Burgerschap periode 6: Economische dimensie

Burgerschap periode 6: Economische dimensie

Burgerschap periode 6: economische dimensie

Inleiding

In periode 6 ga je tijdens burgerschap aan de slag met de economische dimensie. Hierbij horen onderwerpen als werk en inkomen, solliciteren, omgaan met geld, rechten en plichten als werknemer, duurzaamheid en reclame. Tijdens de lessen krijg je uitleg over diverse onderwerpen en je maakt opdrachten uit het lesboek Schokland 3.0. De opdrachten vind je in het groene gedeelte vanaf pagina 162. In deze wiki kan je precies terugvinden welke opdrachten je moet maken.  In de komende periode krijg je diverse malen een gastles. De gastlessen zullen gaan over het omgaan met geld en rechten en plichten als werknemer. Het is de bedoeling dat je in ieder geval over één van deze lessen een verslag schrijft.  Daarnaast maak je een eindopdracht over deze periode waarbij je laat zien dat je jouw opgedane kennis kunt toepassen.  

Aan het eind van de periode moet je de volgende onderdelen met tenminste een voldoende afsluiten:

1. Verslag gastles

2. Eindopdracht economische dimensie

3. Opdrachten boek afgerond

Planning

Opdracht: verslag gastles

Tijdens periode 6 krijg je één of twee keer les van een gastdocent. Dit is iemand die werkzaam is in of ervaring heeft met het onderwerp van de les. Je kiest een gastles uit om een kort verslag over te schrijven. Dat doe je aan de hand van deze opdracht. Je maakt het verslag in een Word-document. Je zorgt voor een nette en overzichtelijke lay-out en je schrijft correct Nederlands. Je mag zelf kiezen hoe je schrijft: je schrijft in verhalende vorm (je verwerkt een deel van de vraag in jouw antwoord) of je schrijft de vraag over, gevolgd door jouw antwoord. Je licht je antwoorden voldoende toe.

Doel van deze opdracht is dat je actief betrokken bent bij de gastlessen en leert jouw eigen mening te vormen en te verwoorden over een onderwerp in het kader van je opleiding.

 

Vragen:

  1. Wie heeft de gastles verzorgd?
  2. Wanneer was de gastles?
  3. Wat was het onderwerp van de gastles?
  4. Waarom heb je ervoor gekozen om een verslag te schrijven over deze gastles?
  5. Geef een samenvatting van de inhoud (minimaal 100 woorden).
  6. Wat vond je van de gastles? En waarom?
  7. Wat is volgens jou de belangrijkste boodschap die de gastdocent wil overbrengen? Schrijf dit in één zin.
  8. Wat heeft deze gastles te maken met het vak burgerschap?
  9. Wat heeft deze gastles te maken met jouw beroep?
  10. Wat heeft deze gastles te maken met jouw eigen ontwikkeling als werknemer / mens?

Eindopdracht

Deze opdracht maak je in tweetallen; je werkt dus samen met een klasgenoot. In deze opdracht laat je zien dat je door middel van de lessen uit het boek en de gastlessen kennis hebt opgedaan. Die kennis verwerk je in deze opdracht.  
Het doel van deze opdracht is dat je kennis hebt over jouw positie als je straks klaar bent met de opleiding. Je weet welke consequenties bepaalde keuzes hebben en je kunt je eigen financiën beheren in een budgetoverzicht.  
Veel succes!



Hieronder zie je een aantal vragen staan. Deze vragen ga je samen met je klasgenoot beantwoorden. Je gebruikt de (gast)lessen, het internet, je boek en elkaars kennis om de vragen te beantwoorden. Van de antwoorden maak je een netjes, begrijpelijk verslag. Je mag zelf weten in welke vorm. Belangrijk is dat je jouw bronnen (waar je je informatie vandaan hebt) duidelijk opschrijft in het verslag. Dus bijvoorbeeld websites die je hebt bezocht.  
Je levert deze opdracht uiteindelijk per tweetal in in week 10 van de periode via It's ELO.

1. Welke keuzes heb je m.b.t. jouw loopbaan als je klaar bent met deze opleiding?  Noem per keuze twee voordelen en twee nadelen.  

2. Waar ligt het gemiddelde startsalaris van een constructiewerker / verspaner?  

a. Is dit bruto of netto?  

b. Wat houd je gemiddeld netto over per maand?

c. Wat voor extra toeslagen of uitkeringen mag je verwachten boven op je salaris?

