Ontmoetingsleren samen de praktijk in
Welke krachten heb jij ?
Hier vind je informatie over het project 'Ontmoetingsleren'.
Klik op de verschillende tabbladen voor verdere informatie.
Onderaan kun je de knop 'volgende' en 'terug' klikken.
Docenten worden ingezet als coach. Voor vragen kun je ook altijd bij je toegewezen coach terecht.
Wij wensen jullie heel veel ontmoetingsplezier met elkaar en vooral met de praktijk.
Welke opdracht hoort hierbij ?
Jullie kiezen als groep voor een opdracht die bij ontmoetingsleren hoort. De opdracht wordt uitgevoerd in het werkveld. Daarvoor staan 10 weken. Eerste week uitleg, laatste week evaulatie. De 8 tussenliggende weken gaan jullie aan de slag in de praktijk en/of bezig met de voorbereidingen voor een uitvoeringmoment.
De opleiding en de praktijk komen samen. Samen leren in een gemengde groep van verschillende klassen.
Met een mooi woord heet dat contextrijk leren. Je leert in de praktijk en je stelt je eigen leerdoelen op. Waar wil jij in groeien of beter in worden?
Bij ontmoetingsleren gaat het vooral om wat je van het werken in de praktijk leert en van het samenwerken. In de toekomst ga je ook veel samenwerken, dus waar liggen jouw sterke punten als het om samenwerken gaat?
Ben jij een leider? Ben jij creatief? Ben je een netwerken? Ben jij een goede helper en doener?
Je leert wat je al heel goed kunt en ook waar je verbeterpunten liggen. Ook leer je de krachten van een ander te benoemen en te zien. Jullie geven elkaar tips, trucs en samen staan jullie sterk in dit project. Dat heet peerbeoordeling.
Dit project doet vooral beroep op kunnen samenwerken en het accepteren van elkaars sterke en minder sterke kanten.
De coach is voor de begeleiding en ook om de groep vragen te stellen waar jullie staan in het hele leerproces van dit project. Wat is jullie plan, hoe ver zijn jullie, welke stappen gaan jullie ondernemen en wat is daarvoor nodig?
De kunst is om als groep gemotiveerd te blijven ook tijdens moeilijke momenten. Hoe motiveer je elkaar? Wat willen jullie samen aan het einde bereiken in en met de praktijk ? Hiervoor gaan jullie oplossingsgericht werken met elkaar. Kijken wat er mogelijk is.
Waar werk je allemaal aan?
- je probeert de inhoud van de opdracht helder te krijgen
- jullie bepalen met welke doelgroep je te maken hebt
- je traint jezelf in sociale vaardigheden (samenwerken/netwerken)
- je traint jezelf in organisatorische vaardigheden
- je leert dat je samen sterker staat en samen meer kunt presteren dan alleen
- je leert kritisch naar jezelf en naar je groepsgenoten te kijken om verder te komen
- je leert hoe je het beste elkaar kunt aanspreken op taken en verantwoordelijkheden
De projectgroep en het individu
Als projectgroep zijn jullie verantwoordelijk voor de voortgang en resultaten van het project.
Dat betekent:
- dat ieder initiatief bij de groep ligt vanaf het begin.
- elkaar goed, duidelijk en zoveel mogelijk informeren
- een duidelijk communicatiesysteem afspreken
- de coach op de hoogte houden en benaderen
- medestudenten die afwezig zijn wel 'meenemen' en 'attenderen' van het proces
- informatievoorziening regelen
- elkaar ondersteunen
- samen zorgen voor het slagen van dit project
De individuele student
Als individuele student ben je medeverantwoordelijk voor het welslagen van het project. Dat betekent:
- dat je al je kwaliteiten inzet
- dat je kunt verwachten dat anderen je ergens op aanspreken
- dat je weet wat jouw taken en verantwoordelijkheden zijn binnen de groep
- dat je het groepsbelang hoger op tilt
De opdracht in 6 stappen.
Stap 1. De doelgroep en doelgroepanalyse
Stap 2. Samenwerkingscontract maken & afspraken
Stap 3. Planning
Stap 4: Administratie (Teams aanmaken/samenwerkingscontract/doelgroepanalyse/logboek bijhouden/draaiboek maken/peerbeoordeling evt.)
Stap 5: Uitvoering
Stap 6: Beoordeling
Stap 1.
De doelgroep en doelgroepanalyse
Als groep maken jullie een keuze maken voor welke doelgroep jullie iets gaan uitvoeren/maken.
Er zijn een aantal projecten waar jullie als groep uit kunnen kiezen. Heeft de groep zelf een goed voorstel voor een ander project dat binnen zeer korte termijn (1 week) geregeld kan worden, dan is ook dit een optie. Overleg dit de eerste week direct met je coach. Alleen met zijn of haar toestemming is dit mogelijk.
Info indien je niet voor een aangeboden project kiest:
Voor welke doelgroep willen jullie iets betekenen?
Belangrijk is dat jullie overeenstemming hebben over de doelgroep en het project. Bij de doelgroep denk je aan hun zorg- en hulpvraag, wensen en behoeften.
- Wat zou ze gelukkig maken?
- Wat zou ze kunnen helpen?
- Wat zou verrassend zijn
Doellgroepanalyse maken
Om een goed plan te maken is het belangrijk dat jullie een goede doelgroepanalyse kunnen maken. Welke doelgroep kiezen jullie en wat zijn hun wensen en behoeften ? Zie bijlage onderaan.
Stap 2 : Samenwerkingscontract en afspraken maken
Samenwerkingscontract en individueel leerdoel opstellen
De coach kan jullie plan pas goedkeuren indien hij/zij de volgende twee zaken heeft goedgekeurd:
1. Een goed uitgewerkt samenwerkingscontract met een groepsdoel (vb zie bijlage : zelf maken)
2. Een goede doelgroepanalyse zie stap 1. (vb zie bijlage ; zelf maken)
Info over samenwerkingscontract.
Wie zijn jullie, wat willen jullie (groepsdoel), hoe gaan jullie te werk, hoe communiceren jullie, welke afspraken maken jullie, hoe beoordelen jullie elkaar met de peerbeoordeling? Wie is jullie coach? Welke afspraken maak je met hem/haar? Maak dit contract samen zie bijlage onderaan.
Persoonlijk leerdoel opstellen
Stel voor jezelf een persoonlijk leerdoel op wat je wilt bereiken met die project. Je blikt hierop terug na de uitvoering en voor het eindgesprek. Deze persoonlijke reflectie lever je in bij je coach.
Stap 3. Planning
Voor de planning is het belangrijk voor jullie project om te weten of het gaat om een 'speciale uitvoer dag'. Denk bijv. aan een project als sportdag. De uitvoerdag kan ook in een andere periode zijn, zodat je nu werkt aan de voorbereiding en de uitvoering in de volgende periode doet. Je krijgt hier uiteraard compensatie voor in de huidige periode. Verder is het goed om de datum in je draaiboek te zetten. Wat gaan jullie welke dag doen? * 29 febr. valt uit ivm de voorjaarsvakantie.
De eerste les is 15 februari - 19 feb. *Uiterste deadline 26 april (startshotweek)
Stap 4:Administratie
Teams aanmaken en documenten vullen
Maak een Teams aan met de studenten en de coach. Hierin bewaren jullie alle documenten en communiceren jullie met elkaar. Teams aanmaken is verplicht! Daarnaast mogen jullie als extra what's app gebruiken als groep.
Welke documenten moeten er in Teams:
1. Samenwerkingscontract
2. Doelgroepenanalyse
3. Logboek; tevens draaiboek (wie / wat / waar/ wanneer) bijhouden wie aanwezig is.
5. Peerbeoordeling
6. Uitvoeringsplan en zelfgemaakte en ingevulde feedbacklijsten van de opdrachtgever
7. Overig
Stap 5 Uitvoering
Activiteitenplan
Een activiteitenplan maken volgens de stappen van de wegwijzer; orienteren, plannen, uitvoeren, controleren en reflecteren.
Het uitvoeren van jullie plan gebeurt op de instelling die jullie gekozen hebben. Dit kan zijn een einduitvoering en/of meerdere datums dat jullie naar de instelling gaan. Zorg ervoor dat jullie zelf bedenken hoe jullie feedback van de instelling/ opdrachtgever ontvangen. Bedenk hiervoor als groep zelf een format.
Stap 6 Beoordeling
Peerbeoordeling en Eindgesprek (30 min)
Met het format zie verderop in de wikiwijs beoordelen jullie elkaar en in overleg met de coach plannen jullie als groep een eindgesprek in. Voor dit eindgesprek moet je klaar hebben:
- Peerbeoordeling
- Persoonlijke reflectieverslag af. Wat was je leerdoel en heb je dit gehaald? Deze moet je persoonlijk inleveren bij de coach voor het eindgesprek.
Verder wordt er in het eindgesprek ingegaan op het proces / het product en de uitvoering.
*Elk initiatief over de voortgang en/of uitvoering van het project ligt vanaf het begin bij jullie als groep, ook in het informeren van degenen die bij het project betrokken zijn.
Praktische zaken en afspraken
Startpunt van de les
Startpunt van de lessen in het vaste lokaal van jullie coach. Indien anders gewenst, bijvoorbeeld direct op locatie overleggen jullie dit met de coach van te voren!
Einde van de les
De coach maakt met jullie afspraken over het einde van de les; al dan niet weer samenkomen in het vaste lokaal.
Afwezigheid
De aan- en afwezigheid houdt de projectgroep zelf bij in het logboek. Daarnaast moet ook de coach op de hoogte gesteld worden als iemand uit de groep afwezig is.
Communicatie
Het communiceren met de coach doen jullie zelf. Zijn er conflicten onderling; zie dan adviezen en tips bij extra in deze wikiwijs. Komen jullie er nog niet uit, roep dan hulp in van de coach.
Aanvragen van verlof
Voor dit project krijgen jullie tijdens de lessen tijd om bijvoorbeeld instellingen te bezoeken om mensen te interviewen, om enquetes te houden enzovoort. Doe dit in overleg met de coach en indien nodig wordt er verlof aangevraagd in studievolg als het buiten de lessen om gaat.
Leerdoelen
Binnen het project ontmoetingsleren krijg je te maken met verschillende kennis en vaardigheden vanuit het kwalificatiedossier. Hieronder zie je per kwalificatiedossier (crebo) z de te behalen doelen behorend bij het ‘gedrag’ van de professional:
De volgende onderdelen komen bij ontmoetingsleren sterk naar voren die aan de doelen gekoppeld kunnen worden.
- Het maken van een samenwerkingscontract en samenwerken
- Het maken van een doelgroepanalyse en deze uitvoeren
- De peerbeoordeling , het presenteren en reflecteren (voor jezelf) en als groep(proces).
- Samen evalueren van het 'eindproduct'.
1.Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
B1-K1-W1: Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
De doelgroep analyse die gemaakt moet worden:
- vraagt gericht door bij de cliënt en naastbetrokkenen om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie,mogelijkheden, beperkingen, ondersteuningsvragen, wensen en verwachtingen van de cliënt en naastbetrokkenen;
- verzamelt actief vanuit diverse bronnen, relevante informatie over de cliënt
- bepaalt zorgvuldig de relevantie van gegevens.
De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Onderzoeken, Analyseren
B1-K1-W4: Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
Tijdens de activiteit:
- kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die zij organiseert;
- zorgt er tijdig voor dat de materialen en middelen onderhouden zijn;
- toont aandacht voor de leefwereld van de cliënt en naastbetrokkenen;
- motiveert de cliënt doelbewust om moeilijkheden te overwinnen of te accepteren;
- maakt tijdig een planning voor haar werkzaamheden.
B1-K1-W6: Stemt de werkzaamheden af
Samenwerkingscontract en voorbereiding met de instelling:
- voert tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen;
- staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen;
- formuleert duidelijke en haalbare doelen;
- streeft in gesprekken en tijdens overleg zonder moeite meerdere gespreksdoelen na;
- streeft doelbewust naar overeenstemming en voldoende steun voor besluiten;
- houdt rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit;
- bouwt professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking.
B1-K1-W7: Evalueert de geboden ondersteuning
Peerbeoordeling en reflectie (product en proces) / Evaluatie met de praktijk (product en proces) :
- vraagt actief en doelgericht naar de mening van de cliënt en andere betrokkenen over de geboden ondersteuning;
- neemt de tijd om te luisteren naar de ervaringen, ideeën en gevoelens van de cliënt en andere betrokkenen over de geboden ondersteuning;
- formuleert de bevindingen mondeling en schriftelijk op een gestructureerde manier zodat evaluatiegegevens
begrijpelijk en bruikbaar zijn;
- formuleert haalbare oplossingen voor het bijstellen van de zorg en begeleiding;
- hanteert in schriftelijke rapportages correcte taal, spelling en grammatica.
2.Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
B1-K1-W1: Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
De doelgroep analyse die gemaakt moet worden:
- vraagt gericht door bij de cliënt en naastbetrokkenen om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie, mogelijkheden, beperkingen, ondersteuningsvragen, wensen en verwachtingen van de cliënt en naastbetrokkenen;
- verzamelt actief vanuit diverse bronnen, relevante informatie over de cliënt
- bepaalt zorgvuldig de relevantie van gegevens.
B1-K1-W4: Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
Tijdens de activiteit:
- kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die zij organiseert;
- zorgt er tijdig voor dat de materialen en middelen onderhouden zijn;
- toont aandacht voor de leefwereld van de cliënt en naastbetrokkenen;
- motiveert de cliënt doelbewust om moeilijkheden te overwinnen of te accepteren;
- maakt tijdig een planning voor haar werkzaamheden.
B1-K1-W6: Stemt de werkzaamheden af
Samenwerkingscontract en voorbereiding met de instelling:
- voert tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen;
- staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen;
- formuleert duidelijke en haalbare doelen;
- streeft in gesprekken en tijdens overleg zonder moeite meerdere gespreksdoelen na;
- streeft doelbewust naar overeenstemming en voldoende steun voor besluiten;
- houdt rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit;
- bouwt professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking.
B1-K1-W7: Evalueert de geboden ondersteuning
Peerbeoordeling en reflectie (product en proces) / Evaluatie met de praktijk (product en proces) :
- vraagt actief en doelgericht naar de mening van de cliënt en andere betrokkenen over de geboden ondersteuning;
- neemt de tijd om te luisteren naar de ervaringen, ideeën en gevoelens van de cliënt en andere betrokkenen over de geboden ondersteuning;
- zoekt nauwgezet uit of de benodigde gegevens betrouwbaar, volledig en relevant zijn;
- formuleert de bevindingen mondeling en schriftelijk op een gestructureerde manier zodat evaluatiegegevens begrijpelijk en bruikbaar zijn;
- formuleert haalbare oplossingen voor het bijstellen van de zorg en begeleiding;
- hanteert in schriftelijke rapportages correcte taal, spelling en grammatica.
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
Peerbeoordeling en reflectie (product en proces) / Evaluatie met de praktijk (product en proces) :
- verkent actief mogelijkheden om kennis te vergaren, te delen en samen te ontwikkelen;
- haalt doelgericht betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid: zowel mondeling als schriftelijk;
- draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk over;
- gebruikt passend taal- en woordgebruik voor de gesprekspartner;
- gebruikt feedback doelbewust om zich verder te ontwikkelen.
3.Pedagogisch medewerker kinderopvang
B1-K1-W1: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
De doelgroep analyse die gemaakt moet worden:
- creëert vertrouwen;
- is tactvol en empathisch bij het bespreken van zaken die mogelijk schaamtevol en moeilijk bespreekbaar zijn;
- inventariseert op methodische wijze de ontwikkeling, wensen en behoeften van het kind;
- observeert zorgvuldig, methodisch en volgens geldende protocollen en procedures;
- registreert haar waarneming nauwgezet en accuraat;
- past de interactievaardigheden 'sensitieve responsiteit', respect voor autonomie' en 'praten en uitleggen' effectief toe.
