Lenen
Lenen
Lenen is het geld van een ander gebruiken.
Het lenen van geld noem je ook wel krediet krijgen.
Het terugbetalen van een lening noem je aflossen.
Als je leent, kun je nu meer uitgeven, maar straks minder: je verplaatst toekomstige koopkracht naar nu. Lenen is (net als sparen) een intertemporele ruil (inter betekent tussen en temporeel komt van tempus, wat tijd betekent).
Als je bij een bank geld wilt lenen, zal de bank willen weten of je de lening terug kunt betalen.
De bank zal vragen naar de hoogte van je inkomen en of je nog andere schulden hebt.
De bank vraagt om zekerheid.
Als je voor het kopen van producten geld leent, noem je de lening een consumptief krediet.
Twee vormen van consumptief krediet zijn:
- Een persoonlijke lening.
Een persoonlijke lening kent een vast aflossingsschema.
- Een doorlopend krediet.
Bij een doorlopend krediet kan de lener tot een afgesproken bedrag een tekort hebben op zijn rekening. Hij mag tot het afgesproken bedrag rood staan.
Rente
Als je geld leent bij een bank betaal je rente. Het bedrag dat je aan rente betaalt, is meestal een percentage van het bedrag dat je geleend hebt.
Voorbeeld
Jantine leent € 5.000,- bij een bank. De bank vraag 8% rente.
Jantine wil dat haar schuld ieder jaar € 1000,- kleiner wordt.
Welk bedragen moet ze gaan betalen?
- Je berekent het te betalen bedrag en het saldo aan het eind van jaar 1 als volgt:
- rente 8%: 0,08 x € 5.000,- = € 400,-
- aflossing € 1000,-
- totaal te betalen € 1.400,-. Saldo na 1 jaar: € 4.000,-
- Je berekent het te betalen bedrag en het saldo aan het eind van jaar 2 als volgt:
- rente 8%: 0,08 x € 4.000,- = € 320,-
- aflossing € 1000,-
- totaal te betalen € 1.320,-. Saldo na 2 jaar: € 3.000,-
In het totaal betaalt Jantine € 1200,- aan rente over de lening. Ga na of dit klopt!
Effectieve rente
Het rentepercentage dat de bank vraagt voor een lening noem je het nominale rentepercentage.
De effectieve rente is het rentepercentage dat je uiteindelijk betaalt voor de lening.
De effectieve rente is vaak hoger dan de nominale rente omdat de rente vaker dan één keer verrekend wordt.
Voorbeeld
Je leent € 1000,- tegen een nominale jaarrente van 6%.
De rente wordt maandelijks voor 1/12 deel verrekend.
Omdat de rente maandelijks wordt verrekend, wordt de lening aan het eind van maand 1 met € 5,- verhoogd: 1/12 van 6% van € 1000,- is € 5,-. Je schuld na één maand is dus € 1005,-.
Na de tweede maand komt daar nog 0,5% van € 1005,- bij is € 5, 025
Je schuld na twee maanden is dan € 1010,025.
Aan het eind van het jaar is de schuld geen € 1060,-, maar € 1061,68.
De effectieve rente was dus 6,168% in plaats van 6%.
Formule effectieve rente
Voor het berekenen van de effectieve rente kun je, als je de nominale rente weet, de volgende formule gebruiken:
\(\small{R_{\text{effectief}} = ( 1 + \frac{R_{\text{nominaal}}}{N}) ^{N} - 1}\)
In de formule is:
- \(\small{R_{\text{effectief}}}\) de effectieve rente (als decimale getal)
- \(\small{R_{\text{nominaal}}}\) de nominale rente (als decimale getal)
- \(\small{N}\) het aantal verrekeningsmomenten.
Voorbeeld
Je leent € 1000,- tegen een nominale jaarrente van 6%.
De rente wordt maandelijks verrrekend.
Bereken de effectieve rente per jaar.
\(\small{R_{\text{effectief}} = ( 1 + \frac{0,06}{12}) ^{12} - 1 = 0,06168}\)
De effectieve rente is dan dus ongeveer 6,6 %.