wie vervangt deze dieren?
12. Wat is jouw mening over het doodschieten van de dieren? Is dat nodig? Leg uit waarom je dat vindt.
13. Leg uit waarom dode grazers niet worden opgeruimd.
Toetsen
De opdracht sluit je af met het maken een toets.
De gesloten vragen worden nagekeken door de computer.
De open vragen moet je zelf scoren.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toetsen te starten.
Toets: Stabiliteit en verstoring van de stabiliteit van een ecosysteem
Toets: Stabiliteit en verstoring van de stabiliteit van een ecosysteem
0%
Algemene informatie
Titel
Stabiliteit en verstoring van de stabiliteit van een ecosysteem
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Toets:Stabiliteit en verstoring van de stabiliteit van een ecosysteem
Antwoorden Verwerking
Intro
Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie.
Stap 1
Opdracht 1 Natuur en milieu
Vergelijk je antwoord:
In de ruimste betekenis van het woord zou je onder natuur kunnen verstaan: alle organismen en hun omgeving.
Milieu is de omgeving waarin zich iets bevindt: leefomgeving.
Stap 2 Opdracht 1 Abiotische verstoring
broeikaseffect
verzuring
vermesting
verdroging
Aanleg van wegen, bouw, spoorwegen, aanleg straatverlichting, waterwinning, bemesten van grond, enz.
Het arrangement Natuurbescherming is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Auteur Kunskapsskolan
Laatst gewijzigd
2025-01-07 18:44:14
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen
4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en
publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Stabiliteit en verstoring van de stabiliteit van een ecosysteem
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.