Studiewijzer Pedagogisch Werk 2019-2020

Studiewijzer Pedagogisch Werk 2019-2020

Gezond & Wel op school

Beste student,

Van harte welkom op de beroepsopleidingen Pedagogisch Werk (PW). Onze opleidingen zijn onderdeel van Gezondheidszorg & Welzijn aan de Verlengde Visserstraat 20 in Groningen. Met alle studenten en medewerkers van onze school zorgen we voor een gezond schoolklimaat waarin je je goed voelt en de kans krijgt je te ontwikkelen en het diploma te behalen.

Het onderwijs in het MBO ziet er misschien heel anders uit dan je gewend was. Vanaf het begin van je opleiding wordt gewerkt aan je zelfstandigheid. Je bent uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor je resultaten. In dit proces sta je niet alleen. Je studieloopbaanbegeleider (SLB-er) en docenten helpen je daarmee. Je SLB-er helpt je de juiste keuzes te maken tijdens de opleiding. De studieloopbaan-begeleiding is afgestemd op jou en draagt ertoe bij dat jij succesvol je opleiding afrondt en een juiste keuze maakt voor werken of doorstuderen na het MBO. Ons onderwijs vindt voor een groot deel plaats in de praktijk, Beroepspraktijkvorming (BPV), ook wel stage genoemd. De BPV heeft tot doel dat je goed voorbereid wordt op je functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Hoe alles werkt, zal je duidelijk worden tijdens de introductie.

De informatie in deze studiewijzer gaat over wat je gaat leren, hoe je gaat leren, hoe de begeleiding is, waaruit de toetsing en examinering bestaat en welke regels daarbij gelden.

Naast deze studiewijzer zijn andere documenten belangrijk: de schoolgids, de onderwijs- en examenregeling (OER), de gids voor beroepspraktijkvorming (BPV-wijzer), het leerplanschema van je opleiding en de Studiewijzer Taal & rekenen.

We wensen je een succesvolle studieloopbaan, een plezierige tijd op school en op je stages! 

Docententeam Pedagogisch Werk

Elsa van den Ouweland, teammanager Pedagogisch Werk

 

1. De school

1.1 Inleiding

Deze studiewijzer gaat over jouw specifieke opleiding, een opleiding Pedagogisch Werk. We gaan in op leerwegen en kwalificatieniveaus, op het beroep, het onderwijs en op voortgang en examinering. Waar het kan verwijzen we regelmatig naar Weten & Regelen op de studentenportal.

De meeste informatie over de school vind je terug bij Weten & Regelen. Daar lees je over je rechten en plichten, over de regels met betrekking tot aan- en afwezigheid, over de veilige en gezonde school, over de gebouwen en faciliteiten, over begeleiding, stage (BPV), keuzedelen, excellentie. Kortom, te veel om op te noemen.

1.2 Leerwegen en kwalificatieniveaus

Je kunt een middelbare beroepsopleiding op twee manieren doen: via de beroepsopleidende leerweg (BOL) of via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).

In september 2018 starten we in leerjaar 1 met de BOL variant. Deze leerweg kent een eigen indeling van de onderwijstijd.[1] In de BOL ga je naar school en doe je je BPV (stage) in een praktijkverlenende instelling. De studiebelasting is ca. 1600 uur per jaar, waarvan ten minste 1000 uur onder begeleiding op school en in de BPV. Voor rechten op studiefinanciering verwijzen we je naar Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). 

De BBL variant starten we in samenwerking met verschillende kinderopvanginstellingen. Het gaat om een tweejarig traject voor werknemers met een niveau 3 opleiding Pedagogisch Werk of Sport en Bewegen. Het onderwijsprogramma is een programma op maat, paragraaf 2.4 en 2.5 in deze studiewijzer zijn daarom niet helemaal van toepassing voor de BBL.

Het MBO kent meerdere kwalificatieniveaus. Pedagogisch Werk wordt aangeboden op MBO niveau 3 en op MBO niveau 4.

 

[1] De onderwijstijd is verantwoord in de WSF-TOP-verklaring in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding.

1.3 Welke opleidingen bieden we aan in welke leerweg?

BOL (beroepsopleidende leerweg)

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (niveau 4) (GPM)

Onderwijsassistent (niveau 4) (OA)

Pedagogisch medewerker kinderopvang (niveau 3) (PMK)

BBL (beroepsbegeleidende leerweg)

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (niveau 4) (GPM), i.s.m. kinderopvanginstellingen.

2. Het onderwijs

2.1 Het beroep

In de opleidingen Pedagogisch Werk leer je een beroep uit te oefenen waarin je werkt met kinderen of jongeren die begeleiding en/of hulp nodig hebben in de context van opvang, opvoeding of onderwijs.

In het kwalificatiedossier van je opleiding vind je een beschrijving van de baan, het werk van de opleiding van je keuze. Ook staat hierin aangegeven welke kwaliteiten je nodig hebt voor het werk en welke vereisten gelden voor het beroep (kwalificatiedossier Pedagogisch Werk).

 

Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker (GPM)

Onderwijsassistent (OA)

                                           

Pedagogisch Medewerker Kinderopvang (PMK)

2.2 Het onderwijskader

Wat je moet leren om een bekwaam beroepsbeoefenaar en burger te worden, ligt vast in verschillende documenten: het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk, met daarbij horend het referentiedocument Taal en Rekenen en het document Loopbaan en Burgerschap. Daarnaast zijn er keuzedelen met elk een eigen dossier.

 

Het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk (PW)

Het beroepsdeel van de opleiding is gebaseerd op het kwalificatiedossier (KD) van 2015.

Het KD bestaat uit 2 delen: het basisdeel en het profieldeel.