3. Als je niv. 3 of niv. 4 gaat doen heb je recht op studiefinanciëring.  

a. Hoeveel studiefinanciëring kan je minimaal krijgen? En maximaal?  

b. Wat zou voor jullie van toepassing zijn?  

c. Stel je stopt tussentijds met je opleiding. Zit je dan met een schuld? Licht toe.  

d. En als je een diploma haalt op niv. 3 of 4; zit je dan met een schuld? Licht toe.  

4. Stel je gaat niveau 3 in de BBL doen.  

a. Wat verdien je gemiddeld als BBL-er?  

b. Is er ook sprake van schoolgeld? En hoe hoog is dit?  


5. Als je geen werk kunt vinden en niet verder gaat met leren, welke optie heb je dan?  

a. Waar kan je terecht voor een vorm van inkomen?

b. Waar heb je recht op?  

c. Hoeveel geld krijg je dan ongeveer per maand?  

6. Hieronder staan drie casussen. Lees ze door en bespreek met elkaar wat je vindt van deze situatie. Licht per casus toe wat jouw mening is en welk advies je de persoon uit de casus zou geven.  

7. Maak een budgetplan / begroting voor jezelf in jouw huidige situatie. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld het programma Excel gebruiken. De vormgeving mag je zelf bepalen. Het moet duidelijk zijn wat je inkomsten en uitgaven zijn. Geef ook aan waar je tevreden over bent en wat je eventueel zou willen veranderen.  

8. Maak een budgetplan / begroting voor iemand anders. Je kiest één van de drie onderstaande situaties. Houdt in je budgetplan rekening met vaste lasten. Probeer eerst samen te bedenken wat die vaste lasten zijn. Kom je er niet uit of wil je het checken? Vraag dan je docent.  Als je weet met welke vaste lasten je te maken hebt, zoek hier dan ook een gemiddeld bedrag bij. Gebruik het internet, je eigen kennis en de lessen voor informatie.  

Situatie 1: Kees Kees (20) woont zelfstandig in de binnenstad in een studentenhuis. Hij deelt de woning met 4 andere studenten. Zijn huur is €480,-. Dit is inclusief energiekosten en internet.  Kees krijgt studiefinanciëring (€325,-), een toelage van zijn ouders (€150,-) en heeft een bijbaantje waarmee hij €380,- per maand verdient. Kees weet niet zeker of hij recht heeft op toeslagen van de Belastingdienst.  

Situatie 2: Janna Janna woont samen met haar vriend in Middelstum. Ze huren een woning en de ‘kale’ huur bedraagt €380,-. Janna (21) gaat nog naar school, ze doet MBO 4. Haar vriend werkt in Appingedam. Hij heeft een netto loon van €1453,- per maand. Ze hebben een VW Polo uit 2001 op benzine.  

Situatie 3: Gerard Gerard is 20 jaar en woont zelfstandig in Hoogezand. Hij huurt een flatje voor €270,- per maand. Dit is kale huur. Er komt bijvoorbeeld ook nog V.V.E. overheen van €45,- per maand. Gerard is klaar met zijn opleiding op niveau 2, maar kan geen werk vinden. Hij heeft bij de gemeente een uitkering aangevraagd. Wat voor uitkering kan Gerard krijgen? En met welke inkomsten en uitgaven heeft hij verder te maken?  


9. Wat doet een incassobureau?  Wat vind je er van?  Kan je je voorstellen dat je er mee in aanraking zou komen?

10. Wat doet een financieel adviseur?  Wat vind je hier van? Kan je je voorstellen dat je er mee in aanraking zou komen?

11. Wat doet een vakbond?  Kan je je voorstellen dat je hier mee in aanraking zou komen? Zou je lid worden van een vakbond?

12. Zou je geld lenen voor:

- Een studie (via DUO)

- Een vakantie

- Een huis (hypotheek)

- Een auto (private lease of financiëren)

- Een telefoon

- Een wasmachine

- Een Xbox

- Nieuwe kleding


Kies er 3 uit en beschrijf waarom wel of waarom niet. Misschien ziet er ook verschil in de situatie waarin je zit. Beschrijf dit dan ook.  

  • Het arrangement Burgerschap periode 6: Economische dimensie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Technologie Noorderpoort Noorderpoort Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-11-12 19:36:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.