Atlasgebruik - kopie 1

Atlasgebruik - kopie 1

Atlasgebruik

Inleiding

Begin zomervakantie

 

Kun jij op een landkaart aanwijzen waar je op vakantie bent?
Soms hebben mensen geen idee waar het land ligt, waar zij naartoe gaan.

In deze opdracht leer je hoe een atlas gebruikt wordt, zodat jij in ieder geval wel kunt aanwijzen op de kaart waar je op vakantie bent geweest.

Bekijk de volgende videoclip:

Leerdoelen-Werkwijze

 

Na deze opdracht:

  • Weet je wat een atlas is.
  • Weet je dat er verschillende soorten kaarten in een atlas zijn.
  • Weet je hoe een atlas is opgebouwd.
  • Kun je plaatsen, landen en steden opzoeken op een kaart.

Je rondt deze opdracht af met een speurtocht door de atlas.

 

Stap 1

De Botlas

 

Een atlas is een boek vol kaarten, afbeeldingen en andere gegevens. Op school wordt vaak de Bosatlas gebruikt. En die gebruik je ook voor deze opdracht....
Weet jij waarom de Bosatlas Bosatlas heet?
Lees in wikipedia over de Bosatlas en over meneer P.R. Bos.

 

Zoek antwoord op de volgende vragen:

  • Wat was het beroep van P.R. Bos?
  • In welk jaar verscheen de eerste schoolatlas?
  • Bij welke uitgever verschijnt de Bosatlas?
  • Wat is de 'Kleine Bosatlas?'

Stap 2

Opbouw van de atlas

De atlas zit vol kaarten. Die kaarten staan niet kris kras door elkaar, maar ze staan in een bepaalde volgorde. Over die volgorde is goed nagedacht.

Lees de tekst.
In de tekst ontbreekt nog een aantal woorden.

Selecteer de tekst en zet de tekst in een Worddocument.
Gebruik de Bosatlas om de ontbrekende woorden in te vullen.


De Bosatlas begint met ...1... en afkortingen.

Op blz. 2 staat hoe de atlas is opgebouwd. Er worden vijf kleuren gebruikt.

Vanaf blz. 3 begint de ...2... .
Vervolgens zijn er veel verschillende kaarten van ...3... .

Na ons land volgt een nieuwe afdeling in de kleur ...4... (blz. 52 t/m 77).
Deze kaarten gaan over het werelddeel ...5... .

Na geel komt ...6... . Dit zijn de kaarten over de werelddelen Australië/Oceanië, Azië, ...7... , Noord- en Zuid-Amerika.

Daarna staan er in de atlas kaarten over de ...8... (blz. 108 t/m 128).
Achterin de atlas vind je de registers:

....9.... , landenregister en ...10... .
De laatste pagina’s van de atlas zijn voor de aarde bij ...11... .


 

   

 

Stap 3

Soorten kaarten

 

Er zijn verschillende soorten kaarten:

 

  • overzichtskaarten
  • topografische kaarten
  • thematische kaarten.

Welke omschrijving hoort bij welke kaart?

  1. Dit zijn kaarten waarop een overzicht van de verschillende landen en streken duidelijk zijn aangegeven. Er zijn staatkundige en natuurkundige . . . . .
  2. Deze kaarten zijn zeer nauwkeurig en volledig. Dit zijn . . . . . .
  3. Dit zijn kaarten die gaan over een bepaald onderwerp. Denk aan het klimaat, de industrie, bevolkingsspreiding, etc. Dit zijn . . . . . 

Ga nu in de atlas op zoek naar twee voorbeelden van overzichtskaarten, twee voorbeelden van topografische kaarten en twee voorbeelden van thematische kaarten.

Stap 4 (1)

Hoe zoek je iets op in de atlas?

 

Om iets op te zoeken zijn er verschillende mogelijkheden:

 

  • de bladwijzer
  • landenregister
  • namenregister
  • zaakregister

Vul in de onderstaande zinnen de juiste mogelijkheid in.

  1. Als je de naam van een land weet, maar je weet niet precies waar het land ligt, gebruik je het ...... .
  2. De ...... vind je aan de binnenzijde van de achterkant van de atlas. Deze gebruik je als je ongeveer weet waar een land of stad ligt. Je ziet een kader om de landen waar een nummer bij staat. Het nummer is het nummer van de kaart.
  3. In het ...... staan alle namen van landen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat de juiste kaart en het juiste kaartvak.
  4. Moet je een kaart hebben die gaat over een bepaald thema of onderwerp dan kun je het best kijken in het ...... .


Ga verder op pagina 2.

