1.2 Je omgeving ontdekken

1.2 Je omgeving ontdekken

Je omgeving ontdekken

Hoe onderzoeken biologen de planten in de boomtoppen van het tropisch regenwoud?

Met een loep kun je vergroten
Met een loep kun je vergroten

Kijken door de microscoop

Microscoop

Tijdens deze les leer je hoe je met een microscoop moet werken.

Een microscoop gebruik je om iets te bekijken wat je met het blote oog niet kunt zien.

Denk hierbij aan cellen van een mens, plant of bacteriën.

Klik op uitleg microscoop hieronder en ga aan de slag.

Succes!

Uitleg Microscoop

Hoe gebruik je een microscoop. De microscoop is ontworpen om superkleine dingen mee te vergroten. Hij bestaat uit verschillende onderdelen: het statief, een aantal lenzen, en het tafeltje waarop je een preparaat kan klemmen.
Het statief is het onderdeel waaraan je de microscoop vastpakt. Een microscoop heeft twee vaste lenzen die los in een buis zitten. De eerste lens vergroot het beeld en de tweede lens vergroot het nog verder. Onder de twee vaste lenzen zitten nog eens drie lenzen die je om en om kunt gebruiken. De kleinste lens vergroot vier keer, de middelste tien keer en de grootste veertig keer. Met een microscoop bekijk je bijvoorbeeld kleine stukjes weefsel, stof, plant of vloeistof. Deze kleine stukjes klem je met wat vloeistof tussen twee dunne glazen plaatjes. Dat noem je een preparaat.
Het ding dat je wil bekijken leg je op de kruistafel je moet wel de lamp aan zetten anders zie je niks.

Aan de slag

De microscoop
Bekijk het filmpje:


In het filmpje zwemmen diertjes rond die zo klein zijn, dat je ze met het blote oog niet kunt zien. De diertjes zijn in een druppel water onder de microscoop gelegd en gefilmd.

Natuurlijk ga je ook zelf met de microscoop aan de slag.
 

Filmpjes met uitleg microscoop

Uitleg microscoop

Uitleg preparaat maken voor microscoop

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details; het gaat alleen om de hoofdlijnen en het benoemen van de belangrijkste onderdelen van het voorwerp dat je bekijkt.

  1. Zorg voor een goed potlood (het liefst H of HB) met een scherpe punt en blanco papier
  2. Bepaal vooraf wat je precies gaat tekenen
  3. Teken nauwkeurig na wat je ziet door middel van strakke lijnen (dus niet schetsen!)
  4. Probeer zoveel mogelijk in het midden van je papier te tekenen
  5. Zet met behulp van een liniaal dunne (verwijs)streepjes van de verschillende onderdelen naar de rechterkant van je vel en schrijf de namen van de onderdelen erachter
  6. Schrijf boven je tekening de titel en de vergroting (bijvoorbeeld 200x)

 

 

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Hierdoor kost het tekenen ook wat meer tijd. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft. Hiermee leer je datgene wat je ziet heel precies uit te werken.

Aan de slag

Practicum bruine boon - 1
Practicum bruine boon - 1
Practicum bruine boon - 2
Practicum bruine boon - 2
Practicum bruine boon - 3
Practicum bruine boon - 3
  1. Kijk heel goed naar de bruine boon en focus je hierbij op de details
  2. Gebruik een scherp HB-potlood en teken op een wit A4-papier
  3. Bepaal welk materiaal je gaat gebruiken
  4. Teken eerst met dunne lijnen de omtrek, dan de andere delen. Daarna kun je ze duidelijker maken. Let erop dat je niet schetst!
  5. Teken alleen wat je ziet en let op de juiste verhoudingen
  6. Zet de namen van de verschillende onderdelen naast de tekening en trek strakke lijntjes tussen ieder onderdeel en de bijbehorende naam
  7. Zet in een hoek boven je tekening de titel
  8. Als je een doorsnede tekent, zet je erbij of het een lengtedoorsnede of dwarsdoorsnede is. Anders schrijf je ‘buitenaanzicht’ op
  9. Als je iets tekent dat je met een loep of microscoop bekijkt, zet je de vergroting erbij
  10. Schrijf je eigen naam op de pagina met de datum erbij.

Zie checklist 1 Tekenen blz.190 in je leerboek

 

 

 

Maak de vragen, je moet minimaal 8 vragen goed beantwoorden