Eindopdracht
Vooraf
In deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een spel.
Jullie kunnen denken aan verschillende spellen, bijvoorbeeld aan een spel als ganzenbord of een kaartspel, maar je mag ook een heel ander spel maken. De keuze is aan jullie.
In het spel dat je maakt, speelt het rekenen met negatieve getallen een belangrijk rol.
Vooraf
Lees voor je begint het stappenplan een keer helemaal door.
Tijd
Voor de afronding van het thema heb je 2 lesuren nodig.
Werk samen met één of twee klasgenoten.
Benodigheden
- Kaartspel
- Printer
- (Kleur)potloden, stiften, schaar, lijm, karton, plakband, ... voor het maken van het spel.
Stap 1: Kaarten
Je gaat een kaartspelletje spelen. Het is een spel voor \(\small{2}\) tot \(\small{4}\) personen.
Van het kaartspel gebruik je alleen de kaarten waar de getallen op staan én de azen.
Dus de boeren, vrouwen en heren doen niet mee.
De aas staat voor het getal \(\small{1}\). In het spel zijn de rode kaarten de negatieve getallen en de zwarte kaarten de positieve getallen.
De deler schudt het spel en geeft iedere speler drie kaarten.
De rest van de kaarten ligt omgekeerd op een stapel.
Degene links van de deler mag beginnen.
De speler die aan de beurt is, pakt altijd eerst een kaart van de stapel.
Daarna mag hij een setje kaarten op tafel leggen als de som van de getallen van het setje nul is.
Als de speler geen kaarten meer op tafel kan leggen is de speler die links van hem zit aan de beurt.
De eerste speler die aan het eind van zijn beurt geen kaarten meer over heeft, is de winnaar.
Veel plezier.
Stap 2: Ganzenbord
Ganzenbord
Nog een spel voor \(\small{2}\) tot \(\small{4}\) personen met negatieve getallen.
Download het Ganzenbordspel.
Druk het speelbord af of teken het over op een groot vel papier en knip
de \(\small{20}\) kaartjes uit met een '\(\small+\)' of een '\(\small\text{-}\)' er op.
Pak pionnen of maak zelf pionnen.
Iedere speler heeft een pion van een verschillende kleur nodig.
Speel het spel als volgt:
- Iedere speler begint op 0.
- De jongste speler mag beginnen.
- Degene die begint, gooit met de dobbelsteen en trekt een '\(\small+\)' of '\(\small-\)' kaart uit de stapel.
- Dat kaartje bepaalt de richting waarin hij gaat 'lopen'.
De speler doet het aantal stappen dat hij heeft gegooid in de positieve of negatieve richting.
Na speler 1 is speler 2 aan de beurt, etc.
De winnaar is degene die het eerst een 'finish'-vak bereikt.
Succes!
Stap 3: Spel maken
Je gaat samen met een klasgenoot aan de slag met het maken van een spel.
Lees eerst wat er in de gereedschapskist staat over het maken van een spel.
Bedenk nu eerst wat voor soort spel jullie gaan maken.
Negatieve getallen moeten een belangrijke rol spelen in het spel.
Jullie kunnen denken aan de volgende spellen: triviant, kwartet of memorie.
Maar jullie mogen natuurlijk ook een heel ander spel bedenken.
Maak het speelbord en/of de kaarten die je nodig hebt om het spel te spelen.
Schrijf ook de spelregels op.
Speel het spel een aantal keer.
Laat het spel ook door een aantal klasgenoten spelen.
Lees nu de beoordelinsgcriteria door in de gereedschapskist.
Pas het spel eventueel nog iets aan.
Tevreden?
Laat het spel dan beoordelen door je docent.
|
Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.
|
|