Seksualiteit en intimiteit

Seksualiteit en intimiteit

Introductie

Om kinderen seksuele opvoeding te kunnen geven, is het belangrijk om zelf een duidelijke visie te hebben op seksuele opvoeding in de kinderopvang. Hierover moet je open de dialoog kunnen aangaan met medestudenten, collega’s en ouders. Je moet je realiseren dat jouw visie kan afwijken van de visie van anderen. Hiermee moet je respectvol kunnen omgaan. Ook kan jouw eigen visie op seksuele opvoeding afwijken van de visie die beschreven is in het pedagogisch beleidsplan.

Veiligheid en intimiteit zijn basisbehoeften. Het is belangrijk om te weten wanneer gewenste intimiteit overgaat in ongewenste intimiteit en seksueel misbruik. Dit geldt voor kinderen onderling, voor volwassenen onderling en voor kinderen en volwassenen. Als pedagogisch medewerker moet je signalen van seksueel misbruik herkennen en weten hoe je moet handelen. Dit geldt zowel voor vermoedens van seksueel misbruik in de thuissituatie van kinderen als voor misbruik in de kinderopvang.

 

Doelen

• Je kunt een professionele bijdrage leveren aan de seksuele opvoeding van kinderen van 0 tot 12 jaar.
• Je kunt uitleggen wat een leeftijdsadequate seksuele ontwikkeling is (per leeftijdsfase).
• Je kunt met collega’s en ouders met verschillende religieuze en culturele achtergronden een dialoog
   aangaan over seksuele opvoeding.
• Je weet welke materialen (zoals boeken) bruikbaar zijn voor seksuele opvoeding en kunt deze inzetten in
   de groep.
• Je hebt inzicht in waar de normale seksuele ontwikkeling overgaat in grensoverschrijdend gedrag.
• Je kunt uitleggen wat de plaats is van seksuele opvoeding in het pedagogisch beleidsplan.
• Je kunt pedagogisch verantwoord reageren op grensoverschrijdend gedrag door kinderen.
• Je kunt op een verantwoorde wijze afspraken maken over woordgebruik (te gebruiken benamingen voor
   intieme delen).
• Je kunt signalen van seksueel misbruik herkennen en kunt het protocol hanteren.

Toetsvormen en criteria

Je maakt 1 eindopdracht

De eindopdracht wordt ondersteund door eventuele tussenopdrachten

 

Uitleg eindopdracht:

Je gaat in groepjes van 3 tot 4 personen onderzoeken hoe je je doelgroep over een bepaald onderwerk/thema kunt voorlichten. Dit gaan jullie presenteren in de klas. De presentatie moet interactief zijn. Je kunt de presentatie op verschillen manieren uitvoeren. Bv. Met beeldende middelen, folders, poppenkast enz.  Het moet origineel zijn. De presentaties vinden plaats in week 7,8 ( uitloop week 9). Gebruik ter voorbereiding het materiaal in het onderwijsmagazijn/lessenserie: Matrix seksuele  en relationele vorming. Hier kun je per levensfase zien welke kennis, vaardigheden en attitudes het kind zou moeten hebben.

 

De volgende thema’s kan je gebruiken:

- “Zwangerschap” hoe leg je dat uit aan een kind?

- praten met een kind over relatie, vriendschap en seksualiteit

- verliefdheid, liefdesverdriet

- homoseksuele ouders, hoe ga je daarmee om?

- ongewenst aanraken

Je mag een ander thema gebruiken in overleg me je docent. Je plan moet eerst goedgekeurd worden door de docent. 

 

Organisatie en planning

Lesmateriaal

Seksualiteit en intimiteit, klik op: Lesmateriaal

Tweedaagse

Lesdoelen

Je weet wat hechting inhoudt

Je kunt uitleggen wat een leeftijdsadequate seksuele ontwikkeling is (per leeftijdsfase).

Je weet wat de eindopdracht inhoudt

Theorie

Pedagogisch kader 0-4 en 4-13

PP

Suggesties leeractiviteiten

Voorwerp meenemen waaraan je gehecht bent

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 2

Lesdoelen

Je weet wat de eindopdracht inhoudt

Theorie

Pedagogisch kader 0-4 en 4-13

Suggesties leeractiviteiten

Zie inspiratie

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 3

Lesdoelen

Je kent verschillende vormen van agressie op de kinderopvang en je kent de aanpak

Theorie

http://www.kinderopvangincontrol.nl/omgaan/

Suggesties leeractiviteiten

Rollenspellen n.a.v. de theorie, in tweetallen. Een persoon vertoont agressief gedrag en de ander reageert volgens de geboden tips in de theorie.

