Aansturen van het personeel
IBS_Ondernemen van een agrarisch bedrijf.
Leerdoel: Stuurt medewerkers aan op vaktechnisch gebied.
Het doel van de lessen ''soft skills'' zijn gebasseerd op het uiteindelijk kunnen aansturen van het personeel. Denk daarbij aan wat simpele voorbeelden, zoals;
- Het voeren van een functioneringsgesprek
- Het voeren van een slecht- of goed nieuwsgesprek
- Instructie geven aan het personeel
- Ontwikkeling van het personeel
- Inventariseren van de arbeidsomstandigheden
- ect.
Voordat je aan de slag gaat als werkgever en dus ook personeelsbeleid kan voeren, is het belangrijk om te weten hoe jou karakter in elkaar zit. Zo kun je namelijk beter inspelen op de personen die zich op de werkvloer begeven.
We starten daarom de lessen met het leren kennen van jezelf. Waar liggen je kwaliteiten en waar zitten je valkuilen. Het is daarnaast goed dat je weet hoe je jou kwaliteiten toe kan passen en hoe je omgaat met jou valkuilen als werkgever.
Eindopdracht
Lesmateriaal
1. Ondernemerstijl
Opdracht 1.1 Brainstorm kwaliteiten
Opdracht 1.1 Maak een woordweb van jou kwaliteiten/valkuilen
Laat in deze woordweb duidelijk zien hoe jou karakter eruit ziet als ondernemer.
Wie ben jij als ondernemer, ten opzichte van je personeel/collega's? Denk aan je kwaliteiten, maar ook aan je valkuilen.
Gebruik hiervoor de website: www.mindmeister.nl
De woordweb is zoals jij jezelf ziet, later gaan we er nog een dieper op in.

Opdracht 1.2 Wie ben jij als ondernemer?
A. Maak nu zelf de Roos van Leary op papier.
Scan deze in en stop de test in je portfolio.
B. Beschrijf wat je vind van de uitkomst van de test, past deze bij jou? Zo ja/nee, leg dit zo goed mogelijk uit.
C. Koppel nu je test aan die vier dieren (haan, vlinder, bij en uil)
Zet de vier dieren in volgorde van 1 t/m 4, van welke het beste bij jou past. Leg met behulp van voorbeelden jou top 4 uit.

2. Mijn kwaliteiten en valkuilen
Opdracht 2.1 SWOT-analyse
Een SWOT analyse is een manier om sterke en zwakke punten in beeld te brengen. Een SWOT analyse is ontstaan vanuit management consultancy.
Daarnaast kan een SWOT ook in loopbaantrajecten in worden gezet. Je praat dan over een persoonlijke SWOT analyse. Een persoonlijke SWOT analyse is een dus handig hulpmiddel om inzicht te krijgen in jouw ontwikkeling. Het helpt je om beslissingen te nemen en vooruit te plannen.
Opdracht: Vul de kwadranten in
1. Jouw sterke punten
Vragen die je jezelf hierbij kan stellen zijn: Waarin ben jij onderscheidend? Welke problemen kun je oplossen binnen je bedrijf of welke voordelen biedt je de werkgever/werknemers?
2. Jouw zwakke punten
Vragen die je jezelf hierbij kan stellen zijn: Waar heb ik moeite mee? Op welke vlakken kan ik wat verdieping of ontwikkeling gebruiken?
Heb je nog echt geen idee wat je voor zwakke punten je kunt invullen? Vraag eens aan een (oud)collega of leidinggevende welke ontwikkelpunten ze jou kunnen toeschrijven.
Wanneer er in een sollicitatiegesprek naar jouw zwakke punten wordt gevraagd is het raadzaam om duidelijk te maken dat jij je van het bepaalde zwakke punt bewust bent en dat je weet hoe je ermee moet omgaan.
3. Jouw kansen
Welke mogelijkheden krijg je die jou verder kunnen helpen op de arbeidsmarkt? Zo kun je denken aan een positie die vrij komt binnen jouw organisatie, of de mogelijkheid om een cursus te volgen. Wanneer je het lastig vindt om je kansen te formuleren ga dan online op zoek naar belangrijke ontwikkelingen binnen jouw vakgebied. Waar worden er kansen en groei verwacht?
4. Jouw bedreigingen
Bedreigingen kunnen bijvoorbeeld zijn: een talentvolle collega als concurrent, een economische recessie of arbeidsongeschiktheid.
Ook is een bedreiging jou valkuil, die ontstaat doordat je doorschiet in jou sterke punten.
Wanneer je het lastig vindt om je kansen en bedreigingen te formuleren ga dan online op zoek naar belangrijke ontwikkelingen binnen jouw vakgebied.

Opdracht 2.2 Praktijkvoorbeelden
In vorig hoofdstuk heb je beschreven hoe jij als ondernemer bent. In deze opdracht ga je praktijkvoorbeelden geven waarbij je laat zien hoe jij reageert in een bepaalde situatie.
OPDRACHT:
Beschrijf twee situaties die aantonen hoe jij als werkgever/werknemer bent, dit doe je met behulp van het STARR methode;
1. Beschrijf de situatie
2. Wat was jou rol in de situatie
3. Beschrijf hoe jij reageerde (actie)
4. Beschrijf het resultaat, hoe reageerde de anderen
5. Reflecteer op de situatie
De STARR methode;

