Formatieve toets: wat weet je al?
Kennisclip over wetgeving in Nederland
Wat is een wet?
Wat is een wet?
De definitie die we aanhouden voor een wet is een blijvende verordening, door de overheid uitgevaardigd.
Als we het hebben over het maken van wetten, dan hebben we het over wetten in formele zin. Dit betekent dat het een besluit is dat is genomen door de regering en de Staten-Generaal.
Als we het hebben over de wet in formele zin, kunnen we hier nog een onderscheid in maken:
- De Grondwet
- Rijkswetten, die gelden voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden
- Wetten voor Nederland
- Wetten voor het Europese deel van Nederland (hier valt het Caribisch Nederland dus buiten)
- Wetten voor de BES-eilanden (specifiek voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
Wie zijn er betrokken bij het maken van een wet?
Wie zijn er betrokken bij het maken van een wet?
Allereerst moet er een initiatief zijn om een nieuwe wet te willen maken. Hierbij kunnen burgers betrokken zijn, die een voorstel aandragen aan een Tweede Kamerlid, maar het kan ook vanuit een Tweede Kamerlid zelf komen, of het kan vanuit een minister komen.
De Tweede Kamer is dus betrokken, evenals de regering en de Eerste Kamer en zelfs de Koning. We gaan hier verder op in bij de stappen die we kennen bij het maken van een wet, wie hierin welke rol precies heeft. Maar je kunt hier al aan zien dat er heel veel mensen betrokken zijn bij het maken van een wet, van bezorgde burgers tot aan de Koning zelf!
Welke stappen kennen we in het maken van een wet?
De eerste stappen
We kennen verschillende stappen in het maken van een wet, waarbij verschillende partijen betrokken zijn.
De eerste stap naar het maken van een wet, is dat er een initiatief moet zijn om een nieuwe wet te maken. We zien een maatschappelijk probleem, een probleem waarbij de hulp van de overheid nodig is om het op te lossen. Op verschillende manieren kan dit probleem op de politieke agenda gezet worden, bijvoorbeled door belangengroepen die aandacht vragen voor het klimaat, maar dit niet voor elkaar krijgen zonder hulp van de regering. Dit kan ook vanuit politieke partijen komen, of zelfs van een enkel Tweede Kamerlid.
We gaan nu uit van een wet die door een minister wordt voorgesteld. De minister geeft een opdracht aan zijn ambtenaren om een wetsvoorstel op te stellen. Hierbij kunnen ook adviesorganen betrokken worden. Als het ontwerp klaar is, gaat het naar de ministerraad.
Zijn de ministers akkoord met het ontwerp, dan gaat deze naar de Raad van State. Hier wordt gekeken of de wet niet in strijd is met de Grondwet. Als dit niet zo is, kan de wet doorgestuurd worden naar de Tweede Kamer.
Ten slotte wordt het voorstel naar de Koning gestuurd. Deze stuurt een aanbevelingsbrief mee, de Koninklijke Boodschap, naar de Tweede Kamer. Tot op dit moment is de inhoud van het wetsvoorstel nog geheim!
De Tweede Kamer
Het wetsvoorstel is opgesteld, door de ministerraad heen en heeft de goedkeuring gekregen van de Raad van State én heeft de Koninklijke Boodschap ontvangen.
Nu kan het voorstel, samen met de Koninklijke Boodschap, ingediend worden bij de Tweede Kamer. Eerst wordt hiernaar gekeken door de Tweede Kamercommissie die zich bezig houdt met het onderwerp waarover de wetgeving gaat. Hierin zijn alle partijen uit de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Eventuele vragen worden door de minister beantwoord. Is dit gedaan, dan gaat het voorstel door naar de plenaire vergadering van de Tweede Kamer. Het kan zijn dat de minister zijn wet hier eerst nog moet verdedigen omdat er veel vragen zijn bij de Kamerleden. Het kan ook zijn dat er al gebleken is dat de wet een groot draagvlak heeft. Dit wordt dan een 'hamerstuk' genoemd, waarbij er alleen gestemd wordt over aanname van de wet en er geen debat over gevoerd wordt.
Om een wet door de Tweede Kamer goedgekeurd te krijgen, heeft deze een meerderheid van de stemmen nodig, dus 76 stemmen voor de wet. Als er gestemd wordt, wordt er eerst over de wijzigingen van de wet die zijn voorgesteld door de Tweede Kamer. Daarna wordt er gestemd over de gehele wet, met de wijzigingen waarvoor ook voor gestemd is. Deze worden toegevoegd aan de wet en deze wordt dan naar de Eerste Kamer gestuurd.
De Eerste Kamer
Dan komt onze wet aan in de Eerste Kamer.
Ook hier wordt de wet weer eerst bekeken door een commissie. Het verschil met de Tweede Kamer is dat er geen wijzigingen meer kunnen worden aangebracht door de Eerste Kamer, zij kunnen alleen aan de minister een verzoek doen om bepaalde dingen te veranderen of aan te passen in de wet, maar hebben niet de macht om hierover te stemmen waardoor het bindend wordt gemaakt voor de minister.
Als de commissie het voorstel heeft bekeken, gaat het naar de Eerste Kamer. Hier kan dus alleen maar gestemd worden voor of tegen aanname van de wet zoals deze op dat moment voor de Eerste Kamer ligt. Ook hier hebben we natuurlijk een meerderheid nodig, dit maal van 38 stemmen (omdat er maar 75 senatoren in de Eerste Kamer zitten, tegenover 150 leden van de Tweede Kamer).
Als de wet eenmaal is aangenomen door de Eerste Kamer, zijn we er bijna.
Bekrachtiging van de wet
We zijn nu aangekomen bij de bekrachtiging van de wet! Hij is helemaal van initiatief, ontwerp, Raad van State en Tweede en Eerste Kamer hier aanbeland.
De wet wordt nu aan de Koning voorgelegd, die zijn handtekening zet, evenals de minister. De minister van Justitie zorgt dat de wet wordt gepubliceerd in het Staatsblad. Hierin wordt de wet in zijn geheel gepubliceerd en wordt ook vermeld wanneer deze in zal gaan. Dit kan direct zijn of op een bepaalde datum pas ingaan.
Wat is het verschil tussen een gewone wet en wijzigen van de grondwet?
We hebben de stappen doorlopen om een gewone wet in formele zin te maken: na het initiatief, het ontwerp en de Raad van State kwam de wet aan bij de Tweede Kamer. In de stemming in de Tweede Kamer hadden we een meerderheid nodig, 76 van de 150 kamerleden moeten voor de wet stemmen. Daarna moet in de Eerste Kamer ook weer een meerderheid zijn van 38 van de 75 senatoren die voor stemt.
Nu hebben we een iets andere situatie: