Verkiezingen 2018
Beste leerlingen
Welkom op de webquest rond 'Verkiezingen'. Doorheen de webquest gaan jullie een aantal opdrachten moeten uitvoeren, waarbij jullie enerzijds meer over het bestuur van België te weten gaan komen en anderzijds vaardiger met Word zullen worden.
Veel plezier en succes!
Opdracht
Allereerst:
Ga op Smartschool naar het vak PAV en open het Wordsjabloon 'Sjabloon verkiezingen' dat beschikbaar staat onder de map 'Verkiezingen'.
Algemeen:
Het sjabloon dat je opende ga je gedurende deze webquest stelselmatig aanvullen. Nu dat aanvullen ga je niet zo maar doen. Je zorgt er steeds voor dat:
- je document op interlinie 1,5 staat
- je de titel van het onderwerp in 'Kop 1' zet
- je de opdrachten in het vetgdrukt zet, dus bijvoorbeeld 'opdracht 1'
- de inhoud van de opdracht staat in de 'standaardtekst'.
Extra:
Speciale lay-out verzoeken zullen extra toegelicht worden waar nodig.
Tip:
Word heeft online een heleboel hulppagina's waarbij stap voor stap uitgelegd staat wat je moet doen.
Start:
Plaats de titel VERKIEZINGEN 2018 op de eerste pagina van je document bovenaan in het midden. Je zet de titel in het vetgedrukt en je onderlijnd hem.
In de koptekst van het document zet je linksbovenaan je naam en voornaam.
Voorzie een paginanummering rechtsonderaan.
Sla het bestand alvast als volgt op: Verkiezingen_achternaam_klas.
Democratie
Democratie - historie in een notendop
Naast de democratie zijn er nog andere bestuursvormen.
Hieronder zie je een aantal omschrijvingen van verschillende bestuursvormen:
a) De macht is in handen van enkele personen uit een bevoorrechte klasse.
b) De absolute macht berust bij één persoon of bij een hele kleine groep mensen.
c) Alle ambten binnen de staat zijn ondergeschikt aan het gezag van de vorst.
d) Er is geen erfopvolging: de leider moet daarom op regelmatige basis (her)verkozen worden.
e) De symbolische macht berust bij één perssen, wiens bloedlijn soms ver teruggaat.
Hieronder zie je een aantal voorbeelden:
1) België met koning Filip.
2) Cuba met Raul Castro.
3) Frankrijk met president Emmanuel Macron.
4) Het sultanaat Brunei met aan het hoofd sultan Haji Hassanal Bolkiah Mu'izzaddin Waddaulah.
5) Saudi-Arabië waar de macht gedeeld wordt door een duizendtal prinsen die deel uitmaken van het Huis van Saoed.
Opdracht 1
Voeg in je Worddocument een tabel toe zoals hieronder aangegeven en plaats de letters van de omschrijvingen en nummers van de voorbeelden op de juiste plaats in de tabel.
Bestuursvorm |
Omschrijving |
Voorbeeld |
absolutisme |
|
|
dictatuur |
|
|
monarchie |
|
|
oligarchie |
|
|
republiek |
|
|
==> Belangrijk: zet de vetgedrukte woorden van hierboven ook vetgedrukt én geef die drie kaders een grijze inkleuring.
==> Vergeet niet om je Worddocument geregeld op te slaan!
Grondwet
België is een democratische rechtsstaat. Maar België is ook een constitutionele, parlementaire monarchie. Dat wil zeggen dat er een grondwet (een constitutie) is waarin de grondbeginselen van het bestuur van het land vastliggen. Parlementair betekent dat het volk vertegenwoordigd wordt door de democratisch verkozen leden die samen het parlement vormen. Dit parlement werkt samen met een regering. België heeft een koning en is daarom ook een monarchie. Het land maakt bovendien deel uit van de Europese Unie.
Opdracht 2
De grondwet is belangrijk om de rechten van de burgers te beschermen. Dat was niet altijd zo. Heel wat wantoestanden uit het verleden zijn nu dankzij onder Grondwet niet meer mogelijk. Onderzoek volgende situaties en noteer erbij welk artikel in de Grondwet (https://www.senate.be/doc/const_nl.html) nu van toepassing is.
Let op: je doet dit voor 2 van de 5 situaties. Je kiest zelf welke 2 en je plaatst dit in je Worddocument als volgt: Situatie x - Artikel x.
