Thema: <themanaam> - <niveau>
Inleiding
Contextrijke introductie die aansluit bij de belevingswereled van de doelgroep.
Bij voorkeur met video of animatie. Door deze introductie moeten leerlingen "zin"krijgen in het thema en in kunnen zien wat zij er in het (dagelijks) leven aan hebben.
Wat kan ik straks?
We geven in leerlingtaal aan wat de leerlingen aan het eind van het thema moeten kunnen, waarbij de leerdoelen van het SLO worden gekoppeld aan de niveaus van Bloom. Wat de leerlingen aan het einde van het thema moeten kunnen beschrijven we met werkwoorden die extren observeerbaar gedrag aangeven.
Dus bijvoorbeeld wel: "Aan het einde van dit thema kan ik uitleggen ...." of "bewijzen ...".
Kernwoorden eventueel vet maken.
maar niet: "aan het einde van dit thema begrijp ik ...".
Bijvoorbeeld:
Aan het einde van dit thema kan je:
- verschillende soorten hoeken herkennen en benoemen
- verschillende soorten driehoeken herkennen en benoemen
- de groote van allerlei soorten hoeken meten met een geodriehoek
- allerlei soorten hoeken en figuren met hoeken tekenen met een geodriehoek
- hoeken uitrekenen in driehoeken, vierhoeken en andere veelhoeken
- hoeken uitrekenen door gebruik te maken van parallelle en snijdende lijnen.
Wat kan ik al?
Korte test waarmee je globaal nagaat of de leerling vereiste voorkennis bezit. Bovendien wordt deze voorkennis hier mee geactiveerd. opgefrist, waardoor de leerling meer ontvankelijk is voro het opdoen van - gereleateerde - nieuwe kennis, vaardigheden en begrip.
Wat ga ik doen?
Minimaal een overzicht van de opbouw van het thema , dus welke onderwerpen aan bod komen en hoe lang je daarmee naar verwachting bezig bent. Waar mogelijk met een grafisch overzicht waarop je kunt zien welke deelleerdoelen in welke paragraaf aan de orde komen.
Ook: welke verdiepingsmogelijkheden zijn er.
Gewone opgaven en Super opgaven
Voor een aantal opgaven in dit hoofdstuk is een Super variant beschikbaar.
Die Super variant is wel wat moeilijker.
Let op: Je hoeft dan niet ook de 'normale' variant te maken.
Je herkent de opgaven waar een Super variant van is aan dit teken
Als je op dit teken klikt, dan ga je naar de Super variant.
In de Super variant staat dit teken
Als je daarop klikt, ga je weer terug naar de gewone opgave.
De Super opgaven staan ook steeds bij elkaar onder aan iedere paragraaf.
Paragrafen
In dit thema gaan we aan de slag met ...
...
In de volgende paragrafen leer je ... .
Per paragraaf een knop met een link naar het betreffende arrangement.
etc.
Afsluiting
Samenvatting
Vergelijkbaar met "Eindpunt uit WM".
Thema-opdracht
Korte, uitnodigende tekst waarin wordt uitgelegd wat in de opdracht gaat gebeuren.
Met een knop naar de link van het arrangement met de opdracht.
Diagnostische toets
Eindtoets over het thema; in principe de zelftoets.
Je gaat nu een aantal gevarieerde opgaven maken waarin je kunt laten zien of je de geleerde stof uit de voorgaande paragrafen beheerst.
Dit zijn voorbeeldopgaven die een goed beeld geven van de opgaven die in een eindtoets over dit thema voor kunnen komen.
Als je een score van 70% haalt, heb je een voldoende.
Extra opgaven
Je ziet hier twee Extra oefeningen. Je hoeft er maar één te doen.
- Extra oefening Basis is bedoeld voor leerlingen die de Diagnostische toets NIET goed gemaakt hebben.
- Extra oefening Plus is bedoeld voor de leerlingen die de Diagnostische toets WEL goed gemaakt hebben.
Je moet dus sowieso eerst de Diagostische toets af hebben vóórdat je aan de Extra oefening begint.
Vraag bij twijfel aan je docent wat je moet doen.
Terugblik
Reflectie op leerdoelen en op het proces. Wat ging goed, wat ging minder goed.
Heb ik mijn eigen planning gehaald?
Evaluatie: Terugblik
Start