INLEIDING.
In de derde klas maken jullie voor eerst op een praktische wijze kennis met het vak scheikunde. Ook in de hogere klassen wordt tijdens de scheikunde-uren veel aandacht aan praktisch werk geschonken.
In de scheikunde werkt men met stoffen die meestal schadelijk zijn voor de gezondheid. Sommige van deze stoffen zijn zelfs zeer vergiftig!
Ook bestaan er andere gevaren: sommige stoffen zijn zeer brandbaar, andere stoffen zijn niet brandbaar maar kunnen juist wel brand veroorzaken.
Omdat wij hier op school tijdens de scheikundeles altijd met echte stoffen werken is het belangrijk dat jullie goed op de hoogte zijn van een aantal regels.
Deze regels hebben niet alleen betrekking op het gebruik van chemische stoffen maar ook op het gebruik van hulpmiddelen (zoals glaswerk en gasbranders).
Ook is het nodig om met z'n allen een aantal algemene afspraken te maken.
1.1 WAAROM VEILIGHEIDSREGELS?
Het doel van veiligheidsregels is: hoe voorkom je ongelukken?
1. Wat voor soort ongelukken kun je bedenken die tijdens de scheikundelessen zouden kunnen optreden? Noem er drie.
1............................................
2............................................
3............................................
2. Zou je nu al, door alleen je gezonde verstand te gebruiken, drie oplossingen kunnen bedenken om deze ongelukken te voorkomen?
1............................................
2............................................
3............................................
3.Op welke wijze, denk je, kun je tijdens de scheikundelessen schade aan het milieu toebrengen?
Inhoudsopgave
Begin van Hoofdstuk 1
1.2 HET VEILIGHEIDSREGLEMENT
Op pagina 3 vind je de lijst waarin de aanwijzingen staan vermeld, die tijdens de scheikundeles moeten worden opgevolgd.
Deze lijst heet: veiligheidsreglement.
Niet opvolgen hiervan kan gevaar opleveren voor jezelf of je klasgenoten. Wees daar steeds van bewust!
LEER HET VEILIGHEIDSREGELEMENT EN PAS DE REGELS ALTIJD TOE!
Op het eerste gezicht lijken het veel regels, maar je zult merken, dat als je in de komende weken met scheikunde bezig bent, deze regels, lanzamerhand, vanzelfsprekend worden.
1.3 REGELS VOOR CHEMISCH AFVAL
Ook belangrijk zijn de richtlijnen die wij op school gebruiken om op een verantwoordelijke manier om te gaan met het chemisch afval. Immers, de meeste chemische stoffen zijn schadelijk voor het milieu.
Voor iedere groep stoffen zijn er richtlijnen. Sommige stoffen verzamelen wij in daarvoor bestemde containers, andere worden weer ingenomen om ze te zuiveren en opnieuw te kunnen gebruiken (recyclen).
Er zijn zelfs stoffen die niet in één vat bij elkaar gebracht mogen worden, omdat dit anders gevaar kan opleveren.
Andere stoffen moeten weer eerst speciaal worden behandeld voordat ze kunnen worden afgevoerd.
De aanwijzingen voor chemisch afval kan dus per les verschillen. Bij het opruimen zal je worden verteld wat je met het afval moet doen. Als je toch twijfelt vraag dan aan je docent of TOA wat je moet doen.
1.4 SPECIALE ONDERWERPEN
Dit boekje zal dienen als een leidraad, maar ook als naslagwerk om veilig te kunnen werken tijdens het scheikundepracticum.
Er zullen nog een aantal speciale onderwerpen worden behandeld, waarvan je iets moet afweten, zoals: wat te doen bij brand, hoe ontstaat brand, waarschuwingen op etiketten, pictogrammen etc.......
Neem daarom dit boekje altijd mee als je tijdens de scheikundeles proefjes gaat doen.
Inhoudsopgave
Begin van Hoofdstuk 1
1.5 VEILIGHEIDSREGLEMENT.
1. Ga nooit zonder toestemming het lokaal binnen. Toestemming krijg je van je docent of TOA (=technisch onderwijsassistent).
2. Bij practica is het dragen van een veiligheidsbril altijd verplicht. Ook bij de proefjes, waarvan je denkt dat zij geen gevaar kunnen opleveren. Indien je brildragend bent, dan kun je gebruik maken van een overzetbril.
3. Tijdens het practicum is het dragen van een laboratoriumjas (witte jas) verplicht. Tassen moeten onder de tafels worden geschoven.
4. Bij alle stoffen, waar je mee zult werken, moet je er van uitgaan dat ze altijd giftig zijn.
5. Werk netjes. Gebruik bij alle proefjes een beschermblad op de tafel. Voorkom morsen van chemicaliën op boeken, tas of meubels. Was altijd je handen na het practicum.
6. Eten, drinken en kauwgom gebruiken is ten strengste verboden.
7. Voer geen proeven uit zonder toestemming. Je hebt geen ervaring met dit vak, waardoor je nog niet de gevolgen kan weten. Dit geldt ook voor het spelen met lucifers en/of gasbranders.
8. Het kabinet (de laboratoriumruimte naast het scheikundelokaal) is verboden terrein. Je hebt daar alleen toegang met speciale toestemming.
9. Zet branders, glaswerk e.d. nooit te dicht bij de rand van de tafel. Gebroken glaswerk dient altijd direct te worden opgeruimd (glasbak).
10. Laat de brander niet onnodig aan.
11. Lang haar moet worden opgebonden als de brander wordt gebruikt.
12. Oneigenlijk gebruik van veiligheidsmiddelen (brillen, brandblusmiddelen, douche) is verboden.
13. Het is verboden om te spelen met spuitflesjes met water. Dit geldt ook voor injectiespuitjes e.d.
Stoeien in het scheikundelokaal wordt niet getolereerd.
14. Ruim op tijd alles op. Maak gebruikt glaswerk schoon en droog en breng de spullen terug naar de plaats waar ze vandaan komen. Volg de richtlijnen voor chemisch afval. Laat de practicumtafel schoon achter.
|
1.6 ALS ER TOCH IETS GEBEURT.......
Als jullie je goed aan de regels houden is de kans op ongelukken het kleinst. Maar wat moet je doen dat er toch iets gebeurt?
1. Kleding of haar in de brand: gebruik nooddouche of branddeken.
2. Iets in het oog: gebruik oogdouche. (Dit is één van de gevallen dat je toegang hebt tot het kabinet!)
3. Chemicaliën op je handen: meteen goed wassen.
4. Aggressieve stoffen op je kleding: kleding uittrekken en huid spoelen met veel water.
5. Gemorste stof en gebroken glaswerk moeten altijd onmiddellijk worden opgeruimd.
6. Bij onwel worden of letsel: altijd docent of TOA waarschuwen.
|
Inhoudsopgave
Begin van Hoofdstuk 1
1.7 KAUWGOM
Naast eten en drinken in de klas mag je ook geen kauwgom gebruiken. Kauwgom wordt in de praktijk overal weggeplakt. Dit is om hygiënische redenen ongewenst.
Ook willen we met dit verbod voorkomen dat er kauwgom in de gas- en waterkranen terecht komt, of in de elektriciteitsvoorziening!
Naast de schade die kan optreden aan meubilair kunnen er bovendien gevaarlijke situaties optreden.
1.8 DE ZUURKAST
Soms worden er wel eens proeven gedaan, waarbij gevaarlijke dampen ontstaan. Deze proeven mogen niet zomaar in het scheikundelokaal worden uitgevoerd. De zuurkast dient er voor dat deze dampen snel worden afgevoerd zonder dat zij schade veroorzaken.
Meestal worden dit soort proeven uitgevoerd door de docent of TOA. Soms kan het wel eens gebeuren, dat je er zelf in moet werken. Volg daarom de instructies van de docent of TOA altijd goed op.
Inhoudsopgave
Begin van Hoofdstuk 1
1.9 WAAR BEVINDEN ZICH DE VEILIGHEIDSMIDDELEN?
1. In en om het scheikundelokaal zijn voorzieningen aangebracht om de veiligheid te waarborgen. Ook zijn er hulpmiddelen die je kunt gebruiken als er iets gebeurt (b.v. brandblussers).
PRACTICUMOPDRACHT: