Klinisch redeneren 4e jaar

Klinisch redeneren 4e jaar

Inleiding

In Nederland maken verpleegkundigen hier vooral gebruik van in situaties waar sprake is van kortdurende algemene gezondheidszorg, zoals in ziekenhuizen. Hier is redelijk goed in te schatten hoe ziekten, ingrepen of behandelingen verlopen. 'Klinisch redeneren' gaat uit van het idee dat het grijze gebied tussen gespecialiseerde verpleegkundigen en artsen steeds grijzer wordt. Grenzen vervagen tussen medisch en zorg. Er wordt steeds meer multidisciplinair gedacht en gewerkt.

Bij klinisch redeneren gaat het om een bepaalde manier van het verwerken van informatie. Als je bijvoorbeeld bij een zwangere zorgvrager bloedverlies constateert, weet je dat moeder en kind gevaar kunnen lopen. Je kijkt wat er precies aan de hand is, voert controles uit en waarschuwt de leidinggevende of arts.

Verwachtingen

Klinisch redeneren vraagt van jou een behoorlijke kennis van anatomie/fysiologie en pathologie. In het 1e en 2e jaar heb je daar al veel van gehad maar zal je niet direct paraat hebben.

Daarom het dringende advies om die onderdelen voorafgaand aan de les  te bestuderen zodat je daadwerkelijk in staat bent om verbanden te leggen.

Je kunt dit o.a. doen door gebruik te maken van deze site

Het onderdeel farmacologie en laboratoriumonderzoek maakt deel uit van klinisch redeneren. De docent zal ook daar aandacht aan besteden d.m.v. e-learning modules.

Ter inspiratie

Definitie

Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties aan medische kennis te koppelen om zo te beredeneren welke volgende stappen genomen moeten worden in het verpleegkundig handelen.

Bij klinisch redeneren gaat het om de besluitvorming waarbij een verpleegkundige diagnose wordt vastgesteld. Aan de hand van een anamnese (bijvoorbeeld volgens Gordon) kun je een verpleegplan ontwerpen, diagnostiek formuleren, zorgresultaten opstellen en interventies formuleren.

Door kritisch denken kun je een situatie analyseren en beoordelen. Kritisch denken speelt een belangrijke rol binnen de besluitvorming. Hieronder wordt verstaan het actief en vakkundig toepassen, analyseren, samenvoegen en beoordelen van informatie. Deze informatie verkrijg je door middel van observatie, ervaring, reflectie, redeneren of communicatie.

Kort samengevat kun je zeggen dat bij het diagnostische redeneerproces wordt geprobeerd om het probleem nauwkeurig te identificeren en kritisch denken moet leiden tot een optimale oplossing.

Als verpleegkundige ben je natuurlijk niet verantwoordelijk voor de diagnose, maar door een diagnostische blik kun je aansluiten op de zorg.

Klinisch redeneren bestaat al langer, maar de structuur in de vorm van een methodiek met toepassing van zes stappen is relatief nieuw.

 

6 stappen van Klinisch redeneren

  • Stap 1   Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld: benoemen en beargumenteren.
  • Stap 2   Klinische probleemstellingen: beredeneren kernproblemen op: somatisch, psychosociaal en ADL-gebied.
  • Stap 3   Aanvullend klinisch onderzoek: meedenken met de arts.
  • Stap 4   Klinisch beleid: beredeneren aanpak voor kernproblemen.
  • Stap 5   Klinisch verloop: beredeneren verloop van en beleid voor de ziekte.
  • Stap 6   Nabeschouwing: beschouwen van de gehele zorgsituatie, eigen aandeel en leermomenten.

 

Stap 1

Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld

Informatie die je wilt weten is:

  • Hoe ziek is iemand? (een beetje, heel erg)
  • Wat zijn de patronen in de klachten en symptomen?
  • Hoe zijn de vitale functies? (en parameters als bewustzijn, kleur)
  • Wat is de medische voorgeschiedenis? (medicijnen, ziektes)
  • Welke voorgeschreven medicatie wordt gebruikt?
  • Hoe is de leefwijze van de zorgvrager? (roken, beweging)
  • Hoe urgent en ernstig is de situatie?
  • Wat denk je dat er aan de hand is? (differentieel diagnose (dd) of werkdiagnose)
Stap 2

Klinische probleemstellingen

Informatie die je wilt weten is:

  • Wat is er aan de hand met het lichaam?
  • Wat is de psychosociale situatie van de zorgvrager? (Signalen en klachten, cognitie, emoties, gedrag, sociaal systeem)
  • Welke gevolgen heeft de situatie voor de activiteiten van het dagelijks leven?
Stap 3

Aanvullend klinisch onderzoek

Informatie die je wilt weten is:

  • Is er aanvullend onderzoek nodig? (anamnese, laboratoriumonderzoek etc)
  • Wat zijn de verwachtingen van en is de urgentie bij het onderzoek?
Stap 4

Klinisch beleid

Informatie die je wilt weten is:

  • Welke interventies moeten worden gestart? (afgestemd op de situatie)
  • Wat zijn de klinische overwegingen bij de interventies? (Bijvoorbeeld bij een infuus: welk type, vloeistof, osmolariteit en inloopsnelheid?)
  • Wat zijn de prioriteiten? (eerst levensreddend handelen)
  • Hoe worden de lichaamsfuncties bewaakt?
  • Welke disciplines moet je inschakelen?
  • Hoe wordt de zorgvrager ingelicht en begeleid? (Voorlichting, educatie, instructie, informatievoorziening)
Stap 5

Klinisch verloop

Informatie die je wilt weten is:

  • Hoe ziet het klinische verloop eruit? (Somatische en psychosociale problematiek en problemen op het gebied van de ADL op de korte en lange termijn).
Stap 6

Nabeschouwing

Informatie die je wilt weten is:

  • Hoe staat het met de veiligheid van de zorgvrager? (Ontbreken van toegebrachte schade door professioneel handelen).
  • Hoe is de kwaliteit van de zorg?
  • Zijn er eventuele ethische dilemma’s?
  • Wat heb je geleerd ten aanzien van je beroepsrol en je competenties?

Bron: Amstel Academie VUmc Marc Bakker)

Planning periode

Periode 9/11

KLINISCH REDENEREN LP 9/11

 

Week

Pathologie

 

2 x 1 uur/week,

LP 1 en 2

Farmacologie

 

 

Laboratorium onderzoek

1

- Inleiding klinisch

  redeneren; zes

  stappen

- De drie O’s

- hulpmiddelen

  Redeneren

- SBAR

- EWS

Professioneel omgaan met geneesmiddelen

- H.1, par. 1.1, 1.2,

  1.4, 1.6 en 1.7

- H.2, par. 2.3

- H.3, par. 3.5

Klinisch chemisch lab onderzoek

 

PowerPoint

 

Zakboekje Pro Active Nursing

2

Klinische problemen bij ademhaling

- hoge-en

  lage luchtwegen

- hyperventilatie

Vitale dreigingen bij ademhaling

- acute dyspnoe

- resp. insufficiëntie

- hypoxie

- luchtwegobstructie

Analgetica en ontstekingsremmers

- H.4, par. 4.2, 4.3,

  4.4 en 4.8

- H.10, par. 10.1,

  10.2 en 10.3

Hematologisch lab onderzoek

 

 

PowerPoint

 

Zakboekje Pro Active Nursing

3

Klinische problemen bij circulatie

- algemeen

- frequentiestoornissen

- ritmestoornissen

- geleidingsstoornissen

 

Middelen bij hoge bloeddruk en metabool syndroom

- H.6, par. 6.2, 6.3

  en 6.4

Cytologisch onderzoek

 

 

 

PowerPoint

 

Zakboekje Pro Active Nursing

4

Vitale dreigingen bij circulatie

- hartfalen

- ischemie

- cardiogene shock

- hypovolemische shock

Hart-, vaat- en antistollingsmiddelen

- H.7, par 7.1, 7.3

  7.2, en 7.4  

Pathologisch en anatomisch onderzoek

 

PowerPoint

 

