Willkommen beim Thema Personalien! Hartelijk welkom bij het thema Personalien!
In de vakantie op de camping, tijdens een uitwisseling op school, op het internet of op Facebook. Er zijn heel veel mogelijkheden om met jongeren uit andere landen kennis te maken. De meeste leeftijdsgenoten uit andere landen zullen echter geen, of minder goed Nederlands spreken.
Zum Glück lernst du jetzt noch eine weitere Fremdsprache, die dir hilft, mit Leuten aus anderen Ländern zu kommunizieren: Deutsch. Gelukkig leer jij nu nog een vreemde taal die je helpt met mensen uit andere landen te communiceren: Duits.
Darum lernst du in diesem Thema die ersten Wörter und Sätze, die du brauchst, wenn du dich mit jemandem auf Deutsch verständigen willst. Daarom leer je in dit thema de eerste woorden en zinnen, die je nodig hebt wanneer je met iemand in het Duits contact wilt maken.
Situation
Eines Tages bekommst du über Facebook die Anfrage, ob du Simone, ein deutsches Mädchen, als Facebook-Freund akzeptieren willst. Du kennst keine Simone, bist aber neugierig und akzeptierst sie. Op een dag krijg je via Facebook het verzoek om Simone, een Duits meisje, te accepteren als Facebook-vriend. Je kent helemaal geen Simone maar bent wel nieuwsgierig, dus accepteer je haar.
Ihr lernt einander kennen und geht zusammen auf die Suche nach eventuellen gemeinsamen Vorfahren, denn Simone hat in ihrem Stammbaum entdeckt, dass ihr Ururopa ursprünglich aus Holland kommt. Jullie leren elkaar kennen en jullie gaan samen op zoek naar eventuele gemeenschappelijke voorouders. Simone heeft namelijk in haar stamboom ontdekt dat haar overovergrootvader oorspronkelijk uit Nederland komt.
Was kannst du schon?
Wahrscheinlich hattest du in der Schule noch kein Deutsch, aber sicher kannst du schon ein bisschen Deutsch. Mache die folgenden Übungen. Waarschijnlijk heb je nog geen Duits als schoolvak gehad, maar misschien kan je al best een beetje Duits. Doe de volgende oefeningen.
Hier siehst du neun Begrüßungen.
Welche fünf Begrüßungen benutzt man in der deutschen Sprache? Hieronder zie je negen begroetingen.
Welke vijf begroetingen gebruik je in het Duits?
Hier siehst du drei Aufgaben mit jeweils fünf deutschen und fünf niederländischen Wörtern.
Ziehe die passenden deutschen Wörter zu den niederländischen Wörtern. Hieronder zie je drie sleepvragen met ieders vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden.
Plaats bij ieder Nederlands woord het juiste Duitse woord.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoe ging het?
Wist je van de meeste Nederlandse woorden de Duitse vertaling te vinden?
Ja, dan ben je zeker klaar om met het thema te beginnen.
Was wirst du lernen?
Ziele - Doelstellingen
Im abschließenden Miniprojekt wirst du mit einem deutschen Mädchen Informationen über euch und eure Familien austauschen. In het afsluitende miniproject ga je met een Duits meisje informatie uitwisselen over jullie en jullie families.
Leerdoelen:
Leerdoel
Opdracht
Du kannst dich vorstellen, jemand begrüßen und dich von jemandem verabschieden. Je kunt je voorstellen, iemand begroeten en afscheid nemen van iemand.
Hallo und Zahlen
Du liest und hörst Berichte von verschiedenen Personen zum Thema Familie. Du kannst Fragen darüber beantworten. Je leest en hoort berichten van verschillende personen over het thema familie. Je kunt daarover vragen beantwoorden.
Meine Familie
Du kannst den Text zu einem Comic schreiben. Je kunt een tekst voor een stripverhaal schrijven.
Wo
Du kannst über dich selbst und deine Familie erzählen. Je kunt over jezelf en jouw familie vertellen.
Wo
Du kansst den Stammbaum deiner Familie zeichnen.
Je kunt de stamboom van jouw familie tekenen.
Meine Familie
Du lernst nützliche Tipps für den Umgang mit Deutschen und du kannst darüber sprechen. Je leert nuttige tips voor de omgang met Duitsers en je kunt daarover praten.
Hallo
Du lernst wichtige Wörter und Redewendungen. Du kannst die Wörter und Redewendungen anwenden. Je leert belangrijke woorden en uitdrukkingen. Je kunt deze woorden en uitrukkingen gebruiken.
alle
Du lernst einige Basisregeln der deutschen Grammatik. Du kannst diese Grammatik richtig anwenden.
Je leert enkele basisregels van de Duitse grammatica.
Je kunt deze grammatica goed gebruiken.
alle
Du kannst auf einfache Fragen zu deiner Person und deinem Wohlbefinden reagieren. Je kunt op eenvoudige vragen over jou en hoe het met je gaat reageren.
