Economie vmbo2

Economie vmbo2

Economie vmbo 2

Introductie

De Stercollectie economie van Stichting VO-content geeft je als docent alle ruimte om de lessen naar wens vorm te geven. Het digitaal leermateriaal is naar eigen inzicht in te zetten, te combineren en aan te vullen. De Stercollecties zijn daardoor goed te gebruiken als aanvulling op bestaand leermateriaal. Of vormen een goede basis om een methode te vervangen.

Aan welke kenmerken voldoet de Stercollectie?

  • Actuele digitale leerlijnen voor een vak, niveau en jaar voor iedereen beschikbaar.
  • Kerndoel- en eindtermdekkend, voor aanvullend of (deels) vervangend gebruik.
  • Leerdoeldenken en formatief evalueren zijn geïntegreerd in alle leerlijnen.
  • Flexibel inzetbare en leerlinggerichte opdrachten, bruikbaar voor blended learning.
  • Sluit aan op de door de SLO ontwikkelde leerdoelenkaarten voor het vak economie.
  • Stelselmatig onderhoud en actualisatie op basis van reflecties van gebruikers en experts.
  • Te gebruiken op elke computer, laptop of tablet.

Voor economie worden de volgende Stercollecties ontwikkeld:

  • economie leerjaar 2 vmbo kgt
  • economie leerjaar 3 + 4 vmbo b
  • economie leerjaar 3 + 4  vmbo kgt
  • economie leerjaar 2 + 3 hv
  • economie leerjaar 4 + 5 h
  • economie leerjaar 4 + 5 + 6 v

Docentenmateriaal
Als jouw school deelneemt aan Stichting VO-content krijg je ook exclusief toegang tot het docentenmateriaal dat bij de Stercollecties hoort.
Check hier of jouw school al deelneemt aan VO-content. Als dit het geval is, kun je direct binnen ‘Mijn VO-content’ het docentenmateriaal eenvoudig filteren op vak, niveau en leerjaar waarna je precies ziet welke materialen er beschikbaar zijn. Denk aan:

  • Toetsen en antwoordmodellen
  • Werkbladen
  • Werkplannen
  • Samenvattingen
  • Woordenlijsten
  • Stercollectie handleidingen
  • Extra oefenmaterialen

Contact
Heb je een inhoudelijke of technische vraag over de Stercollecties? Neem gerust contact op met onze helpdesk of telefoonnummer: 085-0443100 (tot 12 uur).

Deelnemer worden aan Stichting VO-content?
Wanneer jouw school (vanaf dit schooljaar) deelneemt aan VO-content* krijgen jij en collega’s exclusief toegang tot een basispakket met het docentenmateriaal én allerlei programma’s die onderwijs op maat mogelijk maken. Daarnaast kun je er ook voor kiezen om het basispakket aan te vullen met drie extra keuzeprogramma’s. Door deel te nemen draagt je school bovendien bij aan de doorontwikkeling van open leermateriaal (Stercollecties). Een mooie maatschappelijke doelstelling!

Basispakket:

Docentenmateriaal
Extra materialen zoals handleidingen, toetsen, extra oefenmateriaal behorende bij de Stercollecties.

SterMonitor
Digitale leeromgeving waarin de Stercollecties getoond worden met daarin ook de voortgang van de leerlingen.

Oefenprogramma Engels
Een adaptief oefenprogramma voor Engelse lees-, kijk-, en luistervaardigheid.

Extra Programma Nederlands
Naslagwerk Nederlands met theorie en oefeningen.

Rekensite
Een adaptief oefenprogramma voor rekenvaardigheid van niveau 1F t/m 3F.

 

Keuzeprogramma's:

ExamenKracht
Oefenprogramma waarin leerlingen online examens oefenen en feedback krijgen.

Kracht in Controle (KIC)
Lesprogramma sociaal-emotionele ontwikkeling waarmee je inzicht krijgt in de groepsdynamiek en de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen bevorderd.

