Introductie microscopie kun je leren
Introductie
Tijdsplanning: 2x 45 min Nexusuren gedurende 6 weken in periode 2 of periode 3
Ieder organisme is opgebouwd uit één of meer cellen. Kennis van de bouw van cellen is onmisbaar om te begrijpen hoe organismen functioneren. Deze cellen zijn klein en niet te zien met het blote oog. Om te ontdekken hoe cellen gebouwd zijn, ga je met de microscoop een aantal soorten cellen bekijken. Je gaat dierlijke en plantaardige cellen bestuderen aan de hand van zelf gemaakte preparaten. Je legt je waarnemingen vast in tekeningen, volgens de tekenregels. Verder ga je je verdiepen je in de bijbehorende theorie.
- Kun je een microscopisch preparaat maken. (vaardigheden)
- Kun je omgaan met een microscoop. (vaardigheden)
- Kun je je waarnemingen vastleggen in een tekening. (vaardigheden/begrippen)
- Weet je de tekenregels en kun je deze toepassen.
- Weet je uit welke onderdelen een plantencel en dierlijke cel bestaan. (begrippen)
- Weet je wat de begrippen bladgroenkorrels, zetmeelkorrels, kleurstofkorrels en huidmondjes inhouden. (begrippen/inzicht)
- Heb je verschillende dierlijke organismen in slootwater gezien en op naam gebracht. (vaardigheden/begrippen)
- Weet je de verschillen tussen kraakbeenweefsel en beenweefsel te benoemen. (begrippen)
- Heb jij al je activiteiten en bijgevoegde vragen vastgelegd in je digitaal portfolio.
Waarom deze module.
Ieder organisme is opgebouwd uit één of meer cellen. Kennis van de bouw van cellen is onmisbaar om te begrijpen hoe organismen functioneren. Deze cellen zijn klein en niet te zien met het blote oog. Om te ontdekken hoe cellen gebouwd zijn, ga je met de microscoop een aantal soorten cellen bekijken. Je gaat dierlijke en plantaardige cellen bestuderen aan de hand van zelf gemaakte preparaten. Je legt je waarnemingen vast in tekeningen, volgens de tekenregels. Verder ga je je verdiepen je in de bijbehorende theorie.
Antonie van Leeuwenhoek
- Antonie van Leeuwenhoek was geen wetenschapper maar een textielhandelaar. Toch was hij enorm belangrijk voor de wetenschap. Hij was de pionier van de celbiologie en microbiologie. Hij wordt ook wel de vader van de microbiologie genoemd.
- Door zijn kennis over lenzen en loepen kon Antonie sterke lenzen ontwikkelen die tot wel 480 keer konden vergroten.
- Hij ontdekte o.a. in 1674 de rode bloedcellen.
- Hij was het de eerste die bacteriën kon waarnemen met zijn microscoop door het bekijken van tandplak.
microscoop van Antonie van Leeuwenhoek
LES 1 HOE WERKT EEN MICROSCOOP
Onderdelen van een microscoop
oefenen onderdelen microscoop
onderdelen microscopie
oefenen onderdelen microscoop 2
onderdelen microscoop
Hoe bedien je een microscoop?
Stap 1 Begin altijd met de kleinste vergroting
- Draai het kleinste objectief voor.
Stap 2 Stel met de kleinste vergroting scherp
- Dit doe je door het objectief dicht bij het preparaat te draaien. Vervolgens stel je de microscoop scherp door in het oculair te kijken en langzaam de afstand tussen objectief en preparaat te vergroten totdat het beeld scherp is.
Stap 3 Verbeter indien nodig de belichting door:
- De condensator hoger of lager te draaien;
- het diafragma te vergroten of te verkleinen;
- een combinatie van deze mogelijkheden toe te passen.
Stap 4 Goed stukje preparaat
- Zoek in het preparaat, door het preparaat met de kruistafel te verschuiven, een goede plek op waar wat te zien valt.
Stap 5 Vergroting veranderen
- Draai een groter objectief (10x) voor en stel scherp door de afstand tussen objectief en preparaat te veranderen.
- Kijk uit dat je het objectief niet te dicht naar het preparaat draait. Je kunt het preparaat beschadigen.
- Als het scherpstellen niet lukt, heb je een verkeerd deel van je preparaat uitvergroot en moet je eerst weer naar een kleinere vergroting overschakelen (vorig objectief), weer scherpstellen en opnieuw een grotere vergroting voor draaien. Verbeter indien nodig de belichting opnieuw.
Stap 6 Nog verder vergroten
Schakel over op een nog groter objectief (40x) en stel weer scherp. Pas eventueel de belichting aan.
Stap 7 Opruimen: Draai het kleinste objectief weer voor, haal dan pas het preparaat weg.
Gouden regels voor het werken met de microscoop
- Begin je microscoopwerk altijd met de kleinste (=minste) vergroting met de microscooptafel omlaag en stel scherp
- Pas daarna mag je de eerstvolgende vergroting kiezen.
Practicumopdrachten les 1
Nabespreking van les 1
LES 2 PLANTAARDIGE EN DIERLIJKE CELLEN
Wat zijn cellen?
Mensen bestaan uit ontzettend veel cellen. Maar wat is een cel eigenlijk? Je lichaam kun je zien als een huis. Een huis is gebouwd van stenen. Je lichaam is gemaakt van cellen. Maar een huis bestaat niet alleen uit stenen. Het bestaat ook uit dakpannen, ramen en deuren. Anders kan je er niet in wonen. Om je lichaam goed te laten werken, zijn er dus ook meerdere soorten cellen. De cellen van je huid zijn anders dan de cellen van je spieren. En dat is maar goed ook. Zonder spieren zou je niks kunnen. Maar zonder huid ook niet. Alle cellen hebben dus een eigen taak. DNA is de bouwtekening van de cel. DNA vertelt de cel wat hij moet doen. Hartstikke handig!

animatie van bioplek: het maken van een preparaat
hoe maak je een preparaat
Duidelijke verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen
Tekening: Verschil plantaardige en dierlijke cel
Hoe maak je een biologische tekening
Een biologische tekening is een goede manier om iets natuurgetrouw (of schematisch) weer te geven. Een biologische tekening is geen fantasietekening, maar een zo nauwkeurig mogelijke weergave van wat je ziet.
Benodigdheden voor een biologische tekening
- Papier, potlood (HB of liever een 2H potlood), gum, liniaal, puntenslijper
Werkwijze
- Zorg dat je potloodpunt geslepen is.
- Bepaal vooraf wat je gaat tekenen. Teken bijvoorbeeld alleen een paar cellen en niet alles wat je ziet.
- Een tekening heeft altijd een titel. Deze staat links boven op de tekening
- Om kleine details goed te kunnen weergeven, teken je groot en duidelijk.
- Teken alleen wat je ziet, verzin er niets bij. Teken minimaal vuistgroot.
- Trek dunne horizontale lijntjes vanaf de verschillende onderdelen en schrijf er achter wat het is.
- Bereken de juiste vergroting (oculair x objectief) en noteer deze op de tekening.
Tekenschema
tekenschema
Practicumopdracht les 2
Nabespreking van les 2
LES 3 PLASTIDEN (=KORRELS)
Uitleg Plastiden (=korrels)
Plastiden komen alleen voor in plantaardige cellen.
Plastiden bevinden zich in het cytoplasma.
Er zijn 3 soorten plastiden
1. Zetmeelkorrels
2 Kleurstofkorrels
3 Bladgroenkorrels
zetmeelkorrels
kleurstofkorrels
bladgroenkorrels
https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/plastidenBB.htm
animatie plastiden
Practicumopdrachten les 3
Nabespreking van les 3
LES 4 HUIDMONDJES, KRAAKBEEN EN BOTWEEFSEL
huidmondjes
http://www.schooltv.nl/video/huidmondjes-het-openen-en-sluiten-van-huidmondjes/
Filmpje van Beeldbank over bladgroenkorrels. (duur 1.03 min.)
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Huidmondje/huidmondjes.htm
oefenen huidmondje (biologiepagina.nl)
kraakbeen en beenweefsel
practicumopdrachten les 4
Nabespreking van les 4
LES 5 WATERVLO EN SLOOTWATER
watervlo tekenen
filmpje over watervlo (duur: 0.30 min)
Filmpje over ontmoeting van een pantoffeldiertje (paramecium) met een amoebe 2.26 min:
Filmpje over waterbeertjes (duur 2.30 min)
filmpje over waterdieren (duur 2.00 min.)
practicumopdrachten les 5
Nabespreking van les 5
LES 6 MICROSCOPIE PRACTICUM TOETS
Practicum microscopie Toets
Tijdens deze les krijgen jullie een practicum microscopie toets.
Bestuur voor de toets nog een keertje bs ..... van thema 3 (BVJ)
De toets duurt 45 minuten.
les 1 45 min 10 leerlingen ( van A t/m ..)
les 2 45 min 10 leerlingen ( van .. t/m Z)
LES 7 EXTRA LESSEN EN VERDIEPING