Hallo und
Zahlen
Was wirst du machen?
Im abschließenden Miniprojekt findest du realistische Situationen, in denen du das Gelernte anwendest. In het afsluitende onderdeel miniproject vind je levensechte situaties waar je het geleerde gebruikt.
Achte dabei auf: - Let hierbij op:
die Aussprache - de uitspraak
die Rechtschreibung - de spelling
die sprachlichen Mittel (Wörter, Sätze) - de woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt
die Grammatik - de grammatica
Keine Panik, wenn du das noch nicht kannst! Du lernst es in diesem Thema. Geen paniek als je dat nog niet kunt! Je leert het in dit thema.
Bevor du mit dem Miniprojekt anfängst, bearbeitest du erst das ganze Thema.
In den folgenden vier Teilen lernst du alles, was du für das Miniprojekt brauchst. Voordat je aan het miniproject begint, ga je eerst het hele thema doorwerken.
In de volgende onderdelen leer je alles wat je nodig hebt om het miniproject goed te kunnen maken!
Blok
Titel
1
Hallo!
2
Zahlen
3
Wo
4
Meine Familie
Teile
Das Thema Personalien besteht aus den folgenden vier Teile: Het thema Personalien bestaat uit de volgende vier blokken:
In voorgaande opdrachten heb je allerlei oefeningen gedaan m.b.t. het thema Familie. Deze oefeningen helpen je bij deze eindopdracht.
Zoals in Situation reeds aangegeven, heb je een vriendschapsverzoek ontvangen van Simone. Jullie leren elkaar kennen. Jullie gaan samen op zoek naar eventuele gemeenschappelijke voorouders. Dit ga je in dit Miniproject doen.
Het miniproject bestaat uit 4 stappen. Werk ze één voor één door.
Stap
activiteit
Stap 1
Einleitung und Lesen
Je leest het Facebookbericht van Simone.
Stap 2
Lesen und Schreiben
Je tekent de stamboom van je familie en schrijft erbij in welke verhouding de personen tot jou staan.
Stap 3
Hören
Je luistert naar het voicemailbericht van Simone.
Stap 4
Sprechen
Je bootst een skype-gesprek met Simone na.
Stap 5
Auswertung
Je beoordeelt jouw vorderingen in dit thema.
Stap 1 - Einleitung und Lesen
Situation - Situatie
Ein unbekanntes Mädchen sucht über Facebook mit dir Kontakt. Dabei geht es um einen Stammbaum. Du bist neugierig und akzeptierst Simone als Facebook-Freund. Ihr tauscht Informationen über eure Familien aus. Weil Simone kein Niederländisch kann, macht ihr das auf Deutsch. Een onbekend meisje zoekt via Facebook contact met jou. Het gaat om een stamboom. Je bent nieuwsgierig en je accepteert Simone als vriend op Facebook. Jullie wisselen informatie uit over jullie familie.
Omdat Simone geen Nederlands kan, doen jullie dat in het Duits.
Lees het Facebookbericht van Simone en doe daarna de opdracht.
Facebookbericht van Simone
Hallo,
wir machen in der Schule gerade ein Projekt über die Geschichte unserer Familie (gezin) und Verwandten (familie). Einen Stammbaum nennt man das.
Ich bin Simone Meier. Ich habe herausgefunden, dass mein Ururopa (das ist der Opa von meinem Opa) ursprünglich aus Holland kommt.
Er hieß Jan Meijer und lebte in Utrecht. Auf einem Sommerfest hat er meine Ururoma Klara kennen gelernt. Sie haben sich ineinander verliebt und später geheiratet. Danach lebten sie zusammen in Deutschland. Sie bekamen vier Kinder, zu denen auch mein Uropa gehörte: Karl. Der heiratete Hanna und bekam zwei Söhne: Hans und Helmut.
Helmut ist mein Opa. Er heiratete meine Oma Lenchen. Ihr Sohn (mein Vater) heißt Thomas und meine Mutter heißt Anke.
Irgendwann hat sich der Familienname von Meijer verändert in Meier. Das ist, denke ich, die deutsche Schreibweise. Ich habe auch noch einen Bruder. Er heißt Andreas und ist 10. Ich bin übrigens 13.
Wir wohnen jetzt in Bochum. Vielleicht gibt es in deinem Stammbaum ja auch einen Jan Meijer und sind wir verwandt?! Das wäre lustig! Ich stelle es mir schön vor, um Verwandte in Holland zu haben.
Melde dich bitte! (Auch wenn sich herausstellt, dass wir nicht verwandt sind. Dann können wir ja trotzdem Freunde werden.)
Liebe Grüße
Simone
Zijn er woorden in de tekst die jij niet kent?
Zoek deze op in je woordenboek of online woordenboek.