Het basisdeel wordt gevormd door de beroepsspecifieke onderdelen voor alle opleidingen Pedagogisch Werk en uit de generieke onderdelen (talen, rekenen en loopbaan burgerschap).

Het profieldeel is het eigen stuk van de specifieke opleiding waarvoor je gekozen hebt.

Het basisdeel en de profieldelen bestaan ieder uit twee kerntaken (het profieldeel voor PMK uit één). Een kerntaak is een korte, kernachtige omschrijving van wat je moet kunnen om in je beroep (en de samenleving) goed te kunnen functioneren. Elke kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen, zoals: 'Richt ruimte in ter voorbereiding van activiteiten' en 'Voert gesprekken met ouders/vervangende opvoeders en het kind'.

 

Referentiedocument taal en rekenen

Voor beroep en/of burgerschap moet je beschikken over voldoende taal- en rekenvaardigheden.

De Nederlandse taalniveaus en de rekenniveaus in het raamwerk lopen op van 1F naar 4F. F staat voor fundamenteel referentieniveau. Welke niveaus je binnen jouw opleiding moet behalen staat uitgewerkt in de studiewijzer Taal & Rekenen bij Opleidingsinformatie in de wiki van je opleiding.

 

Document Loopbaan en Burgerschap

In het document Loopbaan en Burgerschap (2011) staan dimensies die je moet ontwikkelen voor loopbaan en burgerschap.

 

Keuzedelen

Naast het basisdeel en het profieldeel, heb je in je opleiding ook de ruimte om te kiezen uit diverse keuzedelen. Zo kun je een deel van je opleiding zelf invullen.

Met keuzedelen kun je je kennis verbreden, je kunt je verder specialiseren / verdiepen of je kunt je voorbereiden op doorstroom naar een vervolgopleiding.  

Voorbeelden van keuzedelen bij Pedagogisch Werk zijn:

- Combifunctionaris IKC / Brede school

- Werken met baby’s

- Rekenen 3F

- Expressief Talent

- Voorbereiding Pabo.

Let wel. Keuzedelen horen bij je opleiding. Ze zijn verplicht en je moet er examen in doen.

Niet alle keuzedelen zijn vrij te kiezen, er is een aantal regels waaraan wij ons moeten houden.

2.3 Onderwijsvisie

Het onderwijsteam Pedagogisch Werk werkt vanuit positieve kracht, vertrouwen, betrokkenheid en professionaliteit om zo het beste in een ieder naar boven te halen. Dat doet het team bij elkaar en dat doet het team bij jullie. Zo leer jij op jouw beurt bij de opvang, opvoeding en onderwijs van/aan kinderen en jongeren ook te werken met een focus op kwaliteiten en succes.

 

Ons symbool is de olifant:

sterk, slim, sociaal.

Het beste in een ieder naar boven halen doen we vanuit onze kracht en expertise, en dat doen we samen!                                                                                                       

Onze opleidingen hebben de volgende kenmerken:

 

We gaan uit van de praktijk

Door het direct betrekken van het werkveld, bedrijven en instellingen bij onze opleidingstrajecten zorgen we ervoor dat je opleiding en vaardigheden straks optimaal aansluiten bij wat de arbeidsmarkt vraagt en zoekt. Vraagstukken uit de beroepspraktijk vormen het vertrekpunt. Vanuit een onderzoekende houding beantwoord je je leervragen en verwerf je de kennis, vaardigheden en beroepshouding, die je nu en later in je beroep kunt gebruiken.

 

We gaan uit van jouw kracht, kwaliteiten en talenten

Jij, met jouw kracht, kwaliteiten en talenten, bent het vertrekpunt voor het leer- en begeleidingsproces binnen de opleiding. Vanuit de intake ben je geplaatst in een opleidingsprogramma dat het beste bij jou past. Binnen het opleidingsprogramma geef je door je eigen leervragen en eigen keuzes zelf vorm aan je ontwikkeling tot een succesvol beginnend beroepsbeoefenaar. De basis daarvoor is een positieve pedagogische relatie.

 

We bieden uitdaging en keuzevrijheid

In het opleidingsprogramma werken we met Projecten In Thema’s (PITs) (zie 2.4). Je werkt op een actieve en interactieve wijze aan een uitdagend project, waarbij je zelf keuzes mag maken over het wat en het hoe. Je geeft vorm aan je eigen producten, maakt gebruik van verschillende bronnen en zoekt je eigen weg naar het doel. Ook met betrekking tot de keuzedelen en de BPV heb je keuzevrijheid.

 

We bevorderen een onderzoekende, kritische houding

De wereld om ons heen en je toekomstige werkgever vragen om flexibele werknemers die ondernemend zijn en hun leven lang blijven leren om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Door de begeleiding die je krijgt niet alleen te richten op wát je moet leren, maar ook op hóe je het leren het beste kunt aanpakken, bevorderen we je onderzoekende vaardigheden. Het is de bedoeling dat je steeds kritischer en  zelfstandiger gaat leren, steeds meer zelf verantwoordelijkheid neemt voor je leren.

Bedrijven vragen van werknemers brede vakbekwaamheid, flexibiliteit en dat ze zich blijven ontwikkelen.

2.4 Onderwijsconcept

Onderzoekend Samenwerkend en Waarderend leren (OSW), dat is wat je gaat doen.

Als student onderzoek je actuele vraagstukken uit de praktijk. Je werkt samen met docenten, werkveld en andere (ouderejaars) studenten om oplossingen te vinden voor die vraagstukken. Je gaat op zoek naar nieuwe, betere manieren van werken, je bedenkt vernieuwende beroepsproducten. Dat levert resultaten en successen op en die vieren (waarderen) we.

