Blok: Horen en gehoord worden - hv123

Blok: Horen en gehoord worden - hv123

Horen en gehoord worden

Intro

Horen en gehoord worden

Het maken van geluid is een van de manieren om te communiceren met elkaar.
Wat is geluid? Hoe maak je geluid? Hoe kun je geluid zien? Hoe werken je oren? Hoe bescherm je je oren tegen gehoorbeschadiging?

Dit blok gaat over geluid en (h)oren.

Startopdracht A

Communicatie en taal

Geluid maken is een van de manieren waarop dieren met elkaar communiceren. Maar bestaat er ook zoiets als dierentaal?

Bekijk het filmpje en bespreek in de klas wat je opvalt of misschien wel verbaast.

Startopdracht B

Wat hoor je?

  1. Sluit even je ogen. Wat hoor je allemaal?
    • Schrijf op wat je hebt gehoord.
    • Verzamel de antwoorden met je docent.
  2. Op welke plaatsen is weinig geluid? Noteer drie plaatsen.
  3. Op welke plaatsen is veel geluid? Noteer drie plaatsen.
  4. Is het weleens helemaal stil?

Voordat je begint

Benodigdheden:

  • twee lege frisdrankflessen
  • plakband
  • een viltstift
  • een liniaal
  • een stuk tuinslang (van ongeveer 60-80 cm)
  • smartphone
  • oordopjes
  • app om geluidssterkte te meten

Tijd blok:

8 uur

Leerdoelen en vaardigheden

Leerdoelen

Je kunt:

  • uitleggen wat geluid is.
  • beschrijven dat geluidsbronnen verschillende soorten geluidstrillingen maken.
  • uitleggen dat de geluidssnelheid afhangt van de tussenstof.
  • uitrekenen hoe lang geluid erover doet om een afstand af te leggen (s = v *t)
  • beschrijven dat er een verband is tussen de frequentie (geluidshoogte) en het aantal trillingen per seconde.
  • uitleggen hoe je door middel van een oscilloscoop kunt zien of het gaat om een hoge of een lage toon (toonhoogte, frequentie).
  • beschrijven wat geluidshinder is en hoe je gehoorschade kunt voorkomen.
  • de onderdelen van het oor in een afbeelding benoemen.
  • de onderdelen van het oor in de volgorde zetten waarin ze informatie over geluid doorgeven.
  • beschrijven hoe het oor de trillingen van geluid omzet tot impulsen en hoe die bij de hersenen komen.
  • beschrijven dat de geluidssterkte en de trillingsfrequentie onze gehoorgrenzen bepalen.
  • uitleggen wat het voordeel is van het horen met twee oren.
  • aangeven waardoor schade aan het oor kan ontstaan en hoe je dat kunt voorkomen.
  • uitleggen waardoor je je eigen stem anders hoort dan dat iemand anders jouw stem hoort.
  • de geluidssterkte meten met een decibelmeter (dB).

Stap 1

Opdracht 1

Wat is geluid?

Geluid kun je horen. Geluid is een natuurkundig verschijnsel. Om geluid te maken, laat je de lucht trillen. Om geluid te kunnen horen is het nodig om die trillingen op te vangen met je oren.

Oefening 1: Geluid zichtbaar maken

Heb je wel eens de muziek zo hard aangezet dat je de muziek kon voelen? Kun je met geluid voorwerpen laten bewegen? Zo ja, met welke geluiden gaat dat het beste?

Je doet een proefje om geluid zichtbaar te maken.

Wat heb je nodig?

  • stuk plastic folie
  • ongekookte rijst
  • schaal
  • schaar
  • verschillende soorten muziek via luidsprekers

Wat ga je doen?

  • Download het werkblad Springerig geluid en beantwoord de vragen op het werkblad.
  • Doe de plastic folie over de schaal.
  • Span het plastic folie strak over de schaal.
  • Zet de schaal voor de geluidsbox.
  • Leg de ongekookte rijst op het gespannen folie.
  • Zet de muziek aan.
  • Zet eventueel een ander muziekje aan.