Situatie 1: In de middeleeuwen: de kinderen van de armen zijn niet welkom in de school. Bovendien moeten zij vader en moeder helpen op het land.
Situatie 2: Vanaf 1480 in heel Europa: protestanten worden wegens hun godsdienstige overtuiging vervolgd en op de brandstapel ter dood gebracht.
Situatie 3: Einde 17e eeuw in Frankrijk: Lodewijk de Veertiende, de ‘Zonnekoning’, laat met zijn ‘lettres de cachet’ (brieven door de koning getekend) iedereen opsluiten die zijn beleid in vraag durft te stellen.
Situatie 4: Tussen 1760 en 1820 in Engeland: wie erin slaagt een stuk grond te omheinen, wordt er eigenaar van. Heel wat kleine boeren hebben de middelen niet om hun kleine stukje grond te omheinen en zijn daardoor verplicht hun grond af te staan aan de grootgrondbezitters.
Situatie 5: Begin 19e eeuw in de VS: slaven worden massaal uit Afrika aangevoerd en worden verplicht om te werken op de katoenvelden.
Opdracht 3
Momenteel zijn niet overal ter wereld onze rechten vastgelegd in de Grondwet. Lees de situaties en vul daarna het artikel in de Grondwet in, dat moet voorkomend dat zoiets bij ons gebeurt.
Let op: je doet dit voor 3 van de 8 situaties. Je kiest zelf welke 3 en je plaatst dit in je Worddocument als volgt: Situatie x - Artikel x.
Situatie 1: Ben Mabilan werd samen met zijn vijftienjarige zoon Orlando zonder bevel gearresteerd en twintig dagen opgesloten. Men dacht dat hij aanhanger was van de militaire vleugel van de verboden politieke partij. De jongen was er getuige van dat zijn vader werd geslagen en gefolterd met elektrische schokken. Hij kreeg zelf één elektrische schok toegediend.
Situatie 2: Getta Mosis zit al tien jaar gevangen wegens zijn etnische afkomst.
Situatie 3: Febe Vélasquez werd aangehouden omdat hij vakbondsleider is.
Situatie 4: Andreas Christo zit in de gevangenis omdat hij vanwege zijn godsdienstige overtuiging niet in het leger wil.
Situatie 5: Wang Xizhe zit een veertien jaar lange gevangenisstraf uit voor het uitgeven van een niet-officieel tijdschrift.
Situatie 6: Mamadou Ba werd gedood omdat hij homo was.
Situatie 7: Het gebouw waar Gzifa naar school ging, werd in brand gestoken door rebellen die tegen onderwijs voor meisjes zijn.
Situatie 8: Straatkinderen worden door huurmoordenaars uit de weg geruimd omdat ze de winkeliers een doorn in het oog zijn.
==> Herrinering: opslaan!
Scheiding der machten
Vrouwe justitia
Klik op de afbeelding hier links en lees even wat er staat.
Opdracht 4
Ga opzoek waarvoor de drie symbolen van Vrouwe Justitia staan en leg dit kort uit.
Je doet dit als volgt:
- Naam symbool 1 = uitleg
- Naam symbool 2 = uitleg
- Naam symbool 3 = uitleg
==> Vergeet niet op te slaan.
Opdracht 5
Plaats alle woorden die samenhoren in één kadertje.
wetten maken - rechterlijke macht - regering - wetten uitvoeren - wetgevende macht
- hoven en rechtbanken - wetten interpreteren en rechtspreken - uitvoerende macht - parlement
==> Wat moet je doen? Opslaan...
Stemmen
In het debat over al dan niet gaan stemmen wordt de optie 'stemplicht' vaak tegenover 'stemrecht' geplaatst. Dat is niet de echte keuze. Ga eens op zoek hoe de vork in de steel zit.
Opdracht 6
Zoek uit wat het verschil is tussen opkomstplicht, stemplicht en stemrecht. Zet dit in je Worddocument en plaats de woorden opkomstplicht, stemplicht en stemrecht schuingedrukt. Elke keer dat je ze gebruikt!
==> Niet vergeten opslaan.
Niet gaan stemmen? Landverraad!
Klaar?!
Ben je klaar of is de tijd voorbij? Plaats je document met de correcte naam in de uploadzone op Smartschool.
Sluit de computer af en vergeet niet om je scherm ook uit te zetten!
Evaluatieschaal