Het onderzoekend denken/werken wordt gestimuleerd vanuit een Project In Thema,

 

In de PIT wordt gewerkt met vijf projectstappen:

Stap 1: Onderzoek naar centrale, beroepsinhoudelijke leervragen

Stap 2: Persoonlijke leervragen

Stap 3: Bronnen en leeractiviteiten

Stap 4: Opleveren van de leeropbrengsten en -producten

Stap 5: Waarderen en reflectie

 

Stap 1 - Je gaat met elkaar onderzoeken welke vragen je moet beantwoorden om een praktijkvraagstuk op te lossen. Uitgangspunt is de beroepspraktijk, waar je als beroepsbeoefenaar allerlei werkprocessen gaat uitvoeren. Wat moet je weten en wat moet je kunnen om de werkprocessen uit te voeren? Waaraan kun je zien dat je het goed doet? Hoe wil je dat oefenen? Aan de hand van deze (of andere) vragen gaan jullie in de klas met elkaar in gesprek. Het doel van dit gesprek is duidelijk krijgen wat jullie nodig hebben om de werkprocessen aan te tonen. Jullie gaan als klas gezamenlijk leervragen bedenken waar je in een lesperiode aan gaat werken.

Stap 2 - Jullie hebben samen leervragen bedacht waar jullie mee aan de slag gaan. Kijkend naar de leervragen en kijkend naar de werkprocessen, bedenk je wat jij zelf nodig hebt om te kunnen werken aan de werkprocessen. Jouw persoonlijke leervragen kunnen best anders zijn dan de gezamenlijke leervragen. Iedereen heeft zijn eigen unieke leerproces.

Stap 3 – Je krijgt allerlei beroepsondersteunende (BO) vakken aangeboden. Wat je daar leert aan kennis, vaardigheden en houding draagt bij aan het antwoord op de centrale en persoonlijke leervragen.

In figuur 1 zie je het voorbeeld van de vakken bij PIT 2: Kom kijken, onze doelgroep. De vraagstukken in dit project liggen in de doelgroep, de diversiteit daarvan, de zorg die de verschillende doelgroepen nodig hebben en de ontwikkeling die ieder lid van de doelgroep doormaakt. De BO vakken helpen om de vragen te beantwoorden.

Stap 4 – Je komt tot resultaten, tot antwoorden; de (beroeps)producten worden getoetst en beoordeeld.

Stap 5 – Je geeft een waardering aan wat je hebt geleerd. Je viert je successen en leert van je fouten.

Beroepsondersteunende vakken (BO)

In stap 3 van de PIT krijg je allerlei beroepsondersteunende (BO) vakken aangeboden. Welke vakken dat kunnen zijn zie je in het onderstaande voorbeeld van lesperiode 2.

Het totaaloverzicht van alle vakken kun je terugvinden in het leerplanschema (LPS) van je opleiding.

 

2.5 Het onderwijsprogramma

De opleidingen bestaan uit drie leerjaren. Een leerjaar omvat vier periodes van tien weken en kent maximaal 1600 studiebelastingsuren (SBU).

De jaarplanning kun je terugvinden bij de opleidingsinformatie in de wiki.

De leerjaren

In alle leerjaren leer je op school en in de BPV. Er wordt gewerkt met ontwikkelingsgerichte en ondersteunende leeractiviteiten: in de BPV werk je met oefenopdrachten, op school ben je bezig met de PIT’s en de BO vakken. Het geheel van de beoordelingen op de oefen-opdrachten, je beroepshouding in de BPV en de ondersteunende leeractiviteiten op school zijn voorwaardelijk voor een GO naar de examens.

Er zijn twee examenperiodes, één aan het eind van leerjaar 2 (periode 8) en één in de tweede helft van leerjaar 3 (periodes 11 en 12). Het behalen van de examens is voorwaardelijk voor de overgang naar een volgend leerjaar en uiteindelijk naar de diplomering.

Planning van het onderwijs

Elk leerjaar heeft een uitgewerkt leerplanschema, welke terug te vinden is in de wiki van je opleiding.

In het leerplanschema staat per periode beschreven welke PIT, oefenopdrachten en welk vak je hebt. Het is de basis voor het lesrooster. Het lesrooster is klaar vóór het begin van elk semester (twee periodes van tien weken) en staat op de Studentenportal onder de “tegel” roosters. Ook roosterwijzigingen vind je daar. Actuele wijzigingen verschijnen tevens op de monitoren in het schoolgebouw.

Het eerste leerjaar

In het eerste leerjaar krijg je ruimte en gelegenheid om je te ontwikkelen en vast te stellen of je echt op de juiste plek zit. Ben je geschikt voor de opleiding en ben je geschikt voor het beroep van jouw keuze?

Het eerste half jaar besteden we aandacht aan de omgangsregels, kennismaking, studiehouding en motivatie en het aanleren van studievaardigheden.

In de eerste twee periodes begeleiden we je naar een BPV-plaats die zo goed mogelijk bij jou past. Je eerste BPV-ervaring kun je opvatten als een kennismaking met de basis van het beroep. Na een jaar maak je een definitieve keuze voor één van de opleidingen Pedagogisch Werk.

Onderwijsactiviteiten op school

Onderwijsactiviteiten zijn gericht op het ontwikkelen van de kennis, vaardigheden en houding die je in het beroep nodig hebt. Door de werkprocessen die je uitvoert in het beroep zelf te onderzoeken, krijg je hier steeds meer grip op. Door je onderzoeksvragen te beantwoorden lever je prestaties die vervolgens beoordeeld worden. Hierdoor wordt zichtbaar wat je al kunt of wat je nog moet leren. Je bent zelf verantwoordelijk voor het bewaren van bewijzen van opdrachten en beoordelingen. Onderwijsactiviteiten worden uitgevoerd op school en in de beroepspraktijk. Tijdens je opleiding begeleiden we je naar toenemende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor het leerproces. Je onderzoekende houding draagt daar direct aan bij.