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 4

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 5

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 6

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Week 7

Lesdoelen

 

Theorie

 

Suggesties leeractiviteiten

 

Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT

 

Huiswerk

 

Inspiratie

  • Artikel: wie vertelt het de kinderen. Vooraf met elkaar bespreken hoe je zelf bent voorgelicht..
  • Artikel: van doktertje spelen tot echte seks
  • Film over hechting ”zie je mij?”
  • De KNOOP; vereniging voor ouders met kinderen met hechtingstoornissen
  • www.langlevedeliefde.nl
  • Site: jmouders.nl
  • Bol.com/seksuele voorlichting, informatieve boeken, kind & jeugd, seksuele voorlichting aan kleine kinderen/groei&ontwikkeling/WIJ.nl
  • Kinderpleinen ( seksuele ontwikkeling – verliefd zijn)
  • www. Ouders.nl/ de beste-filmpjes-over-seks-op-internet voor kinderen van 12+ en ouder
  • schoolTV: liefdesplein ( NTR; schooltv)
  • kindenseksualiteit.nl – kind en seksualiteit in de media ( HJK april 2011)
  • Channa Zwiep: verschillende boeken en artikelen
  • Haar site heet www.kind-enzo.nl/

 

Voorwerp waaraan je gehecht bent

Waaraan ben je gehecht en waarom, welke betekenis heeft dit voorwerp voor je?

 

Je eigen kennis inventariseren.

Wat weet jij over hechting?

Kan je beschrijven hoe hechting effect heeft gehad in je eigen leven?

Hoe ga je nu met hechting om in je eigen leven?

Hoe ga je met hechting om op je stage?

Wat wil je persoonlijk leren over hechting?

Wat wil je als professional leren over hechting?

 

College over hechting ( PowerPoint hechting)

In deze les gaan we ons oriënteren op de hechting. Hechting speelt een essentiële rol bij de emotionele en sociale ontwikkeling van een kind. Hechting is het verlangen, de behoefte van een mens, een jong kind in dit geval om de nabijheid te zoeken van een of meerdere specifieke personen. Baby’s zijn er van nature op ingesteld een hechte liefdevolle relatie aan te gaan met ten minste een persoon. Deze relatie biedt het kindje veiligheid, geborgenheid en voldoening. Hechting speelt een zeer belangrijke rol bij de ontwikkeling van een kind en is essentieel voor een goede emotionele en sociale ontwikkeling.

Filmpje bekijken

“Filmpje aapjes” bekijken en bespreken

 

Vragen beantwoorden

Wat doet je instelling om hechting te bevorderen?

Hoe zou je het zelf willen doen?

 

Artikel: “Aanraken”: In 2-tallen bespreken

  • Werd er bij je thuis aangeraakt?
  • Welke betekenis heeft aanraken voor jou?
  • Hoe werken deze ervaringen door in je vak als PM-er?
  • Zijn er afspraken op je stage over het aanraken van kinderen?
  • Hoe zou je het zelf willen?
  • College intimiteit ( MB thema 8: 81 t/m 85)PowerPoint seksuele ontwikkeling baby adolescent of seksuele ontwikkeling
  • Begrippen vriendschap, relatie, intimiteit, gebieden van intimiteit, functies van vriendschap, kenmerken van vriendschappen worden behandeld en  eigen ervaringen m.m.t. vriendschap en intimiteit worden in groepjes uitgewisseld.
  • Info over de sociaal-affectieve ontwikkeling van baby’s (PP seksuele ontwikkeling baby-adolescent)
  • Vragen uit Client en omgeving thema 3( baby) 3.4 maken en bespreken (profileren)

 

College intimiteit peuters/kleuters ( MB powerpoint dia 86) of PP seksuele ontwikkeling baby adolescent.

Onderwijsmagazijn: werkmodel doornemen. Dit is een hulpmiddel om te gebruiken bij de seksuele opvoeding van kinderen en hoe je op situaties/vragen kunt reageren

Casus uit het onderwijsmagazijn in groepje bespreken. Aantal casussen volgens het werkmodel uitwerken en thuis afmaken.

Maken vraag 39 uit cliënt en omgeving thema 4.

 

Vriendschappen stimuleren: plenair ( zie MB thema 8.3)

- op welke leeftijd zie je vriendschappen ontstaan?

- hoe stimuleer je vriendschappen tussen kinderen?

- wat doe je als een kind geen contact met andere kinderen wil?

- welke visie heeft jullie instelling als het gaat om contacten tussen kinderen?

- hoe intiem mogen kleuters met elkaar zijn; zijn er grenzen?