Bekijk nu het filmpje en beantwoord daarna de vragen.

  1. Wat gebeurt er met de korrels bij geluid?
  2. Hoe kun je dit verklaren?

Tussenstof en vacuüm

Bestudeer de twee stukjes uit de Kennisbank en beantwoord daarna de vragen.

Wat is geluid?

Snelheid van het geluid

★ Oefening 3: Rekenen met geluid

Bekijk het filmpje.



Een auto rijdt 80 km per uur. Dat is de snelheid van de auto.
Met snelheid bedoel je dus de afstand die iets aflegt in een bepaalde tijd.

Lees zo nodig nog een keertje de Kennisbank 'Snelheid van het geluid'.
Maak daarna de volgende vragen.

Stap 2

Opdracht 1

Hoog of laag?

Geluid bestaat dus uit trillingen; golven die op en neer gaan. Die golven kun je zichtbaar maken door middel van een oscilloscoop.  

Oefening 2: Geluid met een liniaal

Je kunt hoge en lage geluiden onderscheiden. Wat betekent dit voor geluidsgolven als je ze zichtbaar maakt?

Download het werkblad liniaalmuziek en lees dit goed door.
Maak een tabel waarin je de resultaten gaat noteren en beantwoord de vragen op het werkblad.

Wat heb je nodig?

  • plastic liniaal

Wat ga je doen?

  • Leg de liniaal zo op tafel dat deze 10 cm uitsteekt.
  • Druk het uiteinde van de lineaal dat op tafel ligt met je platte hand op tafel
  • Trek kort het uiteinde van lineaal dat uitsteekt naar beneden zodat de liniaal trilt.
  • Herhaal deze stappen ook voor 13, 15, 17 en 20 cm.

Hoe komt dit?
Geluid bestaat uit trillingen. Door aan de liniaal te trekken laat je hem trillen. Dit kun je horen als een toon. Hoe langer het uitstekende stuk liniaal, hoe langzamer het trilt. Langzame trillingen klinken lager dan snelle trillingen.
Daardoor klinkt de liniaal die ver uitsteekt lager dan de liniaal die maar een beetje uitsteekt.
Bron: www.proefjes.nl

Klaar?
Lever je werkblad in bij de docent.

Oefening 3: Frequentie, trillingstijd en toonhoogte

Bestudeer de Kennisbank met uitzondering van pagina 3 en beantwoord de vragen.

Wat is geluid?

Stap 3

Opdracht 1

Hard of zacht?

Je kunt een hard geluid vast onderscheiden van een zacht geluid. Maar wat zie je op het scherm van een oscilloscoop bij een hard of een zacht geluid?

Bestudeer de Kennisbank en maak daarna de vragen.

Wat is geluid?

Geluidshinder

De eenheid van geluidssterkte

De eenheid van frequentie (toonhoogte) is Hz. In welke eenheid wordt de geluidssterkte gemeten?
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

Oefening 3: Wat is (te) hard?

  • In zes- of achttallen.


Bron: Wat is te hard - www.oorcheck.nl

  • Download het werkblad Geluidsniveaus.
  • Bekijk de figuur.
  • Verzamel met je groep voorbeelden van activiteiten waarvan je verwacht dat ze sterk verschillen in geluidsniveau.
    Denk bijvoorbeeld aan zitten in de kantine, ontbijten, fietsen langs de snelweg, een zwembad of een basketbalwedstrijd.
  • Kies per tweetal twee activiteiten uit. Ieder tweetal voert twee geluidsmetingen uit.
  • Download een app op je mobiel of tablet om de geluidssterkte te meten. Er zijn verschillende meters beschikbaar.
  • Verzamel de gemeten geluidssterkten in decibel en noteer de activiteiten bij de bijbehorende geluidssterkte in een tabel.
    Je kunt gebruikmaken van de tabel op het werkblad.
  • Maak een schatting van de tijdsduur (het aantal minuten per dag) dat jij wordt blootgesteld aan het geluid van een bepaalde sterkte.
  • Bewaar de tabel voor stap 7.

