
Hieronder vind je een lange lijst met allerlei opdrachten waar je als groep uit mag kiezen. Let op niet: moet!
Het mooiste is dat jullie als groep zelf iets bedenken uiteraard waar je voor een volle 100% voor gaat .
Als groep moet je tot een plan/idee komen waar je in dit project aan wilt werken.Jullie moeten bij de docent om goedkeuring te vragen voor het plan.
Kom je niet zelf tot een plan; neem dan een kijkje hieronder.
Onderwijs: Maak 3 ‘lessen’ voor in het speciaal of basisonderwijs (kies uit onderbouw gr. 1-3, middebouw gr. 4-5-6 of bovenbouw gr. 7-8) rond een bepaald thema en voer deze uit.
Voer een activiteit uit met vmbo leerlingen (Maarsdreef, Stationslaan, Engelandlaan en Sportparklaan)
Doe een bevolkingsonderzoek over ‘iets (geluk/gezondheid/zorg/media... enz’ in Stadskanaal en zorg dat je bevindingen in de kanaalstreek te lezen zijn
Bedenk een creatieve manier om het belang van het ervaren van bijvoorbeeld 'sporten/ muziek/geluk of iets anders' onder de aandacht te brengen bij medewerkers van …. En voer dit plan ook met hen uit.
Zoek via welzijnsorganisaties uit hoe het contact is qua geluk met betrekking tot hun cliënten en bedenk 3 geluksverhogende activiteiten en voer 2 activiteiten uit.
Maak een film waarin je 'iets; een kern' van mensen vanuit verschillende (minimaal 3) levensfasen naar voren laat komen
Organiseer een 'verrassede dag' in het werkveld; peuterspeelzaal / kinderdagverblijf , buitenschoolse opvang, basisschool, speciaal onderwijs, verzorgingshuis, woonvorm, dagbesteding e.d.
Ontwerp samen een product voor een gekozen doelgroep .....
Ontwerp een soort van 'buddyproject'. Kijk samen waar er nu mensen 'tekort' zijn en stel jullie als groep actief op door hiervoor activiteiten te bedenken of op te zetten.
Bedenk een soort van sportproject/een aantal (minimaal 4) sportlessen voor basisschoolkinderen en voer dit project in samenwerking met een professional ook uit
Bedenk wat muziek/theater kan doen voor het werkveld? Bedenk een activiteit/project waarin muziek/theater centraal staat en even goed onder de aandacht komt.
Dit was een greep en uiteraard is er veel meer te bedenken.
Denk aan Fotografie met de doelgroep of koken met de doelgroep, neem de doelgroep
mee in de natuur...enz.
Uitgangspunt blijft steeds:
Kies een doelgroep; wat zijn hun wensen / behoeften; waar zouden jullie ze mee kunnen verrassen, verblijden en hoe kunnen jullie je eigen ervaringen delen met de doelgroep en hiervan weer verder leren. Of kiezen jullie als groep juist voor een onderzoek? Ook dat mag. Bij alles geldt ga in overleg met je docent/coach en jullie komen ergens.

Hoe maak ik een interview?
Voor het interview:
Tijdens het interview:

Het houden van een enquête
1. Brainstorm in jullie groep over de onderwerpen en motiveer de keuze voor het onderwerp dat jullie willen onderzoeken, bijvoorbeeld een onderwerp dat je nieuwsgierig maakt of waar je een probleem mee hebt.
2. Maak een hoofdvraag. Er moet een onderzoek gedaan worden door middel van een enquête, dus je hebt een hoofdvraag nodig. Bijvoorbeeld als het gaat om het onderwerp ‘sport’ kun je onderzoeken: bevordert sport de saamhorigheid onder jongeren? Later kun je meer verschillende vragen toevoegen.
3. Verdiep je in het onderwerp door het zoeken van informatie. Kies ten minste zoveel bronnen als er leden in je groep zijn: boeken, theoretische artikelen, een encyclopedie, een ervaringsartikel zoals een interview met een topsporter. Wat kun je al vinden over het onderwerp? Informeer elkaar.
4. Nu ga je kijken of de hoofdvraag duidelijker gesteld kan worden. In ons voorbeeld: jongeren, wie zijn dat? Jongens, meisjes, kinderen? Saamhorigheid, wat bedoelen we daarmee? De hoofdvraag moet precies aangeven wat onderzocht gaat worden.
5. Houd een enquête. Dat wil zeggen dat je een vragenlijst of een stelling maakt en die laat invullen door een aantal mensen. Om een goed beeld te krijgen stel je dezelfde vragen aan ten minste 30 mensen. Als je groep uit 5 personen bestaat, kan dat betekenen dat ieder met 6 vragen ‘op pad’ gaat.
6. Bij het maken van een vragenlijst moet je het volgende goed in de gaten houden:
- Het taalgebruik moet afgestemd zijn op dat van de ondervraagde: aan kinderen stel je andere vragen dan aan volwassenen. Het is slim om simpel te formuleren, maar ook weer niet zo simpel dat het bij volwassenen irritaties oproept.
- De vragen moeten door de ondervraagde worden geaccepteerd. Ze moeten niet schokkend of bedreigend zijn. Denk bijvoorbeeld aan de beleving van eenzaamheid bij ouder wordende mensen.
- De vragen mogen niet suggestief zijn. Ze mogen de ondervraagde niet sturen in de richting van een bepaald antwoord.
-De vragen moeten duidelijk zijn. Iedereen moet onder een bepaalde vraag hetzelfde verstaan.
- Maak de vragenlijst niet te lang, veel mensen hebben het te druk om een lange vragenlijst in te vullen.
- Voordat je vragen gaat stellen, moet je met elkaar vaststellen hoe je de gegevens gaat verwerken.
Vraagvormen:
Je kunt gebruikmaken van verschillende vraagvormen
- Gesloten vragen
- Open vragen
Soorten enquêtes:
- huis-aan-huis enquête
- straat enquête
- telefonische enquête
- schriftelijke enquête met behulp van e-mail. Gebruik Forms bijvoorbeeld; noorderportal of google forms. Anoniem kan!
Bedenk vooraf wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende vormen en maak dan je keuze.
Hoe verwerk je de resultaten van de enquête?
Je zult begrijpen dat een enquête die je afneemt onder 25 tot 30 personen, geen onderzoek is waar je heel veel conclusies uit kunt halen. Eigenlijk is dat meer een steekproef. Je wilt wel iedere jongere een vraag stellen, maar dat kan gewoon niet qua tijd. Je zoekt dus een aantal jongeren uit. Hoe meer mensen je betrekt bij een onderzoek, hoe beter het onderzoek is.
Gegevens kun je op verschillende manieren verwerken, dit is mede afhankelijk van de manier waarop je vragen hebt gesteld:
- Je kunt de resultaten beschrijven
Bijvoorbeeld als het gaat om voorkomen van stress kun je beschrijven welke maatregelen er op een werkplek genomen worden om dit te voorkomen
- Je kunt percentages geven
Bijvoorbeeld 20% van de werknemers heeft een door de Arbo aanbevolen stoel.
- Je kunt gebruikmaken van grafieken
Bijvoorbeeld bij ‘burgerwacht is een goede zaak’.
Een verslag maken van een enquête:
1. Inleiding
- Je noemt het onderwerp van de enquête en beschrijft waarom de groep voor dat onderwerp gekozen heeft.
- Je noemt de hoofdvraag, dit is een algemene vraag die als kapstok dient voor de enquêtevragen. Bijvoorbeeld: hoe gaan jongeren om met alcohol? of: hoe denken jongeren over vandalisme?
2. De vragenlijst: de enquête zoals je die aan andere mensen hebt gegeven
3. Het onderzoek
- Onder welke doelgroep is de enquête gehouden?
- Hoeveel mensen zijn er ondervraagd?
- Wanneer en waar?
- Op welke manier?
- Hoe waren de taken verdeeld binnen de groep?
- Welke reacties kregen jullie?
- Welke bijzonderheden waren er verder?
4. De resultaten
- Hoeveel enquêteformulieren zijn er uitgegeven en hoeveel zijn er uiteindelijk ingevuld?
- Maak een overzicht van de antwoorden ( welke antwoorden zijn er gegeven of hoeveel mensen gaven antwoord a, b of c enzovoort)
- De conclusie van deze gegevens is dan een antwoord op de onderzoeksvraag
5. Verband tussen de resultaten en literatuur
- Beschrijf de verschillen en overeenkomsten die je hebt gevonden tussen de antwoorden op de enquête.