 

Voorlichting

Wat maak voorlichtingsmateriaal geschikt? Waar moet je rekening mee houden? Filmpje van dokter Corrie bekijken en bespreken. Past de vorm/inhoud bij de doelgroep? Welke keuze zou je zelf maken?

 

Eigen omgang met intimiteit

Beantwoorde de vragen uit het onderwijsmagazijn/lessenserie “vragen over eigen ervaringen met seksuele opvoeding”. Bespreek in 2-tal je ervaringen. Wat betekent je eigen opvoeding voor de manier waarop je kinderen/jongeren begeleidt t.a.v. intimiteit/seksualiteit? Ervaar je belemmeringen? Wat kan je hierbij helpen?

 

Optie: Mindmap maken waarin je duidelijk maakt wat invloed op je heeft in de pubertijd

Film uitzending gemist:  pubers en wat hen bezig houdt. xx

Wat is de behoefte van pubers, welke verschillen zie je?

 

Zet een casus  op papier die je lastig vindt en die te maken heeft met intimiteit, vriendschap seksualiteit/cultuurverschillen. Beschrijf wie er bij betrokken zijn en waar het zich afspeelt. Casus in eigen groep bespreken of doorgeven aan andere groep. Laat zien hoe je zou reageren en vertel waarom je het zo zou doet. Je kunt de situatie uitspelen of bespreken,

 

Begeleiding: tips en tops

Wat zijn goede interventies in het omgaan met vragen/ situaties met pubers t.a.v. intimiteit, seksualiteit? Hoe kun je ze het beste begeleiden? Schrijf je tip op een post-it briefje. Briefjes op het bord plakken en student licht toe.

 

Voorbereiding presentatie: zoek met je groepje naar geschikt materiaal en gebruik als hulpmiddel het materiaal uit het onderwijsmagazijn/lessenserie ”matrix seksuele en relationele vorming”.

 

Lastige situaties op de stage met ouders/collega’s of anders

Situatie op papier zetten in je groepje bespreken ( intervisievorm) De groep stelt vragen die helpen om anders met de situatie om te gaan. Indien gewenst kan er advies worden gegeven.

 

Visie op seksuele opvoeding in de KO en jeugdzorg

Wat staat er in het pedagogisch plan over dit onderwerp? Is de informatie duidelijk? Voor wie is het van belang dat duidelijk is vanuit welke visie er wordt gewerkt? Staat dit onderwerp op de agenda bij vergaderingen? Wat is jou eigen behoefte t.a.v regels?

Zijn er regels  war jij je aan moet houden in het contact met kinderen/jongeren? Welke zijn dat en hoe gaat dit in de praktijk? Plenair bespreken.

Casus : Seksuele ontwikkeling Baby en peuter (0-4 jaar)

Opdracht: gewenst of grensoverschrijdend.

Lees de theorie en lees onderstaande casussen. Deze casussen ga je bespreken aan de hand van het werkmodel “Seksuele opvoeding”.

Casus 1

Een peuter vraagt aan jou hoe een baby in de buik komt

Casus 2

Een peuter wrijft voor het slapen gaan met haar knuffel tussen haar benen. Je ziet dat dat voor het meisje heel ontspannen werkt. Na ongeveer tien minuten valt ze rustig in slaap.

Casus 3

Jan, een peuter van 3 jaar, laat je trots zijn stijve piemeltje zien.

Casus 4

Sabrina, een kind van 1,5 jaar, wordt opgehaald door haar vader. Ze komt afscheid van je nemen en wil je een kus op de mond geven.

Casus 5

Het is warm weer. Een peuter van 2 jaar wil geen zwemluier aan. Ze wil lekker in haar blootje in het badje.

Casus 6

Sander is een peuter die niet bij een pedagogisch medewerker op schoot wil. Als je hem aanraakt, reageert hij verschrikt.

Casus 7

Ouders willen niet dat jij als pedagogisch medewerker hun baby knuffelt. De baby is vier dagen per week bij jullie op de groep.

 

Casus: seksuele ontwikkeling kleuter (4-6 jaar)

Opdracht: gewenst of grensoverschrijdend.

Lees de theorie en lees onderstaande casussen. Deze casussen ga je bespreken aan de hand van het werkmodel “Seksuele opvoeding”.

 

Casus 1

Anne van 6 jaar speelt vadertje en moedertje in de huishoek  met Daan en Lisa. Lisa moet het kind spelen. Daan en Anne zijn de vader en moeder. Je hoort Anne tegen Daan zeggen dat hij boven op haar moet komen liggen, want dan krijgen ze een baby. Ze kijkt en ziet dat Anne de pop onder haar trui aan het stoppen is.

