01-01 Jagers en Boeren nieuw

01-01 Jagers en Boeren nieuw

Inleiding

Thema

Tijdvak 1 begint ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden en duurt tot 3000 v. Chr. Tijdvak 1 is het langste tijdvak van de tien tijdvakken.

Daarom verwacht je misschien dat er heel veel over bekend is. Dat is juist niet zo. Er zijn maar weinig dingen  gevonden die men kon onderzoeken.
Dingen die gevonden kunnen worden, zoals voorwerpen, huizen of geraamtes noem je bronnen.

In die tijd was het schrift nog niet uitgevonden. Mensen konden dus nog niets opschrijven. Daarom zijn er uit die tijd alleen niet-geschreven bronnen gevonden.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema kun je:

Leerdoel

Opdracht

Uitleggen waarom jagers-verzamelaars nomaden waren.

  • Jagers en verzamelaars

  • Soorten bronnen

De veranderingen beschrijven die het gevolg waren van de agrarische revolutie.

  • Landbouwsamenlevingen

  • De eerste steden

  • Soorten bronnen

 

Wat ga ik doen?

Tijdvak 1 bestaat uit de volgende onderdelen (★ = keuzeopdracht):

Onderdeel

Tijd

Eindproduct

Inleiding

0,5 lesuur

-

Opdracht: Jagers en verzamelaars

2 lesuur

Kruiswoordpuzzel maken of toetsvragen beantwoorden

Opdracht: Landbouwsamenlevingen

1 lesuur

Een tabel invullen of stellingen beantwoorden

Opdracht: De eerste steden

1 lesuur

Een memoryspel maken of toetsvragen beantwoorden

Opdracht: Soorten bronnen

2 lesuren

Toets of Fotoreportage

Opdracht: ★ Hoe stierf Ötzi?

2 lesuren

Presentatie

Opdracht: ★ Het eerste schrift

2 lesuren

Boodschap in spijkerschrift of een boodschap in hiërogliefen

Opdracht: ★ De mammoetjacht

2 lesuren

Een vraag bespreken.

Opdracht: ★ Hunebedden

2 lesuren

Toets maken.

Afsluiting

2 lesuren

Vijf afbeeldingen van Tijdvak 1.

Totaal inclusief keuzeopdrachten

16,5 lesuren

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Werkplan

De tijd van de jagers en boeren bestudeer je door zeven opdrachten en de afsluiting te maken. Iedere opdracht gaat over een ander onderwerp van de tijd van jagers en boeren.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Werkplan Tijdvak 1

Jagers en verzamelaars

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
De eerste mensen leefden van de jacht en van eetbare dingen die ze vonden.
Daarom worden ze jagers-verzamelaars genoemd.
Deze opdracht gaat over de het leven van de jagers-verzamelaars.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat 'prehistorie' betekent.
  • vertellen door welke uitvinding de prehistorie eindigde.
  • vertellen dat de eerste mensen leefden in Afrika.
  • beschrijven dat de mensen zich vanuit Afrika hebben verspreid over de hele wereld.
  • twee kenmerken noemen van de nomadische levenswijze.
  • uitleggen waarom de jagers-verzamelaars nomaden waren.

Eindproduct
Aan het eind van deze opdracht maak je een eindproduct.
Je mag kiezen uit twee eindproducten:
Je maakt een toets of een kruiswoordpuzzel.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Jagers-verzamelaars' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank 'Eerste mensen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Een tabel invullen over de 'Jagers-verzamelaars'.
Stap 4A Alleen Eindproduct: Toets 'Jagers en verzamelaars' maken.
Stap 4B-1 Samen Eindproduct: kruiswoordpuzzel.
Stap 4B-2 Samen Eindproduct: Afronding kruiswoordpuzzel + beoordeling.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 lesuur nodig.

Stap 1: Inleiding

Bestudeer het onderdeel Jagers-verzamelaars uit de Kennisbank:

KB: Jagers-verzamelaars

Lees de inleiding.
Maak vervolgens de oefening.

 

Stap 2: Verspreiding eerste mensen

Lees nu in de Kennisbank de informatie over de Verspreiding van de eerste mensen.

KB: Eerste mensen

Beantwoord daarna de vragen.

Stap 3: Jagers en verzamelaars

Jagers en verzamelaars
Lees de informatie uit de Kennisbank over de Jagers en verzamelaars.

KB: Jagers-verzamelaars

Opdracht: Een tabel invullen
Hieronder zie je een tabel met drie kolommen.
Onder de tabel 10 woorden.
Zet de woorden in de juiste kolom in de tabel.
Sommige woorden kun je in meerdere kolommen zetten.

Jagers-verzamelaars

Wonen Eten Bezigheden
     
     
     
     


Jagen - tent - rendieren - vis - dierenhuiden - grot - vuur - vruchten - stenen - rondtrekken
Vergelijk je tabel met een klasgenoot.
Zijn er verschillen? Bespreek ze met elkaar.

 

Stap 4A: Toets Jagers en verzamelaars

Als eindproduct maak je de toets 'Jagers en verzamelaars'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

 

Toets:Jagers en verzamelaars

Stap 4B: Eindproduct

Je gaat samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel maken.
Je geeft omschrijvingen van begrippen. Of je laat een afbeelding zien.
Als je het begrip weet zet je de letters van het woord in de vakjes.
Zo kun je de puzzel oplossen. Jullie kruiswoordpuzzel gaat over de levenswijze van jagers-verzamelaars.

