LOB Leerjaar 2 BBL-KBL

LOB Leerjaar 2 BBL-KBL

Algemeen

Les 1: Wat is LOB?

LOB staat voor 'loopbaanoriëntatie en begeleiding' en is bedoeld om leerlingen te helpen bij de ontwikkeling van hun loopbaancompetenties en bij het maken van keuzes.

Voor het vak LOB werk jij aan 5 competenties. Maar wat is nu een competentie? Een competentie is een mix van kennis, vaardigheden, houding en persoonlijke eigenschappen.

Door oefeningen en ervaringen die je tijdens de LOB lessen en daarbuiten doet en ervaart, kun je uiteindelijk antwoord geven op de volgende loopbaanvragen :

 

1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? (kwaliteitenreflectie) -> ontdek je talent
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? (motievenreflectie) -> ontdek je passie
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom? (werkexploratie) -> ontdek je werkplek
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? (loopbaansturing) -> Zelf aan zet
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken? (netwerken) -> in contact met

Leerdoelen

Aan het einde van deze opdracht:

- weet jij welke profielen er zijn bij jou op school;

- weet jij welke domeinen er zijn in het mbo;

- kun jij vertellen waar je goed en minder goed in bent.

- Schooltypes en leerwegen

Er zijn veel verschillende schooltypes in Nederland. Jij zit op het vmbo, dat is één van die types. Op het plaatje hieronder zie je welke schooltypes er nog meer zijn.

De 4 leerwegen van het vmbo

Er bestaan 4 ‘soorten’ vmbo. Die soorten noemen we leerwegen:

  1. BBL (basisberoepsgerichte leerweg).
  2. KBL (kaderberoepsgerichte leerweg).
  3. GL (gemengde leerweg).
  4. TL (theoretische leerweg) of mavo.

 

Oefening: Weet jij het antwoord?

Start

- Welke profielen zijn er?

Je hoeft nu nog geen beroep te kiezen, maar wel een sector.

5 Sectoren

  • Economie
  • Landbouw
  • Techniek
  • Zorg en welzijn
  • Maritiem -> aan zee

Omdat de laatste sector niet veel voorkomt, maak je vaak een keuze uit de eerste 4 sectoren. Binnen deze sectoren zijn er 10 profielen. Niet elke school biedt dezelfde profielen aan. Dat is per school verschillend. Bij ons op school hebben we 3 sectoren (Techniek, Zorg & Welzijn en Economie) en 5 profielen. Deze zijn dikgedrukt.

 

10 PROFIELEN

De 10 profielen voor KBL en BBL zijn:

  • Bouwen, wonen en interieur
  • Produceren, installeren en energie
  • Mobiliteit en transport
  • Media, vormgeving en ICT
  • Maritiem en techniek
  • Groen
  • Zorg en welzijn
  • Economie en ondernemen
  • Horeca, bakkerij en recreatie
  • Dienstverlening en producten

sector techniek

sector Economie

sector Zorg & Welzijn

- Stel jezelf vragen

Het profiel dat je kiest bereidt je voor op een vervolgopleiding. Daarom is je profielkeuze belangrijk. Stel jezelf deze vragen voor je gaat kiezen:


1. Wat vind ik leuk/interessant?
Hoe leuker je een vak vindt, hoe makkelijker je er iets van leert.

2. Wat wil ik?
Wat vind je belangrijker: veel geld verdienen, leuk werk doen, eigen baas zijn of buiten werken?

3. Wat kan ik?
Al je ergens goed in bent, geeft dat een goed gevoel.

4. Wat heb ik ervoor over?
Hoe hard wil je werken om iets te bereiken?

5. Welke kant wil ik op?
Passen de vakken die ik wil kiezen wel bij wat ik later wil?

6. Weet ik genoeg om te kunnen kiezen?
Heb je genoeg info over alle keuzemogelijkheden?

- Welke domeinen zijn er?

Als je naar het mbo gaat, krijg je te maken met domeinen.

Er zijn 16 domeinen:

  1. Afbouw, hout en onderhoud
  2. Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek
  3. Bouw en infra
  4. Economie en administratie
  5. Handel en ondernemerschap
  6. Horeca en bakkerij
  7. Informatie en communicatietechnologie
  8. Media en vormgeving
  9. Mobiliteit en voertuigen
  10. Techniek en procesindustrie
  11. Toerisme en recreatie
  12. Transport, scheepvaart en logistiek
  13. Uiterlijke verzorging
  14. Veiligheid en sport
  15. Voedsel, natuur en leefomgeving
  16. Zorg en welzijn

 

- Hoe werkt de mail?

Je bekijkt als het goed is dagelijks je mail.

Omdat heel veel zaken die met LOB te maken hebben, via je persoonlijke e-mail-adres van de school gaan, is het belangrijk dit in de gaten te houden. Denk aan bijv. de uitnodiging voor de scholenmarkt in november.

 

Opdracht -> Open Outlook

Stuur je mentor een mail met de volgende inhoud:  Wat denk je volgend schooljaar te gaan kiezen(richting en niveau)? Als je dit echt nog niet weet, geef dit dan aan en vertel wat je leuk vindt om te doen.

Het is belangrijk om regelmatig (lees elke dag) je mail te checken. Zo ben je altijd op de hoogte van wat belangrijk is. Alle uitnodigingen, mededelingen enz. die te maken hebben met LOB, zullen via de mail gaan.

Keuzeblok LOB bovenbouw

Je gaat dit jaar 2 keer een ochtend naar de bovenbouw om een kijkje te nemen bij de afdelingen. Dit doe je samen met je klas en je mentor. Zo mag je ervaren wat er in de bovenbouw gebeurt en of dit iets voor jou is. Het leren van vaardigheden is hierin belangrijk. Misschien had je van te voren een beeld van hoe een afdeling werkt en wat je daar gaat leren en doen. Klopt dit beeld? Is het iets voor jou of juist niet?

Pas na leren over jezelf, kan je keuzes maken. Wat past bij mij? Waar wil ik meer van weten? Wat moet ik doen om nog meer informatie te krijgen over dit beroep of deze opleiding?

 

Voor de BBL-KBL leerlingen:

Na elke periode keuzeblok LOB maak je reflectieopdracht.

Je gaat nadenken over wat je hebt gezien en geleerd, reflectie. Dit document sla je op in map LOB op de Onedrive en je laptop. Daarna kan je het uploaden naar je portfolio.

 

 

Ontdek je talent

Les 1: Jij bent geweldig!

- Wie ben ik?

Kiezen voor later?!

 

Je toekomst ligt nog zo ver weg, denk je. Je hebt nog heel wat jaren op school voor de boeg. Toch moet je je nu al bezighouden met de richting die je wilt gaan volgen. Eind van dit schooljaar heb je een keuze gemaakt voor één van de sectoren:

Techniek - motorvoertuigen & transport, electro, installatie en metaal of bouw.

Economie - handel en administratie

Zorg en Welzijn - verzorging

Landbouw - wordt niet op deze school aangeboden

Martitiem - wordt niet op deze school aangeboden.

 

Ook het niveau (BBL of  KBL ) wordt bepaald. Het aantal punten op je eindrapport geeft aan op welk niveau je terecht komt.

 

Maar zo ver is het nog niet. Om tot een goede keuze te komen, is het belangrijk om eerst naar jezelf te kijken: Wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. Pas als je weet wat bij je past en wat je mogelijkheden zijn, is het mogelijk om tot een keuze te komen. Deze les maken we een beginnetje met onszelf: Wie ben ik? Volgende week gaan we hiermee verder.

- Identiteit

In de puberteit ontwikkel je een eigen identiteit. Wat is dat "identiteit"?

Dat is een moeilijk woord. Een voorbeeld. Als de politie vraagt naar je identiteitsbewijs, dan staat daar je naam op met een foto, je geboortedatum en je lengte en of je van het mannelijke of het vrouwelijke geslacht bent. Daarmee zeg je: dit ben ik, dat is mijn identiteit. De combinatie van jouw kleur haar en kleur ogen, samen met je naam, lengte, geslacht en geboortedatum maken dat het echt om jou gaat: dat ben jij!

Als we zeggen dat een tiener een identiteit aan het ontwikkelen is, dan bedoelen we meer. Dan hebben we het niet alleen over je uiterlijke kenmerken, maar ook over je innerlijke kenmerken. Wat maakt jou nou jou? Wie ben jij als persoon? Wat vind jij belangrijk? Als je op de vraag ‘wie ben ik?’ kunt antwoorden: ‘DIT BEN IK!’, dan hebben we het over ‘identiteit’.

 

Opdracht 1.

Toen je vier, vijf jaar oud was, heb je vast wel eens gezegd:

Later als ik groot ben, word ik .........................

Maak nu die zin af en vertel wat je toen zei.

 

Opdracht 2.

Maak die zin nog eens af zoals je het nu denkt:

Later als ik groot ben, word ik .......................

 

- Wat voor type ben jij?

Ieder mens is anders. Da's maar goed ook. Het zou een saaie boel worden als iedereen hetzelfde is. Het is goed om van jezelf te weten wat voor type jij bent, om straks een goede keuze te kunnen maken.

Er zijn handen-types (die graag iets met de handen doen), er zijn hoofd-types (die denken liever), je hebt creatieve mensen (die goed kunnen fantaseren, dingen bedenken) en je hebt types die vanuit het hart (gevoel) te werk gaan. Een combinatie is natuurlijk mogelijk. Je kunt met het hoofd creatief zijn (bijv. nadenken over hoe iets te maken), maar je kunt ook met de handen creatief zijn (bijv. kleding ontwerpen, tekenen\schilderen).

 

 

Opdracht 3 

 

Noteer wat voor type jij bent (handen, denker, creatief en gevoel). Je kunt ook twee kiezen die bij je passen (bijv. handen en gevoel).

 

Opdracht 4

 

Noteer een beroep of richting die past bij wat jij bent.

- Jij bent geweldig!

Ik ben geweldig! Dat mag je best tegen jezelf zeggen. We gaan het ook nog over je karaktereigenschappen hebben. Hoe zie jij jezelf en hoe zien anderen jou?

 

Opdracht 5

- Je gaat een test maken welk type mens je bent. Deze test vind je door op onderstaande link te klikken.

- Je kunt de uitslag naar jezelf mailen (gebruik de schoolmail hiervoor).

- Er wordt uitleg gegeven over wat de uitslag voor jou betekent.

- De uitslag kan je opslaan in je map LOB op de OneDrive en je laptop.

 

https://test.njr.nl/test

 

Opdracht 6 

 

Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

-Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........

Nee, omdat ............

Les 2: Waar ben ik goed in?

Om een goede keuze te maken voor volgend jaar is het belangrijk om te kijken waar je goed in bent en wat je lastig vindt.

Elk beroep vereist bepaalde eigenschappen die iemand moet hebben. Als je bijv. in de electrotechniek wilt werken, moet je nauwkeurig zijn. Als je in de zorg wilt werken, moet je geduld hebben en zorgzaam zijn.

Bij een computer of een WII spel kan je je eigen personage maken. Zo werkt het in het echt natuurlijk niet. Je bent geboren met kenmerken die bij jou horen, je uiterlijk, maar ook je innerlijk. Het is soms moeilijk om van jezelf te zeggen welke eigenschappen bij jou horen. En toch moet je daar goed over nadenken voordat je een keuze maakt wat je volgend schooljaar wil gaan doen.

 

Opdracht 1

Schrijf over en geef van de volgende eigenschappen aan of je deze bezit (onder elkaar noteren)

Met   + en  -  aangeven of je deze eigenschap bezit).

 

Goed zelfstandig werken

Geduld hebben met mensen

Leiding geven in een groepje zonder ruzie te krijgen.

Goed uit het hoofd kunnen leren                      

Kunnen luisteren                                                                                                    

Doorzetten, ook als het tegenzit

Goed kunnen concentreren (ergens je aandacht bij kunnen houden)

Communicatief zijn (bijv. voor een grote groep een spreekbeurt houden)

Creatief zijn

Behulpzaam zijn

Tolerant (ruimdenkend, verdraagzaam) zijn

Netjes

Leergierig                                                                      

Nauwkeurig

Handig

- Mijn beroep

Opdracht 2- in je schrift

Het is natuurlijk wel een beetje vroeg om al te weten wat je later wilt gaan doen. Toch zijn er leerlingen die al precies voor ogen hebben wat ze later willen worden. Dat maakt de keuze voor de sector makkelijker.

De meeste leerlingen komen voorlopig niet verder dan: "Iets met........(auto's, metaal, kinderen, in de open lucht, met gezondheid, in de horeca enz.)"

Welke richting wil jij op? Schrijf op wat jij mogelijk wilt gaan doen. 

 

Opdracht 3- in je schrift

Welke eigenschappen heb je nodig bij dat beroep of in die sector? En wat moet je kunnen\zijn voor de richting die jij op wilt gaan? Schrijf deze onder elkaar.