De beroepspraktijkvorming (BPV)

Een groot deel van het opleidingstraject volg je in de praktijk. Dit noemen we de beroepspraktijkvorming (BPV). Je dient altijd stage te lopen bij een erkende BPV-plaats, waar je de opdrachten voor je opleiding uitvoert. Bij de beroepsopleidende leerweg (BOL) loop je stage, bij de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) heb je een betaalde baan voor minimaal 20 uur per week.

Studieloopbaanbegeleiding (SLB)

Het doel van studieloopbaanactiviteiten is dat je de opleiding in het juiste traject en op een goede manier volgt. Ten minste één keer per periode heb je een individueel studieloopbaangesprek met je studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Je SLB-er bekijkt je resultaten in StudieVolg, bespreekt met je wat goed en minder goed gaat. Op basis hiervan stel je samen met je SLB-er vast hoe ver je bent in je ontwikkeling en worden er afspraken gemaakt over de verplichte programmaonderdelen en persoonlijke leerdoelen waar je verder aan gaat werken. Indien nodig, verwijst de SLB-er je door naar een studentbegeleider van het begeleidingsadvies team (BAT). Meer informatie over het BAT kun je vinden in de Schoolgids.

De SLB-er informeert en adviseert jou over besluiten van het team en, andersom, informeert en adviseert het team over jouw voortgang.

Methodes en bronnen

Voor de oefenopdrachten en de praktijkgerichte examinering gebruiken we materiaal van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs. De oefenopdrachten dekken de kerntaken, werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier en worden voornamelijk uitgevoerd in de BPV. Je hebt toegang tot de oefenopdrachten via de Digibib van het Consortium.

Om de PIT’s uit te kunnen voeren heb je bronnenmateriaal nodig. Noordhoff NU Pedagogisch Werk, het Pedagogisch Kader en LesLab zijn de belangrijkste bronnen die we gebruiken. Daarnaast gebruiken we materiaal dat we zelf ontwikkeld hebben.

De boeken, readers en licenties voor digitale leermiddelen die je moet aanschaffen, staan op de boekenlijst bij Studers. Je kunt hier komen via de Studentenportal, via de tegel boeken bestellen.

2.6 Taal en rekenen en TRON

Leren van taal en rekenen

Taal- en rekenvaardigheden zijn basisvaardigheden. Iedereen heeft ze nodig in het dagelijks leven. Bij het boodschappen doen, reizen met de trein, aanvragen van studiefinanciering of halen van een rijbewijs. En natuurlijk ook om je beroepsopleiding goed te kunnen volgen en je beroep met succes uit te kunnen oefenen. Daarom moeten alle mbo-studenten voldoen aan generieke niveau-eisen voor Nederlands en rekenen en aan beroepsspecifieke eisen. Daarnaast moeten mbo-niveau 4-studenten voldoen aan generieke niveau-eisen voor de moderne vreemde taal Engels. Om aan het eind van de opleiding aan deze eisen te kunnen voldoen, krijg je taal- en rekenlessen.

Pedagogisch Werk niveau 3 studenten volgen bij ons lessen Nederlands op niveau 3F (in plaats van op niveau 2F) en zij mogen na examinering op niveau 2F ook op niveau 3F examineren. Dit doen wij, omdat het voor het werkveld kinderopvang een vereiste is dat hun werknemers taalniveau 3F bezitten. Een hoger taalniveau vergroot  je kans op de arbeidsmarkt.

Pedagogisch Werk niveau 3 studenten volgen wel lessen Engels maar hoeven niet te examineren.

In de wiki bij de Opleidingsinformatie vind  je de Taal en Rekenwijzer GEW. Op Noorderportal bij 'Weten & Regelen' staat algemene informatie over taal & rekenen.

 

 

 

 

Taal- (Nederlands/Engels) en rekenondersteuning Verlengde Visserstraat (TROV)

Noorderpoort wil maximaal bijdragen aan goede resultaten bij taal en rekenen.  Dat gebeurt door normale lessen op het rooster, maar ook met extra ondersteuning via Taal en Reken Ondersteuning Verlengde Visserstraat (TROV) voor studenten met achterstand op taal en/of rekenen. Aan het begin van je opleiding word je getoetst op taal en rekenen. Als je een achterstand hebt van meer dan 1 niveau onder het eindniveau van je nieuwe opleiding, krijg je verplicht extra ondersteuning. Ook later in je opleiding is dit altijd nog mogelijk. Maak bij achterstand zo goed mogelijk gebruik van de extra ondersteuning zodat je zo snel mogelijk inloopt.

2.7 Loopbaanoriëntatie en Burgerschap

Loopbaanoriëntatie

Met Loopbaanoriëntatie- en –begeleiding (LOB) krijg je meer zicht op je kwaliteiten, mogelijkheden en drijfveren. Je onderzoekt samen met je studieloopbaanbegeleider waar je goed in bent en wat bij je past. Dit helpt je bij het maken van keuzes binnen je studie en keuzes na je studie bijvoorbeeld voor een bepaald beroep of voor doorstroom naar een vervolgopleiding.  

Burgerschap

Het onderdeel burgerschap bereidt je voor op volwaardige deelname aan de maatschappij en goed kunnen functioneren in je beroep. De vaardigheden, houding en kennis die daarbij horen zijn beschreven in vier burgerschapsdimensies: de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de maatschappelijk-sociale dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. Tijdens PIT werk je per periode steeds aan een dimensie in de vorm van een passende opdracht, waarmee jij je burgerschapsvaardigheden aantoont.  

Daarnaast zijn er jaarlijks sportlessen en sportdagen in het programma opgenomen in het kader van vitaal burgerschap, Noordersport. Je kunt hierover meer informatie vinden in Weten en Regelen > Veilige en gezonde school > Gezonde school > Vitaal burgerschap

Voor loopbaan en burgerschap geldt een inspanningsverplichting. Hier moet je als student aan voldoen om je mbo-diploma te behalen.

2.8 Passend onderwijs en Bindend Studieadvies

Passend onderwijs

Voor studenten met een handicap, stoornis of chronische ziekte is de wet Passend Onderwijs van kracht. Noorderpoort heeft de verplichting om te onderzoeken welk onderwijstraject het beste past bij de ondersteuningsbehoefte van de student.

De mogelijkheden voor extra begeleiding variëren van extra faciliteiten bij toetsen en examens via de faciliteitenpas tot een compleet op een individuele student toegesneden begeleidings- en ondersteuningsplan (BOP).

Voor studenten die intensieve extra begeleiding of ondersteuning nodig hebben, stelt het Begeleiding- en Adviesteam (BAT) van de school een begeleidings- en ondersteuningsplan (BOP) op. In een BOP staat beschreven welke intensieve extra begeleiding en ondersteuning een student vanuit het BAT en het onderwijsteam nodig heeft om zijn studie met goed gevolg te doorlopen.
Er worden ondersteuningsvragen en doelen geformuleerd, deze worden beschreven in de BOP.

Het vraagt van zowel de student als van het BAT en het onderwijsteam een inspanningsverplichting.

Voor meer informatie over Passend Onderwijs en de werkwijze van het Noorderpoort, kijk op Noorderportal > Weten & Regelen > Begeleiding & advies > Passend Onderwijs.

 

Bindend studieadvies (BSA)

Na zes maanden krijg je een voorlopig bindend studieadvies. Na negen maanden krijg je een bindend studieadvies. Dit advies geeft aan of je door kunt gaan met je opleiding of dat je moet stoppen. Voor meer informatie kijk op de Noorderportal > Weten & regelen > Begeleiding & advies > Bindend studieadvies.

2.9 Excellentie onderwijs

Bij de opleidingen Pedagogisch Werk zijn er verschillende mogelijkheden om het beste uit jezelf te halen:
- opstromen of versnellen (coh.2018). De voorwaarden hiervoor zijn beschreven in 3.4 ‘Maatwerk in het opleidingstraject’.
- een verzwaard programma met een dubbel diploma GPM+OA in het IKC-lab Groningen(coh.18)
- een verzwaard programma internationale BPV in Zweden (coh.17)
- Skills wedstrijden PM en OA (dit schooljaar voor coh.17 en coh.16)
- een verzwaard programma met één of meer extra keuzedelen (alle cohorten)
- excellent afstuderen (alle cohorten)

Een aantal van deze opties is terug te vinden in Weten & Regelen bij Keuzedelen > inschrijven voor keuzedeel en bij Excellentie.

IKC-lab Groningen

Dit is een verzwaard programma waarmee je opgeleid wordt voor een nieuw beroep dat steeds meer voor komt: combifunctionaris IKC/Brede School. Deze medewerker voert taken uit in zowel kinderopvang als in het basisonderwijs. Concreet betekent het dat je je BPV gaat uitvoeren binnen een samenwerkingsverband Noorderpoort-Openbaar Onderwijs Groningen-SKSG. Je loopt gemiddeld 4 uur extra BPV omdat je alle werkprocessen van de opleiding GPM èn van de opleiding OA uitvoert en examineert. Ook op school krijg je vakken van beide opleidingen zodat je aan het eind van je opleiding(en) twee diploma’s kunt ontvangen. Om mee te mogen doen moet je aan specifieke eisen voldoen.       

Extra keuzedelen    

Naast de reguliere keuzedelenverplichting in je opleiding kun je er ook voor kiezen extra keuzedelen te volgen. Daarvoor ontvang je naast je diploma dan een schoolcertificaat. Sommige keuzedelen zijn officieel certificeerbare eenheden, dan ontvang je in plaats van een schoolcertificaat een officieel erkend certificaat.   

Excellent afstuderen  

Als je op al je examenonderdelen minimaal het cijfer 8 of de beoordeling ‘ goed’ haalt, studeer je excellent af en ontvang je een schoolverklaring ‘excellent’ bij het diploma.   

2.10 Gouden regels

Voor een goede omgang met elkaar is het prettig als iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Dit zorgt voor duidelijkheid en transparantie. Als team Pedagogisch Werk hebben we een top vijf gemaakt van regels die wij belangrijk vinden voor hoe wij op een pedagogische opleiding professioneel met elkaar omgaan, onze ‘’Gouden Regels’’.

Kortom, 'Zo doen wij dat'.

3. Voortgangsbeoordeling en voorwaarden voor examinering

In dit deel vind je informatie over de beoordeling en toetsing van je ontwikkeling, je voortgang en de voorwaarden voor examinering.

Informatie over de examinering vind je terug in de Onderwijs- en examenregeling (OER) van je opleiding. Deze staat bij de Algemene Informatie in de wiki van je opleiding.

3.1 Voorwaarden voor voortgangsbeoordeling

Ontwikkelingsgerichte beoordeling en voortgang staan altijd in relatie tot examinering.

Elke ontwikkelingsgerichte lesactiviteit kent eigen beoordelingen en bijpassende toetsvormen, zoals bewijsstukken van (huiswerk)opdrachten, presentaties, kennistoetsen en/of gedragingen. Het gebruik van verschillende toetsvormen zorgt ervoor dat alle aspecten van je functioneren worden beoordeeld en dat die beoordeling zo objectief mogelijk is. Het resultaat is de inhoudelijke beoordeling van producten of prestaties.

Voordat je beoordeeld kunt worden, moet je aan twee basisvoorwaarden voldoen, die ook in de onderwijsovereenkomst (OWO) opgenomen zijn.

1.  Inzet:

Over het totaal wordt gekeken naar je inzet. We verwachten bepaald gedrag van je op school en op stage: voldoen aan basis leervoorwaarden, verantwoordelijkheid nemen in de klas, samenwerken, een lerende houding laten zien en een goede beroepshouding tonen. Deze gedragskenmerken zijn terug te vinden in de 360 graden feedbackformulier. Voldoende inzet is voorwaarde voor beoordeling.

2.  Aanwezigheid:

We verwachten 100% aanwezigheid van studenten. Mocht het een keer voorkomen dat je geoorloofd afwezig bent, dan ben je zelf verantwoordelijk voor de communicatie hierover richting je SLB-er en docenten waar je op die dag les van hebt. Bij verzuim bespreek je met je SLB-er en mogelijk met de verzuimmedewerker van de school de consequenties. Alle informatie hierover is te vinden in Weten & Regelen - Aan- en afwezigheid.

Voldoe je aan deze voorwaarden, dan ben je beoordeelbaar en kan het resultaat worden vastgesteld .

De Resultaten die je moet halen, staan beschreven in 3.3.

Uitzonderingen alleen via het voortgangsoverleg onder voorzitterschap van de teammanager.

3.2 Regels bij deelname aan ontwikkelingsgerichte toetsen en beoordelingen.

Data voor de beoordelingen worden aan het begin van een periode door de desbetreffende docent doorgegeven. Noteer deze data in je agenda.

  • Deelnemen aan de ontwikkelingsgerichte toetsen en beoordelingen en op tijd inleveren van de bewijsstukken die worden opgegeven, is verplicht.
  • Niet inleveren / niet deelnemen aan een toets geldt als een onvoldoende.
  • Je hebt pas recht op een herkansing als je niet voldoet aan de voorwaarden voor voortgang (zie schema pag.17). Een eventuele herkansing is definitief.

Op tijd zijn en inleveren

  • Bij schriftelijke toetsen of presentaties, moet je 5 minuten voor aanvangstijd aanwezig zijn.
  • Als je te laat bent, word je niet meer toegelaten en moet je je volgens de regels afwezig melden.
  • Opdrachten die je hebt gemaakt, zoals een verslag, moet je voor of op het vastgestelde inlevermoment inleveren.
  • Je levert de opdracht bij de betrokken docent persoonlijk in, zodat controle op de inlevering gegarandeerd is.
  • Bij ziekmelding geldt dezelfde regeling als bij niet inleveren / niet deelnemen aan een toets. 

3.3 Besluitvorming over je studievoortgang, overgang en examinering

Periodiek nemen we besluiten over je studievoortgang. Als je ontwikkeling en je resultaten voldoende zijn, kun je verder in de opleiding. In periode 7 en periode 10 heb je een GO nodig van je SLB-er om de examens te mogen doen.

De voortgangsbesluiten worden genomen door het voortgangsoverleg (VGO). Het voortgangsoverleg bestaat uit docenten onder voorzitterschap van de teammanager van de opleiding. Voortgangsbesluiten worden door de SLB-er geregistreerd in StudieVolg, het studentenvolgsysteem. Ouders hebben via jou toegang tot StudieVolg

Voortgang in de BPV

De voortgangseisen voor de BPV staan beschreven in de BPV-wijzer. Je moet voldoen aan alle ‘harde’ eisen: voldoende BPV-uren, voortgangsverslagen en 360 graden feedback.

Besluitmomenten met voorwaarden

In schema 1 zie je welke resultaten je nodig hebt voor je studievoortgang, in schema 2 welke resultaten je behaald moet hebben om op te gaan voor de examens.

Er zijn 3 voortgangsbesluiten mogelijk:

Besluit 1: Je mag zonder meer door met de opleiding.

Je mag zonder meer door, als je op het besluitmoment aan alle voorwaarden hebt voldaan.

Besluit 2: Je mag door onder voorwaarden.

Dit is het geval  als je op het besluitmoment op basis van bijzondere omstandigheden niet aan alle eisen voldoet, maar er verwacht wordt dat dit binnen afzienbare tijd op een vast te stellen moment hersteld kan worden. De voorwaarden en het vastgestelde moment worden schriftelijk vastgelegd in StudieVolg.

Besluit 3: Je mag niet door met de opleiding (verlengen of stoppen).

Je voldoet niet aan de eisen. Er zijn dan twee mogelijkheden:

  • Een half jaar of een jaar verlengen.

    Ontwikkelingsgerichte onderwijsactiviteiten volg je opnieuw. Eventueel behaalde examenresultaten blijven staan. Verlengen kan leiden tot een ander cohort, waarin andere eisen en voortgangs- en examenregels gehanteerd worden.

    Verlengen mag tot maximaal twee keer een half jaar (in principe niet twee keer hetzelfde half jaar) of één keer een jaar.

  • Stoppen met de opleiding.

         In dit geval kijkt de school samen met jou naar een passend vervolg elders.

    In bijzondere gevallen mag het voortgangsoverleg van de algemene regels afwijken.

     

  •  

3.4 Maatwerk in het 'opleidingstraject'.

In bepaalde gevallen kunnen individuele afspraken worden gemaakt over de inhoud/invulling van je opleidingstraject; deze worden dan beschreven in een individueel plan. Je kunt geen activiteiten ‘overslaan’, wel kun je, door vergelijkbare activiteiten uit te voeren soms een vervangende beoordeling voor onderwijsactiviteiten krijgen. Hiervoor is vereist dat:

  • het plan past binnen de bestaande uitvoering van de opleiding,
  • het plan leidt tot blijvend voldoen aan de onderwijstijdnorm (begeleide tijd),
  • het plan wordt ondersteund door de SLB-er.

Opstromen naar niveau 4

Het komt voor dat tijdens het volgen van de opleiding Pedagogisch Medewerker Kinderopvang niveau 3 blijkt dat je hoogstwaarschijnlijk niveau 4 aan kunt en graag tussentijds wilt opstromen naar mbo-4 Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker of Onderwijsassistent. Dit is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • Je hebt minimaal vmbo-kb/mbo niv. 2 als vooropleiding
  • Je rondt leerjaar 1 van Pedagogisch Medewerker Kinderopvang af
  • Je hebt door je aanwezigheid en actieve inzet laten zien dat je je inspant voor de opleiding
  • Je toont een bij niveau 4 passende leer- en beroepshouding als het gaat om samenwerken, kennis en vaardigheden toepassen en reflecteren
  • Je bent in staat om je opdrachten te plannen en je neemt je verantwoordelijkheid.
  • Je hebt gemiddeld het cijfer 8,0 op alle BO-vakken.
  • Je hebt een Goed op je PIT's.
  • Je hebt een positief advies van je werkgebeleider en BPV docent op basis van de beoordeling van de oefenopdrachten en de 360 graden feedback.
  • Je hebt voldaan aan de keuzedeelverplichtingen in leerjaar 1
  • Je hebt voldaan aan alle loopbaan- en burgerschapsonderdelen
  • Je hebt gemiddeld het cijfer 7,5 op rekenen en je gemiddeld een 7,0 op Nederlands en Engels.

Je stelt, in overleg met je SLB’er, een gemotiveerd verzoek op voor tussentijdse doorstroom naar niveau 4 en voegt hieraan je bewijzen toe: een resultatenoverzicht tot en met periode 3, een positief advies van je werkbegeleider en BPV docent en een positief advies van je SLB-er. Het verzoek moet je uiterlijk halverwege periode 4 indienen bij de teammanager van je huidige opleiding. Je verzoek wordt besproken in het voortgangs- en examenoverleg (VGO) van je huidige en eventuele toekomstige opleiding en er wordt een gezamenlijk besluit genomen. Je krijgt schriftelijk bericht van dit besluit. Houd rekening met extra kosten voor leermiddelen.

Versnellen binnen je opleiding

Het komt voor dat tijdens het volgen van de opleiding Pedagogisch Medewerker Kinderopvang (PMK), Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker (GPM) of Onderwijsassistent (OA) blijkt dat je bovengemiddeld presteert. Er is dan de mogelijkheid tot versnellen van de opleiding. Je kunt je opleiding met maximaal een half jaar inkorten. Je maakt dan een individuele planning voor alle studieonderdelen.

Versnellen is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • Je rondt leerjaar 1 van Pedagogisch Werk af
  • Je hebt door je aanwezigheid en actieve inzet laten zien dat je je inspant voor de opleiding
  • Je toont een passende leer- en beroepshouding als het gaat om plannen, verantwoordelijkheid nemen, samenwerken, kennis en vaardigheden toepassen en reflecteren
  • Je hebt gemiddeld het cijfer 8,0 of de waardering goed op de PIT en alle BO vakken.
  • Je hebt een positief advies van je werkgebeleider en BPV docent op basis van de beoordeling van de oefenopdrachten en de 360 graden feedback.
  • Je hebt voldaan aan de keuzedeelverplichtingen in leerjaar 1
  • Je hebt voldaan aan alle loopbaan- en burgerschapsonderdelen
  • Je hebt gemiddeld het cijfer 7,5 of de waardering goed op alle toetsen Nederlands en Engels.
  • Je hebt gemiddeld het cijfer 7,0 op rekenen.

Je stelt, in overleg met je SLB’er, een gemotiveerd verzoek op voor versnellen en voegt hieraan je bewijzen toe: het resultatenoverzicht tot en met periode 3, een positief advies van je werkbegeleider en BPV docent en een positief advies van je SLB-er. Het verzoek moet je uiterlijk halverwege periode 4 indienen bij de teammanager van je huidige opleiding. Je verzoek wordt besproken in het voortgangs- en examenoverleg (VGO) van je opleiding en er wordt een gezamenlijk besluit genomen. Je krijgt schriftelijk bericht van dit besluit.

Het voortgangsoverleg (VGO) controleert en stelt bovenstaande punten vast.

De aangetoonde onderwijsactiviteiten worden na de vaststelling van de beoordeling geregistreerd in StudieVolg.

3.5 Het examenplan

Het examenplan is het totaaloverzicht van beoordelingsinstrumenten die worden ingezet om de kwalificatie-eisen te beoordelen, zoals beschreven in het:

  • kwalificatiedossier Pedagogisch Werk
  • document Loopbaan en Burgerschap
  • eisen referentiekader Nederlands, rekenen en moderne vreemde taal (Engels).

Het plan maakt in één oogopslag duidelijk welke examens, in welke vorm je moet afleggen. In het examenplan zijn alle kwalificatie-eisen afgedekt.

Het examenplan in schema bestaat uit drie onderdelen:

  1. Examenplan beroepsspecifiek ten behoeve van basisdeel en profieldeel
  2. Examenplannen voor Nederlands generiek, Rekenen generiek en Engels generiek (voor nv.4)
  3. Examens keuzedelen

In dit hoofdstuk wordt het examenplan op hoofdlijnen weergegeven, de details vind je terug in de Onderwijs- en examenregeling (de OER) in de wiki van je opleiding onder het kopje Examinering.

A.         Examinering van het beroepsdeel: basisdeel en profieldeel

Examinering

Examinering van het beroepsdeel (basisdeel en profieldeel) bestaat uit verschillende exameneenheden, aan het eind van leerjaar 2 en in de tweede helft van leerjaar 3.

De exameneenheden garanderen de dekking van alle kerntaken, werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier van de opleiding, inclusief de eisen voor het gebruiken van de Nederlandse taal, een moderne vreemde taal en rekenen in je beroep.

Verschillende beoordelingsvormen

Binnen de examen-eenheden worden verschillende examenvormen gebruikt. Hiermee wordt een grotere mate van objectiviteit gewaarborgd. De beoordelingsvormen zijn ontwikkeld door Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

  • Gedragsbeoordelingen
  • Productbeoordelingen
  • Verantwoordingsverslagen
  • Examengesprekken

Beoordelingsproces

De uitvoering van de exameneenheden is in de jaarplanning vastgelegd. Er is een uiterste datum (deadline) voor het inleveren van de 1e kans en ook voor de 2e kans. De beoordeling op de 2e kans is definitief. Als je geen gebruik hebt gemaakt van de eerste kans, geldt dat als een gemiste kans. Incidenteel kunnen er in een voortgangsoverleg (VGO) afspraken gemaakt worden over uitgestelde data, die schriftelijk vastgelegd dienen te worden.

Als je het niet eens bent met de beoordeling, kun je de klachtenregeling benutten (zie Schoolgids).

Ontwikkelingsgerichte beoordelingen in het kader van loopbaan en burgerschap

Om examen te mogen doen, moet je voldoen aan de daaraan voorafgaande ontwikkelingsgerichte beoordelingen in het kader van loopbaan en burgerschap. Deze beoordelingen vinden plaats binnen de PIT. De beoordelingen worden overgenomen op een aftekenkaart LB, waar het totaaloverzicht op staat.

B.         Toetsen in het kader van Nederlands, rekenen en Engels

Voor diplomering is ook vereist dat je voldoet aan de eisen die de opleiding stelt aan beheersing van de Nederlandse taal, rekenen en Engels. Hoe je hieraan moet voldoen, staat in de Onderwijs- en examenregeling (OER) en in de studiewijzer Taal en Rekenen.

C.         Examens keuzedelen

Voor diplomering is ook vereist dat je examen gedaan hebt in al je keuzedelen. Het is nog niet vereist dat je deze examens afrondt met een voldoende. Wel zijn inzet en aanwezigheid ook hier voorwaarde voor een beoordeling van het resultaat. Nadere informatie ontvang je in de loop van de opleiding.

3.6 Besluitvorming over examenresultaten

Examenresultaten worden vastgesteld door de schoolexamencommissie onder voorzitterschap van de schooldirecteur. Dit betreft zowel de examinering van het beroepsdeel als de examens Nederlands, rekenen en Engels.

Om je diploma te kunnen krijgen, moet je voldoen aan alle exameneisen.

Vastleggen van examenresultaten

Na vaststelling van de resultaten voor een examen, verwerkt het examenbureau deze in StudieVolg.

3.7 Bijzondere bepalingen

We hanteren de volgende bepalingen uit het Examenreglement bij het constateren van fraude en onregelmatigheden en bij toekennen van een ultieme kans.  

Fraude

Als een beoordelaar/examinator fraude constateert, zoals het plegen van plagiaat of vervalsen van parafen/handtekeningen, gaat hij over tot inbeslagneming van het door jouw ingeleverde bewijsstuk. De reden van inbeslagneming wordt schriftelijk vermeld bij het in beslag genomen bewijsstuk. Dit wordt overhandigd aan de teammanager, tevens voorzitter van het VGO. Deze beslist of de fraude terecht geconstateerd is. Wanneer dit het geval is, wordt de beoordeling als gedaan beschouwd en als onvoldoende aangemerkt. Bij herhaling kan de student, tijdelijk of definitief, van de opleiding verwijderd worden.

Onregelmatigheden

Bij onregelmatigheden neem jij of de beoordelaar vanuit school of de praktijk zo snel mogelijk contact op met de voorzitter van het VGO, de teammanager van de opleiding. Over onregelmatigheden die bij de opleiding liggen, zoals het overschrijden van een beoordelingstermijn, neemt de voorzitter zo snel mogelijk een besluit dat het minst nadelig is voor de student en stelt hiervan alle betrokkenen en de voorzitter van de schoolexamencommissie op de hoogte.

Onregelmatigheden die bij de student liggen, zoals het zonder afmelden niet nakomen van een afspraak voor een examengesprek, ongeoorloofd afwezig zijn bij een toets of werk niet op het afgesproken tijdstip inleveren, gelden als het verspelen van een beoordelingsmoment. Tijdens het vaststellen van en besluiten over de resultaten en de studievoortgang bepaalt het VGO of en hoe rekening gehouden wordt met de geconstateerde onregelmatigheid.

Ultieme kans

Wanneer na het benutten van alle beoordelingsmomenten blijkt dat je niet toelaatbaar bent voor een

examen of niet geslaagd bent voor het examen besluit de schoolexamencommissie over het wel of niet bieden van een ultieme kans.

Zie het Noorderpoortexamenreglement op de Noorderportal > Weten & Regelen.

Slotbepalingen

  1. In alle gevallen waarin het examenreglement van het Noorderpoort en de schoolregels niet voorzien, neemt de voorzitter van de schoolexamencommissie een besluit.
  2. De voorzitter van de schoolexamencommissie kan - in gevallen van kennelijke onbillijkheid- afwijken van de vastgestelde examenregels.                                    
  • Het arrangement Studiewijzer Pedagogisch Werk 2019-2020 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Pedagogisch werk Onderwijs assistent Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-07-10 14:02:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld