Welk land zou jij naar toe willen emigreren?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoel
In veel landen in de wereld wonen mensen met Nederlandse wortels.
Zij of hun voorouders hebben in Nederland gewoond.
Tegenwoordig vertrekken er nog steeds mensen uit Nederland.
Na deze opdracht kun jij vertellen wat de belangrijkste redenen van Nederlandse emigranten zijn om te vertrekken uit Nederland.
Eindproduct
Als eindproduct kleed je een wereldkaart op A3 formaat aan.
Op de wereldkaart komen de belangrijkste landen waarnaar Nederlanders emigreren.
Ook komen er op de kaart een aantal korte verhaaltjes,
waarin je vertelt waarom mensen emigreren.
Activiteiten
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met push en pull factoren en er voorbeelden van geven.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
en
Je bekijkt een video over Erik die met zijn familie naar Noorwegen is geëmigreerd. Je bespreekt met een klasgenoot waarom je naar een bepaald land wilt emigreren en wat de voor- en nadelen zijn.
Stap 2
Je bekijkt een grafiek over emigratie en immigratie en beantwoordt er vragen over.
Stap 3
Je bekijkt een video over de grootscheepse emigratie in de jaren 50 en beantwoordt er vragen over.
Stap 4
Je maakt een opdracht. Aan de hand van een tabel met favoriete emigratielanden kleur je een wereldkaart in. Je gebruikt deze wereldkaart voor je eindopdracht.
Stap 5
en
Je leert over push en pull factoren. Je bestudeert de Kennisbank. Je kunt aan de hand van situaties beoordelen of het een pull of push factor is. Je bespreekt je resultaten met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over emigratie.
Eindopdracht
Je gaat de wereldkaart die je bij stap 4 hebt gemaakt verder afmaken. Je zoekt er afbeeldingen bij en schrijft er een emigratiemotief bij.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Stap 1: Emigreren
Emigreren betekent dat je naar het buitenland verhuist.
Regelmatig verhuizen er Nederlanders naar andere landen, om verschillende redenen.
Bekijk het onderstaande filmpje en maak de opdracht.
Naar welk land zou jij willen emigreren?
Wat zouden voor jou de voordelen zijn om daar te gaan wonen?
Zijn er ook nadelen?
Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling.
Zijn er verschillen? Bespreek de verschillen.
Stap 2: Emigratie per 1000 inwoners
Gegevens over de bevolking worden bijgehouden door het Centraal Bureau Statistiek.
Zo houden zij bijvoorbeeld bij hoeveel Nederlanders er ieder jaar emigreren.
Bekijk de grafiek en beantwoord de vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kleur de vijf landen waar de meeste mensen in de jaren ’50 naar toe verhuisden geel.
Kleur de andere landen blauw.
Kleur ook het land in waar je zelf naartoe zou willen emigreren. Kies zelf een kleur.
Bewaar de kaart. Je hebt hem nodig voor de eindopdracht.
Stap 5: Verschillende motieven
Er zijn veel verschillende redenen waarom mensen emigreren.
Soms is de situatie in het land waar zij wonen de reden dat zij willen vertrekken,
dit noem je een push factor ('duw factor').
In andere gevallen kunnen de mogelijkheden van het land waar ze naartoe willen de doorslag geven,
dit zijn pull factoren ('trek-factor').
Lees ook de tekst over 'Migratiemotieven'.
Mensen denken er goed over na
Verhuizen doe je niet zomaar. Het kost een hoop werk, geld en moeite.
Toch verhuizen er jaarlijks ongeveer twee miljoen Nederlanders.
Gemiddeld verhuist iedere Nederlander zeven keer in zijn leven.
Verhuizen noemen we ook wel migreren.
Dat migreren kunnen mensen om verschillende redenen doen.
Denk bijvoorbeeld aan geld, leeftijd en persoonlijke redenen.
Geld
Mensen willen vaak beter wonen dan dat ze deden.
Dit kan alleen als er voldoende geld is. Een betere baan kan hiervoor zorgen,
maar het kan ook zijn dat de verkoop van het oude huis veel geld heeft opgeleverd.
Op deze manier kunnen mensen een grotere woning,
een hogere hypotheek of hogere huur betalen.
Leeftijd
Als mensen ouder worden, ontstaat er een behoefte om te verhuizen.
Jonge volwassenen willen vaak op zichzelf gaan wonen.
Ouders met kinderen kiezen vaak voor een huis in een veiligere omgeving.
Ze verlaten de stad.
Persoonlijke redenen
Een nieuwe baan is een persoonlijke reden om te verhuizen.
Om filerijden te voorkomen, gaan mensen vaak dichtbij hun werk wonen.
Maar ook gezondheid, het winnen van een loterij of een scheiding is een persoonlijke reden om te verhuizen.
Emigratie
Je kunt ook van het ene land naar het andere verhuizen.
Ook hiervoor zijn goede redenen te verzinnen.
Denk maar aan gezinshereniging, kans op een betere toekomst of oorlog.
Push- en pullfactoren
Alle bovenstaande redenen kun je verzamelen onder twee noemers.
Pushfactoren (afstotingsfactoren) en pullfactoren (aantrekkingsfactoren).
De pushfactoren geven aan waarom mensen weg willen.
Daarbij kun je denken aan drukte, onveiligheid en criminaliteit.
Pullfactoren kunnen bijvoorbeeld veel speelruimte, een mooie natuur of veiligheid zijn.
Hieronder zie je zes factoren.
Geef aan of push factoren of een pull factoren zijn.
Oorlog in je eigen land.
Veel werkgelegenheid in ander land.
Veel criminaliteit in eigen land.
Veel werkloosheid in eigen land.
Mooie natuur/goed klimaat in ander land.
Hereniging met je gezin.
Heb je dezelfde antwoorden als je buurman/buurvrouw?
Bespreek eventuele verschillen.
Stap 6: Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht kleed je de wereldkaart die je in stap 4 gemaakt hebt verder aan.
Op de kaart staan al de belangrijkste landen waarnaar Nederlanders emigreren.
Kleed de kaart aan door bij de belangrijkste landen een mooie afbeelding,
die iets te maken heeft met emigratie te plaatsen.
Schrijf ook bij een aantal landen een kort verhaaltje,
waarin je vertelt waarom mensen naar dit land emigreren.
Beoordeling
Gebruik bij de beoordeling van het eindproduct de volgende vragen:
Zijn alle landen uit de tabel op de kaart aangegeven?
Zijn er passende afbeeldingen gevonden?
Bevatten de verhaaltjes de juiste emigratiemotieven?
Het arrangement Overal Nederlanders is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Emigratie per 1000 inwoners
Emigratie vroeger en nu
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.