Oefening 4: Geluiddempers

Om geluidsoverlast te voorkomen kun je het geluid dempen.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vraag.

  • Waar worden geluiddempers toegepast? En op welke manieren?
  • Verzamel drie verschillende voorbeelden van manieren om geluid te dempen in en om het huis. Het kan gaan om geluiddempers om geluid in huis te dempen (bijvoorbeeld wanneer alles is betegeld), maar ook buitenshuis.
  • Vergelijk de voorbeelden met je klasgenoten.

Stap 4

Opdracht 1

Daar zit muziek in!

Je hebt in de vorige stappen gezien en gehoord dat geluid ontstaat door het in beweging brengen van lucht en dat je de geluidssterkte en toonhoogte kunt laten variëren.
Het in beweging brengen van lucht kun je met je stem doen en door verschillende muziekinstrumenten te gebruiken.

Oefening 1: Flesmuziek

Zit er muziek in een fles?
Heb je geen tijd/ruimte voor dit proefje? Bekijk dan het filmpje en beantwoord daarna de vragen.<.p>

Wat heb je nodig?

  • 5 dezelfde flessen
  • water

Wat ga je doen?

  • Pak één fles.
  • Houd je onderlip tegen de rand van de fles.
  • Blaas over de opening van de fles heen.
  • Download het werkblad Flesmuziek en maak je instrument.
  • Beantwoord daarna de vragen.
De lucht in de fles gaat trillen, doordat je over de opening blaast. Als de lucht gaat trillen, dan hoor je geluid. De toonhoogte van het geluid hangt af van de hoeveelheid lucht die er trilt. Bij een minder volle fles trilt er veel lucht en klinkt de toon lager, bij een vollere fles trilt er weinig lucht en klinkt de toon hoger.

Bron: www.proefjes.nl

Oefening 2: Geluidsspeakers

  • Bekijk het filmpje 'Hoe werken geluidsspeakers?'
  • Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'Muziek maken'.
  • Beantwoord daarna de vragen.

Bekijk het filmpje.

Bestudeer de Kennisbank.

Wat is geluid?

★ Oefening 3: Muziek met de klas

Geluid kan ook gewoon een bron van plezier zijn. Naar muziek luisteren, erop dansen of muziek maken is voor veel mensen leuk om te doen. Je hoeft daar geen dure instrumenten voor te hebben.



“Muziek is georganiseerd geluid”.
Kunnen jullie ook een muziekevenement organiseren? Overleg met je (muziek)docent:

  • wanneer
  • voor wie
  • met wie
  • welke muziekinstrumenten worden gebruikt.

Maak samen een taakverdeling, tijdsplanning en een draaiboek of stappenplan.
Tenslotte maak er een mooi muziekevenement van!
Lever je bewijsstukken in bij de docent.

Stap 5

Opdracht 1

Horen

Kun jij je oren bewegen, zoals de mijnheer in dit filmpje? Waarschijnlijk niet.
Bij de meeste mensen is dit vermogen verloren gegaan. Maar honden bijvoorbeeld kunnen hun oorschelp bewegen en zo de richting van het geluid te bepalen.
Helpt dat echt? Probeer het maar eens met het experimentje in Oefening 1.


Oefening 1: Je oren spitsen

De meeste mensen kunnen hun oorschelpen niet bewegen.
Dieren kunnen dit wel. Kijk maar eens naar de oren van de haas in het volgende filmpje:



Bedenk welk voordeel het heeft als de oren kunnen bewegen.

Doe het volgende experimentje:

  1. Zet met de volumeknop het geluid van je computer op zijn hardst.
  2. Luister naar het geluidje.


  3. Duw met je handen je oorschelpen naar voren en luister opnieuw naar het geluid. Hoorde je het geluid de tweede keer harder dan de eerste keer of juist andersom?
  4. Waardoor denk je dat dit komt?

Opdracht 2

De bouw van het oor

Jouw oren zijn in staat om trillingen in de lucht op te vangen. In het filmpje zie je hoe dat werkt.


Bestudeer de Kennisbank en maak daarna de oefening.

Horen

Oefening 3: Voordeel van twee oren

  • In tweetallen.

Wat heb je nodig?

  • allebei een smartphone
  • oordopjes

Wat ga je doen?

  • Lees eerst het hele experiment door.
  • Noteer dan de onderzoeksvraag en de hypothese.
  • Spreek af wie de proefpersoon is en wie de onderzoeker.
  • De proefpersoon gaat even naar de gang en doet op de gang één oordopje in.
  • De onderzoeker verstopt ergens in de ruimte de smartphone van de proefpersoon die een zacht (maar wel goed hoorbaar) muziekje afspeelt.
  • De proefpersoon zoekt bij binnenkomst de geluidsbron.
  • De onderzoeker neemt de tijdsduur van het zoeken met de andere smartphone op.
  • Herhaal het experiment twee keer. Zorg dat je de smartphone op gelijke afstanden verstopt.
  • Herhaal nu het experiment, nogmaals totaal drie keer, maar laat de proefpersoon zonder een oordop zoeken.
    Houd ook nu weer rekening met gelijke afstanden.
  • Wat heb je ontdekt? Beantwoord de vragen in de oefening.

 

★ Oefening 4: Geluid uit verschillende richtingen

Heb je tijd voor nog een experiment? Voer dan dit experiment uit.

  • In tweetallen.

Onderzoeksvraag:
Kun je horen of een geluid van recht achter je komt of van opzij? Wat is jouw hypothese?

Wat heb je nodig?

  • Een stuk tuinslang (van ongeveer 60-80 cm)
  • Twee lege frisdrankflessen
  • Plakband
  • Een viltstift
  • Een liniaal

Wat ga je doen?

  • Zet een streepje precies op het midden van de slang en op 10 en 20 cm links en rechts van het midden (je hebt dan dus vijf meetpunten).
  • De proefpersoon zet de oordoppen op zijn oren, met de slang op zijn rug.
  • De onderzoeker houdt de slang los van de rug van de proefpersoon en voert het experiment uit, door de meetpunten willekeurig aan te tikken.
  • De proefpersoon zegt steeds van welke richting hij denkt dat het geluid komt.
  • Noteer de waarnemingen in een tabel.
  • Geef aan de hand van de tabel een antwoord op de onderzoeksvraag.
  • Lever de tabel en het antwoord op de onderzoeksvraag in.

Lever de tabel en je onderzoeksverslag in bij de docent.

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

★ Stap 6

Opdracht 1

Geluid door je botten

Tik eens tegen je tanden? Hoor je dat? En klop eens op je hoofd.
Maar hoor je het ook als iemand naast je tegen zijn of haar tanden of op het hoofd tikt? Hoe komt dat?  

Oefening 1: Jouw stem

Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vragen.

Stap 7

Opdracht 1

Wees zuinig op je oren!

In stap 3 heb je je al bezig gehouden met geluidshinder. Je hebt je oren je hele leven nodig en daarom is het van belang dat je goed voor je oren zorgt.

Oefening 1: Hoor je me niet?

Als kind had je misschien problemen met horen. Soms kunnen trommelvliesbuisjes een oplossing zijn.
Zoek informatie over de reden waarom trommelvliesbuisjes worden geplaatst en beantwoord dan de vragen.

Oefening 2: Wat zeg je?

Slecht horen kan ook een heel andere oorzaak hebben.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

Oefening 3: Wat is (te) hard?

Bestudeer de Kennisbank.

Geluidshinder

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen schadelijk zijn. Geluiden van 120 decibel kunnen je gehoor direct beschadigen.
Hoe schadelijk geluiden tussen 80 en 120 decibel zijn, hangt af van hoe vaak en hoe lang je er naar luistert.
Het bepalen van een veilig geluidsniveau hangt af van welke norm je uitgaat.
Je gaat in deze opdracht uit van de vrijetijdsnorm.

  • Neem de tabel van Oefening 3 uit Stap 3 er weer bij.  
  • Bekijk de figuur.  

    Bron: nl.hardware.info
  • Maak een derde kolom bij de tabel. Maak nu voor elke geluidssterkte een schatting hoe lang dat geluid veilig is voor je oren.
    Vul dat in de derde kolom in. Zet een passende titel boven de kolom.
  • Bekijk nu de gehele tabel. Welke conclusie trek jij daaruit?
  • Bespreek de conclusies in de klas.

Opdracht 2

★ Oefening 1: Gehoorschade

Als je niet goed hoort, is communicatie heel lastig.
Op deze website krijg je een indruk van de gevolgen van gehoorschade:
Hoe ontstaat schade - www.oorcheck.nl

  • Beluister een aantal verschillende situaties.
  • Bespreek het resultaat in de klas.

Oefening 2: Waarom is gehoorbescherming belangrijk?

Waarom is, met name voor de motorrijders in deze video, gehoorbescherming belangrijk?
Bekijk het filmpje.

Test daarna je eigen gehoor op Oorcheck en Oorcheck hoge tonen.
Hoe is het gesteld met jouw gehoor?

Ga jij maatregelen nemen om gehoorschade te voorkomen? Zo ja, hoe?
Wissel je antwoorden uit met een klasgenoot of bespreek het in de klas.

  • Hoe is het gesteld met jullie oren?
  • In welke situaties zou jij beter gehoorbescherming kunnen gebruiken?
  • Ga je dat ook doen? Waarom we of niet?

Bespreek de antwoorden in de klas.

Tot slot

Toets

Dit blok rond je af met een toets.
Hierin staan vragen over geluid en over horen.

Begrippenlijst

Horen en gehoord worden

  • geluidsbron
  • trilling
  • tussenstof
  • microfoon
  • geluidssnelheid (s=v x t*)
  • geluidsgolf
  • oscilloscoop
  • golflengte
  • frequentie
  • trillingstijd
  • toonhoogte
  • f=T/s, Hz (Herz)
  • amplitude
  • decibelmeter
  • geluidssterkte
  • dB
  • oorschelp
  • gehoorgang
  • hamer
  • aambeeld
  • stijgbeugel
  • trommelvlies
  • trommelholte
  • buis van Eustachius
  • slakkenhuis
  • gehoorzenuw
  • trilharen
  • gehoorcentrum
  • geluidshinder
  • gehoorschade
  • gehoorbescherming
  • botgeleiding*
  • Het arrangement Blok: Horen en gehoord worden - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-10-18 15:41:29
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit blok hoort bij het thema 'Waarnemen en reageren', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor hv123. In dit thema leer je meer over geluid en (h)oren. Je leert wat geluid is, dat geluidsbronnen verschillende soorten trillingen veroorzaken en hoe de geluidssnelheid wordt beïnvloed door de tussenstof. Ook ga je leren werken met een oscilloscoop om toonhoogtes te identificeren. Daarnaast ga je het menselijk oor bestuderen en bekijk je hierbij mogelijke oorzaken voor gehoorschade en preventieve maatregelen. Het blok zal worden afgesloten met een toets om je vaardigheden te testen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VWO 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; HAVO 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    NaSk; Biologie; Mens en natuur; Geluid; Mens en gezondheid; Communicatie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gehoor, gehoorschade, geluid, het oor, horen en gehoord worden, hv123, mens en natuur, stercollectie, waarnemen en reageren

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2017).

    Kennisbank Biologie

    https://maken.wikiwijs.nl/87304/Kennisbank_Biologie

    VO-content - Kennisbanken. (2017).

    Kennisbank NaSk

    https://maken.wikiwijs.nl/110757/Kennisbank_NaSk

    VO-content M&N. (2022).

    Thema: Waarnemen en reageren - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/126516/Thema__Waarnemen_en_reageren___hv123