Casus 2

Finn van 4 jaar is verliefd op zijn vriend Peter. De oudere kinderen op de bso lachen de jongens hierom uit. Ze schelden hem uit voor homo. Finn komt huilend bij je.

Casus 3

Een jongetje van 5 jaar verteld je dat hij ‘gepiemeld’ heeft met zijn vriendjes. Je vraagt hem wat ‘piemelen’ is. Hij vertel je dat hij en twee vriendjes in de bosjes tegen elkaars piemel hebben gewreven.

Casus 4

Jaap van 5 jaar houdt erg van stoeien. Als pedagogisch medewerker weet jij dat dit een manier is waarop jongens graag hun lichamelijkheid uiten. Op zich heb jij hiermee geen problemen. Het zit je echter niet lekker dat Lucas tijdens een stoeipartij probeert zoveel mogelijk aan je borsten te zitten.

 

Casus 5

Fatima van 5 jaar vraagt hoe een baby in de buik komt.

Casus 6

Alexander van 4 jaar zit aan tafel te eten. Ondertussen zit hij met één hand in zijn onderbroek. Hij is helemaal afwezig en vergeet te eten.

Casus 7

Lotte en Roel spelen samen in de verkleedhoek. Lotte is de dokter en Roel is de patiënt. Omdat Roel erg ziek is, moet dokter Lotte hem goed onderzoeken. Lotte is de dokterskleren aan het aantrekken. Ze zegt tegen Roel dat hij zich moet uitkleden, anders kan de dokter hem niet onderzoeken.

 

Casus: seksuele ontwikkeling jonge schoolkind ( 6-9 jaar)

Opdracht: lees de theorie. Lees onderstaande casussen. Deze casussen ga je bespreken aan de hand van het werkmodel ‘Seksuele opvoeding’.

Casus 1

Rick van 8 jaar vraagt hoe een baby uit de buik komt.

 

Casus 2

Elise van 6 jaar vraagt je wat ‘ongesteld’ is.

 

Casus 3

Anneke van 7 jaar vertelt ze dat ze haar ouders welk eens heeft zien vrijen.

 

Casus 4

Erik van 8 jaar hangt op de BSO voor de televisie. Ondertussen friemelt hij gedachteloos in zijn onderbroek.

 

Casus 5

Jij hebt vorige week op de BSO het boek ‘Waar was ik voor ik er was?’ voorgelezen. Nu staat er een boze moeder voor je neus. Je vindt seksuele voorlichting een taak van de ouders en niet van de kinderopvang. Bovendien zijn de ouders gelovig en willen ze niet dat hun kind ‘al van alles’ over seks te horen krijgen.

 

Casus 6

Joren en Anna zijn dikke vrienden. Als ze de kans krijgen spelen ze met elkaar. Ze zeggen dat ze verliefd op elkaar zijn en later gaan trouwen. Ze stoeien graag met elkaar. Op een gegeven moment gaat het stoeien over in knuffelen en kussen.

 

Casus 7

Sandra van 7 jaar komt je vertellen dat de kinderen op school hebben gezegd dat er een kinderlokker rondrijdt.

 

Casus: seksuele ontwikkeling oudere schoolkind ( 9-12 jaar)

Opdracht: lees de theorie en onderstaande casussen. Deze ga je bespreken aan de hand van hert werkmodel ‘Seksuele opvoeding’.

 

Casus 1

Een ouder stelt je de vraag of ze hun zoon van 9 jaar moeten voorbereiden op de puberteit.

 

Casus 2

Een ouder stelt je de vraag of ze hun dochter van 9 jaar moeten voorbereiden op de puberteit of dat ze daarmee nog even moeten wachten.

 

 

Casus 3

Tijdens het buitenspelen op de BSO hoor je dat kinderen elkaar voor ‘homo’ uitschelden.

 

 

Casus 4

Je hebt de kinderen bij school opgehaald en loopt met hen naar de BSO. Op de stoel zien ze een condoom liggen. Sommige kinderen willen het condoom graag van dichtbij bekijken. Anderen lopen lachend door.

 

 

Casus 5

Een groep meiden van 11 jaar stelt jou allerlei vragen over seks. Ze stellen ook persoonlijke vragen. Ze willen weten wanneer jij voor het eerst ging tongzoenen en wanneer je voor het laatste seks hebt gehad.

 

 

Casus 6

Je merkt dat een groepje jongens op de BSO op pornosites probeert te komen. Op jullie beveiligde computer wil dat niet lukken. Je hoort hen zeggen dat het bij een van de jongens thuis welk lukt. Ze spreken af om in het weekend samen bij hem te gaan computeren.