  • Zoek woorden en afbeeldingen op die passen bij dit onderwerp.
  • Maak van ieder woord een (korte) omschrijving.
  • Maak nu het hokjespatroon en schrijf de omschrijvingen erbij.

Tip
Gebruik de begrippenlijst bij de opdracht.

Klaar?
Kopieer de puzzel één of twee keer.
Laat de puzzel oplossen door een of twee klasgenoten.
Vraag om commentaar op jullie puzzel.
Probeer ook een puzzel van jullie klasgenoten op te lossen.
Geef op een positieve manier feedback aan jullie klasgenoten.

Laat de puzzel beoordelen door de docent.
Bij de beoordeling wordt erop gelet dat:

  • De kruiswoordpuzzel minimaal 8 woorden bevat.
  • De omschrijvingen op de juiste manier naast de puzzel staan.
  • De puzzel niet te makkelijk en niet te moeilijk is. De puzzel moet door klasgenoten te maken zijn.
  • De kruiswoordpuzzel er verzorgd uitziet.
  • De kruiswoordpuzzel op tijd klaar is.

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Begrippenlijst

Prehistorie
De prehistorie is de tijd waaruit geen geschreven berichten bewaard zijn.
IJstijd
Perioden van ijzige kou waarin het land in het noorden van Europa bedekt was met ijs.
Nomadische levenswijze
Mensen hebben geen vaste woonplaats maar trekken rond en leven van wat de natuur te bieden heeft.
Jagers-verzamelaars
Jagers-verzamelaars leven als nomaden. Zij leven van de jacht (jagers) en van producten uit de natuur, zoals vruchten en wortels (verzamelaars).
Toendra
Een gebied zonder bomen in koude streken. Er groeien wel grassen, mossen en lage struiken. In de winter is de bodem bevroren. In de zomer smelt de bovenste laag ijs en is de
grond drassig.
Lage Landen
Omschrijving van het huidige Nederland en België, toen deze landen nog niet bestonden.
 
Mammoeten
Grote dieren met een dikke vacht, die leefden op de toendra’s. Ongeveer 4000 jaar geleden zijn ze uitgestorven.
Rendieren
Hertachtige dieren, die in kuddes over de toendra’s zwerven.
Rendierjagers
Jagers-verzamelaars die de kuddes van rendieren volgen om erop te kunnen jagen.
Grotschilderingen
In de prehistorie werd kunst gemaakt in de vorm van grotschilderingen.

 

 

Landbouwsamenlevingen

Leerdoelen+eindproduct

Leerdoelen
Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers en verzamelaars.
De ontwikkeling van de landbouw is pas 11.000 jaar geleden op gang gekomen.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven wanneer de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • beschrijven waar de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • uitleggen waarom de eerste landbouwgemeenschappen juist daar ontstonden.
  • beschrijven wat de gevolgen waren van het ontstaan van landbouwgemeenschappen als je kijkt naar de manier waarop mensen leefden.
  • aangeveen wanneer de eerste boeren zich vestigden in Nederland.

Eindproduct
Je mag kiezen tussen twee eindproducten.
Je maakt een schema met verschillen tussen boeren en nomaden (Stap 4A).
Of je beantwoordt vijf vragen. Die vragen vind je in Stap 4B.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Landbouw en landbouwsamenlevingen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Tekst lezen over de agrarische revolutie.
Stap 3 Alleen Sleepvraag maken over het houden van dieren.
Stap 4A Samen met een klasgenoot Eindproduct: Verschillen tussen jagers-verzamelaars en boeren in een schema zetten.
Stap 4B Samen met een klasgenoot Eindproduct: Vragen maken en bespreken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 lesuur nodig.

 

 

Stap 1: Landbouwsamenlevingen

Voor deze opdracht maak je gebruik van het onderdeel 'Landbouw en landbouwsamenlevingen' uit de Kennisbank geschiedenis.

KB: Landbouw en landbouwsamenlevingen.

Maak de volgende oefening.

Stap 2: De agrarische revolutie

Op een bepaald moment stopten de jagers-verzamelaars met rondtrekken.
Ze vestigden zich op één plek en begonnen met landbouw.

De overgang van een nomadisch bestaan naar de vestiging op één plek wordt de agrarische revolutie genoemd.
De agrarische revolutie gebeurde tussen 11000 v. Chr. en 3000 v. Chr.

De agrarische revolutie begon in het Midden-Oosten (geel/rood/oranje).
Vandaaruit verspreidde de landbouwsamenleving zich naar Midden-Europa (groen) en tenslotte naar onze streken (blauw).

 

Stap 3: Het houden van dieren

In de Kennisbank heb je een stukje kunnen lezen over het houden van dieren.
Dat stukje staat hieronder in de oefening nog een keer.
Sleep de woorden naast de tekst naar de juiste plaats in de tekst.

 

Stap 4A: Eindproduct

Boeren hebben een andere levensstijl dan nomaden.
Bespreek de verschillen met een klasgenoot.
Zet de verschillen vervolgens in een schema zoals hieronder.