B1-K1-W2: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
Tijdens de activiteit:
- regelt ruim van tevoren activiteiten;
- kiest passende materialen;
- schat de benodigde tijd juist in;
- houdt effectief rekening met randvoorwaarden en onvoorziene omstandigheden.
B1-K1-W4: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
Samenwerkingscontract en voorbereiding met de instelling:
- voert tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen;
- staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen;
- formuleert duidelijke en haalbare doelen;
- neemt actief en effectief deel aan het overleg/de gesprekken/de discussies;
- realiseert in gesprekken en tijdens overleg meerdere gespreksdoelen;
- houdt rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit;
- bouwt professioneel aan de onderlinge band en samenwerking.
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
Peerbeoordeling en reflectie (product en proces) / Evaluatie met de praktijk (product en proces) :
- kiest passende methode(n) om evaluatiegegevens te verzamelen;
- verzamelt gegevens actief, doelgericht en met gebruikmaking van de juiste taalvariant;
- toont interesse, begrip en interculturele sensitiviteit voor de standpunten van anderen;
- formuleert scherp en kernachtig;
- vormt een reëel beeld van haar eigen werkwijze;
- trekt uit gegevens de belangrijkste conclusies;
- registreert relevante gegevens op de voorgeschreven wijze.
4.Onderwijsassistent
B1-K1-W1: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
De doelgroep analyse die gemaakt moet worden:
- creëert vertrouwen;
- is tactvol en empathisch bij het bespreken van zaken die mogelijk schaamtevol en moeilijk bespreekbaar zijn;
- inventariseert op methodische wijze de ontwikkeling, wensen en behoeften van het kind;
- observeert zorgvuldig, methodisch en volgens geldende protocollen en procedures;
- registreert haar waarneming nauwgezet en accuraat;
- past de interactievaardigheden 'sensitieve responsiteit', respect voor autonomie' en 'praten en uitleggen' effectief toe.
B1-K1-W2: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
Tijdens de activiteit:
- regelt ruim van tevoren activiteiten;
- kiest passende materialen;
- schat de benodigde tijd juist in;
- houdt effectief rekening met randvoorwaarden en onvoorziene omstandigheden.
B1-K1-W4: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
Samenwerkingscontract en voorbereiding met de instelling:
- voert tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen;
- staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen;
- formuleert duidelijke en haalbare doelen;
- neemt actief en effectief deel aan het overleg/de gesprekken/de discussies;
- realiseert in gesprekken en tijdens overleg meerdere gespreksdoelen;
- houdt rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit;
- bouwt professioneel aan de onderlinge band en samenwerking.
B1-K1-W5: Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten
- gebruikt materialen effectief en vindingrijk;
- schakelt snel tussen de verschillende kinderen en van het individuele kind naar de groep;
- speelt flexibel in op veranderingen in de situatie;
- toont voorbeeldgedrag in correct taalgebruik
- past interactievaardigheden effectief toe: respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen en ontwikkelingsstimulering.
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
Peerbeoordeling en reflectie (product en proces) / Evaluatie met de praktijk (product en proces) :
- kiest passende methode(n) om evaluatiegegevens te verzamelen;
- verzamelt gegevens actief, doelgericht en met gebruikmaking van de juiste taalvariant;
- toont interesse, begrip en interculturele sensitiviteit voor de standpunten van anderen;
- formuleert scherp en kernachtig;
- vormt een reëel beeld van haar eigen werkwijze;
- trekt uit gegevens de belangrijkste conclusies;
- registreert relevante gegevens op de voorgeschreven wijze.
De onderliggende competenties zijn: Formuleren en rapporteren, Analyseren, Aandacht en begrip
tonen, Samenwerken en overleggen, Onderzoeken
De planning
Hieronder vind je een planning van een periode . Deze planning moet je als groep goed in de gaten houden en zelf maken / aanpassen in huidige tijd. Check ook goed, wanneer je op een school de activiteit doet wanneer de vakantie is.
1e les 15 februari
2e les 22 februari
Voorjaarsvakantie
3e les 8 maart
4e les 15 maart
5e les 22 maart
6e les 29 maart
7e les 5 april
8e les 12 april
9e les 19 april (laatste les)
26 april is 3e startshotdag
Het logboek
Wanneer je als projectgroep bij elkaar komt, ben je aan het overleggen. Jullie nemen besluiten of je maakt plannen over wat er al wel en niet mogelijk is.
Tip 1 : Zorg ervoor dat je iemand aanwijst in de groep die de leiding durft te nemen indien dit nodig is. Soms komt er niets uit en ligt alles stil; je demotiveert elkaar. Belangrijk is om dan een persoon aan te wijzen die helderheid kan geven en doorslag kan geven.
Tip2 : Ook is het handig iemand aan te wijzen die zaken noteert voor in het logboek. Dit kun je ook per toerbeurt doen. Kies welke vorm jullie willen, toch noteer wat je doet, wat de plannen zijn en waar jullie naar toe willen of nog nodig hebben. Deel dit met elkaar, zodat het niet bij een persoon ligt en je een volgende keer niet verder kunt als deze persoon er niet is.
De inhoud van het logboek per week
- Organisatorische zaken zoals de namen van de groepleden.
- Noteer per week wie afwezig is.
- Zaken over hulpvragen , samenwerking, taakverdeling en besluiten.
Maak de planning zichtbaar in schema; zie voorbeeld hieronder dat je kunt gebruiken.
Een voorbeeld....maar maak jullie eigen schema!
| |
Wie |
Wat & hoe |
Waar |
Wanneer |
Check |
Belangijke tel. nr's |
| week 1 |
groep |
Brainstorm |
|
|
|
|
| week 2 |
Chantal digitaal |
samenwerkingscontract maken |
op school |
09:00 uur-10:00 uur |
|
|
| week 3 |
|
inleveren samenwerkingscontract
doelgroepanalyse af
|
bij docent |
week 3 |
|
|
| week 4 |
Simon |
brief schrijven naar..... |
|
|
|
|
| week 5 |
groep |
Peerbeoordeling bespreken |
|
|
|
|
| week 6 |
|
|
|
|
|
|
| week 7 |
|
|
|
|
|
|
| week 8 |
|
|
|
|
|
|
| weeek 9 |
|
eindgesprek & eindpeerbeoordeling |
|
|
|
|
| week 10 |
|
eindgesprek |
|
|
|
|
Persoonlijke leerdoelen & reflectie
Bewustwordingsproces
De leerdoelen die bij dit projectonderwijs horen hebben te maken met een groei in je eigen bewustwordingsproces. Je kijkt naar jezelf en naar je groepsleden.
Wat kan je al goed ? Waar wil je nog beter in worden? Wat heb jij daar voor nodig? Hoe wil je daaraan werken?
Door reflectie kun je beter verwoorden hoe je samenwerkt.
Hoe werk jij het beste? Met wie? Waar liggen je sterke punten? En waar liggen jouw verbeterpunten met betrekking tot samenwerken ? Je leert niet alleen, maar samen met jouw projectgroep en de praktijk. Doordat je samenwerkt werk je aan:
- het delen van onderzoek- en denkprocessen
- het bewust inzetten van bepaalde taken bij bepaalde personen
- het uitlichten van krachten en talenten bij de groepsleden
- het kunnen omgaan met meningsverschillen (respect voor de ander )
- het kunnen uiten en verwoorden van je eigen mening / voorstel.
- het samen verantwoordelijk zijn voor het proces en 'einddoel'.
- open en eerlijk durven zijn; elkaar beoordelen via een 'peerbeoordeling'.
- het ontdekken van al dan niet meerwaarde aantal jaren 'school- en werkervaring'.
Leren reflecteren
Dit alles leer je door goed naar jezelf te durven kijken. Reflecteren op je eigen handelen en op je eigen werkwijze. Waarom doe jij de dingen zoals je ze doet? Wat betekent dit voor de groep waarin je samenwerkt? Hoe ga jij om met feedback van anderen? Hoe ga jij om met eventuele conflicten? Wat vind jij belangrijk bij een goede samenwerking? Hoe objectief ben jij? Wat gebeurt er als je uit je comfortzone moet komen?
Je leert samenwerken in een 'setting' die je straks ook in je toekomstige werk kunt verwachten. Je leert samenwerken met anderen die je nog niet goed kent, maar waarbij je samen op onderzoek gaat naar elkaars kwaliteiten. Er wordt vooral een beroep gedaan op jou als toekomstig professional om te leren omgaan met reflecteren op jezelf en waarbij je goede feedback/forward kunt geven op anderen die je minder goed kent.
Beoordeling
De beoordeling van deze opdracht bestaat uit twee onderdelen.
- Peerbeoordeling: Je beoordeelt elkaar door middel van een peerbeoordeling.
- Eindgesprek: Jullie hebben een eindgesprek met de coach die mede bepaalt of er een voldoende kan worden gegeven.
Jullie kiezen als groep of je gaat voor individuele cijfers of een groepscijfer. Dat bepalen jullie in het samenwerkingscontract. Denk hier goed over na. Een veel gehoord probleem is bij groepswerk: "ik/wij doe(n) alles en hij/zij niets...en toch krijgt hij/zij hetzelfde cijfer. Dat is oneerlijk!" Maak hier van tevoren duidelijke afspraken over met elkaar.
Besef ieders talent ligt ergens anders en het belangrijkste is dat je als groep samen verder komt en jullie samen iets neerzetten. Het proces hierin is misschien wel het belangrijkste. Je leert elkaar kennen, je leert elkaar ook beoordelen en aanspreken op elkaars verantwoordelijkheid, inzet en activiteiten.
Als je op de link hieronder klikt, kun je de peerbeoordeling vinden en het eindgesprek.
Extra's
Voorbeelden keuzeopdrachten
Hieronder vind je een lange lijst met allerlei opdrachten waar je als groep uit mag kiezen. Let op niet: moet!
Het mooiste is dat jullie als groep zelf iets bedenken uiteraard waar je voor een volle 100% voor gaat .
Als groep moet je tot een plan/idee komen waar je in dit project aan wilt werken.Jullie moeten bij de docent om goedkeuring te vragen voor het plan.
Kom je niet zelf tot een plan; neem dan een kijkje hieronder.
Onderwijs: Maak 3 ‘lessen’ voor in het speciaal of basisonderwijs (kies uit onderbouw gr. 1-3, middebouw gr. 4-5-6 of bovenbouw gr. 7-8) rond een bepaald thema en voer deze uit.