De 3 eigenschappen die jij het meest belangrijk vindt, onderstreep je.

 

Opdracht 4- in je schrift

Zet achter elke eigenschap die je hebt opgeschreven bij opdracht 3, of jij deze eigenschap bezit. Een + voor ja, een - voor nee.

 

Opdracht 5- in je schrift

Je hebt zojuist een bepaalde richting of beroep genoteerd en de eigenschappen die daarbij horen. Tot slot heb je met een + of een - aangegeven of jij die eigenschappen bezit. Lees dat eens door.

Vind je zelf dat je de eigenschappen bezit om in die sector te werken of dat beroep uit te oefenen?

-Leg uit waarom je jezelf wel of niet geschikt vindt.

Les 3: Wat zijn mijn talenten?

Je gaat kijken naar Omar Munie, een Somalische jongen die het ver geschopt heeft met zijn droom. Wat deze droom is en hoe hij daar gekomen is, vertelt hij in dit filmpje.

Omar Munie, tassenontwerper

 

 

Opdracht 1.

Tijdens of na het kijken van zijn verhaal, beantwoord je deze vragen:

1. Wat vindt Omar Munie het belangrijkste dat je moet ontdekken bij jezelf?

2. Wat is volgens jou doorzettingsvermogen?

3. Vind jij dat je doorzettingsvermogen hebt?

    -Ja, heb je dat in alles of bepaalde dingen?

    -Nee, wat moet er gebeuren bij jou om dit wel te krijgen?

4. Met welk doel of doelen ben jij op dit moment bezig?

5. Hoe zorg je ervoor dat je dat doel bereikt?

6. Wat kan je verbeteren? Geef een voorbeeld van wat je nu zou moeten veranderen om dat doel te bereiken?

7. Maak met jezelf een afspraak. Welk doel wil je bereiken, of is er een eigenschap die je wilt ontwikkelen om je einddoel te bereiken? (bv. geduld, sociaal, lief) Schrijf dat zo op:

  Ik ga in de aankomende tijd werken aan ........................................., omdat ...............................................................  

Ontdek je passie

Les 1: Social media

Les 1: Wat zijn sociale media?

Tegenwoordig weten we niet beter:  Mobiele telefoons, Facebook, Twitter, YouTube, LinkedIn. We maken er allemaal in meer of mindere mate gebruik van. Het is een vorm van communiceren (met elkaar in contact komen en op de hoogte zijn van ......) geworden waar we dagelijks de nodige uurtjes op door brengen. Dit samen noemen we 'sociale media'.

In 2020 zag dit gebruik in Nederland als volgt eruit:

 

 

 

Opdracht 1:

Noem alle sociale media waar je regelmatig gebruik van maakt  en noteer hoe vaak je hier mee bezig bent. Bespreek dit klassikaal.

 

Verslaving of niet?

Als je mensen vraagt die regelmatig achter de computer zitten of met hun mobiele telefoon bezig zijn, of het gebruik van Instagram, Facebook, Twitter of Snapchat een verslaving is, zullen ze als antwoord geven dat dit niet zo is.

Een Amerikaanse professor heeft in 2010 in een onderzoek aangetoond dat er bij het gebruik van sociale media een hormoon vrijkomt dat 'oxytocine' genoemd wordt. Dit hormoon noemen we ook wel 'knuffelhormoon', omdat dit hormoon er voor zorgt dat we een goede band met iemand voelen.

Opdracht 2: Klassikaal bespreken

Wat denk je dat dit knuffelhormoon doet als je veel achter de computer zit of met je mobiele telefoon bezig bent?

 

Opdracht 3: Klassikaal bespreken

Welke verschijnselen kunnen er op treden als je bijv. 2 dagen de computer of je mobiele telefoon  niet meer mag gebruiken.

 

Opdracht 4: Eerst test maken, dan klassikaal uitslag bespreken

* Nummer 1 t\m 12

* Geef op onderstaande beweringen zo eerlijk mogelijk

* Geef elke bewering een score. Je kunt kiezen uit:

1 = nooit      2 = zelden    3 = soms    4 = vaak     5 = heel vaak

 

* Tel op het eind je score op en noteer dit.

 

1. Hoe vaak vind je het moeilijk om met internetten (bijv. gamen/mobiel) te stoppen?
2. Hoe vaak ga je langer door met internetten, terwijl je je had voorgenomen om te stoppen?
3. Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder zou moeten internetten?
4. Hoe vaak ga je liever internetten (bijv. gamen) dan dat je je tijd met anderen doorbrengt?
5. Hoe vaak kom je slaap tekort door het internetten?
6. Hoe vaak ben je in gedachten aan het internetten, ook als je niet online bent?
7. Hoe vaak verheug je je op de volgende keer dat je kunt internetten?
8. Hoe vaak denk je dat je eigenlijk minder zou moeten internetten?
9. Hoe vaak heb je geprobeerd om minder tijd aan internetten te besteden en is dat niet gelukt?
10. Hoe vaak voel je je rot wanneer je niet kunt internetten?
11. Hoe vaak raffel je je huiswerk af om te kunnen internetten?
12. Hoe vaak maak je je huiswerk niet omdat je wilt internetten?

Verslaving of levensstijl?

Uitslag van de test van de vorige pagina:

24 punten of minder:

Je hebt je computergebruik nog goed in de hand. Blijf wel alert dat dit zo blijft

Tussen de 25 en 36 punten:

Verslaafd ben je nog niet, maar wel oppassen. Je hebt in je antwoord toch regelmatig soms aangegeven en dat kan zo maar doorslaan naar vaak.

37 punten of meer:

Je hebt veel soms, vaak of heel vaak aangegeven en dat betekent dat je niet meer zonder internet kunt. Kijk kritisch naar de hoeveelheid uren die je achter de computer door brengt. Zijn dit er 15 of meer per week, dan kun je spreken van een verslaving.

 

Toch moeten we ons realiseren dat we niet meer zonder de sociale media kunnen. Alles loopt via deze kanalen en dus is het zaak dat we leren hoe we hier mee om moeten gaan.

 

Opdracht 5:

Schrijf de volgende zin over in je schrift (maak er een kader er omheen):

 

Sociale media: Je moet het leren beheersen, het moet jou niet gaan beheersen!!

 

Gevaren van sociale media

Vorige keer hadden we het over wat sociale media zijn en wat je er allemaal mee kunt. We hebben gekeken naar je eigen gebruik van sociale media en de hoeveel tijd dat je daar mee bezig bent.

Naast de voordelen van de sociale media, zitten er ook nadelen aan. Als je je daarvan bewust bent en hier goed mee om gaat, kom je niet voor vervelende verassingen te staan.

 

1. Je leven beheersen

Het gebruik van de computer of mobiele telefoon gaat jou beheersen. Je kunt niet meer zonder. Je 'echte' contacten worden minder en het gaat ook ten koste van je schoolwerk en je rust (minder slapen).

 

2. Mensen met vervelende bedoelingen die je benaderen via bijv. Instagram.

Je bent nieuwsgierig en gaat op een uitnodiging in van iemand die je niet kent. Of je laat iemand tot je vrienden toe die je eigenlijk niet kent.

 

3. Delen van je eigen 'ik'

Je geeft een groot stuk van je eigen "ik" weg aan anderen. Zij weten altijd wat jou bezig houdt en jij weet dit ook van hen. Maar wil je van minuut tot minuut weten wat een ander doet? En wil je ook dat anderen dat van jou weten? De informatie die je bijv. op snapchat zet kan door een ander bekeken worden en zelfs "gebruikt" worden.

 

4. Cyberpesten

Mensen durven vaak meer op afstand. Een onaardige opmerking via een sms, een comment op Instagram, chatten via Snapchat, het is makkelijk om iemand te kwetsen als je het niet rechtstreeks doet. Slechts 4% van de pesters durft toe te geven dat ze pesten.

 

5. Je toekomstige baan (ook stage of vakantiebaantje)

Ook al lijkt het ver weg, je zult in de aankomende jaren wel eens op gesprek moeten voor een stageplek, vakantiewerk, toekomstige baan. Heb je wel eens nagedacht over hoe bedrijven met de informatie omgaan die je geeft?

 

Samengevat:

Sociale media (Social networks) kunnen je makkelijk op de hoogte houden van wat vrienden doen, kunnen je helpen met je netwerk opbouwen, en helpen je uit het oog verloren kennissen en vrienden weer op te sporen.

Maar let goed op wat je deelt en vooral met wie je dat deelt. Word vrienden met mensen waar jij vrienden mee wil worden. En accepteer niet zomaar iedereen.

Social networks kunnen een verrijking zijn op je bestaande leven als je er maar verstandig mee om gaat.

 

Wat kan jij doen als je er nadelen van ondervindt of om te voorkomen dat er misbruik van jouw gegevens gemaakt wordt?

- Account opheffen (als je een nieuw account maakt, goed nadenken over wie je toelaat)

- Maak een wachtwoord aan dat niet makkelijk te kraken is en bedenk ook een moeilijke controle vraag. Deel dit niet met anderen!

- Nadenken over wat je allemaal openbaar maakt over jezelf (wat plaats ik op het internet en wie kan dit allemaal zien?)

Ontdek je werkplek

- Zoek je beroep

Om te leren wat bij je past, moet je ook een goed beeld hebben van de verschillende beroepen die er allemaal zijn. Op de site hieronder vind je tal van richtingen binnen het MBO met beroepen die bij deze richtingen horen. Als je op één van deze richtingen klikt, krijg je ook nog filmpjes te zien waarin het beroep wordt uitgelegd.

 

Opdracht 1.

klik op de site, zoek 2 opleidingen die je interessant vindt en noteer van deze twee opleidingen wat je er later mee kan worden.

Bekijk je toekomst nu

Zelf aan zet

Les 1: Wat is reflecteren?

Je gaat nu 'reflecteren' op bijv. de presentatie die je gemaakt hebt over een opleiding of beroep. Of bijv. op het rondje in de bovenbouw, waar je de afdelingen hebt bezocht. Reflecteren wil zeggen dat je terugkijkt op wat je gedaan hebt. Je gaat nadenken over hoe je het vond en wat je ervan geleerd hebt.

Je bent met de klas langs de afdelingen in de bovenbouw geweest. Je hebt 'ervaren' hoe het is bij techniek, economie en zorg. Je gaat hiervan een verslag maken, waarin je vertelt hoe het was, wat je geleerd hebt, waar je vrolijk van werd, wat je minder leuk vond en vooral..... waarom je dit vond. Wat past bij jou?

Download het volgende document en vul het in. Je gaat dit naar je digitaal portfolio uploaden. Bewaar het ook op de OneDrive op de laptop.

 

 

 

 

 

 

 

Het blauwe balletje
Het blauwe balletje

Het bekende blauwe balletje. Dat blauwe balletje staat voor jezelf. Je stopt zo veel mogelijk informatie in jezelf. Wat zijn mijn talenten? Waar word ik blij van? Wat moet ik nog leren? Welk beroep past daarbij? Welke opleiding past daarbij? Welke stappen moet ik nemen om informatie te krijgen over bijv. een opleiding of beroep? Wie kan mij daarbij helpen?

Op het moment van een keuze, haal je die informatie uit het blauwe balletje. Het bezoeken van de scholenmarkt geeft antwoord op vragen die te maken hebben met je vervolgopleiding: Welke richtingen zijn er allemaal op het MBO? Welke opleiding lijkt me interessant? Welke richting moet ik in de bovenbouw op het VMBO kiezen? Dit heeft te maken met je werk/opleidingsbeeld in het blauwe balletje.

- Leren over jezelf (reflectie)

Je hebt een presentatie gegeven over opleiding/beroep. Dit heb je in de klas gedaan. Best een spannende ervaring! Om na te denken over hoe dit ging, ga je een reflectieverslag invullen.

 

Wat is eigenlijk zelfreflectie? Kijk naar het volgende filmpje waarin een meneer probeert uit te leggen wat dit is. Download hierna het document om je reflectieverslag in te vullen. Bewaar deze op je laptop in de map LOB of op de Onedrive. Je gaat dit verslag later naar je portfolio uploaden.

Zelfreflectie

Les 2: Ruzies en oplossingen

- Soorten ruzies

Ruzies heb je in verschillende soorten. Hieronder zie je een paar voorbeelden:

                                                                                                                                 

- Je hebt een meningsverschil met iemand. Jij denkt anders over een bepaald onderwerp en je wilt absoluut je gelijk hebben. De ander echter ook.

- Iemand heeft kritiek op je. Dat is wel eens lastig en geeft aanleiding om ruzie te maken.

- Andere behoeften (wensen) -> jij wilt graag een avondje voor de t.v. hangen, je vriend(in) wil ietsanders gaan doen.

- Normen en waarden verschillen -> dat gaat over wat jij rechtvaardig vindt. Ben je iemand die een uitgesproken mening heeft over een bepaald onderwerp (bijv. het milieu, discriminatie) en durf je daar ook voor uit te komen? Dan heb je ook nog wel eens een ruzie met mensen die niet zo denken als jij.

- Ruzie hoe je iets bedoelt en hoe het bij de ander overkomt -> waarschijnlijk voor iedereen heel herkenbaar. Je zegt iets en de ander vat dit anders op. Zo had je het niet bedoeld.

 

Hoe reageren mensen als ze ruzie hebben?

Aanvallen (ik heb gelijk en we doen zoals ik het wil),

Weglopen (verdrietig en bang in een hoekje wegkruipen)

Toegeven (ok,dan doen we het zoals jij wilt)

Uitpraten (zullen we het uitpraten en samen oplossen?)

 

Kijk naar onderstaand filmpje uit Blik op de Weg. Deze automobilist is het duidelijk niet eens met wat er gebeurt. Waarschijnlijk is het niet de eerste keer dat hij aangehouden wordt.

 

Wat is dit voor een soort ruzie?

- Wie lost het op?

Opdracht 1.

 

Geef antwoord op de volgende vragen:

- Waar gaat een ruzie over die je gewoon samen kunt oplossen?

- Waar heb je de hulp van een mentor bij nodig?

- Waar gaat een ruzie over waar de politie bij nodig is?

 

Bespreek klassikaal de antwoorden en praat ook over:

- Wat zijn de verschillen tussen bovengenoemde ruzies?

- Waar ligt de grens?

 

Opdracht 2.

 

- Hoe kunnen ruzies erger worden?

- Wat kan je doen zodat een ruzie minder erg wordt?

 

Opdracht 3.

 

Ruzies kunnen ook het begin zijn van iets goeds, een nieuwe start. Noem eens een voorbeeld hiervan.

In gesprek met

- In gesprek met

Het is belangrijk om uit alle ervaringen die je hebt opgedaan te leren over jezelf. Wat vond je leuk? Wat ging goed? Wat kan beter? Welke eigenschappen bezit je die nodig zijn? Welke nog niet? Waar word je vrolijk van? Wil ik dit later ook doen? Wat vind ik zeker niet leuk?

Omdat het heel moeilijk is om van jezelf precies te vertellen en te bepalen wat bij je past, ga je gesprekken voeren. Het filmpje hieronder laat zien hoe belangrijk dit is. Het meisje Suus heeft stage gelopen in een hotel. Tijdens het gesprek komt ze erachter dat ze eigenlijk meer van sleutelen en klussen houdt, dan van werken in een hotel.

LOB gesprek

Je gaat dit jaar verschillende soorten gesprekken voeren met verschillende mensen. Het is belangrijk dat je hiervan een kort verslag maakt. Dit verslag ga je vervolgens naar je portfolio uploaden.

 

1. LOB-gesprek

  Dit gesprek gaat over je keuze voor volgend jaar. Of over de richting die je wilt gaan volgen na het

  VMBO. Na zo'n gesprek vul je het volgende formulier in:

2. Begeleidingsgesprek.

   Dit gesprek heb je vaak met de mentor over hoe het op dit moment gaat. Als je zo'n gesprek hebt 

   gehad, dan vul je het volgende formulier in: 

3. Verslag gesprek definitieve keuze bovenbouw

  In de maanden februari - maart is je keuze voor volgend jaar bekend. Dit bespreek je met de

  mentor. Je maakt hier een verslag van. Dit verslag komt in je portfolio.

Portfolio

Het portfolio worden bijgehouden op portfolio-site.nl. Hier kun je bijhouden over welke vaardigheden en bekwaamheden je beschikt en wat je wil gaan doen om dit (verder) te ontwikkelen. Hoe je het portfolio kan aanmaken en bijhouden lees je in de handleiding.

 

Wat komt er in het portfolio?

  1. Powerpoint van opleiding/beroep
  2. Reflectieverslagen 'Rondje in de bovenbouw'
  3. Verslag van een gesprek
  4. Verslag definitieve keuze bovenbouw

 

Taak 1: Presentatie beroep/opleiding

 

De presentatie van je beroep/opleiding ga je uploaden naar je portfolio.

Je kunt hier komen via de ELO -> LOB Het Perron. Daar vind je de link naar je portfolio.

 

Let op: bewaar alle verslagen ook op de OneDrive. Doe dit in de map LOB. Maak binnen deze map meerdere submappen.  Voor elk leerjaar één.

Taak 2: Reflectie 'rondje bij de afdelingen'

Je bent in leerjaar 2 twee keer met de klas naar de afdelingen in de bovenbouw geweest. Doel hiervan was om te 'ervaren'. Wat vond je leuk? Waar werd je blij van? Wat vond je minder leuk? Welke talenten heb je bij jezelf ontdekt? Welke vaardigheden beheers je al? Waar moet je nog aan werken?

Je maakt hiervan een verslag. Dit document hangt hieronder. Bij elke afdeling vertel je wat je 'ervaringen' zijn. Deze ervaringen helpen je bij het maken van je keuze voor volgend schooljaar.

 

 

De reflectie 'ervaren in de bovenbouw'  ga je naar je digitale portfolio uploaden. Je kunt hier komen via de ELO -> LOB Het Perron. Daar vind je de link naar je portfolio.

 

Let op: bewaar alle verslagen ook op de OneDrive. Doe dit in de map LOB. Maak binnen deze map meerdere submappen.  Voor elk leerjaar één.

Taak 3: Verslag van een gesprek

Je hebt in leerjaar 2 één of meerdere gesprekken gehad over je keuze voor volgend jaar. Belangrijk hierbij zijn je kwaliteiten en je wensen. Het verslag wat je van het gesprek of de gesprekken hebt gemaakt, ga je uploaden naar je portfolio.

Hieronder vind je het document voor het maken van je gespreksverslag.

Let op: bewaar dit ook op in de map LOB op je laptop en op de OneDrive.

Het verslag van je gesprek/gesprekken ga je uploaden in je digitale portfolio.

Let op: bewaar alle verslagen ook op de OneDrive. Doe dit in de map LOB. Maak binnen deze map meerdere submappen.  Voor elk leerjaar één.

Taak 4: Verslag uiteindelijke keuze bovenbouw

Uiteindelijk maak je rond februari/maart een definitieve keuze. Hiervoor heb je allerlei LOB activiteiten gedaan, excursies gemaakt, vragen gesteld, naar informatieavonden geweest, gesprekken gevoerd enz.

Je geeft in een verslag aan hoe je tot je keuze gekomen bent. Het document vind je hieronder.

Let op: bewaar dit verslag ook in de map LOB op je laptop en op de OneDrive.

 

Het verslag over je definitieve keuze ga je naar je digitale portfolio uploaden. Lees hieronder goed de instructie:

 

- Ga naar www.portfolio-site.nl (open in een apart venster, zodat je de instructie hieronder kunt lezen)

- Log in

- Ga naar portfolio's -> LOB Het Perron

- Klik onderaan op portfoliotaken

- Ga naar LOB taken onderbouw

- Zoek de taak: uiteindelijke keuze bovenbouw

- Open de taak

- Lees wat er bij de taak staat.

- Klik op Beoordeling - Leerling -> Beoordeel je zelf in deze taak. Hoeveel sterren geef je jezelf? Wees eerlijk. Als je vindt dat je nog aan het begin van je ontwikkeling staat, geef je jezelf 1 ster. Hoe verder je bent in je ontwikkeling, hoe meer sterren je jezelf geeft.

- Klik op Resultaat-> hier kan je het verslag uploaden.

- Klik op Opslaan

 

Let op: bewaar alle verslagen ook op de OneDrive. Doe dit in de map LOB. Maak binnen deze map meerdere submappen.  Voor elk leerjaar één.

Docenten planning

 

Periode 1 -> t/m week 44

 

  • LOB lessen op wikiwijs. Deze zijn via de ELO te vinden:

             Ontdek je talent (les 1, 2 en 3)

             Ontdek je passie (les 1 en 2)

 

  • Rondje bij de afdelingen in de bovenbouw (nog te plannen)

 

 

Periode 2 -> t/m week 51

 

  • LOB lessen op wikiwijs.:

             Ontdek je werkplek (zoek je beroep)

             Zelf aan zet (les 1 en 2)

 

  • Presentaties opleiding/beroep klassikaal

 

  • Rondje bij de afdelingen in de bovenbouw (nog te plannen)

 

 

Periode 3 -> t/m week 7

 

Presentaties opleiding/beroep klassikaal

 

LOB lessen op wikiwijs afmaken

 

 

 

Periode 4 -> t/m week 27

 

Portfolio in orde maken (inclusief uitleg definitieve keuze bovenbouw)