Stap 4B: Eindproduct

Je geeft antwoord op de volgende vijf vragen:

  1. Wanneer ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?
  2. Waar ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?
  3. Waarom onstonden juist daar de eerste landbouwgemeenschappen?
  4. Noem twee gevolgen van het ontstaan van landbouwgemeenschappen als je kijkt naar de manier waarop mensen leefden.
  5. Waar vestigden de eerste boeren zich in Nederland?

Schrijf de antwoorden op deze vragen in je schrift.
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.

Begrippenlijst

Agrarische Revolutie
De Agrarische Revolutie is de overgang van het nomadisch bestaan van jagers-verzamelaars naar het boerenbestaan.
Landbouw/veeteelt
Mensen gaan hun eigen voedsel produceren: het verbouwen van granen (landbouw) en het temmen van vee (veeteelt).
Aardewerk
Aardewerk is de benaming voor potten, bekers, schalen en kommen gemaakt van klei of leem.
 
Grafgiften/Hiernamaals
De doden kregen spullen mee in hun graf: grafgiften. Men geloofde in een leven na de dood. In het hiernamaals zou de overledene de spullen nodig kunnen hebben.
Bandkeramiekers
De eerste boeren in de Lage Landen waren de Bandkeramiekers (5300-4900 v.C.) Zij vestigden zich in Limburg. Hun aardewerk was versierd met bandvormige randen.
 
Trechterbekercultuur
De Hunebedbouwers maakten bekers met een wijde hals: Trechterbekers. Daarom heet hun cultuur ook wel de Trechterbekercultuur.
 

 

 

 

 

De eerste steden

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
Aan de Perzische Golf lag vroeger een welvarend landbouwgebied: Mesopotamië.
Hier ontstonden de eerste steden. Men bouwde er prachtige tempels en paleizen.
Hier werd voor het eerst een schrift ontwikkeld. Daarmee konden priesters en ambtenaren het bestuur van hun stad organiseren.
In deze opdracht staat het ontstaan van de eerste steden centraal.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven welke twee aanleidingen er waren voor het ontstaan van de eerste steden.
  • beschrijven hoe het bestuur van de steden zich ontwikkelde door de tempels en het schrift.
  • uitleggen waarom er ongelijkheid ontstond tussen mensen in de steden.

Eindproduct
Je mag kiezen welk eindproduct je maakt. Je mag een toets maken, of een memoryspel van de belangrijkste begrippen die je hebt geleerd.
De toets vind je in Stap5A, de opdracht voor het memoryspel in Stap5B.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'De eerste stedelijke gemeenschappen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank 'De eerste steden' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Kennisbank 'Godsdienst en hiërarchie' bestuderen en een kort verslag schrijven.
Stap 4 Alleen Kennisbank 'Het Schrift' bestuderen.
Stap 5A Alleen Eindproduct: Toets 'De eerste steden' maken.
Stap 5B Samen met één tot drie klasgenoten Eindproduct: Een memory-spel maken en spelen.


Benodigdheden
Je hebt nodig: dun karton, stiften en een schaar.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 lesuur nodig.

 

 

Stap 1: Inleiding

Lees de inleiding van het onderdeel 'De eerste stedelijke gemeenschappen'.

KB: De eerste stedelijke gemeenschappen

Maak de oefening bij dit onderdeel uit de Kennisbank.

Stap 2: De eerste steden

Lees nu in de Kennisbank de informatie over de eerste steden. en beantwoord de vragen.

KB: De eerste steden


Maak de oefening.

Stap 3: Godsdienst en hiërarchie

Probeer je eens in te denken dat je in de stad Nippur op bezoek kwam. Wat zou je opvallen in deze stad? Welke gebouwen zou je zien, en wat zou je opvallen aan de bezigheden van de bewoners? Stel je maar eens voor wat je bij thuiskomst allemaal zou kunnen vertellen over je bezoek aan Nippur.

Lees nu in de Kennisbank de informatie over 'Godsdienst en hiërarchie'.

KB:
Godsdienst en hiërarchie

Stel je voor dat je een tempel bezoekt in Nippur. Schrijf een kort verslag (maximaal een half A4-tje) over je bezoek. Gebruik in het verslag de volgende begrippen:

  • tempel
  • priesters
  • ambtenaren
  • goden
  • voorraadkamers
  • belasting

 

 

Stap 4: Het schrift

De eerste geschreven documenten vinden we in de oude steden van Mesopotamië. Het schrift was nodig om de ingewikkelde organisatie van het bestuur te kunnen bijhouden. Het eerste schrift van de inwoners van Mesopotamië noemen we spijkerschrift.

Lees nu de informatie over het schrift en beantwoord de vier vragen.

KB: Het schrift

Doe de oefening.

Stap 5A: Toets

Je maakt de toets 'De eerste steden'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien. De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

Toets:De eerste steden

Stap 5B: Eindproduct

Je maakt samen met twee klasgenoten een memory-spel.
Knip van dun karton 12 kaartjes. Kies zes begrippen uit deze opdracht.
Schrijf elk begrip op twee kaartjes. Draai de kaartjes om met de tekst naar beneden. Speel het spel zoals Memory.
Speel ook de spellen van andere groepen en houd de stand bij. Wie wint?