- Maak een brief voor de school waarin je aangeeft wat jullie doel is van deze lessen en bied meteen aan om deze lessen ook te geven.
- Maak een doelgroepanalyse (dus bepaal welke bouw / groep jullie kiezen)
- Maak een activiteitenplan voor de lessen rondom een bepaald thema
- Voer de lessen uit onder toezicht van een professional
- Maak een feedbackformulier die de professional na de lessen over jullie invult
- Vraag de professional om het feedbackformulier in te vullen en reflecteer hierop
Voer een activiteit uit met vmbo leerlingen (Maarsdreef, Stationslaan, Engelandlaan en Sportparklaan)
- Maak een doelgroepanalyse
- Maak en gebruik een activiteitenschema en bedenk aan welke criteria je wilt voldoen, zowel voor het proces als het product
- Bedenk een mooie activiteit die aansluit bij deze doelgroep.
- Maak een feedbackformulier die de professional na de lessen over je invult
- Maak een evaluatieformulier die de leerlingen kunnen invullen na de activiteit; hoe vonden ze de activiteit? Welke meerwaarde had het voor hun?
- Laat de leerlingen het formulier invullen
- Vraag de professional om jouw feedbackformulier in te vullen en reflecteer hierop
- Evalueer en noteer hoe het in de praktijk is gegaan
Doe een bevolkingsonderzoek over ‘iets (geluk/gezondheid/zorg/media... enz’ in Stadskanaal en zorg dat je bevindingen in de kanaalstreek te lezen zijn
- Kies een bevolkingsgroep
- Maak een doelgroepanalyse van de bevolkingsgroep die je wilt onderzoeken
- Maak een interview en/of een enquête voor je onderzoek
- Ga de straat op en spreek mensen aan en vraag of je hen mag interviewen en zorg dat je genoeg mensen hebt bevraagd. Minimaal 50.
- Verwerk je interviews en trek hier een conclusie uit: wat vinden mensen over ..............?
- Zorg dat je contact zoekt met de Kanaalstreek en evt. andere kranten en informeer hen over jullie onderzoek. Vraag of ze jullie artikel in de krant kunnen plaatsen
Bedenk een creatieve manier om het belang van het ervaren van bijvoorbeeld 'sporten/ muziek/geluk of iets anders' onder de aandacht te brengen bij medewerkers van …. En voer dit plan ook met hen uit.
- Bedenk welke doelgroep jullie willen bevragen en maak hier een doelgroepanalyse van. Vraag de teamleider en medewerkers om toestemming.
- Zoek uit wat het belang is van 'jullie onderwerp' voor een mens
- Maak een interview en/of enquête/video/andere creatieve manier
- Maak een plan van aanpak
Zoek via welzijnsorganisaties uit hoe het contact is qua geluk met betrekking tot hun cliënten en bedenk 3 geluksverhogende activiteiten en voer 2 activiteiten uit.
- Benader een welzijnsorganisatie en vraag of je je plan mag komen uitvoeren?
- Zoek uit wat geluk inhoudt en hoe het gesteld is met het geluk van je doelgroep
- Maak een doelgroepanalyse van de groep cliënten die je wilt onderzoeken
- Maak een activiteitenschema van de 3 geluksverhogende activiteiten
- Voer twee activiteiten ook uit;
- Scholing in het team over je geluksverhogende activiteiten (activiteit 1)
- Activiteit uitvoering met de doelgroep (activiteit 2)
- Schrijf een reflectie over de uitvoering van je twee activiteiten
Maak een film waarin je 'iets; een kern' van mensen vanuit verschillende (minimaal 3) levensfasen naar voren laat komen
- Maak een doelgroepanalyse van die levensfasen die je wilt onderzoeken
- Maak een interview en/of een enquête voor je onderzoek
- Maak een activiteitenplan; hoe ga je de film maken en wat heb je nodig
- Ga de straat op en spreek mensen aan en vraag of je hen mag interviewen en zorg dat je genoeg mensen hebt bevraagd. Minimaal…
- Zorg dat je een creatieve film in elkaar zet welke bestaat uit verschillende onderdelen/montages.
Organiseer een 'verrassede dag' in het werkveld; peuterspeelzaal / kinderdagverblijf , buitenschoolse opvang, basisschool, speciaal onderwijs, verzorgingshuis, woonvorm, dagbesteding e.d.
- Maak een doelgroepanalyse van de groep waar je iets mee wilt.
- Onderzoek en noteer wat de wensen zouden kunnen zijn om deze doelgroep te verrassen.
- Brainstorm over een activiteit voor een dag of halve dag.
- Maak hiervan een activiteitenplan.
- Voer de activiteiten uit
- Maak een feedbackformulier waarop de professional zijn/haar bevindingen kan noteren
- Bevraag de doelgroep naar hun bevindingen
- Blik terug op de uitvoering en leerpunten.
Ontwerp samen een product voor een gekozen doelgroep .....
- Bedenk samen welk product voor welke doelgroep jullie zouden willen maken.
- Maak de doelgroepanalyse; wat zijn hun wensen/ behoeften?
- Wie zou je kunnen (mede kunnen) inschakelen om dit product tot stand te laten komen? Denk aan bijvoorbeeld de techniekafdeling in onze school; een speciale schommel maken?
- Is er een inzamelingsactie nodig? Wat zou je hiervoor kunnen bedenken?
Ontwerp een soort van 'buddyproject'. Kijk samen waar er nu mensen 'tekort' zijn en stel jullie als groep actief op door hiervoor activiteiten te bedenken of op te zetten.
- Ga op zoek naar een eenzaam persoon waar je buddy voor kunt zijn de komende weken. Via welzijnsorganisaties/ouderenzorginstellingen enzovoort.
- Maak een doelgroepanalyse van de levensfase waarin jouw cliënt zit.
- Onderzoek en noteer waar de cliënt behoefte aan heeft.
- Onderzoek en noteer hoe het nu gesteld is met de 'geluksbeleving' van je cliënt
- Maak een activiteitenplan voor de komende tijd (minimaal 4 bezoeken). Hoe ga je ervoor zorgen dat de(ze) cliënt(en) voor nu en evt. in de toekomst meer 'happy' is/zijn.
- Voer de georganiseerde dagen uit en reflecteer hierop.
Bedenk een soort van sportproject/een aantal (minimaal 4) sportlessen voor basisschoolkinderen en voer dit project in samenwerking met een professional ook uit
- Zoek een professional die sportlessen geeft (op de basisschool) en stel je vraag: uitvoeren van een project
- Maak een doelgroepanalyse over het schoolkind
- Houd een interview met de professional over zijn functie en waarom hij sport belangrijk vindt voor basisschoolkinderen
- Maak een activiteitenplan over je project/sportlessen
- Voer je project/sportlesssen onder toezicht van de professional uit en reflecteer hierop
- Maak een feedbackformulier die de professional na de lessen over je invult
- Vraag de professional om jouw feedbackformulier in te vullen en reflecteer hierop
Bedenk wat muziek/theater kan doen voor het werkveld? Bedenk een activiteit/project waarin muziek/theater centraal staat en even goed onder de aandacht komt.
- Kies en doelgroep en maak een doelgroepanalyse.
- Bedenk welk evenement rondom muziek / theater jullie willen doe bij de doelgroep.
- Voer het uit of maak een videoclip / lied / film wat je aan de doelgroep toont.
- Bedenk hoe dit evenement verder vorm zou kunnen krijgen.
Dit was een greep en uiteraard is er veel meer te bedenken.
Denk aan Fotografie met de doelgroep of koken met de doelgroep, neem de doelgroep
mee in de natuur...enz.
Uitgangspunt blijft steeds:
Kies een doelgroep; wat zijn hun wensen / behoeften; waar zouden jullie ze mee kunnen verrassen, verblijden en hoe kunnen jullie je eigen ervaringen delen met de doelgroep en hiervan weer verder leren. Of kiezen jullie als groep juist voor een onderzoek? Ook dat mag. Bij alles geldt ga in overleg met je docent/coach en jullie komen ergens.
Uitleg over een interview maken en uitvoeren
Hoe maak ik een interview?
- Bedenk een onderwerp
- Doe wat vooronderzoek, verdiep je in jouw onderwerp en bekijk wat je er al van weet
- Schrijf op wat je over dat onderwerp te weten wil komen. Het maken van een woordspin, woordwolk of mindmap kan helpen
- Ken je iemand die verstand heeft van het onderwerp, vraag hem of haar dan nog eens om te kijken of je nog vragen mist
- Stel verschillende vragen op en zorg voor veel open vragen en zo min mogelijk gesloten vragen
- Zet de vragen in de goede volgorde. Maak groepjes met onderwerpen die bij elkaar horen
- Werk alles na het interview zo snel mogelijk uit. Zorg dat je objectief blijft, dus geen dingen erbij verzinnen. Letterlijk noteren wat diegene heeft gezegd. Zorg ervoor dat je verslag er netjes uitziet.
- Voordat je het ergens publiceert, is het wel zo netjes om het aan de geïnterviewde te laten lezen.
Voor het interview:
- Zorg dat je het telefoonnummer hebt van degene die je gaat interviewen en andersom. Mocht er iets tussen komen, dan kun je contact opnemen met elkaar.
- Bedenk goed wat de doelgroep is; wie gaat het interview lezen. Pas daarop je schrijfstijl aan.
Tijdens het interview:
- Wees beleefd en vertel waarom je dit interview wilt doen
- Neem eventueel een bedankje/presentje mee voor de geïnterviewde
- Vraag door!
- Respecteer het als iemand geen antwoord wil geven op een vraag
- Maak aantekeningen en neem evt. een audio/video-opname (dit moet je altijd vragen)
- Laat merken dat je goed luistert. Bijv. door af en toe te knikken.
Uitleg over een enquete maken en uitvoeren
Het houden van een enquête
1. Brainstorm in jullie groep over de onderwerpen en motiveer de keuze voor het onderwerp dat jullie willen onderzoeken, bijvoorbeeld een onderwerp dat je nieuwsgierig maakt of waar je een probleem mee hebt.
2. Maak een hoofdvraag. Er moet een onderzoek gedaan worden door middel van een enquête, dus je hebt een hoofdvraag nodig. Bijvoorbeeld als het gaat om het onderwerp ‘sport’ kun je onderzoeken: bevordert sport de saamhorigheid onder jongeren? Later kun je meer verschillende vragen toevoegen.
3. Verdiep je in het onderwerp door het zoeken van informatie. Kies ten minste zoveel bronnen als er leden in je groep zijn: boeken, theoretische artikelen, een encyclopedie, een ervaringsartikel zoals een interview met een topsporter. Wat kun je al vinden over het onderwerp? Informeer elkaar.
4. Nu ga je kijken of de hoofdvraag duidelijker gesteld kan worden. In ons voorbeeld: jongeren, wie zijn dat? Jongens, meisjes, kinderen? Saamhorigheid, wat bedoelen we daarmee? De hoofdvraag moet precies aangeven wat onderzocht gaat worden.
5. Houd een enquête. Dat wil zeggen dat je een vragenlijst of een stelling maakt en die laat invullen door een aantal mensen. Om een goed beeld te krijgen stel je dezelfde vragen aan ten minste 30 mensen. Als je groep uit 5 personen bestaat, kan dat betekenen dat ieder met 6 vragen ‘op pad’ gaat.
6. Bij het maken van een vragenlijst moet je het volgende goed in de gaten houden:
- Het taalgebruik moet afgestemd zijn op dat van de ondervraagde: aan kinderen stel je andere vragen dan aan volwassenen. Het is slim om simpel te formuleren, maar ook weer niet zo simpel dat het bij volwassenen irritaties oproept.
- De vragen moeten door de ondervraagde worden geaccepteerd. Ze moeten niet schokkend of bedreigend zijn. Denk bijvoorbeeld aan de beleving van eenzaamheid bij ouder wordende mensen.
- De vragen mogen niet suggestief zijn. Ze mogen de ondervraagde niet sturen in de richting van een bepaald antwoord.
-De vragen moeten duidelijk zijn. Iedereen moet onder een bepaalde vraag hetzelfde verstaan.
- Maak de vragenlijst niet te lang, veel mensen hebben het te druk om een lange vragenlijst in te vullen.
- Voordat je vragen gaat stellen, moet je met elkaar vaststellen hoe je de gegevens gaat verwerken.
Vraagvormen:
Je kunt gebruikmaken van verschillende vraagvormen
- Gesloten vragen
- Open vragen
Soorten enquêtes:
- huis-aan-huis enquête
- straat enquête
- telefonische enquête
- schriftelijke enquête met behulp van e-mail. Gebruik Forms bijvoorbeeld; noorderportal of google forms. Anoniem kan!
Bedenk vooraf wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende vormen en maak dan je keuze.
Hoe verwerk je de resultaten van de enquête?
Je zult begrijpen dat een enquête die je afneemt onder 25 tot 30 personen, geen onderzoek is waar je heel veel conclusies uit kunt halen. Eigenlijk is dat meer een steekproef. Je wilt wel iedere jongere een vraag stellen, maar dat kan gewoon niet qua tijd. Je zoekt dus een aantal jongeren uit. Hoe meer mensen je betrekt bij een onderzoek, hoe beter het onderzoek is.
Gegevens kun je op verschillende manieren verwerken, dit is mede afhankelijk van de manier waarop je vragen hebt gesteld:
- Je kunt de resultaten beschrijven
Bijvoorbeeld als het gaat om voorkomen van stress kun je beschrijven welke maatregelen er op een werkplek genomen worden om dit te voorkomen
- Je kunt percentages geven
Bijvoorbeeld 20% van de werknemers heeft een door de Arbo aanbevolen stoel.
- Je kunt gebruikmaken van grafieken
Bijvoorbeeld bij ‘burgerwacht is een goede zaak’.
Een verslag maken van een enquête:
1. Inleiding
- Je noemt het onderwerp van de enquête en beschrijft waarom de groep voor dat onderwerp gekozen heeft.
- Je noemt de hoofdvraag, dit is een algemene vraag die als kapstok dient voor de enquêtevragen. Bijvoorbeeld: hoe gaan jongeren om met alcohol? of: hoe denken jongeren over vandalisme?
2. De vragenlijst: de enquête zoals je die aan andere mensen hebt gegeven
3. Het onderzoek
- Onder welke doelgroep is de enquête gehouden?
- Hoeveel mensen zijn er ondervraagd?
- Wanneer en waar?
- Op welke manier?
- Hoe waren de taken verdeeld binnen de groep?
- Welke reacties kregen jullie?
- Welke bijzonderheden waren er verder?
4. De resultaten
- Hoeveel enquêteformulieren zijn er uitgegeven en hoeveel zijn er uiteindelijk ingevuld?
- Maak een overzicht van de antwoorden ( welke antwoorden zijn er gegeven of hoeveel mensen gaven antwoord a, b of c enzovoort)
- De conclusie van deze gegevens is dan een antwoord op de onderzoeksvraag
5. Verband tussen de resultaten en literatuur
- Beschrijf de verschillen en overeenkomsten die je hebt gevonden tussen de antwoorden op de enquête.
Omgaan met conflicten
Omgaan met een conflict in de groep
|
Stappen
|
Werkwijze
|
|
Leg het werk meteen stil
|
Maak een rondje, waarin duidelijk wordt gemaakt wat er aan de hand is. Wat zijn de oorzaken van het conflict? Iedereen spreekt zich uit zonder discussie
|
|
Een rondje maken met ieders wensen
|
Inventariseer alle plannen en ideeën om tot een oplossing te komen
|
|
Kies een oplossing
|
Formuleer de oplossing in concrete termen. Controleer of de oplossing bruikbaar is
|
|
Uitvoeren van de plannen
|
Help elkaar bij het uitvoeren van de plannen en zorg dat iedereen betrokken blijft.
|
Samenwerkingscontract