 

 

Casus 7

De wc-deur zit op slot. Twee oudere kinderen zijn al een tijdje binnen

 

Werkmodel: seksuele opvoeding

Gedrag van de kinderen

Stap 1: breng het gedrag in kaart.

Geef antwoord op de volgende vragen:

  1. Past het seksueel getinte gedrag binnen de seksuele ontwikkeling en bij de leeftijd van het kind?
  2. Is het gedrag schadelijk voor het kind zelf, een ander kind of de groep? Is er bijvoorbeeld sprake van dwang or gevaar?
  3. Is het gedrag veilig en verantwoord voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de betrokken kinderen?
  4. Zijn met het seksueel getinte gedrag regels van de opvang overschreden?
  5. Heeft het kind problemen die het gedrag kunnen verklaren?

 

Stap 2: Reageer op gewenst of grensoverschrijdend gedrag

  1. Spreek het kind aan en benoem het positieve of grensoverschrijdende gedrag.
  2. Geef aan wat jij van het gedrag vindt. Keur bij grensoverschrijdend gedrag niet het kind af, alleen het gedrag.
  3. Herinner het kind aan de regels van de opvang
  4. Vertel bij grensoverschrijdend gedrag dat je wilt dat het gedrag stopt.
  5. Bied het kind alternatieven. Vertel welk gedrag je wel wilt zien.
  6. Afhankelijk van de leeftijd van het kind vertel je over het waarom van de regels.
  7. Informeer de ouders over de situatie, indien nodig. Let hierbij op dat je het grensoverschrijdende gedrag niet ‘erger’ maakt dan het was.

 

 

 

Vragen van kinderen

Stap 1: Denk na over de vraag die het kind stelt

  1. Past de vraag binnen de seksuele ontwikkeling en bij de leeftijd van het kind?
  2. Is het een vraag waarop je antwoord kunt geven of is de vraag te persoonlijk of te intiem?
  3. Kun je direct op de vraag ingaan of is het beter om op een ander moment op de vraag terug te komen?

 

Stap 2: Reageer op de vraag van het kind

  1. Reageer altijd op de vraag  van het kind. Negeer een vraag dus nooit.
  2. Geef je zelf antwoord op de vraag of verwijs je het kind naar een collega?
  3. Geef je direct antwoord op de vraag of kom je daar later op terug?
  4. Geef positieve informatie. Welk antwoord ga je het kind geven? Formuleer het antwoord. Gebruik je hierbij voorlichtingsmaterialen?

 

 

In gesprek met de ouders

  1. Geef informatie over de seksuele ontwikkeling.
  2. Leg uit dat seksueel getint gedrag van kinderen normaal gedrag is.
  3. Vraag ho de ouders thuis omgaan met vragen en seksueel getint gedrag van hun kind.
  4. Vertel wat het beleid van de opvang is en hoe jullie hieraan invulling geven.
  5. Sta achter het beleid, maar sluit- indien mogelijk- aan bij de individuele wensen van ouders.

 

 

 

 

Seksuele ontwikkeling bij pubers

Veel ouders hebben vragen over de seksuele ontwikkeling van hun kind. Want er gebeurt veel op dit gebied met kinderen tussen de nul en achttien jaar. Bij het ene kind verloopt de seksuele ontwikkeling zonder zorgen en heel geleidelijk, bij het andere kind gaat het met horten en stoten. Dat kan je als ouder onzeker of ongerust maken.

Onderstaande beschrijving is een hulpmiddel om veranderingen te herkennen en om er adequaat op in te kunnen spelen. Het is geen vast gegeven, omdat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt.

Pre-puberteit: 10 en 11 jaar
De voorfase van de puberteit begint. Aan het gedrag, de lichamelijke ontwikkeling en de (soms heftige) stemmingswisselingen is dat vaak goed te merken. De (pre-)puberteit hangt samen met de ontwikkeling van de geslachtshormonen. Hierdoor krijgen kinderen vanaf ongeveer tien jaar meer interesse in de volwassen seksualiteit. Ze fantaseren erover en horen en zien van alles in boekjes, op televisie en op internet.Tegelijkertijd kunnen kinderen heel preuts of afhoudend reageren als er met hen over seksualiteit wordt gepraat. Ze kunnen ineens heel onzeker worden over hun lichaam of ze schamen zich ervoor.

Meisjes starten meestal twee jaar eerder dan jongens met de puberteit. Lichamelijk is dat te zien aan de lengtegroei en groei van de borsten.
De eerste stappen binnen de liefde worden gezet. Ze krijgen voor het eerst verkering en zoeken voorzichtig lichamelijke toenadering tot elkaar (handje vasthouden, kusje op de wang, etc.).

Puberteit: 12 tot en met 15 jaar
Nu beginnen ook de meeste jongens met hun puberteit. De testikels en de penis gaan groeien, evenals het oksel- en schaamhaar. Er volgt een groeispurt. De stem wordt zwaarder en snor en baardhaar gaan groeien. Op gemiddeld veertienjarige leeftijd krijgen jongens hun eerste zaadlozing. Hierna is een jongen geslachtsrijp en kan een meisje zwanger maken. De groei gaat geleidelijker verder.

Ook meisjes ontwikkelen zich verder. Zij hebben al een groeispurt gehad en krijgen nu oksel- en schaamhaar. Gemiddeld op dertienjarige leeftijd krijgen meisjes hun eerste menstruatie. Hierna is een meisje geslachtsrijp en zou zwanger kunnen worden. De groei gaat na die eerste menstruatie geleidelijker door.

Zelfbevrediging kan toenemen, meer bij jongens dan bij meisjes. Het seksuele zelfbeeld van jongeren ontstaat: ze zien zichzelf als iemand die seks kan hebben. Het is dus belangrijk om aantrekkelijk te zijn. Maar door onzekerheid over hun lichaam zijn ze vaak ook onzeker over hun aantrekkelijkheid. Jongeren in deze leeftijd zijn vaak erg gevoelig voor de mening van anderen.

De invloed van leeftijdgenoten is groot. Leeftijdgenoten worden nu ook seksueel aantrekkelijk gevonden. Jongeren worden vaak voor het eerst echt verliefd en de eerste relaties ontstaan. Er komen ervaringen met zoenen en strelen. Daarnaast ontdekken jongeren op deze leeftijd vaak hun seksuele voorkeur.

16 tot en met 18 jaar: Bijna volwassen
Het lichaam is nu seksueel volgroeid. Jongeren worden (nog) zelfstandiger en komen (nog) meer los van hun ouders. Ze weten nu (meestal) duidelijker of ze heteroseksueel of homoseksueel zijn en gaan ook experimenteren met relaties. Veel jongeren krijgen voor het eerst een vaste relatie. Anderen hebben losse contacten. In hun relaties ontdekken jongeren steeds beter hoe ze om kunnen gaan met de andere sekse: onderhandelen, communiceren, wensen en grenzen uiten en respecteren zijn belangrijke thema’s.

Jongeren krijgen ook meer seksuele ervaring: ze gaan zoenen en vrijen. Sommigen al eerder, anderen weer later. De seksuele carrière van jongeren verloopt meestal als volgt: ze beginnen met zoenen, gaan daarna voelen en strelen met kleren aan, naakt vrijen, geslachtsgemeenschap (bij heteroseksualiteit) en als laatste orale seks en soms anale seks.

Vanaf 18 jaar: Volwassen
Vergeleken bij eerdere fasen bestaat er een grotere emotionele betrokkenheid tussen de partners als er sprake is van een relatie. Het karakter van de ander wordt nu steeds belangrijker in de partnerkeuze. Op deze leeftijd heeft de meerderheid van jongeren ervaring met geslachtsgemeenschap en orale seks.

 

 

Eigen ervaringen met seksuele opvoeding

Algemene opdrachten:

Schrijf in steekwoorden op wat voor jou seksualiteit betekent en praat er daar na gezamenlijk over aan de hand van de volgende vragen:

 

-1 welke gevoelen roept dit bij je op?

-2 heb je seksuele voorlichting gehad? Van wie en waarover ging het?

-3 wanneer werd je jezelf bewust van seksuele gevoelens als kind?

-4 welke ideeën over seksualiteit heb je meegekregen in je opvoeding?

-5 beïnvloedt je eigen opvoeding hoe je nu reageert op seksueel getint gedrag? Hoe?

-6 wat zou je kinderen/jongeren willen meegeven wat betreft seksualiteit?

-7 is er in je instelling een visie t.a.v. de begeleiding bij de seksuele ontwikkeling van het kind/jongere?

 

 

 

 

Seksuele opvoeding in de kinderopvang

 

Visie op seksuele opvoeding

Als kinderopvangorgansiatie is het belangrijk om samen met ouders een duidelijke visie op seksuele opvoeding te bepalen. In deze visie beschrijf je wat je op het gebied van de seksuele opvoeding wilt bieden en hoe je dat doet. Belangrijk is dat de seksuele ontwikkeling van individuele kinderen en het welbevinden van alle kinderen op de groepen centraal staan.

De visie beschrijf je vervolgens in het pedagogische beleidsplan en communiceer je naar alle betrokken ouders. Pedagogische medewerkers, ouders en kinderen weten dan waar ze aan toe zijn als het gaat om de seksuele opvoeding. Binnen het pedagogische beleid en de eenduidige werkwijze moet welk ruimte zijn voor individuele verschillen.

 

Seksuele opvoeding in het pedagogische beleidsplan

In het hoofdstuk ‘Seksuele opvoeding’ van het pedagogisch beleidsplan staat beschreven hoe de instelling met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit omgaat:

- Wat hebben de kinderen in de verschillende ontwikkelingsfasen nodig om een seksuele ontwikkeling te doorlopen? Hoe wil en kan de organisatie dit begeleiden?

- Waar liggen voor de organisatie de grenzen van de seksuele opvoeding? Denk aan:

               - Welke rol spelen pedagogische medewerkers in de seksuele voorlichting aan kinderen?

- Welke ruimte kunnen pedagogische medewerkers bieden voor de seksuele ontwikkeling

  Van kinderen?

- Welke grenzen zijn er met betrekking tot seksueel getint spel tussen kinderen op de

                 Opvang?

              

- Welke duidelijke afspraken en omgangsregels zijn gemaakt over omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit?

 

Seksuele opvoeding betekent dat alles bespreekbaar is, niet dat alles mag.

 

Visie in de praktijk brengen.

Met de duidelijke beschreven visie op seksuele opvoeding alleen ben je er nog niet. Je moet er ook naar handelen op de groep. Opvoeden doe je bewust en onbewust. Realiseer je dat je kinderen ook een boodschap meegeeft als je schrikt van seksueel getint gedrag, een vraag van kinderen of als je niet reageert. Als je kinderen begeleidt bij hun seksuele opvoeding, is het belangrijk dat je je bewust bent van je eigen waarden en normen op dit gebied. Als pedagogisch medewerker moet je een positieve, professioneel, open houden hebben tegenover lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit.

 

Openheid

Als pedagogisch medewerker wordt van je verwacht dat je openstaat voor de ontdekkingsreis van kinderen, ook op het gebied van de seksuele ontwikkeling. Kinderen moeten met je kunnen praten over lichamelijkheid, intimitiet en seksualiteit. Ze moeten weten dat ze bij je kunnen komen met allerlei vragen over seksualiteit. Hierop geef jij open en eerlijk antwoord, passend bij de leeftijd van het kind.

 

Kinderen kunnen ook vragen stellen op momenten dat het jou niet goed uitkomt. Beloof dat dat je daar later op terug komt. Deze belofte moet je dan n natuurlijk ook nakomen! Wanneer je vindt dat een vraat te intiem is, kun je dat ook tegen het kind zeggen. Wellicht is het een vraag die een collega of de ouders beter kunnen beantwoorden. Kinderen leren op deze manier omgaan met verschillen tussen mensen. Zo leer je ze respect te hebben voor een andere mening of andere gevoelens.

Kinderen moeten binnen grenzen op de groep kunnen experimenteren met seksueel getint gedrag. Dit heeft invloed op de inrichting van de groep. Creëer je een hoekje waar kinderen zich afgezonderd kunnen wanen ( maar waar jij hen wel kunt horen en/of zien)? Is er een dokterskoffertje op de groep en zijn er verkleedkleren? Is er een boekenhoek met daarin ook boeken die over seksualiteit en relaties gaan?

 

Duidelijke regels zijn onmisbaar

Als professioneel opvoeder heb je een tak inde opvoeding van kinderen. Je stuur op een positieve manier het gedrag van kinderen bij. Duidelijke regels zijn daarbij onmisbaar, want die bieden kinderen houvast en veiligheid. Voor seksueel getint gedrag gelden dezelfde omgangsregels als voor al het ‘gewone’ gedrag. Vanaf een jaar of 4 kun je omgangsregels prima samen met kinderen opstellen. Besteed regelmatig aandacht aan n of meer regels, zodat de regels blijven ‘leven’.

 

Als kinderen zicht niet aan regels houden geef je een pedagogische reactie. Je beloont gewenst seksueel gedrag en corrigeert grensoverschrijdend gedrag. Let op dat je alleen het gedrag van het kind afkeurt en niet het kind zelf. Vertel het kind welk gedrag je verwacht en herhaal nog een keer de regels die er zijn.

 

De rol van ouders

Ook als zijn enkele ouders betrokken geweest bij het opstellen van beleid met betrekking tot de seksuele opvoeding van kinderen binnen de kinderopvang, dan heb je in je dagelijks werk op de groep te maken met verschillende ouders en verschillende opvattingen. Het is dan vooral belangrijk om met ouders in gesprek te komen en te blijven over de seksuele ontwikkeling en opvoeding. Praat met de ouders over overeenkomsten en verschillen, maar ga vooral op zoek naar overeenkomsten en benadruk deze.

