EXPLORE ENGLISH

H O M E

Hoi!

Deze website fungeert als verzamelplekje waar jullie extra uitleg
en extra oefeningen kunnen krijgen over de onderwerpen die
uit de lesboeken komen.

E Tunc

 

H 1 C Classroom wall

Gemaakt met Padlet

H 1 D Classroom wall

Gemaakt met Padlet

G R A M M A R

Hoi!

De grammatica onderwerpen die op deze website staan, komen uit onze methode Stepping Stones.

Soms kan het zo zijn dat de uitleg in je tekstboek net niet duidelijk genoeg is. Hier kan je dus uitgebreider uitleg vinden voor elk onderwerp, die weer gelinkt is met oefenopdrachten.

Ik hoop dat dit jullie zal helpen om Engelse grammatica goed onder de knie te krijgen!

 

Succes!

 

PRESENT SIMPLE

Kijk eerst naar het filmpje dat gemaakt is door meester Gijs! Hij legt heel goed uit wat nou de Present Simple is. Vervolgens kan je opdrachten maken om het te oefenen. Die staan onderaan.

Exercise 1

Exercise 2

Exercise 3

Test 1 level 1

Test 1 level 2

Test 1 level 3

PRESENT SIMPLE to be

Exercise 1

Exercise 2

Exercise 3

Exercise 4

Exercise 5

Oefeningen Present simple 'have/has got'

Exercise 1

Exercise 2

PAST SIMPLE

!! Onderaan de pagina kan je oefenopdrachten maken.

Voor de Past simple is het belangrijk dat je de onregelmatige werkwoorden kent.
Wanneer je een werkwoord moet vervoegen in een zin, is het handig om als eerst te kijken of het werkwoord behoort tot 'de lijst met onregelmatige werkwoorden'.

Stel je voor dat je het werkwoord hebt gevonden in de lijst, dan gebruik je het werkwoord dat staat in kolom 2.

Stel je voor dat je het werkwoord NIET kunt vinden in de lijst, dan vervoeg je de werkwoord met -ed.

Bijvoorbeeld:

  • Last year, I ___ (go) to England on holiday.

> Het werkwoord 'go' is onregelmatig. Kijk maar in de lijst. Daarom wordt het:

Last year, I went to England on holiday.

  • He _____ (visit) a lot of interesting places.

> Het werkwoord 'visit' is regelmatig. Je kan hem dus niet vinden in de lijst. Daarom wordt het:

He visited a lot of interesting places.

 

Link naar 'Lijst met onregelmatige werkwoorden'

Wil je de onregelmatige werkwoorden oefenen? Deze kun je vinden onderaan de pagina Irregular verbs

Oefenopdrachten Past simple:

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4

Oefening 5

PAST SIMPLE to be

!! Onderaan de pagina kan je oefenopdrachten maken.

Oefenopdrachten Past simple (to be):

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4

Oefening 5

IRREGULAR VERBS

Het is heel belangrijk dat je de onregelmatige werkwoorden in het Engels goed kent. 

Hieronder kun je een bestand vinden met de onregelmatige werkwoorden in het Engels. 

!! Onderaan de pagina kan je oefenopdrachten maken.

Oefenopdrachten Onregelmatige werkwoorden:

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4

Oefening 5

PREPOSITIONS OF TIME

!! Onderaan de pagina kan je oefenopdrachten maken.

 

Oefenopdrachten Prepositions of time:

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4

Oefening 5

Exercise 6

PERSONAL + POSSESSIVE PRONOUNS

!! Onderaan de pagina kan je oefenopdrachten maken.

 

Oefenopdrachten personal + possessive pronouns:

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4

Oefening 5

Exercise 6

Exercise 7

INTERROGATIVE PRONOUNS

!! Onderaan de pagina kan je oefenopdrachten maken.

Vragende voornaamwoorden

Er zijn in het Engels verschillende vragende voornaamwoorden (WH-questions):

Who

voor vragen naar personen: Wie?
Who is that lady?

What

voor vragen naar zaken of dieren: Wat?
What are you up to?

Which

voor vragen naar personen, dieren
of zaken aan een beperkt aantal: Wat? / Welke?
Which way do we go now?

 

When

voor vragen naar een tijdstip: Wanneer?
When are you coming home?

 

Where

voor vragen naar een plaats: Waar?
Where did we park the car?

 

Why

voor vragen naar een redden: Waarom?
Why is everybody laughing?