Bijvoorbeeld: https://www.uitmuntend.de/woordenboek
Stap 2 - Lesen und Schreiben
Zeichne Simones Stammbaum auf ein Blatt Papier. Teken de stamboom van Simone op een vel papier.
Schreibe die Namen der Familienmitglieder auf. Schrijf de namen van de personen op.
Schreibe unter die Namen, was sie von Simone sind (Opa, Mutter usw.). Schrijf in het Duits onder de namen wat zij van Simone zijn (Opa, Mutter enz.).
Vergleiche den Stammbaum mit einigen Mitschülern. Vergelijk het resultaat met enkele medeleerlingen.
Hast du den Stammbaum gut gezeichnet und beschriftet? Heb je de stamboom goed getekend en de Duitse woorden er goed bijgeschreven?
Stap 3 - Hören
Höre dir Simones Voicemailbericht an. Luister naar het voicemailbericht van Simone. Vul de woorden in.
Stap 4 - Sprechen
Skype-Gespräch
Mit Simone hast du abgesprochen, dass ihr ab und zu über Skype miteinander sprechen wollt. Beide habt ihr eine Webcam, so dass ihr euch auch seht.
Das ist eine gute Möglichkeit, um Simone mehr über dich und deine Familie zu erzählen und ihr deinen Stammbaum zu zeigen.
Übe (mit Hilfe deines Stammbaumes), so viel wie möglich über dich und deine Familie zu erzählen. Met Simone heb je afgesproken dat jullie af en toe via skype met elkaar zullen spreken. Jullie hebben allebei een webcam zodat jullie elkaar ook kunnen zien.
Dat is een goede manier om Simone meer over jou en je familie te vertellen en jouw stamboom aan haar te laten zien.
Oefen (met behulp van je stamboom) om zo veel mogelijk over jezelf en je familie te vertellen.
Improvisiere das Skype-Gespräch mit Simone in der Klasse: Boots in de klas een skype-gesprek met Simone na:
Begrüße Simone. Begroet Simone
Frage, wie es Simone geht. Vraag hoe het met haar gaat
Sage, wie es dir geht. Vertel hoe het met jou gaat
Zeige Simone deinen Stammbaum. Laat je stamboom aan Simone zien
Erkläre Simone den Stammbaum. Erzähle dabei so viel wie möglich über dich und deine Familie. Leg je stamboom aan Simone uit. Vertel daarbij zo veel mogelijk over jezelf en je familie.
Verabschiede dich. Neem afscheid
Höre dir auch die Präsentationen deiner Mitschüler an. Luister ook naar de verhalen van andere leerlingen in de klas.
Stap 5 - Auswertung
Hoe is het gegaan? - Auswertung
Wähle die Aussagen, die auf dich zutreffen.
Die Aussagen beziehen sich natürlich auf die deutsche Sprache. Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.
Alle uitspraken gaan natuurlijk over de Duitse taal.
Ich kann auf einfache Fragen zu meiner Person und meinem Wohlbefinden reagieren.
Ich kann kurz über mich erzählen (Name, Alter, Land).
Ich kann die Wörter zum Thema Personalien anwenden.
Ich kann deutsche Wörter und Sätze korrekt aussprechen.
Ich kann die Grammatik richtig anwenden.
Ich kann sagen, wer zu meiner Familie gehört.
Ich kann einer anderen Person Fragen stellen (Name, Alter, Land, Wohlbefinden.)
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Thema: Personalien - hv23 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk van VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor hv23. In deze opdracht leer je de eerste woorden en zinnen die je nodig hebt om in het Duits te communiceren. Het belangrijkste is dat je de taal daadwerkelijk gebruikt om het goed te leren. Het onderdeel miniproject bevat verschillende realistische situaties om alles wat je geleerd hebt in de praktijk te brengen. Bij het doen van het miniproject dien je te letten op de uitspraak, spelling, woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt, en de grammatica van dit thema en andere eerder geleerde grammaticaregels. Voordat je aan het miniproject begint, doorloop je eerst de vier onderdelen: Hallo!, Zahlen, Wo, meine Familie, waaruit dit thema bestaat.
Leerniveau
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Spreken;
Schrijven;
Gesprekken voeren;
Duits;
Luisteren en kijken;
Lezen;
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor hv23. In deze opdracht leer je de eerste woorden en zinnen die je nodig hebt om in het Duits te communiceren. Het belangrijkste is dat je de taal daadwerkelijk gebruikt om het goed te leren. Het onderdeel miniproject bevat verschillende realistische situaties om alles wat je geleerd hebt in de praktijk te brengen. Bij het doen van het miniproject dien je te letten op de uitspraak, spelling, woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt, en de grammatica van dit thema en andere eerder geleerde grammaticaregels. Voordat je aan het miniproject begint, doorloop je eerst de vier onderdelen: Hallo!, Zahlen, Wo, meine Familie, waaruit dit thema bestaat.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Wat kan je al?
Personalien
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.