Opdracht 2.3_ 360 graden feedback
Wanneer pas je de 360 graden
feedback toe?
|
|
|
De 360 graden feedback wordt vooral gebruikt als basis voor personeelsbeoordelingssystemen en voor coachings- en functioneringsgesprekken. De 360 graden feedbackmethode is een proces van gestructureerd verzamelen, verwerken en bespreken van feedback vanuit meerdere invalshoeken. Dit gebeurt om leidinggevenden, teamleden en teams te verbeteren en te beoordelen. Deze methode is meer gericht op het ontwikkelen van competenties dan wanneer alleen de leidinggevende feedback geeft.
|
De voordelen van het werken met de 360 graden methodiek zijn: |
|
Gezichtspunten van anderen worden meegenomen. |
|
Er wordt meer onderscheid gemaakt tussen personen die heel goed zijn en personen die gemiddeld presteren. |
|
De methode richt zich niet alleen op beoordeling, maar ook op sterke punten en verbeterpunten van degene die feedback ontvangt. |
|
De methode vraagt meerdere beoordelaars. Hierdoor is de degene die beoordeeld wordt niet afhankelijk van individuele beoordelaars met verschillende beoordelingsmaatstaven. |
|
Deze methodiek vormt een goede aanvulling op de traditionele beoordeling en heeft voor 'de te ontwikkelen competenties' een duidelijke meerwaarde.
|
1. Laat twee andere personen de Rose van Leary invullen. Dit zijn personen die met jou samenwerken, dus denk aan een van je ouders, je baas of een collega.
2. Bespreek met deze personen wat zij van de uitkomst vinden en waarom zij dit bij jou vinden passen;
- Laat ze voorbeelden geven
- Laat hen vertellen wat jou kwaliteiten en valkuilen zijn als werkgever/nemer
- Verwerk de gemaakte test + de informatie vanuit het gesprek in je portfolio
|
|
|
|
|
|
3. Aansturen van het personeel
Opdracht 3.1 Instrueren
Maak een instructie kaart en voer deze uit;
1. Maak in een instructie kaart.
2. Kies hiervoor een praktische handeling
3. Je mag zelf kiezen wat, denk hierbij aan een korte instructie. Dit mag bijvoorbeeld zijn het fixeren van een kalf of het aanzetten van de oven.
4. Maak een duidelijk instructieblad en zet deze in je portfolio (denk aan foto's)
5. Na het maken van het instructieblad ga je iemand de instructie geven. De uitvoering ga je filmen;
- Geef de instructie aan een persoon, bijvoorbeeld een gezinslid
- Film jou en de persoon die de instructie uitvoert.
- De film zet je uiteindelijk in een PowerPoint.
- Dit wordt je eerste film van je video portfolio.
- Onder de video zet je de feedback die je van de geinstrueerde krijgt.
- daarna reflecteer je op de uitvoering, wat ging goed? Wat kon beter?
Opdracht 3.2 Het geven van feedback
|
Door feedback te geven leert iemand hoe zijn gedrag of houding overkomt en welke gevolgen dat gedrag heeft. Daarnaast krijgt hij inzicht in hoe hij zijn gedrag of houding zou kunnen veranderen. |
|
|
|
Wanneer geef je feedback?
|
|
|
Het geven en ontvangen van feedback is een vaardigheid die je kunt toepassen bij formele gesprekken, zoals functioneringsgesprekken, sollicitaties, coachen, conflicthantering en corrigerende gesprekken. Daarnaast kun je ook feedback geven of ontvangen tijdens informele bijeenkomsten, zoals bij de koffiemachine of in de kantine.
|
Feedback geven bestaat uit de volgende stappen: |
|
2. Kies een geschikt moment en een geschikte omgeving. |
|
3. Zorg dat het onderwerp van de feedback actueel is. |
|
4. Beschrijf het gedrag dat je zelf hebt waargenomen concreet, duidelijk en feitelijk. Doe dit vanuit de ik-vorm. |
|
5. Vertel wat het effect van dat gedrag op jou was en op het proces. |
|
6. Geef advies om te veranderen. |
|
7. Geef de ander de gelegenheid om te reageren en schakel over op de luisterrol.
Wat ga je doen?;
1. Laat iemand (collega, gezinslid) een (praktische) handeling uitvoeren. Denk aan; fixeren kalf, behandelen big, koken, ect.
2. Tijdens de uitvoering observeer je deze persoon. (wat doet de persoon? Wat zie je?)
3. De observatie schrijf je mee met pen en papier en verwerk je later in je portfolio. (alleen feiten)
4. Later gebruik je de observatie om de persoon feedback te geven.
5. Het geven van de feedback film je en plaatst je in jou PowerPoint.
6. Gebruik voor het geven van de feedback bovenstaande stappen.
SUCCES!
|
|
|
|
|
|
Opdracht 3.3 Gespreksvoering
Opdracht 1; Non-verbale communicatie
1.Bereid in een tweetal een gesprek voor
2.Zonder woorden, dus non-verbaal
3.Laat aan je houding zien, wat voor gesprek jullie bedoelen
Opdracht 3.4 Aansturen van personeel in de praktijk
Welke gespreksvormen zijn er?
• Beoordelingsgesprek
• Functioneringsgesprek
• Slechtnieuwsgesprek
• Adviesgesprek
Zoek informatie op over bovengenoemde gespreksvormen.
-Wat is er belangrijk bij de gesprekvorm?
-Hoe pak je het aan?
-Waarom voer je dit soort gesprek
Opdracht 2:
Kies een van de bovengenoemde gesprekvormen uit en een onderwerp, dat je kunt bespreken met je personeel.
Kies een persoon uit waarmee je dit gesprek wil voeren. Voordat je het filmt oefen je het gesprek.
Zet ook dit filmpje weer in je portfolio op Teams