Inleiding
In deze wikiwijs ga je met behulp van een microscoop kijken naar de bouw van wortels en stengels van één- en tweezaadlobbigen. Er zijn namelijk niet alleen verschillen tussen éénzaadlobbigen en tweezaadlobbigen, maar ook tussen de stengels en wortels van een enkele plant. Na deze opdracht kan je dan ook:
- Zelfstandig werken met een microscoop.
- Benoemen wat een monocotyle wortel is.
- Benoemen wat een monocotyle stengel is.
- Benoemen wat een dicotyle wortel is.
- Benoemen wat een dicotyle stengel is.
- De verschillen benoemen tussen de wortels van één- en tweezaadlobbigen.
- De verschillen benoemen tussen de stengels van één- en tweezaadlobbigen.
Microscoperen? Hoe moet dat?
Om wortels en stengels van planten te bekijken onder een microscoop is het natuurlijk wel handig om te weten hoe een microscoop werkt. In het volgende filmpje wordt exact uitgelegd hoe je dit moet doen: https://vimeo.com/214171982
Ook kan je met de afbeelding hieronder ("afbeelding van microscoop met namen van de verschillende onderdelen.", z.d.-b) de verschillende onderdelen van de microscoop leren.

Oefening: Onderdelen van de microscoop
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Bast- en houtvaten
In een plant worden stoffen getransporteerd door houtvaten en bastvaten.
Houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de rest van de plant.
Bastvaten vervoeren water en glucose van de bladeren naar alle andere delen van de plant. Houtvaten en bastvaten liggen meestal tegen elkaar aan in vaatbundels, de bastvaten aan de buitenkant, de houtvaten aan de binnenkant.
Watertransport via houtvaten
Een houtvat ofwel xyleemvat bestaat uit aaneengeschakelde celwanden, waarvan de bijbehorende cellen zijn doodgegaan. Er vindt watertransport plaats doordat in houtvat de hele waterkolom in beweging komt.
Water en opgeloste mineralen stromen vanuit de wortel door houtvaten in de stengel naar de hoofdnerven van de bladeren en komen uiteindelijk bij de bladcellen terecht. Daar kan het water opgenomen worden door de bladcellen of verdampen via de huidmondjes. Als er meer water wordt aangevoerd dan er door de bladcellen wordt opgenomen of kan worden verdampt, verschijnen er waterdruppels aan de bladranden. Dat verschijnsel heet druppelen.
Transport van organische stoffen
Veel organische stoffen uit de bladeren worden naar andere delen van de plant getransporteerd.
Meestal is dat in de vorm van in water opgeloste saccharose. Dat transport vindt plaats door bastvaten ofwel floeëm.
VWO Bastvaten:
Bastvaten bestaan uit aaneengeschakelde levende bastvatcellen, gescheiden door de zogenoemde zeefplaten. Het transport van organische stoffen verloopt dus via levende cellen, en niet via de celwanden zoals bij water en mineralen het geval is.
De transportprocessen in een bastvatcel worden geregeld door een begeleidende cel. De begeleidende cel brengt bijvoorbeeld saccharose of aminozuren in een bastvatcel.
De water concentratie in de bastvaten is daardoor lager dan de waterconcentratie in de houtvaten (zie ook "De rol van diffusie, osmose en actief transport"). Er stroomt dus water van de houtvaten naar de bastvaten.
Verschillen in bouw van een plant
In de biologie wordt onderscheid gemaakt tussen éénzaadlobbigen (monocotyl) en tweezaadlobbigen (dicotyl).
Het verschil tussen deze twee planten is niet alleen de hoeveelheid zaadlobben (dit zijn kleine zakjes voedselvoorraden die het zaadje nodig heeft om van te kunnen groeien), maar ook de bouw van de stengels en wortels.
Zo hebben de dicotyle planten een stengel waarbij alle transportvaten in een cirkel vormen, terwijl de monocotyle planten verspreid zijn door de stengel.
Ook bij wortels zijn de transportvaten verschillen gesorteerd. Bij dycotyle planten vormt het xyleem (de houtvaten) een soort kruis in het midden van de wortel terwijl monocotyle planten een circel vormen.
Zie ook de afbeeldingen hieronder voor duidelijke verschillen.
Test: monocotyl of dicotyl?