Dat er bloed door je lichaam stroomt, heb je te danken aan je hart.
Bekijk alvast onderstaande video. In de video zie je de verschillende onderwerpen van deze opdrachten voorbij komen.
Let goed op, de informatie die je hoort kun je gebruiken in de rest van deze opdracht.
Vooraf
Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:
de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
de functie en de werking van het hart uitleggen.
uitleggen wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.
drie belangrijke aders en slagaders opnoemen.
het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop uitleggen.
Werkblad
Bij deze opdracht hoort een werkblad. Op dit werkblad beantwoord je de vragen. Het werkblad ligt voor je klaar in lokaal, maar vind je ook onder aan deze pagina.
Eindtoets
Deze opdracht sluit je af met een eindtoets. De score van de eindtoets noteer je op het werkblad.
Aan de slag
Stap 1
Hart en bloedsomloop
Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel:
Het hart
Je hart maakt geluid. Dit wordt veroorzaakt door de hartkleppen en slagaderkleppen.
Een arts luistert naar de geluiden die het hart maakt met een stethoscoop.
Je kunt zelf het geluid ook horen, bijvoorbeeld door je oor op iemands borst te leggen.
Als je een wc-rolletje gebruikt hoor je het geluid nog beter.
Het hart is een spier die als een pomp werkt. Het rondpompen van het bloed door het hart kun je voelen. Bijvoorbeeld bij je pols of in je hals. Tijdens het rondpompen wordt de wand van de slagaders steeds iets naar buiten gedrukt. Dit gebeurt op het ritme van de hartslag.
Hartslag meten
Je hartslag kun je meten met een speciale hartslagmeter, maar ook met de hand. Probeer eens jouw eigen hartslag te meten. Dit doe je zoals beschreven in de afbeelding.
Een gemiddelde hartslag in rust is tussen den 60 en 100 slagen per minuut. Wat is jouw rust hartslag? Noteer dit op het werkblad.
Stap 3
Tempo hartslag en grootte
De hartslagfrequentie in rust verschilt per diersoort.
De vuistregel is: Hoe zwaarder en groter het dier, hoe lager de hartslagfrequentie.
Buitenaanzicht van het hart
Je ziet in de opdracht een schematische afbeelding van het hart en de bloedvaten er omheen.
Leer de namen van de verschillende onderdelen.
Het hart van binnen
Je ziet hier een schematische afbeelding van een binnenaanzicht van het hart.
Leer de namen van de onderdelen die je nog niet kent.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Naamgeving van bloedvaten
De bloedsomloop is de verzameling van slagaders, aders en haarvaten.
Slagaders worden genoemd naar de organen waarheen ze het bloed vervoeren.
De slagader die vanaf de aorta het bloed naar de darmen vervoert heet bijvoorbeeld de darmslagader.
Aders worden genoemd naar de organen waar het bloed dat ze vervoeren vandaan komt.
De ader die het bloed van een nier naar de holle ader vervoert heet nierader.
Haarvaten worden genoemd naar het orgaan waarin ze voorkomen.
De hersenhaarvaten bevinden zich in de hersenen.
Maak de tabel op het werkblad af.
Stap 6
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Om de toets te halen moet je 80% goed hebben.
Wanneer je lager scoort maak je de toets nog een keer! Noteer jouw score op het werkblad.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bloed
Lichaamsvocht dat zuurstof en opgeloste stofwisselingsproducten naar de weefsels aanvoert, en koolstofdioxide en afvalproducten afvoert. Ook transporteert bloed hormonen en warmte, zorgt het voor verdediging tegen indringers en voor bloedstolling bij verwondingen.
Bloedsomloop
Het stromen van bloed door aders, slagaders en haarvaten door het lichaam heen.
Slagaders
Bloedvat waardoor zuurstofrijk bloed van het hart wegstroomt om de verschillende organen van zuurstof te voorzien. Een slagader heeft een dikke wand, is elastisch en de bloeddruk in de slagaders is hoog. Alleen de longslagader bevat zuurstofarm bloed.
Aders
Bloedvat waardoor zuurstofarm bloed vanaf de organen naar het hart stroomt om afvalstoffen af te voeren. Een ader heeft een dunne wand en een lage bloeddruk. Uitzondering is de longader: die bevat zuurstofrijk bloed.
Haarvaten
Allerkleinste bloedvaten in de organen. De wand is heel dun, zodat het bloed en orgaan stoffen gemakkelijk kunnen uitwisselen.
Hart
Een spier die regelmatig samentrekt en zorgt voor het stromen van het bloed door het bloedvatenstelsel.
Boezem
Onderdeel van het hart. Een gezond hart heeft een linker- en een rechterboezem.
Kamer
Onderdeel van het hart. Een gezond hart heeft een linker- en een rechterkamer.
Aorta
Belangrijke lichaamsslagader die bloed vanuit de linkerkamer het lichaam in pompt.
Kleine bloedsomloop
Deel van de bloedsomloop dat ervoor zorgt dat zuurstofarm bloed weer zuurstofrijk kan worden: zuurstofarm bloed stroomt van het hart door de longslagader naar de longen. Van de longen stroomt het zuurstofrijke bloed via de longader terug naar het hart.
Grote bloedsomloop
Deel van de bloedsomloop dat ervoor zorgt dat zuurstofrijk bloed door het lichaam stroomt naar alle organen (behalve de longen).
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.