Klaar?
Lever het spel en de uitslag ter beoordeling in bij je docent.

Beoordeling
Bij de beoordeling wordt erop gelet of:

  • je de belangrijkste begrippen van deze les goed omschreven hebt.
  • je 12 kaartjes met begrippen hebt gemaakt.
  • je de kaartjes hebt gespeeld in een spel met je medeleerlingen.
  • je het spel op tijd en compleet hebt ingeleverd.

Spel maken

Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.

 

Begrippenlijst

Einde Prehistorie
De ontwikkeling van het schrift betekende het einde van de prehistorie. Dat was in 3000 v. Chr.
Begin Historie
De ontwikkeling van het schrift betekende het begin van de historie. Het jaartal voor het begin van de historie is: 3000 v.C.
Schrift – kleitabletten
In het Mesopotamië is het schrift ontwikkeld. De eerste teksten werden gekrast in kleitabletten.
Vruchtbare Sikkel: Mesopotamië.
Gebied in het Midden-Oosten waar de eerste steden zijn ontstaan en waar het eerste schrift is ontwikkeld.
Nippur
Eén van de eerste steden in Mesopotamië was Nippur. Nippur kun je vergelijken met een moderne stad.
Er waren scholen, bibliotheken, een ziekenhuis, badhuizen, winkelstraten en een soort cafés.
Hiërarchie
Hiërarchie houdt in dat mensen geordend zijn in groepen (klassen). De hogere klassen hebben macht over de lagere klassen.

 

 

 

 

 

 

Soorten bronnen

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
Waar komt onze informatie over vroeger eigenlijk vandaan?
Die informatie halen we uit veel soorten bronnen.

Voorbeelden van bronnen zijn:
oude voorwerpen, skeletten, of pasgeschreven boeken.
Ze kunnen je iets vertellen of laten zien van het verleden.
Zonder bronnen is er geen bewijs voor al die mooie verhalen!

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven welke soorten bronnen er zijn voor onze kennis over vroeger.
  • uitleggen waarom het belangrijk is om bronnen goed te onderzoeken.
  • zelf voorbeelden van bronnen zoeken voor een werkstuk over het verleden.

Eindproduct
Je mag kiezen uit twee eindproducten.
Je maakt een toets of je zoekt plaatjes en informatie over bronnen uit het tijdvak van jagers en boeren.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Samen met een klasgenoot Tekst lezen over hiërogliefen en soorten bronnen.
Stap 2 Samen met een klasgenoot Soorten bronnen benoemen aan de hand van foto's.
Stap 3A Alleen Eindproduct: Toets 'Soorten bronnen' maken.
Stap 3B Samen met een klasgenoot Eindproduct: zes foto's of plaatjes van verschillende soorten bronnen in een werkdocument zetten en beschrijven.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

 

Stap 1: De steen van Rosetta

Een goed voorbeeld van een bron is de 'steen van Rosetta'. Die gaf ons veel nieuwe informatie over het oude Egypte. Napoleons leger was in 1799 in Egypte. Soldaten ontdekten onder het zand een hele oude zwarte steen. Op de steen stond een tekst in oud-Egyptisch schrift. Een professor onderzocht de tekens. Het lukte hem om ze te vertalen. Voor het eerst konden mensen echt lezen wat de oude Egyptenaren hadden geschreven!

Soorten bronnen
Tegenwoordig weten we heel veel over het leven van de oude Egyptenaren. Dankzij de ontdekking van de steen van Rosetta. De steen is te zien in het British Museum in Londen.

De steen van Rosetta is een geschreven bron: hij is bedekt met tekst.
Uit het oude Egypte kennen we ook veel ongeschreven bronnen, zoals piramides, mummies, stenen messen, enz.

De steen van Rosetta is ook een primaire bron: hij komt echt uit de tijd waar de tekst over gaat. Primair betekent: eerste.
Er zijn ook veel secundaire bronnen over Egypte: dat zijn bronnen die in een latere tijd zijn geschreven of gemaakt. Bijvoorbeeld een boek over Egypte uit 2002. Secundair betekent: tweede.

Stap 2: Historische bronnen

Bekijk de volgende foto's van historische bronnen goed.
Vraag je bij elke bron af: is dit een primaire of een secundaire bron?
Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

1.

Een geraamte.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

2.

Een bladzijde uit Darwin’s boek over o.a. het ontstaan van de mens door evolutie.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

3.

Een pot uit de tijd van de hunebedbouwers.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

4.

Foto van een vrouw die het leven van prehistorische mensen naspeelt.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

5.

Een hunebed in Drenthe.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

6.

Met runenschrift beschreven steen uit de Middeleeuwen.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

7.

Informatie op Wikipedia over de Vikingen.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron

 

8.

Reconstructie van het meisje van Yde, dat is gestorven omstreeks het begin van onze jaartelling en waarvan in 1897 het veenlijk werd gevonden in Drenthe.

Wat voor soort bron?

  • ongeschreven primaire bron
  • geschreven primaire bron
  • ongeschreven secundaire bron
  • geschreven secundaire bron


Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Hebben jullie alle bronnen hetzelfde ingedeeld?