Portfolio-site
Een digitale tool waarin leerlingen de ontwikkeling van hun competenties bijhouden.


Wil je meer weten over deelname aan VO-content? Op onze site staat meer informatie maar we vertellen er graag meer over. Neem contact met ons op via 030-232 48 22 of mail ons!

* Is jouw school al langer deelnemer aan VO-content en nog niet overgestapt naar het actuele deelnamemodel? Dan kan het zijn dat jullie school geen toegang heeft tot onze nieuwe programma’s SterMonitor en Extra Programma Nederlands. Wil je dit aanpassen? Neem dan contact met ons op.

Leerdoelen en kernen

Wat zijn leerdoelen?

Als je het in het onderwijs over leerdoelen hebt, dan gaat het meestal om een mix van:

  • landelijk opgestelde doelen (SLO),
  • kennis en vaardigheden die de school belangrijk vindt en
  • kennis en vaardigheden die je zelf of de vakgroep belangrijk vindt.

Bij het samenstellen van de Stercollectie economie zijn de auteurs uitgegaan van de SLO-leerdoelen.

 

Van kern tot leerlingdoelen

De leerdoelen voor de onderbouw economie zijn verdeeld over acht kernen.

Bij iedere kern is één leerdoel geformuleerd.

De acht kernen zijn onderverdeel in één of meer subkernen.

Bij iedere subkern horen tussendoelen.

De auteurs van de Stercollectie hebben de tussendoelen vertaald naar leerlingdoelen,

 

vmbo 2

De leerlijn voor vmbo 2 is gebaseerd op de Kernen en Leerdoelen zoals ontwikkeld door de SLO.

De leerlijn bestaat uit in het totaal 34 opdrachten verdeeld over 8 kernen.

Iedere opdracht kent eenzelfde opbouw:

A Inleiding
- Intro: sluit aan belevingswereld leerling
- Wat ga je leren?
- Wat ga je doen?

B Aan de slag
- Stap 1 t/m Stap ...

C Afronding
- Samenvattend
(- Eindopdracht)
- Terugkijken

Iedere opdracht is een afgeronde didactische eenheid en is dus ook los bruikbaar.

 

Schaarste

Kern Schaarste

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

Subkernen

- Keuzen maken

- Consumeren

 

Keuzes maken

Kern: Schaarste

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

Subkern: Keuzes maken

Tussendoel

Je begrijpt dat economie gaat over het maken van keuzes en je kan met voorbeelden toelichten dat je niet alles kunt kopen met een beperkt inkomen.

Leerlingdoelen

- Je kunt een definitie van geld geven en je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen dat bij veel economische onderwerpen geld een belangrijke rol speelt.

- Je kunt minimaal twee verschillende inkomstenbronnen noemen.

- Je kunt de begrippen behoeften en middelen omschrijven.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen waarom je niet alles kunt kopen met een beperkt inkomen en waarom je dus keuzes moet maken.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Geld en economie

Opdracht 2

Inkomstenbronnen

Opdracht 3

Inkomensverschillen

 

Consumeren

Kern: Schaarste

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

Subkern: Consumeren

Tussendoel

Je kunt een huishoudboekje opstellen en dit sluitend maken.

Leerlingdoelen

- Je kunt een omschrijving geven van het begrip consumeren.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen goederen en diensten.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven.

- Je kunt bedragen per week omrekenen naar bedragen per jaar en je kunt bedragen per jaar omrekenen naar bedragen per maand.

- Je kunt de begrippen budget en begroting omschrijven. Je kunt een eenvoudige gezinsbegroting opstellen.

- Je kunt omschrijven wat bedoeld wordt met reserveren en bezuinigen.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Uitgaven

Opdracht 2

Budget en begroting

 

Ruil

Kern: Ruil

Leerdoel

Je begrijpt dat ruil arbeidsdeling mogelijk maakt en dat geld het ruilproces soepeler laat verlopen.