Stap 4 (2)

Hoe zoek je iets op in de atlas?

 

Tijd om te oefenen.

Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen.

 

  1. Ga naar de bladwijzer. Welke kaarten zijn samen een overzichtskaart van Zuid-Nederland? Op welke kaart vind je het land Marokko?
  2. Ga naar het landenregister. Op welke kaart vind je het land Chili? Op welke kaarten vind je het land Zweden?
  3. Ga naar het namenregister. Op welke kaart vind je de stad Alberta? En op welke kaart Gennep?
  4. Ga naar het zaakregister. Op welke kaarten vind je informatie over het Boeddhisme? En op welke kaarten vind je informatie over aardbevingen?


Alle antwoorden gevonden?
Controleer je antwoorden door ze te vergelijken met de antwoorden van een klasgenoot.

Stap 5

Vakken op de kaart

 

Als je een plaats opzoekt in het register van topografische namen dan staat er vaak nog iets achter het kaartnummer.
Bijvoorbeeld Naarden 16-17 D3.
16-17 is de kaart die je nodig hebt en D3 geeft aan in welk kaartvak je Naarden vindt.
De letters (in dit geval de D) staan horizontaal bovenaan de kaart.
De getallen (in dit geval de 3) staan verticaal links en rechts op de kaart.
Vak D3 is vak dat in kolom D en in rij 3 ligt.

Gebruik kaart 16-17 (Midden-Nederland) en geef aan ik welk vak de volgende steden liggen?

 

  • Hoorn
  • Steenwijk
  • Scheveningen
  • Nijmegen
  • Almere
  • Enschede

Stap 6 (1)

Legenda

 

Op een kaart zijn vaak verschillende kleuren gebruikt. En op een kaart staan mogelijk verschillende symbolen en tekens. Hoe weet je wat die verschillende kleuren, symbolen en tekens betekenen? Daarvoor gebruik je een legenda.

Ga naar kaart 13 (Nederland - provincies). Bekijk de legenda linksonder op de kaart.
Gebruik de legenda en de kaart om antwoord te geven op de volgende vragen:

 

  1. Is het inwonersaantal van Rotterdam kleiner of groter dan 500.000?
  2. Noem drie plaatsen met minder dan 10.000 inwoners.
  3. Vlak onder de stad Groningen zie je een vliegtuigje. Is daar een 'Vliegveld' of een 'Luchthaven'?
  4. Je rijdt via de kortste route van Tilburg naar 's Hertogenbosch. Rijd je over een 'Autosnelweg' of over een 'Hoofdverbindingsweg'?
  5. Hoe kun je van Vlissingen naar Breskens?

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Stap 6 (2)

Ga nu naar kaart 12 (Nederland - reliëf).
Beantwoord de volgende vragen:

  1. Op de kaart is gewerkt met verschillende kleuren: van lichtblauw, via paars tot rood.
    Wat wordt met de kleuren aangegeven?
  2. Op de kaart zie je langs de kust een gele strook.
    Wat wordt met deze strook aangegeven?
  3. In welke provincies vind je veel terpen en woerden (woonheuvels)?

Stap 7

Op schaal

Bij iedere kaart in de atlas staat de schaal aangegeven. De schaal geeft aan hoe de verhouding is tussen een afstand op kaart en de werkelijke afstand.
Een voorbeeld van een schaal die wordt gebruikt in de atlas is 1 : 500 000.
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 500 000 cm (= 5 km).

Waar of niet waar? Bespreek jouw antwoorden met een klasgenoot.

  1. Je hebt een kaart met een schaal van 1 : 250 000.
    1 centimeter op de kaart is 2 500 m in werkelijkheid.
  2. Je hebt een kaart met een schaal van 1 : 25 000.
    4 centimeter op de kaart is 1 km in werkelijkheid.
  3. Op een kaart geldt dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 5 km is.
    De schaal is 1 : 500 000
  4. 5 cm op de schaal is in werkelijkheid 10 km.
    De schaal is 1 : 200 000
  5. 1: 10 000 is een grotere schaal dan 1 : 100 000
    Bij een grotere schaal wordt het af te beelden gebied groter weergegeven dan op een kleine schaal.
  6. Op een kaart met een grote schaal kunnen meer gegevens en meer details worden weergegeven dan op een kaart met een kleinere schaal.
  • Het arrangement Atlasgebruik - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2021-07-13 09:12:32
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Begin zomervakantie
    https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/357750/Begin%20zomervakantie.mp4
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Hermans, Anita. (z.d.).

    Atlasgebruik

    https://maken.wikiwijs.nl/125349/Atlasgebruik

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.