 

 

Stap 3A: Toets Soorten bronnen

Je maakt de toets 'Soorten bronnen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

 

Toets:Soorten bronnen

Stap 3B: Eindproduct

Kies samen een onderwerp uit het tijdvak van jagers en boeren.
Denk bijvoorbeeld aan:

  • Rendierjagers: hoe leefden ze?
  • Hunebedbouwers in Drenthe.
  • Grotschilderingen in Spanje en Frankrijk.

Kijk in je boek en vraag je docent voor meer ideeën!
Ga nu aan de slag om foto's of plaatjes van bronnen te zoeken bij dit onderwerp.
Zoek zes foto's of plaatjes die je kunt verdelen in geschreven en ongeschreven bronnen, en in primaire en secundaire bronnen.

Van elke bron plak je een kopie in je werkdocument.
Gebruik 1 bladzijde per bron. Schrijf bij de kopie in je werkdocument steeds:

  • waar je deze bron gevonden hebt.
  • wat er is te zien of te lezen (korte omschrijving).
  • wanneer en waar de bron is gemaakt.
  • wie de maker is (of wat we daarover weten).
  • welke informatie deze bron ons geeft over het onderwerp (ongeveer tien regels maximaal).
  • waarom je denkt dat deze bron betrouwbaar is (max. drie zinnen).

Beoordeling
Lever daarna je document ondertekend met jullie namen in bij je docent.
Bij de beoordeling let de docent op:

  • passen de bronnen goed bij het onderwerp?
  • is de herkomst van de bronnen opgegeven?
  • is bij elke bron opgeschreven welke informatie de bron geeft?
  • zijn de bronnen duidelijk en overzichtelijk afgebeeld?

Fotoreportage maken

Met een fotoreportage kun je een verhaal vertellen met behulp van foto’s.

 

Keuzeopdrachten

Opdracht 1

Jagers en verzamelaars

Opdracht 2

Landbouwsamenlevingen

Opdracht 3

De eerste steden

Opdracht 4

Soorten bronnen

Dit thema heeft 4 keuzeopdrachten.
Overleg met je docent welke keuzeopdrachten je gaat maken.

Opdracht 5

★ Hoe stierf Ötzi?

Opdracht 6

★ Het eerste schrift

Opdracht 7

★ De mammoetjacht

Opdracht 8

★ Hunebedden

Hoe stierf Ötzi?

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
Ötzi is de naam van een beroemde mummie. Het lijk van deze prehistorische jager lag duizenden jaren onder het ijs van de Alpen. In 1991 werd hij gevonden.
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen waarom de vondst van Ötzi een belangrijke en interessante archeologische vondst is.
  • vijf dingen opnoemen die volgens jou te vinden waren op de plek van de vondst van de mummie.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een presentatie met vijf dia's.
Op de dia's staan 'foto's' van voorwerpen of van het landschap die je als 'rechercheur' gemaakt hebt op de vindplaats.

 

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Tekst lezen en video bekijken over de vondst van Ötzi.
Stap 2 Alleen Bron 'Geen gewone dood' lezen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Een presentatie houden met 'foto's' van spullen of van het landschap op de vindplaats van Ötzi.


Benodigdheden
Internet en PowerPoint

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

 

Stap 1: Onderzoek ijsmummie

Je doet onderzoek naar een unieke vondst in Italië. In de bergen op de grens van Oostenrijk en Italië vonden wandelaars een ijsmummie. De mummie was duizenden jaren goed bewaard gebleven onder het ijs. Van deze mummie kunnen onderzoekers veel leren over het leven in de prehistorie.

Bekijk eerst de onderstaande video en lees daarna het verhaal over de vondst van Ötzi.

 

In de zomer van 1991 doen twee Duitse wandelaars in de bergen in Italië een griezelige ontdekking. Ze zien iets uit het ijs steken: een lichaam!

De politie komt erbij. Een bergingsploeg haalt het lichaam uit het ijs. Het is het lichaam van een man. Ze brengen het naar een laboratorium. Er zijn veel vragen. Wie is deze man? Hoe was hij gestorven? En waaraan?

Al snel komen geleerden erachter, dat dit het lichaam is van iemand die hier meer dan 5000 jaar geleden heeft geleefd. Toen de man stierf bevroor zijn lichaam in het ijs. Het werd daardoor al die tijd goed bewaard.

De ijsmummie wordt Ötzi genoemd. Omdat hij is gevonden in het Ötzdal in de Alpen. Jarenlang hebben de onderzoekers geloofd dat Ötzi een herder was.
Tijdens een tocht door de bergen is hij in een sneeuwstorm terecht gekomen.
Hij viel, raakte uitgeput en stierf van de kou. Hij was toen 46 jaar oud.

Stap 2: Onderzoek doodsoorzaak

Eerst dachten de onderzoekers dat Ötzi een herder was die van kou is gestorven. Tegenwoordig denkt men daar anders over. Waarom?

Lees de onderstaande bron over het onderzoek naar Ötzi's dood.