Subkernen

- Produceren

- Geld

 

Produceren

Kern: Ruil

Leerdoel

Je begrijpt dat ruil arbeidsdeling mogelijk maakt en dat geld het ruilproces soepeler laat verlopen.

Subkern: Produceren

Tussendoel

Je kunt uitleggen dat er verschillen bestaan tussen productie en consumptie, je kunt het verschil uitleggen tussen goederen en diensten.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip produceren omschrijven en je kunt de vier productiefactoren noemen.

- Je kunt bedrijven onderverdelen in bedrijven die goederen produceren en bedrijven die diensten produceren. Je kunt van beide soorten bedrijven minimaal vier voorbeelden noemen.

- Je kunt (aan de hand van een voorbeeld) uitleggen wat een bedrijfskolom is.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat wordt bedoeld met investeren.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Produceren en productiefactoren

Opdracht 2

Van grondstof tot eindproduct

Geld

Kern: Ruil

Leerdoel

Je begrijpt dat ruil arbeidsdeling mogelijk maakt en dat geld het ruilproces soepeler laat verlopen.

Subkern: Geld

Tussendoel

Je kunt uitleggen waar geld voor gebruikt wordt en je kan de rol van de Nederlandse Bank toelichten.

Leerlingdoelen

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen directe ruil en indirecte ruil en kunt uitleggen dat geld het ruilproces soepeler laat lopen.

- Je kunt drie functies van geld noemen: ruilmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.

- Je kunt (met een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld.

- Je kunt minimaal twee activiteiten van banken noemen.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat wordt bedoeld met De Nederlandsche Bank is de bank der banken.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Geld als smeermiddel

Opdracht 2

Banken

Markt

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkernen

- Vraag en aanbod

- Produceren: bedrijfskosten, afzet, omzet en winst

- Consumenten- en producentengedrag

Vraag en aanbod

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkern: Vraag en aanbod

Tussendoel

Je kunt uitleggen dat voor een succesvolle (ver)koop een koper en een verkoper nodig zijn.

Leerlingdoelen

- Je weet dat de producenten de aanbieders van producten zijn en dat consumenten de vragers van producten zijn.

- Je kunt uitleggen wat de invloed is van de prijs op het aanbod van en de vraag naar een product.

- Je kunt uitleggen dat de verkoopprijs van een product de prijs is waar vraag en aanbod samenkomen (= evenwichtsprijs).

- Je kunt voorbeelden geven van een succesvolle koop en verkoop op een site als marktplaats.nl.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Vraag en aanbod

Produceren: van kosten tot winst

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkern: Produceren: bedrijfskosten, afzet, omzet en winst

Tussendoel

Je kunt de winst uitrekenen met behulp van de verkoopprijs, afzet en de kostprijs.

Leerlingdoelen

- Je kunt minimaal drie voorbeelden van bedrijfskosten noemen.

- Je kunt een eenvoudige kostprijs berekening maken en je kunt uitleggen waarom de verkoopprijs van een product boven de kostprijs moet liggen.

- Je kunt duidelijk maken wat het verschil is tussen brutowinst en nettowinst en je kunt een winstberekening maken.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Een product verkopen: van bedrijfskosten tot winst

Consumenten- en producentengedrag

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkern: Consumenten- en producentengedrag

Tussendoel

Je kunt laten zien dat je begrijpt dat het koopgedrag van consumenten te beïnvloeden is door producenten.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip koopgedrag omschrijven en je kunt twee factoren noemen die je koopgedrag beïnvloeden.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen commerciële en ideële reclame.

- Je kunt omschrijven (en voorbeelden geven van) wat een ondernemer bedoeld met zijn doelgroep.