 

In gesprek met ouders:

- Geef informatie over de seksuele ontwikkeling

- leg uit dat seksueel getint gedrag van kinderen normaal gedrag is.

- Vraag hoe ouders thuis omgaan met vragen en seksueel  getint gedrag van hun kind.

- Vertel wat het beleid van de opvang is en hoe jullie hieraan invulling geven.

- Sta achter het beleid, maar sluit –indien mogelijk- ook aan bij individuele wensen van ouders.

 

Hoe de hechting verloopt

De eerste maanden wordt de basis gelegd en vindt de hechting nog onbewust plaats en nog niet selectief. Doormiddel van gehechtheidsgedrag probeert een baby al heel jong de mensen om zich heen nabij te houden. Onder dit gehechtheidsgedrag vallen huilen, lachen, brabbelen, grijpen, zuigen en volgen met de ogen. De eerste weken probeert het kindje nog met iedereen contact te krijgen (niet selectief), Maar zo rond de drie maanden beginnen kinderen voorkeur te ontwikkelen voor een paar personen in de directe omgeving van het kind en richt het kind het gehechtheidsgedrag voornamelijk nog op deze mensen. Het gehechtheidsgedrag begint reactief te worden, het is een reactie op de aanwezigheid van bepaalde personen en op het gedrag van deze mensen, in plaats van instinctief te reageren op de aanwezigheid van mensen. Dit gerichte gehechtheidsgedrag zorgt er voor dat het kind zich aan de ouders hecht, maar ook dat de ouders zich aan het kind hechten.

Vanaf 5/6 maanden begint het kind zich echt bewust te hechten aan de personen in zijn of haar directe omgeving. We zien dan vaak dat één persoon centraal komt te staan (exclusieve gehechtheid). Om een goede hechting te kunnen krijgen is het belangrijk dat er niet te veel verschillende personen voor het kind zorgen, dat er niet te veel wisselingen hierin plaats vinden en dat er personen zijn met wie het kind geregeld tijd doorbrengt. Maar enkel aanwezig zijn of enkel het kind verzorgen is niet voldoende om hechting te bewerkstelligen. Het kind hecht zich aan die personen die adequaat reageren op de signalen van het kind. De kwaliteit van de relatie en de continuïteit van de relatie is belangrijker dan de kwantiteit. Goed reageren op de behoeftes van het kind is dus belangrijker dan veel tijd met het kind doorbrengen. En door gehoor te geven aan de behoeften van het kind leert het kind te vertrouwen op de omgeving.

Zo rond de 7/ 8 maanden oud zien we dat kinderen eenkennig beginnen te worden, een duidelijk signaal dat ze zich gehecht hebben aan een of een paar mensen in de directe omgeving van het kind. Ook beginnen we dan scheidingsangst te zien wanneer de personen waaraan het kind gehecht is weg gaan. Op deze leeftijd begint het kind namelijk te beseffen dat de ouders of de persoon waaraan het kind gehecht is blijft bestaan, ook wanneer het kind deze persoon niet kan zien. Dit zorgt er voor dat het kind bij deze persoon wil zijn. Het kan dan ook goed zijn om op deze leeftijd te oefenen met het weggaan door heel kort weg te gaan, kiekeboe spelletjes te spelen en verstoppertje.

Meestal wordt rond de 8/9 maanden de kritieke fase voor de hechting afgesloten en is het kind (hopelijk) veilig gehecht. Maar de hechting blijft natuurlijk nog wel toenemen. Tot anderhalf/ twee jaar kunnen kinderen nog veel moeite hebben gescheiden te worden van de personen aan wie ze gehecht zijn en sommige kinderen blijven hier moeite mee hebben tot ze een jaar of vier zijn.
Vanaf drie jaar verandert het gehechtheidsgedrag steeds meer in de richting van partnerschapsgedrag, waarbij het kind zich meer op de behoefte van de ander gaat richten en niet alleen contact zoek voor zichzelf maar ook voor het plezier van de personen aan wie het gehecht is.

  • Het arrangement Seksualiteit en intimiteit is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Pedagogisch werk Onderwijs assistent
    Laatst gewijzigd
    2018-09-18 10:33:20
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    2016 PW - P BO - sjabloon1
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Onderwijs assistent, Pedagogisch werk. (z.d.).

    2016 PW - P BO - sjabloon1 - kopie 1

    https://maken.wikiwijs.nl/119356/2016_PW___P_BO___sjabloon1___kopie_1

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.