In de zomer van 1991 ontdekken twee Duitse wandelaars in de bergen van Italië een lichaam. Het blijkt het lichaam van een man te zijn. Die was hier 5300 jaar geleden gestorven. Het ijs heeft het lichaam al die tijd ingevroren. De ijsmummie werd Ötzi genoemd. Omdat hij is gestorven in het Ötzdal in de Alpen.
Bij zijn lichaam vinden de bergers ook allerlei spulletjes, zoals gereedschap en kleding. Het lichaam van Ötzi en alle spullen die hij bij zich had, worden in het laboratorium nauwkeurig onderzocht. Tien jaar na zijn vondst gaat Ötzi in een scan. Met dat apparaat kunnen de geleerden nog beter in zijn lichaam kijken.
Wat blijkt? In zijn schouder zit een pijlpunt. En op zijn huid zien de onderzoekers een wond, veroorzaakt door de pijlpunt. Ötzi is dus in zijn rug geschoten! Zou hij aan die schotwond gestorven zijn? Maar waarom is hij beschoten en door wie?
De onderzoekers gaan verder en vinden nu ook een diepe snijwond in zijn hand. Waarschijnlijk opgelopen tijdens een gevecht. En later ontdekken ze ook nog eens het bloed van vier verschillende mensen op zijn pijlen en jas. Ötzi heeft dus gevochten met vier mensen.
Waarschijnlijk is zijn dorp aangevallen door een vijandige stam. Er waren gevechten, er vielen doden. De overlevenden vluchtten de bergen in. Het was lente, maar het weer sloeg plotseling om. Het werd steeds kouder en begon te sneeuwen. Zonder warme kleding en een goede uitrusting kun je niet overleven in die kou. En dat wist Ötzi. Hij keerde waarschijnlijk terug naar het dorp om zijn spullen op te halen.
Zoals de kostbare bijl, speren en warme kleding. Misschien is hij vlak daarna in zijn schouder geschoten. Maar hij kon vluchten. Het werd steeds kouder. Ötzi was zwaargewond, viel neer en stierf uiteindelijk van uitputting en kou.
Maar of het zo gebeurd is? Helemaal zeker weten we het nooit. 5300 jaar later werd zijn lichaam gevonden.


Is hij vermoord? Welke aanwijzingen zijn daarvoor?
Kies uit de volgende aanwijzingen. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

  1. Een gat in zijn hoofd.
  2. Een pijlwond in zijn schouder.
  3. Verschillende soorten bloed op zijn lichaam.
  4. Een snijwond in zijn been.
  5. Een verwonding aan zijn hand.
  6. De pijnlijke uitdrukking op zijn gezicht.

Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.

Stap 3: Eindproduct Rechercheverslag

Stel je voor: Ötzi is net gevonden in het ijs. Jij bent de eerste rechercheur die aankomt op de vindplaats. Je ziet de mummie en bestudeert de omgeving.

Stel je voor dat je je mobiele telefoon pakt en foto's maakt.
Wat zou er op je foto's kunnen staan?
Je kunt denken aan een jas van bont. Of aan bergen met sneeuw erop.

Zoek vijf afbeeldingen op internet van spullen, of van het landschap, die op jouw 'foto's' zouden kunnen staan. Maak met deze afbeeldingen een presentatie in PowerPoint of een ander presentatieprogramma. Zorg dat je met behulp van deze afbeeldingen kunt vertellen wat je zag toen je bij de mummie aankwam.

Beoordeling
Lever je presentatie in bij je docent.
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • Je een presentatie kunt geven over wat je zag toen je als eerste rechercheur bij de mummie van Ötzi aankwam. Je vertelt dit aan de hand van vijf 'foto's' (afbeeldingen) van voorwerpen of van het landschap.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Het eerste schrift

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
Het eerste schrift onstond in de steden.
Mensen schrijven op steen of klei.
Schrijven op papier gebeurde pas later.
Met het begin van het schrift komt er een einde aan de prehistorie.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven dat er verschillende schriftsoorten ontstonden.
  • beschrijven dat het schrift zich ontwikkelde van afbeeldingen naar klanktekens.
  • zelf iets schrijven in zo'n uitgestorven taal.

Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht schrijf je een geheime boodschap voor je klasgenoten in een oude taal.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Het eerste schrift' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Tekst lezen over de hiërogliefen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Tekst lezen over de ontwikkeling van het schrift.
Stap 4 Samen met een klasgenoot Een boodschap schrijven in spijkerschrift of hiërogliefen.


Benodigdheden

  • Een computer met internet
  • Pen en papier

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

Stap 1: Spijkerschrift op klei

Het oudste schrift werd ontwikkeld in het Midden-Oosten. Dat schrift werd eeuwenlang gebruikt en aangepast aan allerlei talen. Je noemt het: spijkerschrift.

Lees eerst in de Kennisbank het onderdeel

KB:  Het eerste schrift

Bekijk ook een voorbeeld van een kleitablet met spijkerschrift uit het British Museum in Londen.

 

Stap 2: Taal van de oude Egyptenaren

De Egyptenaren beschreven hun graven, tempels en paleizen met hiërogliefen.
Pas na vele eeuwen onderzoek konden geleerden de hiërogliefen lezen.
De Egyptenaren schreven op papyrus. Papyrus werd gemaakt uit riet.
Mensen die konden schrijven stonden in hoog aanzien.
Hun werk was belangrijk voor het Egyptische bestuur.

Beantwoord deze drie vragen.

Stap 3: Van logogram tot alfabet

Ook in andere landen ontwikkelden slimme volken een eigen schrift.
De tekens bestonden vaak uit afbeeldingen, logogrammen. De tekens waren vaak erg moeilijk. Weinig mensen konden schrijven of lezen.

Pas na vele eeuwen schrijven bedacht men het alfabet. Dat bestaat uit maar 26 tekens. Elke uitgesproken klank heeft een teken. Daarmee kun je alle woorden schrijven die je maar wilt. Dat was een enorme vooruitgang! Het alfabet was gemakkelijk te begrijpen. Steeds meer mensen begonnen te lezen en te schrijven.

Beantwoord nu de volgende vraag:
Op welke manier ontwikkelden schriftsoorten zich?

  1. Van afbeeldingen naar klanktekens.
  2. Van kleine letters naar hoofdletters.


Stap 4: Eindproduct

Ga nu aan de slag om je klasgenoten te testen! Kies zelf wat je doet:

A Jouw geheime boodschap schrijven in spijkerschrift.
Gebruik daarvoor deze website over spijkerschrift.
B Jouw geheime boodschap schrijven in hiërogliefen.
Gebruik nogmaals de website van het Museum van Oudheden.

Wissel met je klasgenoten de geheime boodschappen uit.
Probeer elkaars boodschappen te lezen.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • je boodschap is geschreven met behulp van een oud alfabet.
  • je je boodschap hebt laten lezen door een klasgenoot.

Begrippenlijst

Einde Prehistorie
De ontwikkeling van het schrift betekende het einde van de prehistorie. Het jaartal voor het begin van de historie is: 3000 v.C.
Begin Historie
De ontwikkeling van het schrift betekende het begin van de historie. Het jaartal voor het begin van de historie is: 3000 v.C.
Schrift – kleitabletten
In het Nabije Oosten is het schrift ontwikkeld. Er zijn teksten op kleitabletten uit die tijd bewaard gebleven.
Vruchtbare Sikkel: Mesopotamië
Gebied in het Midden-Oosten met vruchtbare landbouwgrond. Daar zijn de eerste steden ontstaan en werd het eerste schrift ontwikkeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mammoetjacht

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
Heel lang geleden was Europa bijna helemaal bedekt met sneeuw en ijs.
Grote zoogdieren zoals sabeltandtijgers en mammoeten leefden op de toendra's.
In films en verhalen lees je over de jacht op mammoeten. Spannend, maar is dat wel waar?
Zijn daar bewijzen voor?

Aan het eind van deze les kun je:

  • twee bronnen noemen die ons informatie geven over het leven van de mammoeten.
  • antwoord geven op de vraag: 'Is het waarschijnlijk dat mensen op mammoeten jaagden?'

Eindproduct
In een groepje bespreek het antwoord op de vraag:
Is het waarschijnlijk dat mensen op mammoeten jaagden?

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Tekst lezen en filmfragmenten bekijken over mammoeten.
Stap 2 Alleen Vragen beantwoorden over mammoeten.
Stap 3 Samen met drie of vier klasgenoten Antwoord bespreken op de vraag 'Is het waarschijnlijk dat mensen vroeger op mammoeten jaagden?


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

 

Stap 1: Overblijfselen mammoeten

Mammoeten leefden honderdduizenden jaren geleden in heel Noord-Europa en Noord-Amerika. Ze leefden in een ijstijd. Dat was een koude en droge periode. Mammoeten leefden vooral van gras. Ze aten wel 180 kilo per dag.

Bottten en kiezen van mammoeten zijn gevonden in de noordelijke delen van de wereld.
In Nederland worden vooral in de Noordzee overblijfselen van mammoeten gevonden. Daar was vroeger land. Ook in andere delen van Nederland zijn botten en kiezen gevonden.

Ook in Rusland zijn resten van mammoeten gevonden.
Bekijk deze filmpjes maar eens:


Mammoetjagers

Jagen op mammoeten
Mensen jaagden op mammoeten voor het vlees.
Hoe jaagden mensen op mammoeten? Misschien wel zoals in het volgende filmpje:


Mammoeten stierven uit
De mammoeten zijn uitgestorven. Waardoor?
Aan het einde van de ijstijd werd het warmer. De mammoeten konden daar niet goed tegen en stierven. En mensen konden steeds beter jagen. Steeds meer mammoeten werden gedood. Tot de laatste was uitgestorven.

Stap 2: Oefening Mammoeten

Maak de oefening.

Stap 3: Eindproduct

Bespreek nu in een groepje het antwoord op de vraag:
Is het waarschijnlijk dat mensen vroeger op mammoeten jaagden?

Denk bij het bespreken aan de volgende punten:

  • Zijn er bewijzen voor de jacht op mammoeten?
  • Wat weten we over de manier van leven van mammoeten en mensen? Bijvoorbeeld: Leefden ze bij elkaar?
  • Waren mammoeten interessant genoeg voor mensen om op te jagen?
    Waarom wel of waarom niet?

Natuurlijk kun je samen verder zoeken naar argumenten voor je antwoord.
Verzamel alle informatie in één document. Beantwoord nu samen de vraag.

Beoordeling
Lever je eindverslag in bij je docent.
Als meer groepen dit onderwerp hebben bestudeerd, is het leuk om een discussie te organiseren om jullie antwoorden te vergelijken!

Jullie krijgen een goede beoordeling voor deze opdracht als:

  • Je een goed beeld geeft van wat wij weten over jagers en mammoeten.
  • Je mening in goed Nederlands is opgeschreven.

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Hunebedden

Leerdoelen + eindproduct

Leerdoelen
Deze opdracht gaat over hoe de hunebedbouwers leefden in Nederland rond 3400 v. Chr.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen waar hunebedden voor dienden.
  • beschrijven wat de trechterbekercultuur en bandkeramiek is.

Eindproduct
Je sluit de opdracht af met het maken van een toets.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1   Samen met een klasgenoot Videoclip 'Hunebedden' bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2 Samen met een klasgenoot Bij twee afbeeldingen van hunebedden noteren waar hunebedden in Nederland voorkomen en waar ze voor werden gebruikt.
Stap 3 Samen met een klasgenoot Afbeeldingen zoeken van trechterbekers en een voorwerp uit de bandkeramiekcultuur. De periode waarin deze voorkwamen erbij noteren.
Stap 4 Samen met een klasgenoot Een video bekijken over de bouw van een hunebed. Eén ding noteren waarvan we niet weten of het echt waar is. En één ding noteren waarvan wel zeker is dat het waar is.
Stap 5 Alleen Eindproduct: De toets 'Hunebedden' maken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor de opdracht heb je 2 uur nodig.

 

 

Stap 1: Verkennen

Bekijk de volgende clip en beantwoord de vragen.

 

Stap 2: Hunebedden

Hunebedden zijn resten van stenen grafkelders. In die grafkelders werden de doden begraven. Ook denkt men dat de hunebedden werden gebruikt voor godsdienstige bijeenkomsten.

Open in een tekstverwerker een leeg document.
Ga op internet op zoek naar twee afbeeldingen van hunebedden.
Plaats de afbeeldingen in het lege document.

Schrijf bij de afbeeldingen op:

  • Waarvoor hunebedden werden gebruikt.
  • In welke provincie van Nederland hunebedden staan.

Sla het document op onder de naam 'Hunebedden'.
Gebruik het document ook bij de volgende stappen.

Stap 3: Trechterbekervolk

De hunebedbouwers waren de eerste boeren die zich in Nederland vestigden.
Zij worden ook wel het trechterbekervolk genoemd. Naar de trechterbekers die zijn opgegraven. Andere boeren die zich in Nederland vestigden waren de bandkeramiekers. Zij krasten bandvormige versieringen in hun aardewerk.

Zoek op internet een afbeelding op van een trechterbeker van de hunebedbouwers.
Plaats de afbeelding in het document 'Hunebedden'.
Zet bij de afbeelding het woord 'trechterbeker'.
Zet bij de afbeelding ook de periode waarin het trechterbekervolk leefde.

Zoek op internet ook een afbeelding op van een voorwerp van de bandkeramiekers.
Zet bij de afbeelding 'bandkeramiek'.
Zet bij de afbeelding ook de periode waarin de bandkeramiekers leefden.

 

Stap 4: Bouw hunebedden

Hunebedbouwers bouwden hun graven van enorme stenen.
Hoe ze dat deden weten we niet. In die tijd kon men nog niet schrijven.
Maar we denken dat het zo ging ....

Bekijk de volgende clip van SchoolTV.

Video: De bouw van een hunebed

Niet van alles wat je in het filmpje ziet, is het zeker dat het waar is.
Schrijf in het document 'Hunebedden' één ding uit het filmpje op waarvan we niet zeker weten of het echt waar is. Schrijf ook één ding uit het filmpje op waarvan we wel zeker weten dat het waar is.

Zijn jullie tevreden over het document?
Laat het document dan beoordelen door een ander groepje.

Stap 5: Toets Hunebedden

De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Hunebedden'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

 

Toets:Hunebedden

Begrippenlijst

Hunebedbouwers / hunebedden
De eerste boeren boven de grote rivieren in de Lage Landen waren de Hunebedbouwers (3400 -2850 v.C.). Zij bouwden van grote stenen hunebedden die dienst deden als begraafplaats. Zij woonden vooral in Noord-Oost Nederland.
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afsluiting

Eindopdracht

Eindopdracht

Je hebt alle opdrachten van Tijdvak 1 gemaakt; tijd voor de afsluiting.

Je sluit dit thema af met het zoeken van vijf afbeeldingen die het
tijdvak goed weergeven. Gebruik bij het zoeken van de afbeeldingen de
leerdoelen van de opdrachten.
Bij elke afbeelding geef je kort (max. 150 woorden) aan waarom de afbeelding volgens jou goed bij het tijdvak past.

Beoordeling
De afbeeldingen en de toelichting worden beoordeeld door je docent.
Je krijgt een goede beoordeling als:

  • Inhoud: passen de afbeeldingen goed bij het tijdvak?
  • Inhoud: passen de omschrijvingen bij de afbeeldingen?
  • Inhoud: dekken de afbeeldingen en de omschrijvingen de leerdoelen?
  • Creativiteit: zijn de afbeeldingen/omschrijvingen origineel?
  • Netheid: is er aandacht besteed aan de netheid?
  • Taal: bevatten de omschrijvingen niet te veel taalfouten?