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoelde met het marketingbeleid van een ondernemer en je kunt minimaal twee instrumenten van het marketingbeleid noemen.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Koopgedrag en reclame

Opdracht 2

Marketingmix

Ruilen over tijd

Kern: Ruilen over de tijd

Leerdoel

Je hebt inzicht in het gegeven dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt maar ook over de tijd.

Subkernen

- Levensloop: gezinnen ruilen over de tijd

- Geld: sparen of lenen

Levensloop

Kern: Ruilen over de tijd

Leerdoel

Je hebt inzicht in het gegeven dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt maar ook over de tijd.

Subkern: Levensloop: gezinnen ruilen over de tijd

Tussendoel

Je kunt de levensloop van een persoon/gezin indelen in drie fasen en de drie fasen beschrijven.

Leerlingdoelen

- Je kunt het leven van een persoon indelen in drie fasen: de fase voordat je gaat werken, de fase dat je werkt, de fase dat je met pensioen bent. Je kunt de inkomsten en uitgaven per fase vergelijken.

- Je kunt uitleggen dat scholing gezien kan worden als een persoonlijke investering.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen hoe mensen die met pensioen zijn aan een inkomen komen.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Levensloop

Geld: sparen of lenen

Kern: Ruilen over de tijd

Leerdoel

Je hebt inzicht in het gegeven dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt maar ook over de tijd.

Subkern: Geld: sparen of lenen

Tussendoel

Je begrijpt dat geld lenen niet gratis is en je kan dit met een rekenvoorbeeld onderbouwen.

Leerlingdoelen

- Je kunt uitleggen wat sparen is en wat lenen is en je kunt de voordelen en nadelen van sparen en lenen met elkaar vergelijken.

- Je kunt uitleggen wat rente is en je kunt uitrekenen welke rentebedrag je krijgt/betaalt als je geld spaart/geld leent.

- Je kunt twee factoren noemen die van invloed zijn op het bedrag dat je kunt lenen.

- Je kunt uitleggen waarom de meeste mensen voor het kopen van een huis een hypotheek nodig hebben.

- Je kunt de voordelen en nadelen van een huis kopen en een huis huren met elkaar vergelijken.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Lenen

Opdracht 2

Hypotheekvormen

Opdracht 3

Kopen of huren

Samenwerken en onderhandelen

Kern: Samenwerken en onderhandelen

Leerdoel

Je begrijpt dat samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor partijen (dan te vertrouwen op het nastreven van eigenbelang).

Subkernen

- De overheid

- Samenwerken

De overheid

Kern: Samenwerken en onderhandelen

Leerdoel

Je begrijpt dat samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor partijen (dan te vertrouwen op het nastreven van eigenbelang).

Subkern: De overheid

Tussendoel

Je kunt voorbeelden geven (uit je eigen woonomgeving) van goederen en diensten die door de overheid worden aangeboden.

Leerlingdoelen

- Je kunt met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat de drie overheden (Rijk, provincie en gemeente) een eigen taak hebben.

- Je kunt voorbeelden noemen van producten (goederen en diensten) die door de overheid worden verzorgd.

- Je kunt uitleggen dat de overheid doordat we belasting betalen geld heeft om de overheidsproducten te kunnen aanbieden.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Overheid en economie

Opdracht 2

Overheid als producent en meeliftgedrag

Samenwerken

Kern: Samenwerken en onderhandelen

Leerdoel

Je begrijpt dat samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor partijen (dan te vertrouwen op het nastreven van eigenbelang).

Subkern: Samenwerken

Tussendoel

Je begrijpt dat het niet altijd voordelig is om alleen aan jezelf te denken en dat je soms moet samenwerken om meer te bereiken.

Leerlingdoelen

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) omschrijven wat wordt bedoeld met meeliftgedrag en je kunt uitleggen waarom meeliftgedrag soms voor jezelf negatief kan zijn.