Zakboekje Pro Active Nursing

5

Klinische problemen bij vocht- en elektrolytenbalans

- inname en behoefte

- watermassa

- nierfunctie

- mictie

Vitale dreigingen bij vocht- en elektrolytenbalans

- dehydratie

- hyperhydratie

Middelen bij luchtwegklachten

- H.8, par. 8.1 t/m 8.4

 

6

Klinische problemen bij bloed

- acidose

- anemie

- hemostase

Vitale dreigingen bij bloed

- zuurstoftransport

- stollingsstoornissen

- hypovolemie

Middelen bij maag- en darmklachten

- H.5, par. 5.1 t/m 5.4

 

7

Klinische problemen bij neurologisch systeem

- voorbeelden van

  zintuigelijke

  problematiek zoals pijn,

  reuk-en

  smaakstoornissen etc.

- bewustzijn

- cognitie

- emotie

- motoriek

Observatieschalen EMV, DOS, FAST.

Observaties pupilreflex, slikreflex

Middelen voor de huid

- H.14, par. 14.2,

  14.3 en 14.5

Antibiotica, antivirale middelen en antischimmelmiddelen

- H.13, par. 13.1 t/m

  13.4

 

8

Vitale dreigingen bij neurologisch systeem

- vormen van pijn

- stress

- insult / status

  Epilepticus

- delier

- bewustzijnsstoornissen

Psychofarmaca

- H.11, par. 11.2 t/m

  11.7

 

Periode 10/12

KLINISCH REDENEREN LP 10/12

 

Week

Pathologie

 

2 x 1 uur/week,

LP 1 en 2

Farmacologie

 

 

 

1

Klinische problemen bij thermoregulatiesysteem

- te hoge of lage

warmteproductie

- warmteafgifte

Vitale dreigingen bij thermoregulatiesysteem

- koorts

- hyperthermie

- hypothermie

Professioneel omgaan met geneesmiddelen

- H.1, par. 1.1, 1.2,

1.4, 1.6 en 1.7

- H.2, par. 2.3

- H.3, par. 3.5

 

2

Klinische problemen bij afweersysteem

- huid en slijmvliezen

- bloed en lymfe

Vitale dreigingen bij afweersysteem

- infectie

- sepsis

- septische shock

- anafylactische shock

Analgetica en ontstekingsremmers

- H.4, par. 4.2, 4.3,

4.4 en 4.8

- H.10, par. 10.1,

10.2 en 10.3

 

3

Klinische problemen bij digestief systeem

- inname en behoefte

- afbraak en vertering

- transport

- absorptie

- defecatie

Middelen bij hoge bloeddruk en metabool syndroom

- H.6, par. 6.2, 6.3

en 6.4

 

4

Vitale dreigingen bij digestief systeem

- gastro-enteritis

- peritonitis

- maag-/darmbloedingen

- ondervoeding

- anorexia nervosa

- morbide obesitas

Hart-, vaat- en antistollingsmiddelen

- H.7, par 7.1, 7.3

7.2, en 7.4

 

5

Klinische problemen bij endocrien systeem

- hypofyse

- schildklier en

bijschildklier

- nieren en bijnieren

- pancreas

 

Middelen bij luchtwegklachten

- H.8, par. 8.1 t/m 8.4

 

6

Vitale dreigingen bij endocrien systeem

- diabetesontregelingen

Middelen bij maag- en darmklachten

- H.5, par. 5.1 t/m 5.4

 

7

Problemen bij psycho-sociaal functioneren

- copingmechanismen

- zelfzorgfuncties

Middelen voor de huid

- H.14, par. 14.2,

  14.3 en 14.5

Antibiotica, antivirale middelen en antischimmelmiddelen

- H.13, par. 13.1 t/m

  13.4

 

8

Herhalingen op verzoek van student of docent

Psychofarmaca

- H.11, par. 11.2 t/m

  11.7

 

 

Beoordeling

Bronnen

  • Het arrangement Klinisch redeneren 4e jaar is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    teamvp nw
    Laatst gewijzigd
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    teamvp nw. (z.d.).

    Klinisch redeneren

    https://maken.wikiwijs.nl/123311/Klinisch_redeneren

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.