 

How

voor vragen naar een manier: Hoe?
How should we know?

 

 

Oefenopdrachten interrogative pronouns:

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Oefening 4

Oefening 5

WRTS theme 1

ORDINALS

Eerste, tweede, derde.... dit zijn rangtelwoorden- en deze heb je ook in het Engels! 

Kijk naar het filmpje om meer uitleg te krijgen over hoe je volgorde aangeeft in het Engels. 

Maak daarna de oefeningen onderaan de pagina. 

Succes!

Rangtelwoorden in het Engels

TELLING THE TIME

What time is it? it's time to learn how to tell the time in English! Good luck!!

Klokkijken - Engels

Exercise 1

Exercise 2

Exercise 3

Exercise 4

Exercise 5

Exercise 6

MUCH/MANY, (a) LOT(s) OF, (a) FEW/ (a) LITTLE

Hoe geef je in het Engels aan of iets VEEL of WEINIG is? 

Kijk naar het filmpje en ga onderaan de pagina oefenen met opdrachtjes. 


Succes!

Exercise 1

Exercise 2

Exercise 3

ADJECTIVES VS. ADVERBS

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?

Om te weten welk woord, een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord,  je in een zin moet gebruiken, kun je de volgende stappen nemen:

1. Beschrijft het woord een zelfstandig naamwoord?
  –> vul een bijvoeglijk naamwoord in
2. Geeft het informatie over een ander woord (bijvoeglijk naamwoord, werkwoord of een ander bijwoord)?
  –> vul een bijwoord in

 

Voorbeeld 1

She played bad/badly and lost the game.
  ‘bad’ geeft extra informatie over ‘played’, een werkwoord.
  –> het juiste antwoord is ‘badly’, een bijwoord

 

Voorbeeld 2

The music is too loud/loudly. We can’t hear ourselves talk!
  ‘loud’ beschrijft het woord ‘music’, een zelfstandig naamwoord.
  –> het juiste antwoord is ‘loud’, een bijvoeglijk naamwoord.

 

Voorbeeld 3

She asks intelligent/intelligently questions.
  ‘intelligent’ geeft extra informatie over ‘questions’, een zelfstandig naamwoord.
  –> het juiste antwoord is ‘intelligent’.

 

Vorm

Basisregel: bijvoeglijke naamwoord + -ly

bijv. nmw.    bijwoord
slow slowly

 

Uitzondering in spelling

Uitzondering voorbeeld
stille 'e' valt weg bij woorden als: true, due, whole      truetruly
y veranderd naar i happyhappily
le na een medeklinker valt weg sensiblesensibly
na ll alleen y erbij fullfully

 

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ic: bijv. nmw. + -ally

bijv. nmw      bijwoord
fantastic fantastically

 

Dit zijn bijvoeglijke naamwoorden die je niet kunt veranderen naar een bijwoord door -ly achter te plakken. Ze krijgen namelijk een andere betekenis- en dat willen we niet hebben!

 

Bijvoeglijke         

naamwoord     

Bijwoord               

Betekenis als je er wel

een -ly achter plakt

good well kan niet
difficult with difficulty kan niet
deep deep (place) deeply (feeling)
direct direct directly (=soon)
hard hard hardly (=seldom)
high high (place) highly (figurative)
late late lately (=recently)
most most mostly (=usually)
near near nearly (=almost)
short short shortly (=soon)

 

 

 

 

 

Video Uitleg

 

 

Oefenen:

Exercise 1- Bijwoorden herkennen

Exercise 2: Adjective or adverb?

Exercise 3: Adjective or adverb (matching)

Exercise 4: adjective or adverb?

Exercise 5: Bijwoorden maken

Exercise 6: Fill in- adj, or adv,

COMPARISONS

Trappen van vergelijking

Samenvattend:

!! Let op

  • dat je bij de vergrotende trap gebruikt maakt van het woordje 'than' (dan). Dit woordje zet je achter het bijv. nmw. 

Bijv: My car is bigger THAN your car. 

  • Bij de overtreffende trap gebruik je 'the'. Deze komt vóór je bijv. nmw. 

Bijv: My car is THE biggest!

Oefenopdrachten:

ARTICLES

Articles - uitgelegd door meester Gijs

Exercise 1

Exercise 2

Exercise 3

Exercise 4

Exercise 1

Exercise 2

Exercise 3

Exercise 4

Exercise 5