- Je kunt uitleggen wat een collectieve arbeidsovereenkomst is. Je kunt uitleggen dat het proces om te komen tot een collectieve arbeidsovereenkomst een voorbeeld is waarbij samenwerken en onderhandelen meer kan opleveren dan het enkel gaan voor eigenbelang.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Overheid als producent en meeliftgedrag

Opdracht 2

Arbeidsovereenkomst

Risico en informatie

Kern: Risico en informatie

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat gezinnen en ondernemingen informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen.

Subkernen

- Risico en verzekeren

- Risico en beleggen

- Ondernemingsvormen

Risico en verzekeren

Kern: Risico en informatie

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat gezinnen en ondernemingen informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen.

Subkern: Risico en verzekeren

Tussendoel

Je kunt uitleggen wat een verzekering is, je kunt uitleggen waarom je een verzekering moet (of kunt) afsluiten.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip verzekering omschrijven; je gebruikt daarbij de woorden: premie, polis, eigen risico, verzekeraar en verzekeringsnemer.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen een schadeverzekering en een sommenverzekering.

- Je kunt voorbeelden noemen van verzekeringen die je moet of kunt afsluiten, denk aan WA-verzekering, fietsverzekering en inboedelverzekering.

- Je kunt uitleggen waarom mensen soms misbruik willen maken van hun verzekering. Je kunt ook een maatregel noemen waarmee een verzekeringsmaatschappij het misbruik kan proberen te voorkomen.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Verzekeringsovereenkomst

Opdracht 2

Soorten verzekeringen

Risico en beleggen

Kern: Risico en informatie

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat gezinnen en ondernemingen informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen.

Subkern: Risico en beleggen

Tussendoel

Je weet wat beleggen is.

Leerlingdoelen

- Je kunt uitleggen wat een aandeel is en kunt omschrijven wat wordt bedoeld met de koers van een aandeel en je weet dat aandelen worden verhandeld op de beurs.

- Je kunt omschrijven wat beleggen is en je kunt uitleggen dat je een financieel risico loopt als je belegt.


Opdrachten

Opdracht 1

Ondernemingsvormen

Ondernemingsvormen

Kern: Risico en informatie

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat gezinnen en ondernemingen informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen.

Subkern: Ondernemingsvormen

Tussendoel

Je kunt verschillende ondernemingsvormen noemen.

Leerlingdoelen

- Je kunt aangeven bij welke instantie je moet zijn als je je eigen bedrijf gaat beginnen.

- Je kunt de ondernemingsvormen éénmanszaak, vof, bv en nv met elkaar vergelijken.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Ondernemingsvormen

Welvaart en groei

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkernen

- Ontwikkelingsgebieden

- Belastingen

- Economische groei

- Europa

Ontwikkelingsgebieden

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Ontwikkelingsgebieden

Tussendoel

Je kunt voorbeelden geven van rijke en arme landen en je kunt omschrijven waarom dat zo is.

Leerlingdoelen

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met welvaart en je kunt het verschil tussen welvaart en welzijn uitleggen.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het nationaal inkomen van een land en kunt uitleggen dat het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking een maat is voor de welvaart van een land.

- Je kunt aangeven waar op aarde de meeste ontwikkelingslanden liggen en je kunt minimaal vier kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.

- Je kunt voorbeelden van ontwikkelingssamenwerking noemen.

- Je kunt uitleggen wordt wordt bedoeld met Fair trade en kunt uitleggen wat wordt verstaan onder 'trade not aid'.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Kenmerken ontwikkelingslanden

Opdracht 2

Ontwikkelingswegen

Belastingen

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Belastingen

Tussendoel

Je begrijpt dat de overheid voor haar inkomsten grotendeels afhankelijk is van (directe en indirecte) belastingen.

Leerlingdoelen

- Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.

- Je kunt uitleggen wanneer je loon- en inkomstenbelasting en wanneer je BTW betaalt.

