Inleiding
Hier leg je uit wat je onderzoeksdoel is, waarom je onderzoek belangrijk is en hoe het zich verhoudt tot eerder onderzoek op het betreffende vakgebied.
Gewoonlijk zijn dit de stappen die je daarbij zet:
- het onderwerp aankondigen
- samenvatten wat er al bekend is uit eerdere studies; de ‘stand van het onderzoek’ aangeven (NB: soms wordt verwacht dat je de stand van het onderzoek in een apart literatuuroverzicht samenvat)
- je eigen onderzoek presenteren als (onmisbare) aanvulling, door het ‘gat’ in de kennis aan te geven
- het eigenlijke onderzoek inleiden door vraag- en doelstelling te presenteren
Methode
Hier laat je zien dat je onderzoek op een verstandige wijze is ontworpen en op een zorgvuldige en controleerbare wijze is uitgevoerd. Je geeft aan onder welke omstandigheden je resultaten tot stand zijn gekomen en in welke context ze dus geïnterpreteerd moeten worden; in dit opzicht vormt dit deel het kader voor het deel Resultaten.
Hoewel dit deel primair beschrijvend is, doe je er verstandig aan ook te motiveren waarom je hebt gekozen voor de betreffende onderzoeksobjecten, steekproeven, materialen, locaties, instrumenten, procedures, etcetera.
Resultaten
Hier presenteer je de gegevens die het in de Inleiding geconstateerde ‘gat’ in het onderzoek invullen. Je doet dit door:
- de resultaten op een neutrale en overzichtelijke manier samen te vatten door je gegevens samen te vatten, eventueel in figuren en tabellen
- patronen in de resultaten te signaleren
- specifieke gevallen te signaleren
- je laat daarbij de gegevens niet voor zichzelf spreken, maar geeft aan hoe ze geïnterpreteerd moeten worden.
Conclusie
Hier presenteer je kort en bondig de belangrijkste resultaten van jouw onderzoek. Gebruik alleen de resultaten die belangrijk zijn voor het beantwoorden van jouw hoofdvraag of hypothese. In de conclusie mag je alleen puur observeren en nog niet interpreteren. Het interpreteren van de resultaten komt pas aan bod in de discussie.
Let op: een goede conclusie moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
-
De onderzoeksvragen zijn beantwoord.
-
Er is een antwoord geformuleerd voor de hoofdvraag/probleemstelling.
-
De hypothesen zijn bevestigd of ontkracht.
-
De conclusie is in de juiste werkwoordstijden geschreven.
-
Er staan geen eigen interpretaties in de conclusie.
-
Er wordt geen nieuwe informatie gegeven.
-
Er staan geen voorbeelden in de conclusie.
-
In de conclusie wordt geen overbodige informatie gegeven.
Discussie
Hier leg je uit op welke manier het onderzoek een antwoord geeft op de vraag die in de Inleiding is geformuleerd, en laat je zien hoe de stand van het onderzoek is gewijzigd door deze toevoeging van nieuwe kennis en inzichten.
Je geeft daarnaast commentaar op:
- de reikwijdte van je observaties
- de voordelen en beperkingen van de gebruikte methode
- de implicaties van je bevindingen voor het onderzoek of de theorie in het vakgebied
- de resterende of nieuw opgeroepen onderzoeksvragen
Bronnenlijst
Hoe doe je een goed onderzoek?