- Je kunt drie voorbeelden van overheidsuitgaven noemen die bijdragen aan de welvaart en groei.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Overheid: Inkomsten en uitgaven

Economische groei

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Economische groei

Tussendoel

Je kunt uitleggen waarom de economie van Nederland krimpt of juist groeit.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip productiecapaciteit omschrijven.

- Je kunt het begrip economische groei omschrijven.

- Je kunt uitleggen dat een toenemende vraag naar producten kan leiden economische groei.


Opdracht:

Opdracht 1

Economische groei

Europa

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Europa

Tussendoel

Je kunt omschrijven wat het betekent dat Nederland onderdeel uitmaakt van de EU.

Leerlingdoelen

- Je kunt een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.

- Je kunt minimaal 10 landen noemen die lid zijn van de EU en je kunt minimaal 2 Europese landen noemen die geen lid zijn van de EU.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met 'vrij verkeer van personen' en 'vrij verkeer van producten' binnen de EU.

- Je kunt een voordeel noemen van de invoering van de euro door een aantal EU-landen.

- Je kunt (aan de hand van een voorbeeld) laten zien dat er tussen de landen van de EU (economische) verschillen zijn.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen waarom de samenwerking binnen de EU soms op weerstand stuit.

Opdracht

Opdracht 1

Europese Unie

Goede tijden, slechte tijden

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkernen

- Werkloosheid

- Wisselkoers

- Tegen of met elkaar?

Werk

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkern: Werkloosheid

Tussendoel

Je kunt uitleggen waarom iemand werkloos kan worden en wat gedaan kan worden om iemand weer aan een baan te helpen.

Leerlingdoelen

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat wordt verstaan onder de vraag naar arbeid (= werkgelegenheid).

- Je kunt uitleggen wat wordt verstaan onder het aanbod van arbeid (= beroepsbevolking).

- Je kunt twee voorbeelden noemen waardoor mensen werkloos kunnen worden.

- Je kunt twee maatregelen noemen die genomen kunnen worden om werkloosheid te bestrijden.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Arbeidsmarkt

Opdracht 2

Werkgelegenheid

Opdracht 3

Vormen van werkloosheid

Opdracht 4

Bestrijding werkloosheid

Wisselkoers

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkern: Wisselkoers

Tussendoel

Je kunt de prijs van een buitenlands product in een andere valuta omrekenen naar euro's (of omgekeerd).

Leerlingdoelen

- Je kunt uitleggen wat vreemde valuta zijn en je kunt drie voorbeelden van vreemde valuta noemen.

- Je kunt het begrip wisselkoers omschrijven en je de prijs van een product in een vreemde valuta omrekenen naar euro als je de wisselkoers weet (en omgekeerd).

 

Opdrachten

Opdracht 1

Euro en andere valuta

Tegen of met elkaar?

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkern: Tegen of met elkaar?

Tussendoel

Je hebt zicht op internationale handel.

Leerlingdoelen

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met internationale handel; je gebruikt daarbij de begrippen import en export.

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met een open economie en je kunt uitleggen waarom Nederland een open economie heeft.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat wordt bedoeld met internationale concurrentie.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met protectionisme en je kunt een voorbeeld noemen van protectionisme en je kunt uitleggen waarom een land zo'n maatregel neemt.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met vrijhandel en je kunt een voordeel noemen van vrijhandel.

 

Opdrachten

Opdracht 1

Handel met het buitenland

Opdracht 2

Tegen of met elkaar?

  • Het arrangement Economie vmbo2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-09-26 16:26:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De leerlijn voor vmbo 2 is gebaseerd op de Kernen en Leerdoelen zoals ontwikkeld door de SLO. De leerlijn bestaat uit in het totaal 34 opdrachten verdeeld over 8 kernen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, economie, hoofdarrangement, leerlijn, rearrangeerbaar, stercollectie, vmbo, vmbo2, vocontent001

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Leerlijnen. (2015).

    Economie vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/62019/Economie_vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.